Wijziging Regeling technische maatregelen 2000

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 29 december 2004, nr. TRCJZ/2004/6187, houdende wijziging van de Regeling technische maatregelen 2000

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op verordening (EG) nr. 1954/2003 van de Raad van 4 november 2003 betreffende het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van Verordeningen (EG) 685/95 en (EG) nr. 2027/95 (PBEU L 289);

Gelet op verordening (EG) nr. 1415/2004 van de Raad van 19 juli 2004 tot vaststelling van het maximale jaarlijkse visserij-inspanningsniveau voor bepaalde visserijgebieden en visserijtakken (PbEU L 258);

Gelet op artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

Artikel I

De Regeling technische maatregelen 20001 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervangen van de punt aan het eind van artikel 1, eerste lid, onderdeel i, door een puntkomma, wordt het volgende onderdeel toegevoegd:

j. verordening van 22 december 2004: verordening (EG) van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2004 tot vaststelling, voor 2005, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘onderdeel 14 van bijlage IV van Verordening (EG) van de Raad van 19 december 2003 tot vaststelling, voor 2004, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (PbEU L 344)’ vervangen door: onderdeel 8 van bijlage III van de verordening van 22 december 2004.

2. In het tweede lid wordt ‘onderdeel 14 van de in het eerste lid, tweede gedachtestreepje, bedoelde bijlage IV’ vervangen door: onderdeel 8 van bijlage III van de verordening van 22 december 2004.

C

In artikel 2a, tweede lid, wordt ‘de periode van 14 februari tot en met 30 april 2004’ vervangen door: de periode van 14 februari tot en met 30 april 2005.

D

De artikelen 7c en 7d komen te luiden:

Artikel 7c

1. Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 16, eerste en derde lid, en 17 van de verordening van 22 december 2004.

2. Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 25, eerste lid, 26 tot en met 29bis, 30, eerste en derde tot en met vijfde lid, 31, 32, 35, 36, eerste en derde lid, 37, eerste lid, 38, tweede en derde lid, 39 en 41, eerste lid, van de verordening van 22 december 2004.

3. Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 42 tot en met 45, en 47 tot en met 50 van de verordening van 22 december 2004.

Artikel 7d

1. Het is verboden in strijd te handelen met de onderdelen 1 tot en met 5, 6.2.1., 6.2.3., 6.4.2., 6.4.3., 6.4.5, 6.4.8., 7.1.1, 10, 13, 14, 16, 18, 19, 20, 21 en 24 van bijlage III van de verordening van 22 december 2004.

2. Het is verboden:

a. iedere vorm van visserij te beoefenen in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2005 in de gebieden, bedoeld in onderdeel 12, onder a, van bijlage III van de verordening van 22 december 2004;

b. iedere vorm van visserij te beoefenen in de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2005 in het gebied, bedoeld in onderdeel 12, onder b, van bijlage III van de verordening van 22 december 2004.

3. Het verbod, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a en b, is niet van toepassing indien wordt voldaan aan onderdeel 12, onder c of d, van bijlage III van de verordening van 22 december 2004.

E

Na artikel 7d worden de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 7e

Het is verboden in strijd te handelen met bijlage V, onderdeel 1, en VII van de verordening van 22 december 2004.

Artikel 7f

Het is verboden in strijd te handelen met artikel 11 van Verordening (EG) Nr. 811/2004 van de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor het noordelijke heekbestand (PbEU L 185).

F

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste tot en met derde lid komt te luiden:

1. Het is verboden de visserij uit te oefenen in de gebieden, bedoeld in artikel 1 van verordening (EG) nr. 1954/2003 van de Raad van 4 november 2003 betreffende het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van Verordeningen (EG) 685/95 en (EG) nr. 2027/95 (PBEU 289), op de in de bijlage I en II bij die verordening per visserijgebied genoemde doelsoorten.

2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is in een kalenderjaar voor een doelsoort in een visserijgebied niet van toepassing op vaartuigen als bedoeld in het derde lid in de periode dat het maximale visserij-inspanningsniveau, bedoeld in bijlage I en II bij verordening (EG) nr. 1415/2004 van de Raad van 19 juli 2004 tot vaststelling van het maximale jaarlijkse visserij-inspanningsniveau voor bepaalde visserijgebieden en visserijtakken (PbEU 258), voor die doelsoort in dat visserijgebied niet is bereikt. Van bereiken van het maximale jaarlijkse visserij-inspanningsniveau wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is in een vangstgebied niet van toepassing op vissersvaartuigen die staan vermeld op de lijst, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de in het eerste lid bedoelde verordening en waaraan voor het desbetreffende visserijgebied een speciaal visdocument is verleend als bedoeld in artikel 8, derde lid, van die verordening.

2. In het vierde lid, onderdeel a, wordt ‘satellietvolgapparatuur als bedoeld in artikel 10 van de Regeling technische maatregelen 2000’ vervangen door: satellietvolgapparatuur als bedoeld in artikel 10e van de Regeling technische maatregelen 2000.

G

Artikel 12g wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Het is verboden de visserij uit te oefenen op de soorten, genoemd in bijlage I van verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (PbEG L 351), tenzij ten behoeve van het vissersvaartuig een diepzeedocument is afgegeven als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van die verordening en de kapitein van dat vissersvaartuig handelt overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van die verordening.

2. In het vierde lid, onderdeel b, wordt ‘licentie’ vervangen door: visvergunning.

3. Na het vierde lid worden de volgende leden toegevoegd:

5. Het is in 2005 verboden de visserij uit te oefenen op de diepzeesoorten, bedoeld in bijlage I, met uitzondering van de grote zilvervis, en in bijlage II van de in het eerste lid bedoelde verordening, indien de visserij-inspanning in dat jaar van het desbetreffende vaartuig groter is dan de door de minister vastgestelde visserij-inspanning van dat vaartuig in 2003 verminderd met 10%.

6. Het is verboden in strijd te handelen met artikel 7, derde lid, van verordening (EG) van 22 december 2004 tot vaststelling, voor 2005 en 2006, van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap voor bepaalde bestanden van diepzeevissen.

H

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te vervallen.

2. Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid.

3. In het derde lid wordt ‘Het eerste, tweede en derde lid, aanhef en onderdelen a, b, en c,’ vervangen door: Het eerste en tweede lid.

4. Na het derde lid wordt het volgende lid toegevoegd:

4. Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 2, 3, 5, 7 tot en met 12, van de in het derde lid bedoelde verordening.

I

In artikel 14 wordt ‘in overeenstemming met artikel 43 en 44 van verordening nr. 850/98’ vervangen door: in overeenstemming met de artikelen 43 en 44 van verordening nr. 850/98, en in overeenstemming met artikel 51 van de verordening van 22 december 2004,.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
overeenkomstig het door de minister genomen besluit:de Directeur-Generaal,
A. Oostra.

Toelichting

Ingevolge verordening (EG) nr. 2027/95 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juni 1995 tot invoering van een regeling voor het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (PbEG L 199) en de op die verordening gebaseerde uitvoeringsregelgeving, was het niet toegestaan om in de zogenoemde westelijke wateren op bepaalde vissoorten te vissen zonder speciaal visdocument of een voorafgaande schriftelijke machtiging van een lidstaat. Daarnaast gold voor elke lidstaat een maximaal toegestaan visserij-inspanningsniveau. Bij verordening (EG) nr. 1954/2003 van de Raad van 4 november 2003 betreffende het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van Verordeningen (EG) 685/95 en (EG) nr. 2027/95 (PbEU L 289) is voornoemde verordening nr. 2027/95 ingetrokken. In voornoemde verordening nr. 1954/2003 zijn de nieuwe regels vastgelegd die gelden voor de toegang tot de visserij in de westelijke wateren. Bij verordening (EG) nr. 1415/2004 van de Raad van 19 juli 2004 tot vaststelling van het maximale jaarlijkse visserij-inspanningsniveau voor bepaalde visserijgebieden en visserijtakken (PbEU L 258) zijn de maximale visserij-inspanningsniveau voor de lidstaten vastgesteld. De systematiek is nagenoeg niet gewijzigd. Voor de visserij in de westelijke wateren wordt een speciaal visdocument vereist, maar nu voor alle doelsoorten, en geldt er een maximale jaarlijkse visserij-inspanningsniveau. Thans is echter expliciet bepaald dat de lidstaten een lijst opstellen met vaartuigen die in de westelijke wateren mogen vissen en dat de lidstaten de nodige maatregelen nemen om de visserij-inspanning te reguleren. Gelet daarop is artikel 12, eerste tot en met derde lid, van de Regeling technische maatregelen 2000 aangepast (artikel I, onderdeel F). Voor het vissen in de westelijke wateren is na wijziging van de Regeling technische maatregelen 2000 vereist dat ten aanzien van het vaartuig een speciaal visdocument is afgegeven en dat het vaartuig op de lijst, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening nr. 1954/2003, staat vermeld. Op de lijst worden de vaartuigen geplaatst die voor het jaar 2004 over een speciaal visdocument of een schriftelijke machtiging voor de westelijke wateren hebben beschikt. Zo wordt rekening gehouden met de historische rechten die vaartuigen hebben en met eventuele investeringen die zijn gepleegd ten behoeve van de visserij in de westelijke wateren. Om te kunnen voldoen aan artikel 7, tweede lid, van verordening nr. 1954/2003 wordt in de toekomst een vaartuig dat nog niet op de lijst staat vermeld, slechts toegelaten tot de lijst indien ten aanzien van een vaartuig dat op de lijst staat, afstand van de plaats op de lijst is gedaan ten gunste van het eerstgenoemde vaartuig. Om de visserij-inspanning te kunnen reguleren is bepaald dat het verboden is te vissen op een bepaalde vissoort in een bepaald gebied indien het maximale jaarlijkse visserij-inspanningsniveau voor dat gebied voor die vissoort is bereikt. Dit verbod is neergelegd in artikel 12, tweede lid, van de Regeling technische maatregelen 2000.

Door de onderhavige wijzigingsregeling is voorts uitvoering gegeven aan de aanvullende technische maatregelen, zoals deze voor 2005 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2004 tot vaststelling, voor 2005, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften.

Ter uitvoering van deze verordening zijn in de artikelen 7c, 7d en 7e van de Regeling technische maatregelen 2000 bepalingen opgenomen teneinde de genoemde artikelen te kunnen handhaven (Artikel I, onderdelen D en E). Voorts zijn verwijzingen naar voornoemde verordening geactualiseerd. (Artikel I, onderdelen B, C en D). Artikel I, onderdeel I, dient voorts ter uitvoering van artikel 51 van voornoemde verordening. Ingevolge deze wijziging kan de minister ontheffing verlenen van het bepaalde in de Regeling technische maatregelen 2000, indien visserijactiviteiten worden uitgeoefend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek.

Daarnaast is uitvoering gegeven aan de artikelen 7, derde lid, en 8 van verordening (EG) van 22 december 2004 tot vaststelling, voor 2005 en 2006, van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (artikel I, onderdeel G).

Administratieve lasten

Uit de onderhavige wijzigingsregeling vloeien geen nieuwe informatieverplichtingen voort. Voor de toegang tot de visserij in de westelijke wateren was reeds een speciaal visdocument, dan wel een voorafgaande schriftelijke machtiging, verplicht. Gewijzigd is dat een gebied voor de visserij op een bepaalde vissoort moet worden gesloten indien het maximale visserij-inspanningsniveau voor die vissoort in dat gebied is bereikt. Dit leidt echter niet tot extra administratieve lasten voor de vissers.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

overeenkomstig het door de minister genomen besluit:de Directeur-Generaal,

A. Oostra

  • 1

    Stcrt. 1999, 252; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 16 december 2004 (Stcrt. 249).

Naar boven