Regeling statistieken goederenverkeer

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 14 december 2004, nr. WJZ 4078560, houdende bepalingen met betrekking tot de statistieken van goederenverkeer (Regeling statistieken goederenverkeer)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 38c, eerste en derde lid, van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet: de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek;

b. CBS: Centraal bureau voor de statistiek;

c. verordening 638/2004: verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten en houdende intrekking van verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad.

Artikel 2

De opgave, bedoeld in artikel 38c, eerste lid, onderdeel a, van de wet bevat de volgende gegevens:

a. de vermoedelijke wijze van vervoer;

b. het statistisch stelsel.

Artikel 3

1. Voor het doen van de in artikel 38c, eerste lid, onderdeel a, van de wet bedoelde opgave kan gebruik worden gemaakt van de volgende gegevensdragers:

a. computerbestanden waarvan de indeling naar het oordeel van de directeur-generaal van het CBS overeenkomt met een door het CBS opgestelde standaard indeling voor elektronische waarneming van het goederenverkeer tussen de lidstaten van de Europese Unie, waarvan het model is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage;

b. computerbestanden die zijn opgesteld met behulp van door het CBS opgestelde software.

2. In afwijking van het eerste lid kan, indien de informatieplichtige niet beschikt over apparatuur waarmee een opgave op de wijze als in dat lid bedoeld kan worden gedaan, voor de opgave gebruik worden gemaakt van de originele door het CBS beschikbaar gestelde formulieren, waarvan het model is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage.

Artikel 4

Bij het doen van de in artikel 38c, eerste lid, onderdeel a, van de wet bedoelde opgave kan gebruik worden gemaakt van de volgende procedures:

a. verstrekking van een computerbestand als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a of b, door middel van een door het CBS goedgekeurde procedure voor elektronische gegevensoverdracht;

b. toezending van de in artikel 3, tweede lid, bedoelde bescheiden.

Artikel 5

1. De hoogte van de in artikel 10, eerste lid, van verordening 638/2004 bedoelde statistische drempels wordt vastgesteld op € 400.000 aan waarde van de per jaar vanuit de andere lidstaten van de Europese Unie ontvangen of naar die lidstaten verzonden goederen.

2. De in het eerste lid genoemde hoogte van de statistische drempels geldt voor de jaren 2005, 2006 en 2007.

Artikel 6

Uiterlijk op de tiende werkdag van elke maand wordt de in artikel 38c, eerste lid, onderdeel a, van de wet bedoelde opgave over de daaraan voorafgaande maand verstrekt.

Artikel 7

1. De Regeling bepalingen statistieken goederenverkeer 2002 wordt ingetrokken.

2. De regeling van de Minister van Economische Zaken van 19 mei 2004, nr. WJZ 4032462, houdende aanwijzing gegevensdragers statistieken goederenverkeer (Stcrt. 105) wordt ingetrokken.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling statistieken goederenverkeer.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij het Centraal bureau voor de statistiek. Van deze terinzagelegging zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Den Haag, 14 december 2004.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

1. Algemeen

Deze regeling bevat bepalingen in verband met de uitvoering van verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten en houdende intrekking van verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad (PbEG L 102), hierna aangeduid als verordening 638/2004 of ook wel de nieuwe verordening. Voor zover nodig is aan verordening 638/2004 uitvoering gegeven in hoofdstuk 5, paragraaf 2a van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek. Artikel 38c van die wet geeft de basis om bij ministeriële regeling enkele onderwerpen uit de nieuwe verordening nader in te vullen.

Verordening 3330/91 werd uitgevoerd in de Regeling bepalingen statistieken goederenverkeer 2002 en de regeling van de Minister van Economische Zaken van 19 mei 2004, nr. WJZ 4032462, houdende aanwijzing gegevensdragers statistieken goederenverkeer (Stcrt. 105). De thans vastgestelde regeling vervangt deze beide regelingen. Hierbij worden de bepalingen uit de oude regelingen gehandhaafd behoudens voor zover de nieuwe verordening aanpassing vergt.

2. Additionele gegevens (artikel 2)

Artikel 9, tweede lid van verordening 638/2004 biedt de lidstaten de mogelijkheid tot het vragen van additionele gegevens naast de gegevens die de verordening voorschrijft. De additionele gegevens die in artikel 2 worden gevraagd zijn dezelfde als die welke op grond van de Regeling bepalingen statistieken goederenverkeer 2002 en voordien op grond van de toen geldende voorschriften moesten worden verstrekt. Het gevraagde statistisch stelsel is noodzakelijk voor het identificeren van verschillende handelsstromen, bestaande uit verwervingen en leveringen door bedrijven ten behoeve van de Nederlandse markt, wederuitvoer van goederen door Nederlandse bedrijven en doorvoer door buitenlandse bedrijven van communautaire goederen die in Nederland zijn vrijgemaakt voor de Europese markt. Deze drie handelsstromen zijn van belang voor de Europese handelsstatistiek en voor het volgen van ontwikkelingen in de Nederlandse economie. Het verzamelen van gegevens over de wijze van vervoer is noodzakelijk voor het completeren van de statistische informatie over de transport- en distributiefunctie van Nederland.

3. Gegevensdragers (artikel 3)

In de hiervoor genoemde regeling van 19 mei 2004 waren bepalingen opgenomen over de gegevensdragers waarmee en de wijze waarop de opgaven aan het Centraal bureau voor de statistiek (CBS) konden worden gedaan. Deze recente regeling was reeds afgestemd op de toegenomen mogelijkheden van elektronisch berichtenverkeer. De bestaande mogelijkheden voor elektronische berichtgeving worden dan ook in artikel 3, eerste lid, van deze regeling gehandhaafd. Voor een uiteenzetting van de meer technische aspecten van deze bepalingen verwijs ik naar de toelichting op de regeling van 19 mei 2004.

De nieuwe verordening verplicht er niet meer toe de mogelijkheid te bieden de gegevens ook op papier aan te leveren. Niettemin wordt in het tweede lid van artikel 3 de mogelijkheid daartoe wel geboden ingeval de betrokken onderneming niet beschikt over de nodige apparatuur om de opgaven geautomatiseerd te doen. Het zou te ver gaan indien een ondernemer met het oog op het verstrekken van statistische gegevens computerapparatuur zou moeten aanschaffen. Uiteraard dient de onderneming tegenover het CBS wel aannemelijk te kunnen maken dat hij niet beschikt over de nodige apparatuur.

Er zijn – met verdiscontering van de verhoging van de opgavedrempel in artikel 5 van deze regeling – thans ongeveer 1500 bedrijven die nog op papier aanleveren. Naar schatting beschikt minimaal 90% van die bedrijven over de mogelijkheden van geautomatiseerde aanlevering en zal daartoe dan ook moeten overgaan. Deze bedrijven kunnen kiezen uit de in artikel 3, eerste lid, in onderdeel a of onderdeel b genoemde methode. De meest voor de hand liggende methode is de gebruikmaking van door het CBS opgestelde software (CBS-IRIS), hetgeen beperkte additionele kosten met zich meebrengt. Het CBS stelt de software inclusief een uitgebreide handleiding gratis ter beschikking. Het installeren van de gebruikersvriendelijke software duurt gemiddeld 2 minuten. Ingeval bedrijven bij eerste ingebruikname van de software toch een beroep doen op de CBS Servicedesk berichtgevers, blijkt dat de bedrijven binnen een kwartier tot maximaal drie kwartier wegwijs kunnen worden gemaakt in de software. De kosten van deze tijdsinvestering bedragen eenmalig ongeveer € 30. De invultijd van de gegevens bij gebruik van de CBS-software hangt af van de wijze van invullen. Geschiedt dit handmatig, dan bedraagt de invultijd ongeveer hetzelfde als de invultijd van een formulier. Het software pakket biedt echter ook de mogelijkheid om gebruik te maken van de zogenaamde importmodule, waarbij rechtstreeks kan worden aangesloten bij de geautomatiseerde administratie. De tijdwinst die aldus bij het beschikbaar stellen van de gegevens aan het CBS kan worden geboekt, is afhankelijk van de uitgangspositie, de nieuw gekozen wijze van aanleveren en de omvang van de aan te leveren gegevens. Gebaseerd op cijfers uit het verleden betekent het gebruik van de importmodule bij een vergelijkbare hoeveelheid gegevens een vermindering van de invultijd met 3 tot 8 minuten per keer.

Een andere mogelijkheid tot geautomatiseerde aanlevering van Intrastatgegevens is het opmaken van een computerbestand volgens het in de bijlage opgenomen model met eigen software of met behulp van een speciale module in een bedrijfsadministratiepakket. De kosten voor aanschaf of ontwikkeling en onderhoud kunnen hierbij oplopen tot meer dan € 5.000. Bedrijven zullen naar verwachting hiertoe slechts overgaan indien er een speciale module eenvoudig beschikbaar is in het door hen gebruikte bedrijfsadministratiepakket.

4. Statistische drempels (artikel 5)

De nieuwe verordening biedt de mogelijkheid om de drempels beneden welke ondernemers zijn vrijgesteld van het verstrekken van informatie zodanig vast te stellen, dat ten minste 97% van de totale handel van de betrokken lidstaat wordt gedekt. Onder de oude verordening bedroeg dit percentage 99%. Door de benutting van deze verruiming zijn de statistische drempels van € 225.000 verhoogd tot € 400.000. Dit leidt ertoe dat er per handelsstroom (in- of uitvoer van en naar lidstaten) circa 6000 bedrijven worden vrijgesteld van hun opgaveverplichting. De administratieve lasten ten gevolge van de statistiek van de internationale handel worden hierdoor met ongeveer 8% verminderd.

5. Inzendtermijn (artikel 6)

Door het verruimen van de termijn waarbinnen opgave dient te geschieden van acht naar tien werkdagen wordt deze in overeenstemming gebracht met de termijnen van gegevensverstrekking van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek.

6. Administratieve lasten

Op de administratieve lasten van diverse bepalingen van deze regeling is bij de toelichting hierboven ingegaan. Samengevat komt het erop neer dat de verhoging van de statistische drempels leidt tot een vermindering van de administratieve lasten ten gevolge van de statistiek van de internationale handel met ongeveer 8%. Per handelsstroom (in- of uitvoer van en naar lidstaten) behoeven 6000 ondernemingen geen gegevens meer aan te leveren. Een en ander leidt tot een totale daling van structurele administratieve lasten van circa € 912.000. De regeling leidt naar verwachting niet tot een stijging of slechts tot een zeer lichte stijging van de eenmalige lasten voor maximaal 1500 bedrijven. De eenmalige kosten bij de overgang tot geautomatiseerde gegevensopgave bedragen ten hoogste € 30 per onderneming. De totale stijging van de eenmalige administratieve lasten komt hiermee op maximaal € 45.000.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Naar boven