Controlevoorschriften Ziektewet 2004

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op artikel 39, tweede lid, van de Ziektewet;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

b. de verzekerde: degene die op grond van de Ziektewet verzekerd is;

c. verzekeringsarts: een arts, werkzaam voor UWV, die ingeschreven staat in het specialistenregister van de Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie of in opleiding daarvoor is;

d. medewerker: een door UWV in het kader van de verzuimbeheersing aangewezen medewerker;

e. ziekte: de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid als gevolg van ziekte, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Ziektewet;

f. eigen verklaring: een vragenformulier van UWV over de ziekte van de verzekerde, dat door de verzekerde wordt ingevuld en ondertekend;

g. telefonische controle: een telefoongesprek tussen de verzekerde en de medewerker, gevoerd nadat UWV de ziekmelding van of aangifte van ziekte betreffende de verzekerde heeft ontvangen.

Artikel 2. Werkingssfeer

1. Deze voorschriften zijn van toepassing op de verzekerde ten aanzien van wie UWV op grond van artikel 38, tweede lid, of 38a van de Ziektewet een aangifte van ziekte of van wie UWV een ziekmelding heeft ontvangen.

2. De voorschriften zijn van toepassing zolang de ziekte duurt.

3. De artikelen 5 en 6 zijn niet van toepassing op de verzekerde die in het buitenland verblijft.

Hoofdstuk 2. Voorschriften

Artikel 3. De verplichting om op het spreekuur te verschijnen

1. De verzekerde geeft gevolg aan een oproep om te verschijnen op het spreekuur van de verzekeringsarts of de medewerker.

2. Indien de verzekerde verhinderd is om te voldoen aan een oproep als bedoeld in het eerste lid, deelt hij dit onverwijld en uiterlijk 24 uur voor het tijdstip waartegen hij is opgeroepen, mee aan UWV, onder opgave van de oorzaak van de verhindering.

Artikel 4. Eigen verklaring

De verzekerde die na de ziekmelding of aangifte van ziekte van UWV het formulier `eigen verklaring' ontvangt, beantwoordt de daarin gestelde vragen zo volledig mogelijk en stuurt het op de dag van ontvangst terug aan UWV.

Artikel 5. Verplichting om thuis te blijven

1. De verzekerde blijft thuis tot hij de oproep bedoeld in artikel 3, of de eigen verklaring bedoeld in artikel 4, heeft ontvangen, dan wel het eerste bezoek van de verzekeringsarts of de medewerker of de eerste telefonische controle heeft plaats gehad. De verplichting bedoeld in de vorige zin geldt niet na 18.00 uur.

2. UWV kan de verzekerde verplichten om na het eerste bezoek, de terugzending van de eigen verklaring, de ontvangst van de oproep of de eerste telefonische controle gedurende ten hoogste twee weken thuis te blijven tot `s morgens 10.00 uur en 's middags van 12.00 uur tot 14.30 uur.

3. De verplichting om thuis te blijven geldt niet indien de verzekerde een bezoek brengt aan de behandelend arts, de verzekeringsarts of de medewerker, dan wel indien hij zijn arbeid hervat of passende arbeid als bedoeld in artikel 30 van de Ziektewet verricht.

4. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de verzekerde die verhinderd is te voldoen aan een oproep als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

Artikel 6. Controle mogelijk maken

1. De verzekerde is verplicht controle mogelijk te maken door de verzekeringsarts en de medewerker, die zich met een daartoe strekkende machtiging als zodanig kunnen legitimeren. Daartoe dient hij op zijn woon- of verblijfsadres bereikbaar te zijn of er zorg voor te dragen, dat de verzekeringsarts en de medewerker op zijn woon- of verblijfsadres kunnen vernemen waar hij bereikbaar is.

2. De verzekerde zorgt ervoor dat hij gedurende de uren met betrekking waartoe hij met UWV daarover een afspraak heeft gemaakt, telefonisch bereikbaar is op het door hem opgegeven telefoonnummer. Indien hij met UWV heeft afgesproken dat hij in een bepaald tijdvak zelf zal bellen, belt hij in dat tijdvak het door UWV opgegeven telefoonnummer.

3. Indien de verzekerde verhuist, tijdelijk elders verblijft of van verpleegadres verandert, of na een tijdelijk verblijf elders weer thuis verblijft, meldt hij dit binnen 24 uur aan UWV.

Artikel 7. Verblijf in het buitenland

1. De zieke verzekerde heeft voor een meerdaags verblijf in het buitenland toestemming nodig van UWV.

2. De in het buitenland verblijvende verzekerde met aanspraak op ziekengeld die een werkgever heeft is verplicht zich, binnen drie dagen nadat hij daar ziek is geworden, ziek te melden bij zijn werkgever. Indien hij geen werkgever heeft, meldt hij zich binnen drie dagen ziek bij UWV.

3. De in het buitenland verblijvende verzekerde die daar ziek is geworden, wendt zich binnen drie dagen voor controle op het bestaan van ongeschiktheid tot het bevoegde socialeverzekeringsorgaan van het land waar hij verblijft. Bevindt hij zich in een land waarin geen socialeverzekeringsorgaan bevoegd is, dan dient hij zich na terugkomst in Nederland te melden bij UWV, zo mogelijk met overlegging van een door een behandelend arts afgegeven verklaring over zijn ziekte.

Artikel 8. Hervatten bij herstel

De verzekerde hervat zijn arbeid

zodra hij zich hiertoe in staat acht.

Artikel 9. Niet hervatten ondanks hersteldverklaring

De verzekerde die op de dag, met ingang waarvan de verzekeringsarts hem geschikt heeft geacht zijn arbeid te verrichten, meent niet tot hervatting in staat te zijn, deelt dit onverwijld telefonisch mee aan UWV. Tot controle door UWV heeft plaatsgevonden is de verzekerde verplicht thuis te blijven.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 10. Intrekking

Het besluit Controlevoorschriften Ziektewet 2001 wordt ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 12. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Controlevoorschriften Ziektewet 2004.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 6 december 2004.
J.M. Linthorst, voorzitter Raad van bestuur UWV.

Toelichting

Algemeen

Op grond van artikel 39, tweede lid, van de Ziektewet stelt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) ter uitvoering van de controle op het bestaan van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid controlevoorschriften vast, die voor een of meer bepaalde groepen van werknemers kunnen verschillen.

Het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) heeft op 7 december 2001 de Controlevoorschriften Ziektewet 2001 vastgesteld (Stcrt. 2001, 245). In verband met de inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen op 1 januari 2002 dienen deze voorschriften thans door UWV te worden vastgesteld. Inhoudelijk bevatten de nieuwe voorschriften geen grote wijzigingen ten opzichte van die van 7 december 2001. Wel is de werkingssfeer van de controlevoorschriften aangepast aan de Wet verbetering poortwachter, volgens welke wet UWV met ingang van 1 april 2002 geen taak meer heeft ten opzichte van de controle van verzekerden die bij ziekte recht hebben op loondoorbetaling van hun werkgever en geen aanspraak op ziekengeld hebben. Ook wordt thans een plaats ingeruimd voor de telefonische controle, die in het werkproces van UWV bij de uitvoering van de Ziektewet een steeds grotere plaats is gaan innemen.

Artikelsgewijs

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel bevat enkele definities. Om wille van de leesbaarheid is het wettelijke begrip `ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid als recht-streeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte' samen-gevat in: ziekte.

Artikel 2. Werkingssfeer

Dit artikel geeft aan op welke verzekerden de controlevoorschriften van toepassing zijn.

Op grond van artikel 39, eerste lid, van de Ziektewet verricht UWV bij verzekerden van wie op grond van artikel 38, tweede lid, of 38a een aangifte van ziekte of van wie een ziekmelding is ontvangen, controle op het bestaan van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte. Dit betekent dat UWV ten deze alleen bevoegd is ten aanzien van verzekerden die aanspraak hebben op ziekengeld, waartoe ook verzekerden in dienst van een werkgever die in geval van ziekte verplicht is het loon door te betalen kunnen behoren, en ten aanzien van verzekerden wier dienstbetrekking gedurende een ziekteperiode eindigt. Deze groepen verzekerden worden wel aangeduid als vangnetters, omdat de Ziektewet ten aanzien van hen als vangnet fungeert. Ten aanzien van deze vangnetters zijn de controlevoorschriften van toepassing zolang de ziekte duurt.

In het derde lid worden enkele artikelen van de controlevoorschriften uitgesloten ten aanzien van verzekerden die in het buitenland verblijven. Deze artikelen betreffen de verplichting om thuis te blijven en controle aan huis mogelijk te maken. Aangezien doorgaans geen controle op het verblijfadres in het buitenland plaatsvindt, gelden deze verplichtingen niet voor de hier bedoelde verzekerden.

Artikel 3. De verplichting om op het spreekuur te verschijnen

Hoewel de verplichting om te voldoen aan een oproep om te verschijnen op het spreekuur van de verzekeringsarts of de medewerker in de Ziektewet zelf is geregeld (artikel 28, eerste lid), is deze verplichting ook in de controlevoorschriften opgenomen. Artikel 45, eerste lid, onder c van de Ziektewet bepaalt dat UWV een maatregel oplegt, indien zonder deugdelijke grond niet aan de oproep wordt voldaan. Om te kunnen beoordelen of er sprake is van een deugdelijke grond, is het noodzakelijk dat de betrokkene de oorzaak van de verhindering opgeeft. Nu de verplichting om de oorzaak van de verhindering op te geven niet in de wet is geregeld, is dit expliciet in de controlevoorschriften opgenomen.

De term `verhindering' geeft aan dat het voor de verzekerde effectief onmogelijk moet zijn om aan de oproep te voldoen; hierbij moet gedacht worden aan een vorm van overmacht. Alleen als het voor de verzekerde echt onmogelijk was om aan de oproep te voldoen, kan gezegd worden dat het hem niet te verwijten is dat hij daar niet aan heeft voldaan en zal er geen maatregel wegens overtreding van het voorschrift van het eerste lid van dit artikel worden opgelegd.

Artikel 4. Eigen verklaring

In veel gevallen krijgen verzekerden die aanspraak maken op ziekengeld in eerste instantie een formulier `eigen verklaring' toegezonden. De verzekerde moet dit formulier zo volledig mogelijk invullen en het nog op de dag van ontvangst aan UWV terugsturen. Aan de hand van de antwoorden kan UWV het recht op ziekengeld beoordelen dan wel bepalen of verdere controle noodzakelijk is.

Artikel 5. Verplichting om thuis te blijven

Onder `thuis' is in dit verband te verstaan: op het adres waar de verzekerde woont dan wel waar hij tijdelijk verblijft en dat hij als zodanig heeft opgegeven bij zijn ziekmelding of bij een latere mededeling als bedoeld in artikel 6, derde lid.

In principe blijft de verzekerde thuis tot hij bericht van UWV heeft ontvangen. Dat kan zijn de ontvangst van de oproep voor het spreekuur of van de eigen verklaring, een bezoek van de verzekeringsarts of de medewerker, of een telefonische controle. Hierna kan UWV de verzekerde nog een beperkte thuisblijfplicht opleggen gedurende ten hoogste twee weken. Tijdens de vastgestelde uren moet de verzekerde in beginsel bereikbaar zijn.

De verplichting om thuis te blijven geldt niet in de gevallen die in het derde lid zijn genoemd. Onder `de behandelend arts' wordt niet alleen de huisarts verstaan, maar eventueel ook één of meer specialisten. Ook als de verzekerde zijn woon- of verblijfplaats moet verlaten in verband met medisch noodzakelijk onderzoek (bijvoorbeeld bezoek aan een laboratorium voor bloedonderzoek) of behandeling (bijvoorbeeld fysiotherapie of bestraling) geldt de thuisblijfplicht niet. Dit betekent een versoepeling ten opzichte van de tot dusver bestaande regeling.

Artikel 6. Controle mogelijk maken

De verzekerde moet ervoor zorg dragen dat controle door de verzekeringsarts en de medewerker mogelijk is. Als er iets bijzonders aan de hand is, bijvoorbeeld een defecte bel, of er is niemand thuis die de deur kan opendoen, moet de verzekerde maatregelen treffen waardoor controle toch mogelijk is. Dit geldt alleen gedurende de tijdvakken waarin de verzekerde verplicht is thuis te blijven.

UWV kan ook proberen met de verzekerde in contact te komen door hem op te bellen, als het over diens telefoonnummer beschikt. De verzekerde is niet verplicht telefonisch bereikbaar te zijn, maar als hij wél telefonisch bereikbaar is kan controle eenvoudig plaatsvinden door een telefoongesprek. Als UWV er aanvankelijk niet in slaagt de verzekerde aan te telefoon te spreken te krijgen, kan UWV hem schriftelijk benaderen om een afspraak te maken over een tijdvak waarin hij wél telefonisch bereikbaar zal zijn dan wel over een tijdvak waarin hij zelf UWV zal opbellen. Het tweede lid van dit artikel regelt dat de verzekerde zich aan zo'n afspraak dient te houden.

De verzekerde moet ervoor zorgen dat UWV op de hoogte is van zijn verblijfsadres. Bij verhuizing, verandering van verblijf- of verpleegadres (bijvoorbeeld opname in of ontslag uit een ziekenhuis) dient de verzekerde dit binnen 24 uur aan UWV mee te delen.

Artikel 7. Verblijf in het buitenland

Het vereiste van toestemming voor een meerdaags verblijf in het buitenland is onder meer noodzakelijk om te kunnen beoordelen of een dergelijk verblijf met inbegrip van de heen- en terugreis de genezing van de verzekerde niet belemmert.

Het tweede lid van dit artikel heeft betrekking op de ziekmelding ingeval de verzekerde in het buitenland ziek is geworden. Als de verzekerde een werkgever heeft, meldt hij zich ziek bij zijn werkgever. Heeft hij geen werkgever, dan meldt hij zich ziek bij UWV.

Het derde lid handelt over de controle op het bestaan van ziekte. De ziek geworden verzekerde wendt zich tot het bevoegde socialeverzekeringsorgaan van het land waar hij zich bevindt.

Bevoegde socialeverzekeringsorganen bestaan in de lidstaten van de Europese Economische Ruimte (EER) en in landen waarmee Nederland een verdrag inzake sociale zekerheid heeft gesloten. Bevindt de verzekerde zich in een land waar geen bevoegd socialeverzekeringsorgaan bestaat, dan meldt hij zich na terugkeer in Nederland bij UWV, zo mogelijk met een verklaring van de buitenlandse arts die hij in verband met zijn ziekte geconsulteerd heeft.

Artikel 8. Hervatten bij herstel

Zodra de verzekerde zich in staat acht zijn arbeid te hervatten dient hij dat, zonder daartoe een opdracht af te wachten, te doen.

Artikel 9. Niet hervatten ondanks hersteldverklaring

Dit artikel geeft aan hoe de verzekerde dient te handelen wanneer hij op de dag met ingang waarvan de verzekeringsarts hem geschikt heeft geacht om weer aan het werk te gaan, meent daartoe niet in staat te zijn. De verzekerde dient dit dan onverwijld telefonisch aan UWV te melden. Tijdens dit telefoongesprek kan een afspraak gemaakt worden over het tijdstip waarop de verzekerde zich op het spreekuur van de verzekeringsarts dient te melden. Tot de verzekerde op weg gaat naar het spreekuur van de verzekeringsarts is hij verplicht om thuis te blijven (zie de toelichting bij artikel 5). Is de verzekerde vervolgens niet in staat om het spreekuur van de verzekeringsarts te bezoeken, dan is artikel 3, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

Als de verzekeringsarts de verzekerde hersteld heeft verklaard tegen een toekomstige datum (`ik verwacht dat u maandag weer aan het werk zult kunnen gaan') en hij daaraan heeft toegevoegd dat de verzekerde, mocht deze op die dag menen toch nog niet aan het werk te kunnen, zich op het spreekuur dient te melden, dan is op deze (voorwaardelijke) oproeping artikel 3 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10. Intrekking

Het besluit Controlevoorschriften Ziektewet 2001 (Stcrt. 2001, 245) wordt door UWV als rechtsopvolger van het Lisv ingetrokken.

Amsterdam, 6 december 2004.

J.M. Linthorst, voorzitter Raad van bestuur UWV.

Naar boven