Wijziging Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag

17 december 2004

Nr. WV 2004-308 M

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen

De Staatssecretaris van Financiën,

Handelende wat artikel 15, tweede lid, 18, tweede lid, onderdeel d, en vierde lid van de Wet belastingen op milieugrondslag betreft, mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op de artikelen 15, tweede lid, 18, tweede lid, onderdeel d, en vierde lid, 19, tweede lid, 26, vijfde lid, 36i, twaalfde lid, en 36n, derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag;

Besluit:

Artikel I

De Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Het eerste lid van artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘17, tweede lid,’ vervalt.

2. De zinsnede ‘26, vierde lid’ wordt vervangen door: 26, vijfde lid. Voorts wordt ‘36i, veertiende lid’ vervangen door: 36i, twaalfde lid.

B

In artikel 5 vervallen het tweede en derde lid, onder vernummering van het vierde lid tot tweede lid.

C

De artikelen 5a en 5aa vervallen, onder vernummering van artikel 5ab tot artikel 5a.

D

In het eerste lid van het tot artikel 5a vernummerde artikel 5ab wordt ‘artikel 18, tweede lid, onderdeel e’ vervangen door: artikel 18, tweede lid, onderdeel d.

E

In artikel 5b vervallen het tweede en derde lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

F

Artikel 5c wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘artikel 18, tweede lid, onderdeel e’ vervangen door: artikel 18, tweede lid, onderdeel d.

2. Na ‘ijzergieterijen’ wordt ingevoegd: , anorganische residuen van de destillatie of ontwatering van verontreinigd boorgruis.

G

Artikel 7b wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘artikel 6c, eerste lid,’ wordt vervangen door: artikel 6c, eerste en derde lid,.

2. In onderdeel b, wordt ‘exploitant’ vervangen door: gebruiker.

H

In artikel 8f vervallen het vierde, vijfde en zesde lid.

I

In artikel 8j vervallen de onderdelen o en p, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel n door een punt.

Artikel II

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdelen A, eerste lid, B, C, D, E en F, eerste lid, in werking op het tijdstip waarop artikel VIII, onderdelen A, eerste lid, C en D, van de wet van 16 december 2004, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige fiscale maatregelen 2005) (Stb. 654) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën, J.G. Wijn.

Toelichting

Algemeen

Inleiding

De Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag (hierna: de uitvoeringsregeling) is op een aantal onderdelen aangepast in verband met de wijzigingen van de Wet belastingen op milieugrondslag (hierna: de wet) als gevolg van de wet van 18 december 2003, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2004) (Stb. 526) en de wet van 16 december 2004, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige fiscale maatregelen 2005) (Stb. 654). Allereerst zijn er aanpassingen in de afvalstoffenbelasting die verband houden met het vervallen van de heffing van afvalstoffenbelasting ter zake van baggerspecie. Daarnaast is aan de onder het lage storttarief van de afvalstoffenbelasting vallende zogenoemde monostromen een categorie afvalstoffen toegevoegd.

Voorts wordt in de uitvoeringsregeling een bepaling aangepast in verband met het opnemen in de wet van een vrijstelling voor brandstoffenbelasting voor duaal gebruik van kolen alsmede de daarmee samenhangende teruggaaf. Ten slotte vervallen enkele bepalingen als gevolg van het vervallen van de bijzondere tarieven in de wet voor duurzame elektriciteit en duurzaam gas met ingang van 1 januari 2005.

Administratieve lasten

Gezien het feit dat de wijzigingen voortvloeien uit het Belastingplan 2004 en Overige fiscale maatregelen 2005 zijn de effecten daarvan op de administratieve lasten voor het bedrijfsleven reeds meegenomen bij de in de memorie van toelichting bij de betreffende wetsvoorstellen vermelde effecten van alle in het kader van die wetsvoorstellen voorgestelde maatregelen. De daar vermelde effecten zijn namelijk, conform de bestaande praktijk, inclusief de effecten van met de wetswijzigingen samenhangende lagere regelgeving (uitvoeringsbesluiten en uitvoeringsregelingen).

Artikelsgewijs

Artikel I (Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag)

Onderdeel A (artikel 1)

Het eerste lid van dit artikel is in overeenstemming gebracht met de wijzigingen in de delegatiebepalingen van de wet.

Onderdeel B (artikel 5)

Het tweede en derde lid van artikel 5 bevatten nadere regels ten behoeve van het vaststellen van het belastbare gewicht voor baggerspecie. Nu de afvalstoffenbelasting niet meer geheven wordt ter zake van het storten van baggerspecie, kunnen deze regels vervallen.

Onderdeel C (artikel 5a en 5aa)

De artikelen 5a en 5aa gaven nadere voorschriften voor de toepassing van de vrijstelling voor het storten van baggerspecie in zee, respectievelijk in oppervlaktewater dat in open verbinding staat met ander oppervlaktewater. De betrokken bepalingen uit de wet, artikel 17, eerste lid, onderdelen a en b, en tweede lid, vervallen met ingang van 1 januari 2005. Dientengevolge verliezen de artikelen 5a en 5aa hun betekenis en kunnen eveneens vervallen.

Onderdeel D (artikel 5ab)

Onderdeel e van artikel 18, tweede lid, van de wet is met ingang van 1 januari 2005 verletterd in onderdeel d. In het onderhavige onderdeel wordt de verwijzing in het tot artikel 5a vernummerde artikel 5ab hierop aangepast.

Onderdeel E (artikel 5b)

Het tweede en derde lid van artikel 5b bevatte specifieke eisen met betrekking tot de gegevens die in de administratie van de houder van een inrichting waar baggerspecie wordt gestort, moeten zijn opgenomen. Nu de afvalstoffenbelasting niet meer geheven wordt ter zake van het storten van baggerspecie, kunnen deze regels vervallen.

Onderdeel F (artikel 5c)

De wijziging van artikel 5c betreft een tweetal aanpassingen. De eerste aanpassing houdt verband met de verlettering van onderdeel e van artikel 18, tweede lid, van de wet in onderdeel d. De tweede aanpassing betreft de toevoeging van een nieuwe categorie afvalstoffen waarvoor het lage tarief geldt aan de in dat onderdeel bedoelde afvalstromen.

Onderdeel G (artikel 7b)

Artikel 7b geeft nadere regels ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 26, eerste lid, van de wet opgenomen inputvrijstelling voor de brandstoffenbelasting op kolen. Dit artikel is aangepast aan de uitbreiding van de vrijstelling naar duaal gebruik van kolen.

Onderdelen H en I (artikelen 8f en 8j)

De artikelen 8f en 8j gaven onder meer nadere voorschriften voor de toepassing van de bijzondere tarieven voor duurzame elektriciteit en duurzaam gas. De desbetreffende bepalingen uit de wet, artikel 36i, zesde en zevende lid, vervallen, zoals in het Belastingplan 2004 is vastgelegd, met ingang van 1 januari 2005. Dientengevolge verliezen het vierde, vijfde, en zesde lid van artikel 8f alsmede de onderdelen o en p van artikel 8j hun betekenis en kunnen eveneens vervallen.

Artikel II (inwerkingtreding)

De in deze regeling opgenomen wijzigingen houden verband met de inwerkingtreding van het Belastingplan 2004 en de Overige fiscale maatregelen 2005. Het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling is dan ook hetzelfde als dat van de desbetreffende onderdelen uit genoemde wetsvoorstellen. Dit is geregeld in het eerste lid van artikel II.

Het tweede lid regelt de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A, eerste lid, B, C, D, E en F, eerste lid. De genoemde wijzigingen houden verband met de wijzigingen in het fiscale regime voor baggerspecie zoals dat is opgenomen in artikel VIII, onderdelen A, eerste lid, C en D, van de wet van 16 december 2004, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige fiscale maatregelen 2005) (Stb. 654) dat in werking zal treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip nadat goedkeuring van de Europese Commissie is verkregen. Het tijdstip van inwerkingtreding van de daarmee samenhangende wijzigingen in de uitvoeringsregeling is dan ook hetzelfde als dat van genoemd artikel VIII, onderdelen A, eerste lid, C en D.

De Staatssecretaris van Financiën,

J.G. Wijn

  • 1

    Stcrt. 1994, 251, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 december 2003, Stcrt. 247.

Naar boven