Wijziging Regeling toetsing geweldsbeheersing politie

Regeling van 21 december 2004, nr. 0000045644, tot wijziging van de Regeling toetsing geweldsbeheersing politie in verband met het laten vervallen van de vervaldatum

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie,

Gelet op artikel 48a van de Politiewet 1993;

Besluiten:

Artikel I

In artikel 7, eerste lid, eerste volzin, van de Regeling toetsing geweldsbeheersing politie vervalt de zinsnede ‘en vervalt met ingang van 1 januari 2005’.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.

Toelichting

Met de invoering van de Regeling training en toetsing vuurwapengebruik politie (RTTVP) in 1995 (Stcrt.1995, 247) werd een eerste stap gezet in het concretiseren van de eis van geoefendheid uit de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar. Na een evaluatie in 1998 zijn nieuwe competentiegerichte eindtermen van het politieonderwijs ontwikkeld, alsmede toetsen om het niveau van de competenties vast te stellen. Deze zijn verwerkt in de Regeling toetsing geweldsbeheersing politie (RTGP) die de RTTVP verving vanaf 2002.

In de periode 2002 tot en met 2004 is geëvalueerd hoe de naleving van de regeling in de politiekorpsen verloopt en in welke mate aanpassingen in de regeling noodzakelijk zijn om de bekwaamheid van politieambtenaren goed te borgen. Vooralsnog blijken de kernpunten uit de regelgeving onverkort relevant voor het borgen van de bekwaamheid van politieambtenaren in het hanteren van hun geweldsmiddelen binnen de kaders van het toegekende geweldsmonopolie. De huidige bepalingen, in combinatie met het stringente toezicht op de naleving van de regeling dat door het Ministerie van BZK en de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid wordt uitgevoerd, bieden voldoende garantie dat deze bekwaamheid op peil blijft.

Gelet op de uitkomsten van de evaluatie is het niet nodig voor 2005 een nieuwe regeling vast te stellen. Aan de huidige regeling kan het tijdelijke karakter worden ontnomen. Daartoe wordt de vervaldatum geschrapt.

Het landelijke toezicht op het naleven van de regeling door de korpsen zal gehandhaafd blijven en de korpsen zullen in de lijn van de afspraken van het Landelijk Kader Nederlandse Politie 2003–2006 worden aangesproken op het percentage bewapende medewerkers dat zich heeft gecertificeerd conform de bepalingen uit de RTGP en de inname van geweldsmiddelen bij hen die zich niet gecertificeerd hebben. Periodiek zal mede op basis van de uitkomsten van dit toezicht, worden geëvalueerd of het noodzakelijk is om de regeling te actualiseren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

De Minister van Justitie,

J.P.H. Donner

Naar boven