Regeling wijziging bedragen IOAW en IOAZ

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 16 december 2004, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/URP/2004/84756, tot wijziging van bedragen genoemd in de IOAW en IOAZ per 1 januari 2005

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 5, zesde en zevende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de artikelen 5, zesde en zevende lid, en 8, vierde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 7, vierde en vijfde lid, van het Inkomensbesluit IOAW en artikel 5, derde lid, van de Regeling vermogenswaardering IOAZ;

Besluit:

Artikel I

De bedragen genoemd in artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers worden als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onder a, wordt ‘€ 575,91’ vervangen door: € 574,92.

2. In het vierde lid wordt ‘€ 1.036,64’ vervangen door: € 1.034,85; ‘€ 806,28’ vervangen door: € 804,88; ‘€ 660,82’ vervangen door: € 656,91 en ‘€ 581,02’ vervangen door: € 578,31.

3. In het vijfde lid wordt ‘€ 1.006,61’ vervangen door: € 1.005,66; ‘€ 754,32’ vervangen door: € 753,47; ‘€ 559,23’ vervangen door: € 558,70 en ‘€ 306,94’ vervangen door: € 306,51.

Artikel II

De bedragen genoemd in artikel 5 en 8 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen worden als volgt gewijzigd:

A

1. In artikel 5, tweede en derde lid, wordt ‘€ 22.716,00’ telkens vervangen door: € 22.288,00.

2. In het vijfde lid wordt ‘€  575,91’ vervangen door: € 574,92; ‘€ 1.036,64’ vervangen door: € 1.034,85 en ‘€ 806,28’ vervangen door: € 804,88.

B

In artikel 8, tweede lid, wordt ‘€ 111.303,00’ vervangen door: € 112.220,00.

Artikel III

De bedragen genoemd in het Inkomensbesluit IOAW worden als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, tweede lid, wordt ‘€ 263,12’ vervangen door: € 265,90.

B

In artikel 7, tweede lid, wordt ‘€ 20,30’ vervangen door: € 21,00 en ‘€ 711,00’ door: € 735,00.

Artikel IV

In artikel 5, eerste lid, van de Regeling vermogenswaardering IOAZ wordt ‘€ 101.525,00’ vervangen door: € 101.484,00.

Artikel V

Deze regeling treedt, met uitzondering van het bepaalde in artikel III, onderdeel B, in werking met ingang van 1 januari 2005. Artikel III, onderdeel B, treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 december 2004.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) zijn de netto bedragen opgenomen waaraan de op grond van artikel 5 van de IOAW en IOAZ vast te stellen grondslagen netto gelijk dienen te zijn. De genoemde bedragen dienen te worden aangepast met ingang van de dag waarop het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon wijzigen. Aangezien per 1 januari 2005 het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon veranderen dienen de in de IOAW en de IOAZ genoemde netto bedragen eveneens te worden aangepast. Deze regeling strekt daartoe.

Ook de bedragen genoemd in het Inkomensbesluit IOAW en de Regeling vermogenswaardering IOAZ worden gewijzigd aan de hand van de ontwikkeling van het netto minimumloon. De aanpassing van het bedrag genoemd in artikel III, onderdeel B, heeft betrekking op de hoogte van het bedrag van een kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk dat niet tot de middelen wordt gerekend. Deze bedragen komen overeen met de bedragen genoemd in de Regeling WWB. De in de Regeling WWB genoemde bedragen zijn bij de Regeling van 13 augustus 2004, Stcrt. 159, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2004 gewijzigd. Verzuimd is de bedragen genoemd in artikel 7, tweede lid, van het Inkomensbesluit IOAW overeenkomstig aan te passen. Met het bepaalde in de artikelen III en V van deze regeling wordt dit verzuim hersteld.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

Naar boven