Richtlijn voor strafvordering en feitomschrijvingen luchtvaartwetgeving 2004

Categorie: opsporing, vervolging,

Rechtskarakter: Richtlijn in de zin van art. 130 lid 4 Wet RO

Afzender: College van procureurs-generaal

Adressaat: Hoofden van de parketten

Registratienummer: 2004R005

Datum vaststelling: 30-11-2004

Datum inwerkingtreding: 01-01-2005

Geldigheidsduur: 01-01-2009

Publicatie in Stcrt.: 23-12-2004, nr. 248

Vervallen: Transactiebeleid inzake luchtvaartwetgeving

Relevante beleidsregels OM: -

Wetsbepalingen: Artikel 11.9 en artikel 11.10 Wet luchtvaart; Artikel 62 Luchtvaartwet; Artikel 63 Luchtverkeersreglement; Artikel 166 Regeling Toezicht Luchtvaart

Jurisprudentie: -

Bijlage(n): 1

Achtergrond

Deze richtlijn vervangt het in 1996 gepubliceerde Transactiebeleid inzake luchtvaartwetgeving. Sinds 1996 heeft zich een aantal belangrijke wijzigingen voorgedaan waardoor het Transactiebeleid wordt herzien.

Deze herziening geschiedt om de navolgende redenen:

- De conversie van de gulden naar euro per januari 2002.

- De indexering van 1996 tot 2004, deze bedraagt 25%.

- De naam van de Wet Luchtverkeer is gewijzigd in Wet luchtvaart.

- De Luchtvaartwet wordt in een aantal deelprojecten vervangen door de Wet luchtvaart.

- Een aantal onderwerpen, zoals de bewijzen van bevoegdheid en de bewijzen van luchtwaardigheid, is inmiddels opgenomen in de Wet luchtvaart.

Samenvatting

Deze richtlijn heeft uitsluitend betrekking op feiten, die niet voor een bestuursrechtelijke afdoening in aanmerking komen, dan wel waarbij verwacht mag worden dat het bestuursrechtelijke optreden niet het gewenste resultaat zal opleveren.

De feitgecodeerde strafbare feiten in deze richtlijn kunnen in principe door middel van een OM-transactie worden afgedaan. In de praktijk geeft de Dienst Luchtvaartpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten uitvoering aan de opsporing van de in deze richtlijn genoemde feitgecodeerde strafbare feiten. De landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie van het parket Haarlem, nevenvestiging Schiphol, is verantwoordelijk voor de coördinatie van de vervolging van luchtvaartzaken.

Definities

luchtvaartongeval: elk voorval dat samenhangt met het gebruik van een luchtvaartuig en plaatsvindt tussen het tijdstip waarop een persoon zich aan boord begeeft met het voornemen een vlucht uit te voeren en het tijdstip waarop alle personen die zich met dit voornemen aan boord hebben begeven, zijn uitgestapt, en waarbij:

1°. een persoon dodelijk of ernstig gewond raakt als gevolg van het zich in het luchtvaartuig bevinden, direct contact met een onderdeel van het luchtvaartuig, inclusief de onderdelen die van het luchtvaartuig zijn losgeraakt of directe blootstelling aan de uitlaatstroom van de reactoren, behalve wanneer de letsels een natuurlijke oorzaak hebben, door de persoon zelf of door anderen zijn toegebracht, of wanneer de letsels verstekelingen treffen die zich buiten de normale voor passagiers en het personeel bedoelde ruimten ophouden, of

2°. het luchtvaartuig schade of een structureel defect oploopt, waardoor afbreuk wordt gedaan aan zijn soliditeit, prestaties of vluchtkenmerken en die normaliter ingrijpende herstelwerkzaamheden of vervanging van het getroffen onderdeel noodzakelijk zouden maken, behalve wanneer het gaat om motorstoring of motorschade en de schade beperkt is tot de motor, de motorkap of motoronderdelen, dan wel om schade die beperkt is tot de propellers, de vleugelpunten, de antennes, de banden, de remmen, de stroomlijnkappen of tot deukjes of gaatjes in de vliegtuighuid, of

3°. het luchtvaartuig vermist wordt of volledig onbereikbaar is.

incident: voorval, dat geen ongeval is, en dat samenhangt met het functioneren van een luchtvaartuig en afbreuk doet of zou kunnen doen aan een veilige vluchtuitvoering.

ernstig incident: incident dat zich voordoet onder omstandigheden die erop wijzen dat bijna een luchtvaartongeval heeft plaatsgevonden.

Pre-opsporing

Met het toezicht op de naleving van de Luchtvaartwetgeving zijn de Divisie Luchtvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat en de Dienst Luchtvaartpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten belast.

Bestuursrechtelijke sancties worden namens de Minister van Verkeer en Waterstaat opgelegd door de Divisie Luchtvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. De Koninklijke Marechaussee kan namens de Minister van Justitie bestuursdwang toepassen op basis van art. 37t Luchtvaartwet (handhaving beveiliging burgerluchtvaart).

De luchtvaartwetgeving biedt in principe voldoende ruimte om door middel van bestuursrechtelijke handhaving tegen de exploitant van een luchtvaartterrein en/of tegen de eigenaar van een luchtvaartuig op te treden.

Deze richtlijn heeft uitsluitend betrekking op feiten die niet voor een bestuursrechtelijke sanctie in aanmerking komen, dan wel waarbij verwacht mag worden dat bestuurlijke handhaving niet het gewenste resultaat zal opleveren. Tussen de diverse handhavende instanties en het OM worden afspraken gemaakt wie in welke gevallen handhaaft.

Opsporing

Met de opsporing van strafbare feiten zijn in principe alle bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren belast. In de praktijk echter geeft de Dienst Luchtvaartpolitie uitvoering aan de opsporing van overtredingen uit de luchtvaartwetgeving.

Alle strafbare feiten in de bijlage van deze richtlijn betreffen zogenaamde OM-feiten. Dit houdt in dat sprake is van niet-politie transigabele feiten; alléén het OM mag transacties aanbieden. De transactiebedragen zijn afgestemd op de doorsnee, voor transactie vatbare, overtredingen en misdrijven.

Na constatering van een overtreding van de in de bijlage bij deze richtlijn genoemde feiten kan door de Luchtvaartpolitie een (verkort) proces-verbaal worden opgemaakt dat elektronisch wordt aangeboden aan het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB). Het CJIB zendt, bij feiten waar een tarief is ingevuld, een transactievoorstel aan de verdachte. Indien de verdachte aan het transactievoorstel voldoet, is de zaak daarmee afgedaan. Bij niet-betaling zal het CJIB de zaak elektronisch overdragen aan de landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie.

Als op de plaats van het tarief een * (asterisk) is vermeld is geen tarief vastgesteld omdat de overtreding aan de hand van het proces-verbaal individueel moet worden beoordeeld. In die gevallen draagt het CJIB de zaak ook over aan de landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie.

Indien zich specifieke omstandigheden voordoen en een verkort proces-verbaal niet passend is, bijvoorbeeld bij recidive of bij ernstig gevaar, dan kan de Luchtvaartpolitie in overleg met de landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie besluiten hiervan af te zien. In dergelijke gevallen kan de verdachte worden gedagvaard en kan ter terechtzitting een ontzegging worden geëist van de bevoegdheid tot het verrichten van werkzaamheden als boordpersoneel aan boord van een luchtvaartuig of het geven van luchtverkeersdienstverlening.

Indien sprake is van een luchtvaartongeval of ernstig incident kan nooit worden volstaan met een verkort proces-verbaal omdat de verdachte in die gevallen in principe wordt gedagvaard.

Vervolging

Landelijk gezien is het aantal luchtvaartzaken gering en is de afdoening hiervan, gelet op de specifieke kennis, niet eenvoudig van aard.

De landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie is verantwoordelijk voor de coördinatie van de vervolging van luchtvaartzaken.

Bij feiten waar geen tarief is vastgesteld of wanneer niet wordt ingegaan op het transactievoorstel wordt de zaak door het CJIB aan de landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie aangeleverd.

De landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie beoordeelt alle luchtvaartzaken en voorziet deze van een afdoeningsadvies- een transactievoorstel en/of een dagvaarding - ten behoeve van het plaatselijke arrondissementsparket.

De eis ter terechtzitting wordt vastgesteld aan de hand van het bij de feitcode behorende tarief + 20%.

Door tussenkomst van de landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie wordt beoogd eenheid te brengen in het opsporings- en vervolgingsbeleid van het OM bij overtredingen van de luchtvaartwetgeving.

Overgangsrecht

De beleidsregels in deze richtlijn hebben gelding met ingang van de datum van inwerkingtreding.

Tabel feitomschrijvingen luchtvaartwetgeving 2004

Feitnummers

Nummers L 200 - L 232: Wet luchtvaart (Wlv)

Nummers L 250 - L 257: Luchtvaartwet (LVW)

Nummers L 300 - L 329: Luchtverkeersreglement (LVR)

Nummers L 350 - L 362: Regeling Standaard Luchtverkeerscircuits

Nummers L 400 - L 402: Beperkte of verboden gebieden

Nummers L 450 - L 454: Regeling reclamesleepvliegen

Nummers L 500 - L 503: Algemeen Luchthavenreglement

Nummer L 550: Regeling luchtverkeersdienstverlening

Nummers L 600 - 602: Regeling navigatie en telecominstallaties

Nummers L 650 - 682: Regeling luchtvaartvertoningen

Categorie indeling

Categorie 1: straalvliegtuigen met een toegelaten totaalmassa van 6000 kg of meer;

Categorie 2: propellorvliegtuigen met een toegelaten totaalmassa van 6000 kg of meer;

Categorie 3: luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van minder dan 6000 kg (bedrijfsmatig en hefschroefvliegtuigen)

Categorie 4: luchtvaartuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van minder dan 6000 kg (particulier en ballonnen)

Categorie 5: overige

Tarieven

De tarieven zijn afgerond conform de richtlijn Kader voor strafvordering

stcrt-2004-248-p20-SC68212-1.gifstcrt-2004-248-p20-SC68212-2.gifstcrt-2004-248-p20-SC68212-3.gifstcrt-2004-248-p20-SC68212-4.gifstcrt-2004-248-p20-SC68212-5.gifstcrt-2004-248-p20-SC68212-6.gifstcrt-2004-248-p20-SC68212-7.gifstcrt-2004-248-p20-SC68212-8.gifstcrt-2004-248-p20-SC68212-9.gifstcrt-2004-248-p20-SC68212-10.gifstcrt-2004-248-p20-SC68212-11.gifstcrt-2004-248-p20-SC68212-12.gifstcrt-2004-248-p20-SC68212-13.gif
Naar boven