Wijziging Regeling overgangsbepalingen woninggebonden subsidies

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 23 december 2004, nr. MJZ2004128656, Directie Juridische Zaken/Afdeling Wetgeving, tot wijziging van de Regeling overgangsbepalingen woninggebonden subsidies (wijziging van het rentepercentage met gebruikmaking waarvan het niet-uitbetaalde gedeelte van het budget voor de sociale-bouwsector wordt bepaald, dat voor 1993 is toegekend op voet van het Besluit woninggebonden subsidies)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van het Invoeringsbesluit Wet stedelijke vernieuwing;

Besluit:

Artikel I

Artikel 30b van de Regeling overgangsbepalingen woninggebonden subsidies komt te luiden:

Artikel 30b

Het rentepercentage met gebruikmaking waarvan wordt bepaald welk bedrag na uitbetaling van een jaarbedrag resteert van het budget voor de sociale-bouwsector dat voor 1993 is toegekend op voet van het Besluit woninggebonden subsidies, is 4,9.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 18 december 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 december 2004.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, S.M. Dekker.

Toelichting

Deze wijziging van de Regeling overgangsbepalingen woninggebonden subsidies strekt tot aanpassing van het rentepercentage dat geldt ten aanzien van het op voet van het Besluit woninggebonden subsidies (hierna: Bws) voor 1993 toegekende budget voor de sociale-bouwsector.

Op voet van artikel 10 van het Bws is voor het jaar 1993 budget voor de sociale-bouwsector (sociale-huurwoningen, sociale-koopwoningen, standplaatsen, woonwagens en ingrijpende voorzieningen aan woningen en standplaatsen) toegekend aan gemeenten. Dit budget wordt, op grond van artikel 14, eerste lid, van het Bws, uitbetaald als jaarlijkse bijdrage in een reeks van jaarbedragen.

Op grond van artikel 14, tweede lid, van het Bws, is het eerste jaarbedrag van het voor 1993 toegekende budget in 1995 uitbetaald.

Bijlage III, punt 3, bij het Bws bepaalt dat ieder jaar het budget dat resteert na de uitbetaling van het jaarbedrag wordt verhoogd met het, ten tijde van de budgettoekenning door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gehanteerde rentepercentage. Dit rentepercentage is de, voor het jaar waarvoor het budget is toegekend, vastgestelde, begrotingsrente verhoogd met 0,6 procent. Voor het budget dat voor 1993 is toegekend is dat rentepercentage neergelegd in artikel 30b van de Regeling overgangsbepalingen woninggebonden subsidies.

Het rentepercentage wordt, iedere vijf jaar na uitbetaling van het jaarbedrag, bij regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aangepast, indien de in dat jaar gehanteerde begrotingsrente afwijkt van de begrotingsrente die was vastgesteld voor het jaar waarvoor het budget is toegekend. Het tiende jaarbedrag van het voor 1993 toegekende budget is op 17 december 2004 uitbetaald.

Artikel I

De voor 1993 vastgestelde begrotingsrente bedroeg 7,2 procent, voor 2004 bedraagt de begrotingsrente 4,3 procent. Het rentepercentage, bedoeld in bijlage III, punt 3, onder b, bij het Bws, dat wordt gehanteerd ten aanzien van het voor 1993 toegekende budget is daarmee 4,9 (4,3 procent + 0,6 procent).

Artikel II

Op grond van bijlage III, punt 3, bij het Bws moet de wijziging van het gehanteerde rentepercentage ingaan met ingang van de dag na de dag waarop het tiende jaarbedrag is uitbetaald. Dit tiende jaarbedrag is op 17 december 2004 uitbetaald. Om die reden werkt de wijziging van artikel 30b van de Regeling overgangsbepalingen woninggebonden subsidies na inwerkingtreding terug tot en met 18 december 2004.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S.M. Dekker

Naar boven