Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2004, 249 pagina 40 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2004, 249 pagina 40 | Besluiten van algemene strekking |
23 december 2004
Nr. HDJZ/LUV/2004-3100
Hoofddirectie Juridische Zaken
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 6.55, zesde lid, 6.58, zesde lid, 8.12, vijfde lid, en 11.2a, derde lid, van de Wet luchtvaart, op artikel 159, eerste lid, en artikel 160, tweede lid van de Regeling Toezicht Luchtvaart, op de artikelen 8, derde lid, 13, tweede lid, en 30, derde lid, van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart en artikel 46, tweede en derde lid, van het Besluit luchtwaardigheid;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. vast tarief: hoogte van de vergoeding die niet afhankelijk is van de tijdsbesteding;
b. uurtarief: hoogte van de vergoeding die per uur per persoon is besteed met betrekking tot werkzaamheden als bedoeld in deze regeling.
1. In geval van een vast tarief wordt het bedrag binnen 30 kalenderdagen na verzending van het betalingsverzoek voldaan. Het betalingsverzoek wordt gedaan zodra een aanvraag is ontvangen. Een beslissing op een aanvraag waaraan een vast tarief is verbonden wordt genomen, nadat gebleken is dat de verschuldigde vergoeding betaald is.
2. In geval van een uurtarief worden de werkzaamheden periodiek gefactureerd op basis van het werkelijk aantal bestede uren. De te betalen vergoeding wordt achteraf vastgesteld door het aantal bestede uren te vermenigvuldigen met het uurtarief. De aanvrager voldoet elke ontvangen factuur binnen 30 kalenderdagen na verzending van het betalingsverzoek.
3. Betaling van de in rekening gebracht vergoedingen geschiedt op de volgende wijze:
a. met betrekking tot examens en brevetten: op bankrekeningnummer 19.23.23.741, t.n.v. IVW, o.v.v. luchtvaart, bewijzen van bevoegdheid;
b. met betrekking tot luchtvaartbewijzen, Aircraft Maintenance Licences en examens voor onderhoudstechnici: op bankrekeningnummer 19.23.23.768, t.n.v. IVW, o.v.v. luchtvaart, luchtvaartbewijzen;
c. met betrekking tot alle overige in deze regeling genoemde besluiten: op bankrekeningnummer 19.23.23.733, t.n.v. IVW, o.v.v. luchtvaart.
1. Buitenlandse reis- en verblijfkosten die verband houden met de in deze regeling genoemde handelingen of werkzaamheden, worden in rekening gebracht en zijn separaat verschuldigd naast de in deze regeling genoemde tarieven. Voor reizen buiten Nederland, maar binnen Europa geldt een vast tarief van € 600 per persoon. Voor reizen buiten Europa geldt een vast tarief van € 1.200 per persoon. Binnenlandse reis- en verblijfkosten worden niet separaat in rekening gebracht.
2. Reistijden die verband houden met de in deze regeling genoemde uitgevoerde handelingen of werkzaamheden en die ter plaatse worden uitgevoerd, worden – voor zover deze op uurbasis worden verricht – in rekening gebracht volgens de daarbij behorende tarieven. De in rekening te brengen reistijd voor reizen binnen Nederland bedraagt ten hoogste de duur van de werkzaamheden.
Bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen
1. Voor het afleggen van theorie-examens als bedoeld in het Examenreglement voor luchtvarenden 2004 voor de volgende bewijzen van bevoegdheid en de volgende bevoegdverklaring is een vast tarief van € 90 per vak verschuldigd:
a. ATPL;
b. CPL (uitgezonderd CPL (FB));
c. IR.
2. Voor het afleggen van theorie-examens als bedoeld in het Examenreglement voor luchtvarenden 2004 voor de volgende bewijzen van bevoegdheid is een vast tarief van € 60 per vak verschuldigd:
a. RPL;
b. PPL;
c. CPL(FB).
1. Voor het afleggen van praktijkexamens en proeven van bekwaamheid als bedoeld in het Examenreglement voor luchtvarenden 2004 is voor kandidaten die zich een examinator laten toedelen door de Minister van Verkeer en Waterstaat een vast tarief van € 322 verschuldigd.
2. Voor het afleggen van de praktijkexamens radiotelefonie is een vast tarief van € 52 per vak verschuldigd.
1. Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een:
a. ATPL;
b. CPL (uitgezonderd CPL (FB));
c. CFEL;
met daarop weergegeven een of meerdere bevoegdverklaringen is een vast tarief verschuldigd van € 510.
2. Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een bewijs van bevoegdheid PPL en CPL (FB) met daarop weergegeven een of meerdere bevoegdverklaringen is een vast tarief verschuldigd van € 176.
3. Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een bewijs van bevoegdheid RPL met daarop weergegeven een of meerdere bevoegdverklaringen is een vast tarief verschuldigd van € 141.
4. Voor de vernieuwing van het document waarop bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden worden weergegeven als bedoeld in het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart is een vast tarief verschuldigd van € 63.
5. Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een bewijs van gelijkstelling als bedoeld in de Regeling gelijkstelling buitenlandse bewijzen van bevoegdheid is een vast tarief verschuldigd van € 740.
Voor de behandeling van een aanvraag voor een medische verklaring of een verlenging daarvan als bedoeld in de Regeling geneeskundige instanties, geneeskundigen en medische verklaringen voor de luchtvaart is een vast tarief van € 20 verschuldigd.
Voor de behandeling van een verzoek om autorisatie van een geneeskundige instantie of geneeskundige als bedoeld in de Regeling geneeskundige instanties, geneeskundigen en medische verklaringen voor de luchtvaart is een vast tarief van € 540 verschuldigd.
1. Voor het afleggen van theorie-examens voor de volgende bewijzen van bevoegdheid is een vast tarief van € 50 per module, als bedoeld in de Regeling opleiding en examen bevoegdverklaringen AML en JAR-66 AML, verschuldigd:
a. AML;
b. JAR-66 AML.
2. Voor het afleggen van een type-examen AML (nationaal) is een vast tarief van € 200 verschuldigd.
1. Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een:
a. AML;
b. JAR-66-AML;
met daarop weergegeven een of meer bijzondere bevoegdverklaringen is een vast tarief van € 210 verschuldigd.
2. In afwijking van het eerste lid is voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een AML met daarop weergegeven een of meer bijzondere bevoegdverklaringen voor (motor)zweefvliegtuigen een vast tarief van € 103 verschuldigd.
3. Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een of meer bijzondere bevoegdverklaringen behorende bij een AML of een JAR-66-AML is een vast tarief van € 60
verschuldigd.
4. Voor de behandeling van een aanvraag voor de verlenging of de wederafgifte van een of meer bijzondere bevoegdverklaringen behorende bij een AML is een vast tarief van € 60 verschuldigd.
5. Voor de vernieuwing van het document, waarop de in het eerste lid genoemde bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen wordt weergegeven, om andere redenen dan in het tweede lid en het derde lid genoemd, is een vast tarief van € 60 verschuldigd.
Opleidings- en trainingsinstellingen
1. Voor de behandeling van een aanvraag voor de eerste afgifte en de instandhouding van een kwalificatie of registratie van een opleidings- en trainingsinstelling als bedoeld in de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Kwalificatie opleidingsinstelling geïntegreerd (ATPL, CPL/IR of CPL) | € 3.520 | € 1.760 |
Kwalificatie opleidingsinstelling theorie (ATPL theorie) | € 2.640 | € 1.320 |
Kwalificatie opleidingsinstelling modulair (CPL of IR) | € 1.460 | € 730 |
Registratie opleidingsinstelling (per module) (RPL, PPL of CR) | € 350 | € 180 |
Aanvullende modules/opleidingen in een kwalificatie opleidingsinstelling (PPL, CPL, IR, CR, TR, MCC, FI) | € 350 | € 180 |
2. Voor de behandeling van een aanvraag voor wijziging van de kwalificatie of registratie genoemd in het eerste lid zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | ||
---|---|---|
Kwalificatie opleidingsinstellingen: | ||
– kwalificatie nieuwe module | € 710 | |
– kwalificatie nieuwe opleidingsplaats | € 880 | |
overige wijzigingen: | € 230 | per wijziging |
Registratie opleidingsinstellingen: | ||
– nieuwe module | € 370 | |
– overige wijzigingen | € 80 | per wijziging |
3. Voor de behandeling van een aanvraag voor de eerste afgifte en de instandhouding van een kwalificatie van een STD als bedoeld in de Regeling kwalificatie STD’s zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
STD-3 A/H (per kwalificatie) | € 510 | € 510 |
STD-1 A/H (per kwalificatie) | € 2.110 | € 2.110 |
4. Voor de behandeling van een aanvraag voor wijziging van de kwalificatie genoemd in het derde lid zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | |
---|---|
Wijziging, opwaardering of verplaatsing STD-3 A/H | € 510 |
Wijziging, opwaardering of verplaatsing STD-1 A/H | € 1.790 |
1. Voor de behandeling van een aanvraag voor de eerste afgifte en de instandhouding van
een erkenning van een opleidingsinstelling als bedoeld in de Regeling JAR-147 erkende opleidingsinstellingen en een registratie van een opleidingsinstelling als bedoeld in de Regeling opleiding en examen bevoegdverklaringen AML en JAR-66 AML, zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd bestaande uit een basistarief (tabel 1) en een aanvullend tarief (tabel 2):
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Erkenning opleidingsinstelling: | ||
– basis opleiding | € 11.420 | € 5.710 |
– categorie typen luchtvaartuigen n*≤10 | € 12.690 | € 6.350 |
– categorie typen luchtvaartuigen n*>10 | € 17.770 | € 8.880 |
Registratie opleidingsinstelling: | € 2.540 | € 1.270 |
* ‘n’ is het aantal typen luchtvaartuigen dat op de erkenning staat aangegeven.
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Per nevenlocatie* Nederland | € 1.590 | € 1.590 |
Per nevenlocatie Europese Unie | € 2.240 | € 2.240 |
Per nevenlocatie buiten Europese Unie | € 3.370 | € 3.370 |
* met een nevenlocatie wordt een locatie bedoeld, die niet de hoofdvestiging is.
2. Voor de behandeling van een aanvraag voor wijziging van de erkenning of
registratie genoemd in het eerste lid zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | |
---|---|
Bijschrijven aanvullend type luchtvaartuig Bijschrijven of wijziging vestiging Bijschrijven nieuwe categorie type luchtvaartuig | 30% van het instandhoudingtarief 50% van het instandhoudingtarief 30% van het instandhoudingtarief |
1. Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een bewijs van inschrijving als bedoeld in artikel 3.5 van de Wet luchtvaart alsmede voor het wijzigen of het doorhalen van de inschrijving als bedoeld in artikel 3.4, eerste en derde lid, van de Wet luchtvaart is een vast tarief van € 260 verschuldigd, met dien verstande dat aanvragen van doorhaling alleen in rekening worden gebracht in geval van uitvoer naar het buitenland van een luchtvaartuig.
2. In afwijking van het eerste lid, is voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een bewijs van inschrijving, alsmede voor het wijzigen of het doorhalen van de inschrijving voor luchtvaartuigen ≤ 2.000 kg een vast tarief van € 128 verschuldigd.
3. Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een bewijs van luchtwaardigheid als bedoeld in artikel 3.13 van de Wet luchtvaart, alsmede voor het verlengen daarvan, zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
MTOM | Afgifte | Verlenging |
---|---|---|
Luchtvaartuig ≤ 2.000 kg | € 155 | € 103 |
Luchtvaartuig > 2.000 kg en ≤ 5.700 kg | € 640 | € 430 |
Luchtvaartuig > 5.700 kg | € 1.930 | € 1.290 |
4. Voor de behandeling van een aanvraag voor het vernieuwen van een bewijs van inschrijving of luchtwaardigheid is een vast tarief van € 60 verschuldigd.
1. Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte, de wijziging en de overdracht van een type-certificaat, of een aanvullend type-certificaat van een luchtvaartuig, en onderdelen of uitrustingsstukken daarvan, als bedoeld in Hoofdstuk III van het Besluit luchtwaardigheid is een uurtarief van € 124 verschuldigd.
2. Voor de behandeling van een aanvraag voor wijziging van een luchtvaartuig, onderdelen of uitrustingsstukken als bedoeld in artikel 14 van de Regeling onderhoud luchtvaartuigen, alsmede in artikel 7 van de Regeling amateurbouwluchtvaartuigen is een vast tarief van € 260 verschuldigd.
3. Voor de behandeling van een aanvraag voor de eerste afgifte, de instandhouding en de wijziging van een erkenning voor het ontwerpen van producten en wijzigingen van producten of onderdelen als bedoeld in PART 21 subpart J (DOA) van de Verordening (EG) nr. 1702/2003 van de Commissie van 24 september 2003 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (PbEU L 243), is een uurtarief van € 103 verschuldigd.
Voor inspecties uitgevoerd ten behoeve van een onderzoek naar de luchtwaardigheid als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de Regeling verlenging bewijzen van luchtwaardigheid, is een vast tarief van € 1.200 verschuldigd.
1. Voor de behandeling van een aanvraag voor de eerste afgifte en de instandhouding van een MOA ingevolge artikel 23 van het Besluit luchtwaardigheid zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd, bestaande uit een basistarief* (tabel 1) en een aanvullend tarief** ( tabel 2):
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Classificatie erkenning onderhoudsbedrijf: | ||
– A1 line maintenance | € 10.460 | € 5.230 |
– A1 base maintenance | € 12.700 | € 6.360 |
– A2 | € 3.570 | € 1.780 |
– A3 | € 7.300 | € 3.650 |
– B1 | € 10.460 | € 5.230 |
– B2, B3 | € 7.300 | € 3.650 |
– C (voor een bedrijf met 15 of minder werknemers) | € 1.860 | € 930 |
– C (voor een bedrijf met meer dan 15 werknemers) | € 8.600 | € 4.300 |
– D | € 6.350 | € 3.170 |
* Voor erkende onderhoudsbedrijven met een C-classificatie, die daarnaast een A-classificatie hebben voor beperkte niet luchtvaartuigtype gebonden onderhoudstaken, wordt het basistarief bepaald door het tarief van de C-classificatie. Voor iedere A-classificatie is de toeslag voor de aanvullende categorie verschuldigd.
** De aanvullingstarieven in tabel 2 van dit lid zijn gebaseerd op de basis categorie erkenning zoals aangegeven in tabel 1. Hier wordt onderscheid gemaakt naar een A1 categorie en overige categorieën.
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Aanvulling gebaseerd op een basis A1 classificatie | ||
Toeslag per aanvullende classificatie | € 750 | € 750 |
Toeslag per nevenlocatie in Nederland | € 1.870 | € 1.870 |
Toeslag per nevenlocatie in de Europese Unie | € 2.240 | € 2.240 |
Toeslag per nevenlocatie buiten in de Europese Unie | € 3.370 | € 3.370 |
Toeslag Line stations (N = het aantal line-stations) | € 146 x N | € 146 x N |
Toeslag bij meer dan 500 werknemers (P = het aantal werknemers*) | €(8 x P)–4000 | € (8 x P)–4000 |
Aanvulling gebaseerd op basis overige classificatie | ||
Toeslag per aanvullende classificatie overige erkenningen | € 160 | € 160 |
Toeslag per nevenlocatie in Nederland | € 510 | € 510 |
Toeslag per nevenlocatie in de Europese Unie | € 640 | € 640 |
Toeslag per nevenlocatie buiten in de Europese Unie | € 1.120 | € 1.120 |
Toeslag Line stations (N = het aantal line-stations) | € 146 x N | € 146 x N |
Toeslag bij meer dan 500 werknemers (P = het aantal werknemers*) | €(8 x P)–4000 | € (8 x P)–4000 |
* Hier wordt het aantal werknemers bedoeld, dat werkzaam is bij de onderhoudsorganisatie.
2. Voor de behandeling van een aanvraag voor wijziging van de erkenning genoemd in het eerste lid zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | Tarief |
---|---|
Bijschrijving aanvullende classificatie (tabel 1) | 30% van het instandhoudingtarief |
Bijschrijving nieuwe of wijziging onderhoudslocatie | 50% van het instandhoudingtarief |
Bijschrijving type luchtvaartuig*, motortype of component (PART 145 beperkingen) | 30% van de instandhouding tarief |
* Hier wordt de PART 66 Appendix I vliegtuigomschrijving gehanteerd. Hierbij wordt de motor expliciet aangegeven.
3. Voor de behandeling van een aanvraag voor de eerste afgifte en de instandhouding van een erkenning voor een onderhoudsbedrijf ingevolge artikel 23, eerste lid, onder e, van het Besluit luchtwaardigheid zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Nationale erkenning | € 3.100 | € 1.550 |
4. Voor de behandeling van een aanvraag voor wijziging van de erkenning genoemd in het derde lid zijn de volgende tarieven verschuldigd:
Omschrijving | |
---|---|
Wijziging nationale erkenning Bijschrijven nieuwe cq. wijzigingen van onderhoudslocaties | 30% van het instandhoudingtarief 50% van het instandhoudingtarief |
5. Voor de instandhouding van een BvL-V-bevoegdheid tot het uitvoeren van een BvL-verlengingsinspectie, zoals bedoeld in de Regeling verlenging bewijzen van Luchtwaardigheid, verbonden aan een MOA ingevolge artikel 23 van het Besluit luchtvaartuigen, de nationale erkenning voor een onderhoudsbedrijf of een vergunning zoals bedoeld in artikel 104 van de Regeling Toezicht Luchtvaart, zijn jaarlijks de volgende vaste tarieven verschuldigd, bestaande uit een basistarief (tabel 1) en een aanvullend tarief (tabel 2):
Omschrijving | Tarief |
---|---|
BvL-V- bevoegdheid voor erkende bedrijven t.b.v. | |
– Vleugelvliegtuigen MTOM >5700kg* | € 1.200 |
– Vleugelvliegtuigen MTOM ≤5700kg | € 250 |
– Helikopters** | € 510 |
– Ballonnen | € 250 |
* Indien een bedrijf naast een PART 145 A1 ook een PART 145 A2 of PART 145 A3 erkenning heeft, blijft het tarief € 1.200.
** Indien het bedrijf naast een PART 145 A3 ook een PART 145 A2 erkenning heeft blijft het tarief € 510.
Omschrijving | Tarief |
---|---|
Toeslag per neven locatie in de Europese Unie | € 450 |
Toeslag per neven locatie buiten de Europese Unie | € 750 |
6. Voor de behandeling van een aanvraag voor de eerste afgifte en de instandhouding van een POA ingevolge artikel 23 van het Besluit luchtwaardigheid zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd, bestaande uit een basistarief (tabel 1) en een aanvullend tarief (tabel 2). Voor een productiebedrijf dat voor componenten in dezelfde classificatie een MOA nodig heeft, zal indien er sprake is van een hoge mate van gemeenschappelijke processen geen vergoeding voor de MOA verschuldigd zijn, zulks ter beoordeling aan de Minister van Verkeer en Waterstaat.
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Erkenning productiebedrijf basisvergunning: | ||
– Bedrijven tot en met 500 werknemers | € 12.700 | € 6.360 |
– Bedrijven met meer dan 500 en minder dan 1.000 | € 20.180 | € 10.090 |
– Bedrijven met 1.000 of meer werknemers | € 38.860 | € 19.430 |
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Toeslag per nevenlocatie in Nederland | € 1.870 | € 1.870 |
Toeslag per neven locatie in de Europese Unie | € 2.240 | € 2.240 |
Toeslag per neven locatie buiten de Europese Unie | € 3.370 | € 3.370 |
7. Voor de behandeling van een aanvraag voor wijziging van de erkenning genoemd in het zesde lid zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | Tarief |
---|---|
Bijschrijving nieuw product/component | 30% van het instandhoudingtarief |
Bijschrijving of wijziging vestigingsplaats | 50% van het instandhoudingtarief |
8. Voor de behandeling van een aanvraag voor de eerste afgifte en de instandhouding van een erkenning ingevolge hoofdstuk 6 (erkend inspecteur) van de Regeling erkenningen luchtwaardigheid, zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Erkenning inspecteur | € 1.030 | € 515 |
9. Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte, de verlenging of de wijziging van een erkenning ingevolge hoofdstuk 7 (erkend zweefvliegtechnicus) van de Regeling erkenningen luchtwaardigheid is een vast tarief van € 100 verschuldigd.
10. In afwijking van bovenstaande vaste tarieven gelden voor de in dit artikel vermelde werkzaamheden ten behoeve van buitenlandse onderhoudsbedrijven die hun hoofdvestiging hebben in landen buiten de Europese Unie, een uurtarief van € 103.
Vergunning tot vluchtuitvoering/AOC, vervoer
1. Voor de behandeling van een aanvraag voor de eerste afgifte en de instandhouding van een vergunning tot vluchtuitvoering als bedoeld in artikel 104, tweede lid, van de Regeling Toezicht Luchtvaart zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd, bestaande uit een basistarief (tabel 1) en een aanvullend tarief (tabel 2):
Type | Eerste afgifte (inclusief 1 regio) | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Vliegmaatschappijen (AOC): | ||
– SP/SEP | € 2.920 | € 1.460 |
– SP/SET | € 3.650 | € 1.830 |
– SP/MEP | € 4.380 | € 2.190 |
– SP/MET | € 4.380 | € 2.190 |
– MP/ ≤ 19 passagiers | € 7.300 | € 3.650 |
– MP/ > 19 passagiers en vrachtvliegtuigen met een MTOM >10t | € 21.120 | € 10.560 |
– MP/2 typen en > 30 vliegtuigen | € 13.200 | |
– MP/2 typen en > 60 vliegtuigen | € 17.600 | |
– MP/2 typen en > 90 vliegtuigen | € 22.000 | |
Helikoptermaatschappijen (AOC): | ||
– SP/SEP | € 2.920 | € 1.460 |
– SP/SET | € 3.650 | € 1.830 |
– SP/ME | € 4.380 | € 2.190 |
– MP/ ≤ 9 passagiers | € 6.080 | € 3.040 |
– MP/ > 9 passagiers | € 17.600 | € 8.800 |
VtV ballonmaatschappij | € 440 | € 220 |
AOC* | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
– Regio en outstation: alle basisvergunningen | € 2.640 | € 2.640 |
– Regio: alle basisvergunningen MP** | € 1.590 | € 1.590 |
– ETOPS per basis: alle basisvergunningen MP | € 1.940 | € 1.940 |
– HEMS per basis: alle basisvergunningen | € 1.060 | € 1.060 |
– HOIST per basis: alle basisvergunningen | € 880 | € 880 |
– Offshore per basis: alle basisvergunningen | € 880 | € 880 |
– TRTO op AOC per type: alle basisvergunningen | € 1.060 | € 1.060 |
– SP/SEP of SP/SET of SP/MEP (per extra groep) | € 590 | € 590 |
– SP/MET per extra type | € 590 | € 590 |
– MP/ ≤ 9 (hef) of ≤ 19 (vleugel) per extra type | € 1.020 | € 1.020 |
– MP/ > 9 (hef) of > 19 (vleugel) per extra type | € 3.170 | € 3.170 |
– Indien > 10.000 landingen of > 4000 vluchten, per type eenvlieger gecertificeerd luchtvaartuig | € 1.060 | € 1.060 |
– Indien > 20.000 landingen of > 8000 vluchten, per type eenvlieger gecertificeerd luchtvaartuig | € 2.110 | € 2.110 |
– Indien > 10.000 landingen of > 4000 vluchten, per type meervlieger gecertificeerd luchtvaartuig | € 2.110 | € 2.110 |
– Indien > 20.000 landingen of > 8000 vluchten, per type meervlieger gecertificeerd luchtvaartuig | € 4.220 | € 4.220 |
* Daar waar staat ≤ 9 of ≤ 19 wordt bedoeld het maximum aantal passagierszitplaatsen dat op basis van de certificatie aan boord aanwezig mag zijn, niet het aantal zitplaatsen dat daadwerkelijk aanwezig is.
** Maximaal is de toeslag voor vier regio’s verschuldigd. Dit geldt ook indien de AOC voor de gehele wereld geldig is.
2. Voor de behandeling van een aanvraag voor wijziging van de vergunning tot vluchtuitvoering/AOC als bedoeld in artikel 104, tweede lid, van de Regeling Toezicht Luchtvaart zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving* | ||
---|---|---|
Complexe wijzigingen: | ||
– Nieuw type luchtvaartuig SP/SEP | € 880 | |
– Nieuw type luchtvaartuig SP/SET | € 880 | |
– Nieuw type luchtvaartuig SP/MEP | € 1.020 | |
– Nieuw type luchtvaartuig SP/MET | € 1.020 | |
– Nieuw type luchtvaartuig MP/ ≤ 9 (hef) of ≤ 19 (vleugel) | € 3.290 | |
– Nieuw type luchtvaartuig MP/ > 9 (hef) of 19 (vleugel) en vrachtvliegtuigen met een MTOM > 10t | € 5.980 | |
– RVSM | € 350 | |
– ETOPS | € 4.220 | |
– HOIST | € 2.110 | |
– Offshore | € 4.220 | |
– Opleiding eigen personeel per groep/type | € 1.790 | |
– Wijziging principal place of business | € 880 | |
Overige wijzigingen | € 230 | per wijziging |
* Daar waar staat ≤ 9 of ≤ 19 wordt bedoeld het maximum aantal passagierszitplaatsen dat op basis van de certificatie aan boord aanwezig mag zijn, niet het aantal zitplaatsen dat daadwerkelijk aanwezig is.
1. Voor de behandeling van een aanvraag voor de eerste afgifte en de instandhouding van een Maintenance System Approval Statement (MSAS) behorende bij een vergunning tot vluchtuitvoering/AOC zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd bestaande uit een basistarief (tabel 1) en een aanvullend tarief (tabel 2):
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Basisvergunning: | ||
– MSAS helikopter passagiers ≤ 9 | € 2.480 | € 1.240 |
– MSAS helikopter passagiers > 9 | € 8.970 | € 4.480 |
– MSAS vleugelvliegtuig passagiers ≤ 19 | € 2.480 | € 1.240 |
– MSAS vleugelvliegtuig passagiers > 19 | € 8.970 | € 4.480 |
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Toeslag typen luchtvaartuigen 2 < n* ≤ 4 | € 470 | € 470 |
Toeslag typen luchtvaartuigen n > 4 | € 2.240 | € 2.240 |
Toeslag operationele locatie EU | € 2.620 | € 2.620 |
Toeslag operationele locatie buiten EU | € 3.370 | € 3.370 |
* staat voor aantal luchtvaartuigen
2. Voor de behandeling van een aanvraag voor wijziging van de MSAS als bedoeld in het eerste lid zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | |
---|---|
Bijschrijven nieuw type luchtvaartuig | 50% van het instandhoudingtarief |
Goedkeuring onderhoudscontracten | 10% van het instandhoudingtarief |
Goedkeuring onderhoudsprogramma’s | 15% van het instandhoudingtarief |
3. De in het eerste en tweede lid genoemde tarieven gelden eveneens indien het in plaats van de behandeling van een aanvraag of de instandhouding van de MSAS betreft een aanvraag of instandhouding van een erkenning op grond van subpart G van Part M van de Verordening (EG) nr. 2042/2003 van de Commissie van 20 november 2003 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen.
1. Voor de behandeling van een aanvraag voor de eerste afgifte voor, de instandhouding (tabel 1) en de wijziging (tabel 2) van een vergunning tot luchtvervoer ingevolge artikel 16 van de Luchtvaartwet (de exploitatievergunning), zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Exploitatievergunning: | ||
– Kleine typen luchtvaartuigen (MTOM < 10t/ < 20 passagiers) | € 370 | € 180 |
– Rondvluchten en historische luchtvaart* | € 370 | |
– Grote typen luchtvaartuigen (MTOM ≥ 10t/ > 19 passagiers) | € 2.640 | € 1.320 |
– Ballonmaatschappij | € 70 | € 40 |
* Vergunning wordt telkens voor maximaal vijf jaar verleend; instandhoudingsvergoeding is niet verschuldigd.
Omschrijving | Wijziging |
---|---|
Exploitatievergunning: | |
– Wijziging | € 370 |
– Toevoeging groot type luchtvaartuig (MTOM ≥ 10t/ > 19 passagiers) aan exploitatievergunning voor kleine typen luchtvaartuigen (MTOM < 10t/ < 20 passagiers) | € 1.320 |
Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte, de verlenging of de wijziging van een erkenning ingevolge artikel 2 van de Regeling erkenningen vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht is een vast tarief van € 580 verschuldigd.
Voor de behandeling van een aanvraag voor toestemming om aan het airside gedeelte van een aangewezen luchtvaartterrein de aanleg of inrichting te wijzigen als bedoeld in artikel 119 en artikel 122 van de Regeling Toezicht Luchtvaart zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | |
---|---|
Kleine luchtvaartterreinen | € 140 |
Regionale luchtvaartterreinen en luchthaven Schiphol | € 270 |
Regionale luchtvaartterreinen en luchthaven Schiphol met luchtvaarttechnisch onderzoek | € 1.090 |
1. Voor de behandeling van een aanvraag voor de eerste afgifte en de instandhouding van een certificaat als bedoeld in de Regeling certificering luchtvaartterreinen zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd (met uitzondering van de eerste afgifte van een certificaat voor luchthaven Schiphol):
Omschrijving | Eerste afgifte | Instandhouding (jaarlijkse vergoeding) |
---|---|---|
Certificaat voor luchthaven Schiphol | € 103 per uur | € 8.066 |
Certificaat voor regionale luchtvaartterreinen | € 6.530 | € 3.263 |
Certificaat voor kleine luchtvaartterreinen | € 2.860 | € 1.363 |
2. Voor de behandeling van een aanvraag voor wijziging van een certificaat als bedoeld in het eerste lid zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | |
---|---|
Certificaat voor luchthaven Schiphol | € 200 |
Certificaat voor regionale luchtvaartterreinen | € 200 |
Certificaat voor kleine luchtvaartterreinen | € 200 |
Voor de behandeling van een aanvraag om een terrein in te richten als een niet aangewezen luchtvaartterrein als bedoeld in het Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen of wijziging van die inrichting, zijn de volgende vaste tarieven verschuldigd:
Omschrijving | |
---|---|
Bedrijfsgebonden helihavens | € 410 |
Zweefvliegterrein | € 410 |
Helihavens bij een ziekenhuis | € 540 |
Terrein voor ultra licht vliegtuigen | € 1.090 |
1. Voor de behandeling van een aanvraag om ontheffing te verlenen van het verbod als bedoeld in:
a. artikel 3.8, eerste lid van de Wet luchtvaart om de luchtvaart uit te oefenen met een luchtvaartuig, dat niet luchtwaardig is of niet is voorzien van een geldig bewijs van luchtwaardigheid is een vast tarief verschuldigd van € 100;
b. artikel 14, eerste lid van de Luchtvaartwet om met een luchtvaartuig van of op een niet als luchtvaartterrein aangewezen terrein op te stijgen of te landen of dit terrein in te richten voor het opstijgen of landen van luchtvaartuigen is een vast tarief verschuldigd van € 279;
c. artikel 16d, van de Luchtvaartwet om luchtvervoer te mogen uitvoeren zonder vergunning is een vast tarief verschuldigd van € 580;
d. artikel 31, eerste lid van de Luchtvaartwet om bouwwerken of roerende zaken op een luchtvaartterrein op te richten of te hebben, of om graafwerkzaamheden te verrichten, is een vast tarief verschuldigd van € 580;
e. artikel 33, eerste lid van de Luchtvaartwet om een luchtvaartterrein te gebruiken in strijd met de bepalingen en voorwaarden zoals deze bij de aanwijzing zijn gesteld, is een vast tarief verschuldigd van € 580;
f. de bij of krachtens titel 6.5 van de Wet luchtvaart gegeven regels inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen of een wijziging van zulk een ontheffing als bedoeld in artikel 6.58, eerste respectievelijk zesde lid, van de Wet luchtvaart is een vast tarief verschuldigd van € 580;
g. artikel 8.12 van de Wet luchtvaart om objecten op te richten of te plaatsen waarvoor geen bouwvergunning of aanlegvergunning is vereist, is een vast tarief verschuldigd van € 580.
2. Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een vergunning voor het houden van een luchtvaartvertoning of een luchtvaartwedstrijd, ingevolge artikel 17 van de Luchtvaartwet, is een vast tarief verschuldigd van € 540.
Bij exploitatie van een luchtvaartuig van historische waarde voor niet commerciële doeleinden, mits voorzien van een Nederlandse registratie, worden de volgende kortingen verleend:
a. afgifte en verlenging Bewijs van Luchtwaardigheid: 100%;
b. afgifte Bewijs van Inschrijving: 100%;
c. luchtwaardigheidsonderzoek/certificaties: 75%;
d. ontheffing Bewijs van Luchtwaardigheid: 100%;
e. toezicht op erkende bedrijven, eerste erkenning en verlenging: 75%.
De artikelen 9, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 18 en 24, eerste lid, onderdeel a, zijn eveneens van toepassing op de in die artikelen genoemde werkzaamheden voor zover deze worden uitgevoerd ter uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europese Parlement en de Raad van 15 juli 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (PbEG L 240) en de op die verordening gebaseerde regelgeving.
1. Voor werkzaamheden, die vanaf 1 januari 2004 tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling op basis van uurtarief zijn verricht ten behoeve van instandhouding, worden in afwijking van de Regeling tarieven 2003 vaste tarieven overeenkomstig deze regeling in rekening gebracht, met uitzondering van het certificeren van luchthaven Schiphol, het certificeren van luchtvaartuigen, het verrichten van werkzaamheden in het kader van een DOA en het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van buitenlandse onderhoudsorganisaties die hun hoofdvestiging buiten de Europese Unie hebben.
2. In afwijking van het eerste lid worden in plaats van de vaste tarieven, genoemd in het eerste lid, uurtarieven overeenkomstig de Regeling tarieven luchtvaart 2003 in rekening gebracht, indien op grond van de Regeling tarieven luchtvaart 2003 een lagere vergoeding verschuldigd is dan op grond van deze regeling.
3. In afwijking van het eerste lid geldt dat voor werkzaamheden die vóór 1 januari 2004 zijn verricht op uurbasis in het kader van de behandeling van een aanvraag en voornoemde werkzaamheden zijn voortgezet in 2004, doch afgerond vóór inwerkingtreding van deze regeling, is in plaats van een vast tarief een uurtarief verschuldigd overeenkomstig de Regeling tarieven luchtvaart 2003.
4. Op buitenlandse reis- en verblijfkosten die verband houden met de in de Regeling tarieven luchtvaart 2003 vermelde handelingen of werkzaamheden en die vóór inwerkingtreding van deze regeling zijn gemaakt, is de Regeling tarieven luchtvaart 2003 van toepassing.
De Regeling tarieven luchtvaart 2003 wordt met inachtneming van artikel 27 ingetrokken.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005. Indien de Staatscourant, waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2004, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tarieven luchtvaart 2005.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Voor werkzaamheden ten behoeve van aanvragen om beschikkingen alsmede van de instandhouding daarvan, die verbonden zijn aan de toepassing van de bepalingen van de Wet luchtvaart, de Luchtvaartwet en de daarop gebaseerde lagere regelgeving, worden tarieven in rekening gebracht. Laatstelijk zijn deze tarieven vastgesteld in de Regeling tarieven luchtvaart 2003.
Met betrekking tot deze tarieven is bij besluit van 26 februari 2004 de Commissie Tarieven Divisie Luchtvaart ingesteld (hierna: de Commissie) met als doel te adviseren over het tot nu tot door de Divisie Luchtvaart gehanteerde tariefsysteem en voorstellen tot verbetering te doen. De Commissie bestond uit een onafhankelijke voorzitter en uit vertegenwoordigers van de Nederlandse luchtvaartsector en van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De Commissie heeft op 8 juli 2004 advies uitgebracht.
Wat de tarieven betreft adviseert de Commissie vaste tarieven te gaan hanteren in plaats van zoals tot nu toe afhankelijk van het product vaste tarieven of uurtarieven. Tot 2007 zouden de tarieven zo moeten worden gekozen, dat de totale ontvangsten op het niveau van 2003 blijven. Daarna moet dan worden gewerkt met kostendekkende tarieven. Basisvoorwaarde daarbij is de doelmatigheid en de transparantie van de inspectieorganisatie en van het tariefssysteem.
Bijgaande regeling beoogt de adviezen van de Commissie voor zover deze betrekking hebben op de situatie tot 2007 te implementeren. In hoofdzaak komt het er op neer, dat op enkele uitzonderingen na de bestaande uurtarieven worden vervangen door vaste tarieven. De uitzonderingen zijn de tarieven voor werkzaamheden in het kader van het certificeren van luchtvaartuigen, het certificeren van ontwerporganisaties (DOA), het certificeren van luchtvaartterreinen (uitsluitend de eerste afgifte van een certificaat voor luchthaven Schiphol), en het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van een buitenlandse onderhoudsbedrijven (MOA).
Andere uitzonderingen, als gevolg van opmerkingen die in de inspraakronde zijn gemaakt, zijn de tarieven voor het afleggen van praktijkexamens, de behandeling van aanvragen voor de bewijzen van bevoegdheid RPL, PPL en AML met daarbij een of meerdere bevoegdverklaringen voor (motor)zweefvliegtuigen, een bewijs van inschrijving en een bewijs van luchtwaardigheid voor luchtvaartuigen ≤ 2.000 kg, alsmede voor de behandeling van een aanvraag om ontheffing te verlenen van het verbod als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Luchtvaartwet. Deze zijn gelijk gebleven aan die van de Regeling tarieven luchtvaart 2003.
Bij het opstellen van de regeling is rekening gehouden met het rapport van de Algemene Rekenkamer ‘Prijzen bij het Rijk’ van 1992. Alle tarieven zoals genoemd in deze regeling betreffen tarieven waarover geen BTW wordt geheven. De in rekening te brengen kosten hebben uitsluitend betrekking op de fase van toelating en posttoelating (de laatste in de regeling aangeduid als instandhouding) zoals gedefinieerd in het rapport ‘Maat houden, een kader voor de doorberekening van toelatings- en handhavingskosten’, BIDOC Ministerie van Justitie, juni 1996, aangeboden aan de Tweede Kamer bij brief van 19 juli 1996 door de Minister van Justitie (Kamerstukken II 1995/96, 24 036, nr. 22).
Deze regeling komt in de plaats van de Regeling tarieven luchtvaart 2003. Naast het implementeren van de voorstellen van de Commissie is van de gelegenheid gebruik gemaakt de regeling overzichtelijker te structureren. De overige wijzigingen worden in de artikelsgewijze toelichting toegelicht. Bij de inwerkingtreding van deze regeling is een handleiding beschikbaar.
In de definitie van uurtarief is ‘per persoon’ toegevoegd waarmee eventuele misverstanden over de verschuldigdheid van rekeningen op basis van een uurtarief worden voorkomen.
In het kader van de behandeling van een aanvraag zijn vergoedingen verschuldigd, ongeacht of deze wordt ingewilligd of afgewezen. Het gaat om een vergoeding voor de werkzaamheden, die voor de behandeling van die aanvraag zullen worden verricht (vast tarief) dan wel zijn verricht (uurtarief). Dit betekent dat ook bij afwijzing of intrekking van de aanvraag geen restitutie plaatsvindt. Wanneer na betaling van de verschuldigde vergoeding de aanvrager verzoekt de aanvraag als niet ingediend te beschouwen kan op verzoek het reeds voldane bedrag worden terugbetaald, indien nog geen werkzaamheden zijn verricht. De behandeling van een aanvraag wordt opgeschort als de betalingstermijn is overschreden. De aanvrager krijgt daarna de gelegenheid om de factuur alsnog binnen 15 kalenderdagen te betalen. Als ook na het verstrijken van deze termijn de verschuldigde vergoeding niet is betaald, kan overeenkomstig artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht worden besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen. De peildatum voor het bepalen van het jaarlijks vaste tarief voor instandhouding van een vergunning, kwalificatie, registratie, erkenning of certificaat is 1 januari van elk jaar, met uitzondering voor het jaar 2004 waarbij een peildatum geldt van 31 december 2004. Met het jaarlijks verschuldigde instandhoudingtarief wordt bedoeld het instandhoudingtarief met daarbij de separaat verschuldigde toeslagen, voor het uitvoeren van uitvoeringstoezicht op een vergunning, kwalificatie, registratie, erkenning of certificaat, mede ten behoeve van de verlenging of de herafgifte van genoemde documenten. De verlengings- en herafgiftekosten zijn in het instandhoudingtarief opgenomen.
In het kader van het uitvoeren van handelingen of werkzaamheden die buiten Nederland worden uitgevoerd geldt thans een generieke toeslag naast de in deze regeling genoemde tarieven voor zowel reis als ook verblijfskosten. Deze generieke toeslag wordt per handeling of werkzaamheid, en per persoon die de desbetreffende handeling of werkzaamheid heeft uitgevoerd, in rekening gebracht.
In de Regeling tarieven luchtvaart 2003 is expliciet opgenomen dat ook reistijden in rekening gebracht worden, voor wat betreft het verrichten van werkzaamheden op uurbasis. De in rekening te brengen reistijd voor reizen binnen Nederland bedraagt ten hoogste de duur van de werkzaamheden. Deze bepaling blijft gehandhaafd, met dien verstande dat ter toelichting onder het begrip ‘werkzaamheden’ wordt verstaan: het uitvoeren van de inspectie ter plaatse.
Bij het type-examen is er een 4-tal examenmodules vastgesteld en conform het AML tarief is tot een tarief van € 200 gekomen, omdat alle examenmodules worden afgenomen.
In de wijziging van de Regeling tarieven luchtvaart 2003 (Stcr. 2003, nr. 54), was opgenomen dat voor de behandeling van een aanvraag voor de verlenging of de wederafgifte van een AML met daarop weergegeven een of meer bijzondere bevoegdverklaringen een vergoeding verschuldigd is. Volgens de daarbij behorende toelichting wordt daarmee bedoeld het vragen van een vergoeding voor de behandeling van een aanvraag voor de verlenging of wederafgifte van de bijzondere bevoegdverklaringen zelf. Thans wordt dit verduidelijkt.
Met de in de tabel genoemde kwalificaties worden bedoeld de mogelijke opleidingen zoals genoemd in tabel 1a van de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001. De in de tabel genoemde modules/opleidingen worden beschreven in tabel 2 van de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001.
In geval van uitvoer van een luchtvaartuig naar het buitenland wordt het luchtvaartuig gederegistreerd in het Register van Nederlandse Burgerluchtvaartuigen en meestal overgegeven aan een Register van een ander land.
Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een export bewijs van luchtwaardigheid geldt hetzelfde tarief als voor een bewijs van luchtwaardigheid.
Indien in de toekomst zich in Nederland bedrijven vestigen voor de productie van complete vliegtuigen dan zal de Regeling tarieven luchtvaart 2005 hierop aangepast worden.
Bij buitenlandse onderhoudsorganisaties die hun hoofdvestiging hebben buiten de Europese Unie wijkt de kostprijs voor de werkzaamheden voor deze bedrijven zodanig af, dat hiervoor het uurtarief geldt.
Het verschuldigde basistarief wordt bepaald door het luchtvaarttuig op die vergunning met de grootste MTOM dan wel het meervliegergecertificeerde luchtvaartuig met het hoogste aantal passagierszitplaatsen. In dit basis tarief is naast het genoemde type luchtvaartuig, 1 regio opgenomen.
In de Regeling tarieven luchtvaart 2003 was opgenomen dat een vergoeding verschuldigd is voor de behandeling van een verzoek om afgifte van een certificaat voor een luchtvaartterrein, alsmede de wijziging, de verlenging en alle (periodieke) onderzoeken van de houder van een certificaat met inbegrip van alle activiteiten die samenhangen met de verlening, de wijziging en de instandhouding van het certificaat. Thans wordt voorzien in een apart artikel.
Onder regionale luchtvaartterreinen wordt bedoeld: de luchtvaartterreinen Eelde, Rotterdam, Maastricht en Lelystad. Onder kleine luchtvaartterreinen wordt verstaan: de luchtvaartterreinen Seppe, Budel, Teuge, Ameland, Stadskanaal, Drachten, Hoogeveen, Hilversum, Midden-Zeeland en Texel.
In de Regeling tarieven luchtvaart 2003 was bepaald dat een vergoeding verschuldigd is voor de behandeling van een aanvraag om een terrein structureel in te richten als niet aangewezen luchtvaartterrein op basis van het Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen. Daarbij was inbegrepen het vragen van een vergoeding voor wijziging van een dergelijke inrichting. Thans wordt hierin uitdrukkelijk voorzien.
De criteria voor luchtvaartuigen van historische waarde zijn vastgelegd in de nota Beleid ten aanzien van historische luchtvaart (Kamerstukken II 1997/98, 25 207, nr. 3). De nota vermeldt de bevoegdheid tot het geven van (gedeeltelijke) ontheffing van de gehanteerde tarieven (hardheidsclausule). Deze bevoegdheid is sinds de inwerkingtreding van de Regeling tarieven luchtvaart 2002 echter niet meer opgenomen in de tarievenregeling. Om thans voor kortingen in aanmerking te komen dient het luchtvaartuig van historische waarde te zijn, alsmede dient het luchtvaartuig voorzien te zijn van een Nederlandse registratie. Deze laatstgenoemde eis komt voort uit de doelstelling van eerder vermelde nota, waarin wordt vermeld dat ernaar gestreefd wordt om alle in Nederland gestationeerde luchtvaartuigen in het Nederlandse luchtvaartuigenregister op te nemen. Voorts zijn regels neergelegd in de Regeling historische luchtvaart van 25 oktober 2004, Staatscourant 2004, nr. 211.
In het eerste lid is vastgelegd dat overeenkomstig de adviezen van de Commissie, op enkele uitzonderingen na, de bestaande uurtarieven worden vervangen door vaste tarieven voor het jaar 2004 tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling. In het tweede lid is hierop een beperking aangebracht in verband met het verbod op terugwerkende kracht met betrekking tot belastende besluiten. Indien een lagere vergoeding verschuldigd is op grond van de Regeling tarieven luchtvaart 2003, wordt dat lagere bedrag in rekening gebracht.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K.M.H. Peijs
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2004-249-p40-SC67985.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.