Wijziging Besluit Beheer Haringvlietsluizen
24 december 2004
Nr. DGW 2004/2190
Directoraat-Generaal Water
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Besluit:
Artikel I
Het Besluit Beheer Haringvlietsluizen1 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, wordt ‘1-1-2005’ gewijzigd in: 1-1-2008.
B
Bijlage 1 wordt vervangen door de bij dit besluit gevoegde bijlage 1.
C
In bijlage 2 worden in de tabel in de kolom ‘BEHEERDER’ de aanduidingen ‘Delta Nuts’, ‘WBB’ en ‘WBE’ gewijzigd in: Evides N.V., en wordt de aanduiding ‘WZHO’ gewijzigd in: Hydron Zuid-Holland.
D
Bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de tabel worden in de kolom ‘BEHEERDER’ de aanduidingen ‘Dongestroom’ en ‘Land van Nassau’ gewijzigd in: Brabantse Delta; worden de aanduidingen ‘Brielse Dijkring’, ‘Grootte Waard’, ‘Goeree-Overflakkee’ en ‘IJsselmonde’ gewijzigd in: Hollandse Delta en worden de aanduidingen ‘Alblasserwaard en Vijfheerenlanden’ en ‘Alm en Biesbosch’ gewijzigd in: Rivierenland.
2. In de kolom ‘VERPLAATS’ wordt bij de innamepunten met de nummers 61, 62 en 63 de aanduiding ‘nee’ gewijzigd in: ja.
3. De kaart wordt vervangen door onderstaande kaart:
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.
Bijlage 1. Sluisbeheer volgens ‘de Kier’
Vergelijking van de sluisopeningen bij verschillend beheer; huidige situatie (LPH’84), het programma volgens het MER en het HOP.
Toelichting
Op 5 juni 2000 heeft de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat besloten de Haringvlietsluizen onder een aantal randvoorwaarden beperkt open te stellen teneinde de natuurlijke dynamiek van het Haringvliet te versterken. Bij het nemen van dit besluit was de verwachting dat een periode van ongeveer vijf jaar voor de invoering voldoende zou zijn. Daarbij is destijds overwogen dat indien vanwege onvoorziene omstandigheden een bepaalde cruciale voorziening niet tijdig tot stand zou kunnen worden gebracht, het meetnet niet naar behoren zou functioneren, of de protocollen niet binnen deze termijn gereed zouden zijn, een besluit tot wijziging van de invoeringstermijn zou worden overwogen.
Vanwege verschillende omstandigheden bestaat thans aanleiding om tot wijziging van de datum van openstelling van 1 januari 2005 over te gaan. Inmiddels is gebleken dat deze datum niet haalbaar is vanwege het tijdsbeslag voor nader onderzoek naar de effecten van het besluit en de realisering van het monitorings- en bewakingsmeetnet, alsmede vanwege de keuze om samen met andere overheden tot integrale zoetwatervoorziening te komen op Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee.
De Stuurgroep Realisatie de Kier, waarin naast de Minister van LNV en de Staatssecretaris van V&W, de provincie Zuid-Holland, gemeenten, waterschappen en waterbedrijven zijn vertegenwoordigd, heeft op 4 oktober 2004 de Staatssecretaris van V&W en de Minister van LNV geadviseerd een realisatiebesluit te nemen tot uitvoering van het Kierbesluit en de openstelling van de Haringvlietsluizen te verschuiven naar 1 januari 2008.
Dit wordt gezien als een realistische opgave nu immers concreet zicht is op een oplossing van de problematiek van de zoetwatervoorziening in de omgeving van het Haringvliet. Naar verwachting zullen ten behoeve van integrale zoetwatervoorzieningen in 2005 afspraken worden gemaakt met de betrokken partijen en kunnen de nodige wettelijke procedures worden gestart.
De wijzigingen van enkele onderdelen van de bijlagen 1 tot en met 3 van het Besluit beheer Haringvlietsluizen zijn ingegeven door nieuwe inzichten, opgedaan als gevolg van een lange periode van lage Rijnafvoer in 2003, als gevolg van nadere uitwerking van de plannen voor een integrale zoetwatervoorziening op de Noordrand Goeree en door fusies bij waterbedrijven en waterschappen. Deze wijzigingen zijn van ondergeschikte aard en behelzen geen wezenlijke afwijkingen ten opzichte van de uitgangspunten van het oorspronkelijke besluit.
Gelet op de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 19 maart 2004 (LJN.nr. AO 6259) kan deze beslissing niet worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 1:3, lid 1 Awb) en kan hiertegen derhalve geen bezwaar of beroep worden ingediend.
De direct betrokkenen bij het besluit zullen van deze beslissing schriftelijk op de hoogte worden gebracht.