Herziening bedrag Regeling op grond van Besluit ex artikel 66a ANW

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 2004, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/V&V/04/84749, tot herziening van het bedrag genoemd in artikel 1 van de Regeling op grond van Besluit ex artikel 66a ANW

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 4, tweede lid, van het Besluit ex artikel 66a ANW;

Besluit:

Artikel I

In artikel 1 van de Regeling op grond van het Besluit ex artikel 66a ANW1 wordt ‘met ingang van 1 januari 2004 € 51,22 per maand’ vervangen door: met ingang van 1 januari 2005 € 51,64 per maand.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 december 2004.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

Op grond van artikel 66a van de Algemene nabestaandenwet (ANW) is in het Besluit ex artikel 66a ANW een voorziening getroffen voor mensen die onverzekerbaar zijn. Op grond van dat Besluit kan een nabestaande die niet aan de eisen genoemd in artikel 14 van de ANW voldoet, toch onder bepaalde voorwaarden aanspraak krijgen op een nabestaandenuitkering op grond van de ANW. Een van die voorwaarden is dat vanaf 1 juli 1999 een maandelijkse bijdrage wordt betaald aan de Sociale verzekeringsbank (SVB).

De hoogte van deze bijdrage wordt vastgesteld in artikel 1 van de Regeling op grond van Besluit ex artikel 66a ANW (hierna: de Regeling). Per 1 juli 1999 is de hoogte van deze bijdrage voor het eerst vastgesteld op ƒ 100. Dit bedrag dient jaarlijks met ingang van 1 januari te worden herzien met het percentage waarmee het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie over de maand oktober daaraan voorafgaand afwijkt van het prijs-indexcijfer waarop de laatste vaststelling van de bijdrage is gebaseerd. Sinds 1 januari 2004 was dit bedrag vastgesteld op € 51,22.

Het bedrag genoemd in artikel 1 van de Regeling is herzien met het percentage waarmee de Consumentenprijsindex alle huishoudens, zoals berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek, in oktober 2004 afwijkt van die in oktober 2003. Dit percentage is 0,82.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

  • 1

    Stcrt. 1998, 133; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 16 december 2003 (Stcrt. 250).

Naar boven