Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 14 december 2004, nr. AT-EZ/5566368.JZ, houdende regels omtrent de vergoedingen voor werkzaamheden en diensten van Agentschap Telecom (Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, vierde lid, 5, 6 en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Agentschap Telecom: Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken;

b. wet: Telecommunicatiewet;

c. categorieën: categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

d. subcategorieën: subcategorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, vierde lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

e. vergoeding: vergoeding, bedoeld in artikel 16.1, eerste lid, van de wet;

f. jaarlijkse bijdrage: bijdrage, bedoeld in artikel 16.1, vierde lid, van de wet.

Artikel 2

1. Voor de kosten van het door Agentschap Telecom verrichten van werkzaamheden of diensten met betrekking tot de categorieën en subcategorieën, genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage I, zijn de in bijlage I genoemde vergoedingen voor het kalenderjaar 2005 verschuldigd.

2. Voor de kosten van het door Agentschap Telecom verrichten van werkzaamheden of diensten met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte die niet vallen onder één van de categorieën of subcategorieën, bedoeld in het eerste lid, is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven die zijn genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage II.

Artikel 3

De jaarlijkse bijdrage maakt deel uit van het bedrag dat per categorie of subcategorie in bijlage I is genoemd voor het toezicht dan wel voor de uitvoering en het toezicht. De jaarlijkse bijdrage bedraagt het bij onderstaande categorieën genoemde percentage van de vergoeding voor de desbetreffende (sub)categorie:

I. categorieën met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte:

a. vaste verbindingen: 3 procent;

b. mobiele communicatie: 4 procent;

c. mobiele openbare telefonie en semafonie: 7 procent;

d. radiodeterminatie: 3 procent;

e. radiozendamateurs: 4 procent;

f. omroep: 4 procent, en

g. immuniteitsbeproevingen: geen.

II. categorieën met betrekking tot randapparaten, radiozendapparaten en overige apparaten:

a. examens: geen;

b. afgifte verklaringen, keuringen en erkenningen: geen;

c. randapparatuur: 8 procent.

Artikel 4

De jaarlijkse bijdrage en de vergoeding voor de kosten van de door Agentschap Telecom verrichte werkzaamheden of diensten met betrekking tot het toezicht op het gebruik van frequentieruimte bedraagt voor:

a. het ministerie van Defensie € 1.340.700;

b. het Korps Landelijke Politiediensten € 124.300;

c. het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: € 35.550.

Artikel 5

In afwijking van artikel 2, eerste lid, komt de vergoeding, genoemd in onderdeel II.A.1 van bijlage I, per 1 augustus 2005 te luiden: € 72.

Artikel 6

1. In afwijking van artikel 2, eerste lid, is voor de verlenging, wijziging of overdracht van een op grond van paragraaf 3.2 van de wet verleende vergunning voor het gebruik van frequentieruimte die valt onder de in bijlage I genoemde categorieën en subcategorieën I.A.1, I.A.2, I.A.4, I.B, I.D, I.E of I.G, door de houder van de te verlengen of te wijzigen vergunning en door de verkrijger van de over te dragen vergunning een vergoeding verschuldigd van € 28.

2. In afwijking van artikel 2, eerste lid, is voor de verlenging, wijziging of overdracht van een op grond van paragraaf 3.2 van de wet verleende vergunning voor het gebruik van frequentieruimte die valt onder de in bijlage I genoemde categorieën en subcategorieën I.A.5, I.C of I.F, door de houder van de te verlengen of te wijzigen vergunning en door de verkrijger van de over te dragen vergunning een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven die zijn vastgesteld in de bij deze regeling behorende bijlage II.

3. In afwijking van het eerste lid is voor de wijziging van een vergunning genoemd in de subcategorieën I.A.1, I.A.2, I.A.4, I.B.1 voor wat betreft een vergunning met individuele planning, I.B.2 voor wat betreft een vergunning met individuele planning, I.B.3, I.B.15, I.B.16 en I.D.2, inhoudende het toewijzen van een individueel geplande frequentie, een vergoeding verschuldigd van € 577.

4. In afwijking van het eerste lid is voor de wijziging van een vergunning genoemd in de subcategorieën I.B.1 voor wat betreft een vergunning met algemene planning, I.B.2 voor wat betreft een vergunning met algemene planning, I.B.6 en I.B.8, inhoudende het toewijzen van een algemeen geplande frequentie, een vergoeding verschuldigd van € 143.

Artikel 7

1. Een vergoeding voor de kosten van de klachtbehandeling, bedoeld in de Regeling storingsklachten, is verschuldigd door de klager indien uit het onderzoek is gebleken dat zich één van de omstandigheden voordoet als vermeld in artikel 4, eerste lid, onder a tot en met d, van de Regeling storingsklachten.

2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven die zijn genoemd in bijlage II.

Artikel 8

Voor de kosten van de werkzaamheden of diensten die door Agentschap Telecom worden verricht in het kader van de opgedragen wettelijke taak en die niet zijn genoemd in de voorgaande artikelen, kan een vergoeding worden vastgesteld op grond van de in bijlage II genoemde uurtarieven.

Artikel 9

1. De vergoeding voor de kosten van werkzaamheden of diensten ter uitvoering van de bij of krachtens de wet gestelde regels behoeft door degene die deze vergoeding is verschuldigd niet bij vooruitbetaling te worden voldaan.

2. De vergoeding voor de kosten die verband houden met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de wet gestelde regels en de jaarlijkse bijdrage behoeven door degene die de vergoeding of de jaarlijkse bijdrage verschuldigd is niet bij vooruitbetaling te worden voldaan indien de vergoeding of jaarlijkse bijdrage wordt opgelegd binnen of na de laatste dertig dagen van het kalenderjaar waarover de vergoeding of jaarlijkse bijdrage verschuldigd is.

Artikel 10

Indien de verschuldigde vergoeding of jaarlijkse bijdrage niet op eerste aanzegging wordt voldaan, wordt € 12,70 administratiekosten in rekening gebracht.

Artikel 11

Het kostencalculatiemodel, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder d, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet wordt bekendgemaakt door middel van ter inzagelegging ten kantore van Agentschap Telecom te Groningen.

Artikel 12

De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004 wordt ingetrokken, met dien verstande dat die regeling van toepassing blijft met betrekking tot de in die regeling bedoelde werkzaamheden of diensten die in het kalenderjaar 2004 zijn verricht.

Artikel 13

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 14

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005.

Deze regeling zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 december 2004.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Bijlage I, behorende bij artikel 2, eerste lid

Over het kalenderjaar 2005 zijn de volgende bedragen verschuldigd:

I

(Sub)Categorieën met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering

(I)

Vergoeding voor het toezicht

(II)

Vergoeding voor de uitvoering en het toezicht

(III)

A.

Vaste verbindingen

    

1.

Zendende satellietgrondstations

Per vergunning

€ 577

  
  

Per radiozendapparaat met een bandbreedte:

   
  

− tot 2 MHz

 

€ 19

 
  

− 2 MHz - 18 MHz

 

€ 97

 
  

−  vanaf 18 MHz

 

€ 488

 

2.

Satellite News Gathering (SNG)

Per vergunning

€ 577

  
  

Per radiozendapparaat

 

€ 336

 

3.

Standaard internationale frequentiecoördinatie satellietgrondstations

Per coördinatie ten behoeve van de verlening

€ 1.076

  

4.

Point-point straalverbindingen

Per vergunning

€ 577

1)

 

5.

Point-multipoint straalverbindingen in de frequentieband WLL

Per vergunning

€ 6.985

  
  

Per internationale coördinatie

€ 141

  
 

− 2,6 en 3,5 GHz

Per vergunde MHz bandbreedte

 

€ 205

 
 

− 24,5 tot 26,5 GHz

  

€ 102

 
      

B.

Mobiele communicatie

    

1.

VHF/UHF-radiotelefonen voor (beperkt) landmobiel gebruik

Per vergunning met algemene planning

€ 143

  
  

Per vergunning met individuele planning

€ 577

  
  

Per vaste post

 

€ 276

 
  

Per mobiel radiozendapparaat

 

€ 13

 

2.

VHF/UHF-radiotelefonen met beperkt afstandsbereik voor landmobiel gebruik met een looptijd van minder dan één jaar (tijdelijk gesloten netten)

Per vergunning met algemene planning

€ 143

  
  

Per vergunning met individuele planning

€ 577

  
  

Per radiozendapparaat, per dag

 

€ 0,49

 

3.

VHF/UHF-radiotelefonen voor landmobiel gebruik met dynamische frequentietoewijzing (trunking)

Radiozendapparaten bestemd voor het verlenen van tele-informatiediensten (datamonitoring)

Per basisstation

€ 577

  
  

Per toegewezen frequentiekanaal als volgt :

   
  

– één frequentiekanaal toegepast op één opstelpunt

 

€ 722

 
  

– één frequentiekanaal toegepast op twee opstelpunten

 

€ 1.443

 
  

– één frequentiekanaal toegepast op drie of meer opstelpunten

 

€ 2.166

 

4.

MF/HF radiotelefonie-installatie voor maritiem gebruik

VHF-installatie voor maritiem gebruik (marifoon of AIS)

Draagbare VHF/UHF-installatie voor maritiem gebruik (portofoon)

Mobiele satellietverbinding

Scramblerinstallatie

Draadloze audioverbinding

Radio-alarmering

Radiobeveiligingsinstallatie

HF Radiotelefonen (27 MHz ten behoeve van sportvisserij)

Per vergunning

  

€ 52

5.

Marifoonwalstation

Per installatie

  

€ 52

6.

HF-oproepinrichting (OS-HF)

Radio-afstandsbesturing

Telemetrie (TLA/ TLM/ TLMB)

Per radiozendapparaat

€ 296

€ 211

 

7.

GSM-R

Per netwerk

€ 10.236

€ 17.398

 

8.

Portofoon/mobilofoon voor tijdelijk gebruik

Per vergunning

€ 143

€ 190

 

9.

Breedband volg- en opsporingssystemen

Per vergunning

Per MHz

€ 4.296

€ 2.163

 

10.

Kortegolf kuststation

Per vergunning

€ 1.429

€ 206

 

11.

Recreatief gebruik luchtvaartuigen

Per vergunning

  

€ 52

12.

Kleine luchtvaart (VFR-verkeer)

Per vergunning

  

€ 104

13.

Grote luchtvaart

Per vergunning

  

€ 260

14.

Grondstation gedeeld gebruik communicatiefrequenties

Per frequentie per opstelpunt

  

€ 52

15.

Grondstation gepland en gecoördineerd gebruik

Per frequentie per opstelpunt

€ 577

€ 282

 

16.

Grondstations luchtverkeersdienstverlening/ vitaal gebruik

Per frequentie per opstelpunt

€ 577

€ 1.551

 
      

C.

Mobiele openbare telefonie en semafonie

   

1.

SMF 3

Per netwerk

 

€ 12.194

 

2.

GSM

Per netwerk

 

€ 109.361

 
 

DCS-1800, in combinatie met GSM

  

€ 179.470

 
 

DCS-1800, bandbreedte 2,4 MHz

  

€ 21.531

 
 

DCS 1800, bandbreedte 2,6 MHz

  

€ 23.324

 
 

DCS-1800, bandbreedte 4,4 MHz

  

€ 39.478

 
 

IMT-2000, bandbreedte 12,5 MHz

  

€ 98.243

 
 

IMT-2000, bandbreedte 17,3 MHz

  

€ 135.907

 

3.

ERMES

Per netwerk

 

€ 20.848

 

4.

TETRA

Per netwerk

€ 33.011

€ 47.173

 
 

TRAXYS

Per netwerk

  

€ 83.948

      

D.

Radioterminatie

    

1.

Radarinstallatie voor maritiem gebruik

SART

Actieve radarreflector

Walradarstation

EPIRB/PLB

Per vergunning

  

€ 27

2.

Radarsysteem landmobiel

Baken voor helikopter (helibeacon)

Per radiozendapparaat

€ 577

€ 139

 
      

E.

Radiozendamateurs

    

1.

Categorie A, C, F en N

Vereniging van radiozendamateurs

Onderwijs en andere instellingen, werkzaam in het belang van de radiowetenschap

Per vergunning

  

€ 49

2.

Radiozendamateurs niet-ingezetenen van Nederland

Per vergunning

€ 27

  

3.

Toewijzen bijzondere roepletters

Per toewijzing

€ 27

  
      

F.

Omroep

    

1.

AM/FM

Per opstelplaats voor FM-frequenties lager dan 104.9 MHz

€ 577

  
  

Per opstelplaats voor AM-frequenties en de FM-frequenties 104.9 MHz en hoger

€ 143

  
  

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats

 

€ 302

 
  

en tevens per kW zendvermogen

 

€ 501

 

2.

Analoge TV

Per opstelplaats

€ 577

  
  

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats

 

€ 271

 
  

en tevens per kW zendvermogen

 

€ 178

 

3.

T-DAB/ DVB-T

Per opstelplaats

€ 577

  
  

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats

 

€ 311

 
  

en tevens per kW zendvermogen

 

€ 311

 

4.

Wereldomroep

Relatief frequentiebeslag

 

€ 84.482

 
      

G.

Immuniteitsbeproevingen

   

1.

Immuniteitsbeproevingen door de bevoegde instantie

Per vergunning

€ 142

€ 230

 

1 Voor het toezicht op point-point-straalverbindingen gelden per bandbreedte en frequentieband de volgende bedragen:

  

frequentieband

  

Bandbreedte

< 12 GHz

12 GHz

– < 24,5 GHz

24,5 GHz

– < 39,5 GHz

≥ 39,5 GHz

< 10 MHz

€ 313

€ 157

€ 110

€ 63

10 MHz – < 25 MHz

€ 391

€ 188

€ 141

€ 70

25 MHz – < 50 MHz

€ 470

€ 219

€ 172

€ 78

50 MHz – < 150 MHz

€ 548

€ 250

€ 203

€ 86

≥ 150 MHz

n.v.t.

€ 282

€ 235

€ 94

     

II.

(Sub)Categorieën met betrekking tot randapparaten en radiozendapparaten en overige apparaten

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering (I)

A.

Examens

    

1.

Examens ter verkrijging van een certificaat van bediening voor radiozendapparaten ten behoeve van de scheepvaart, met uitzondering van de examens die worden afgenomen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen:

Per examen/per module

€ 69

 

– algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM A;

   
 

– beperkt certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM B;

   
 

– basiscertificaat marifonie; of

   
 

– module GMDSS-B.

   

2.

Examens ter verkrijging van een vergunning voor frequentieruimte voor het doen van onderzoekingen:

Per examen

€ 53

 

– radiotechniek en voorschriften I amateurradio;

   
 

– radiotechniek en voorschriften II amateurradio;

   

3.

Ontheffing als bedoeld in artikel 26 van de Examenregeling frequentiegebruik

Per ontheffing

€ 53

4.

Afgifte van een certificaat van bediening voor radiozendapparaten ten behoeve van de scheepvaart

Per certificaat

€ 24

 

Afgifte van een certificaat ter verkrijging van een vergunning van een buitenlandse administratie voor radiozendapparaten voor het doen van proeven (HAREC)

   
       

B.

Afgifte verklaringen, keuringen en erkenningen

I

II

III

1.

Aanwijzen van een bevoegde instantie of een aangemelde instantie als bedoeld in artikel 13 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2001, aanwijzen van een instantie als bedoeld in artikel 12 van het Besluit randapparaten en radioapparaten, alsmede het toezicht op de naleving door eerdergenoemde instanties van de met betrekking tot de aanwijzing gestelde regels

Per aanwijzing

€ 1.343

€ 276

 

2.

Vergunning voor de aanleg van radiozendapparaten zonder gebruik van frequentieruimte

Per vergunning

€ 43

  
      

C.

Randapparaten

   

I

1.

Werkzaamheden die voor de overheid voortvloeien uit de toepassing van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet terzake van randapparatuur bepaalde

Per op 1 november 2004 volgens het nummerregister telefoon en ISDN-diensten door de OPTA toegekend nummer

€ 0,029

Bijlage II, behorende bij de artikelen 2, tweede lid, 6, tweede lid, 7, tweede lid, en 8.

1. Tarieven personeel (in €)

Salarisschaal BBRA 1984

Vergoedingen per manuur*)

1 tot en met 5

77

6 tot en met 8

81

9 tot en met 11

90

12 tot en met 14

105

15 en hoger

123

*) Bij onregelmatigheid of overwerk kunnen de tarieven voor functionarissen tot en met schaal 10 worden verhoogd met een toeslag van 30% voor onregelmatigheid en 50% voor overwerk.

2. Vergoedingen dienstauto's, inclusief apparatuur:

– inspectie/toezicht: € 30 per uur

– opsporing: € 43 per uur

– mobiele monitoring zonder professionele peiler: € 64 per uur

– mobiele monitoring met professionele peiler: € 119 per uur.

Toelichting

I. Algemeen

De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2005 stelt de vergoedingen vast die het Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken (hierna: het agentschap) in 2005 in rekening kan brengen bij degenen ten behoeve van wie door het agentschap werkzaamheden of diensten worden verricht. Deze vergoedingen hebben hun wettelijke basis in artikel 16.1 van de Telecommunicatiewet (hierna: de wet).

Het agentschap heeft tot taak uitvoering te geven aan paragraaf 3.2 (vergunningverlening voor het gebruik van frequentieruimte), hoofdstuk 10 (regels met betrekking tot het in de handel brengen en verhandelen van randapparaten en radioapparaten, alsmede regels met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit) en hoofdstuk 13 (regels met betrekking tot bevoegd aftappen) van de Telecommunicatiewet (hierna: de wet). Daarnaast is het agentschap belast met het houden van toezicht op deze terreinen. De vergoedingen dienen ter dekking van de kosten die gemaakt worden met betrekking tot voornoemde onderwerpen. De vergoedingen zijn aan te merken als retributies en hebben in overwegende mate een forfaitair karakter.

De vergoedingen worden bepaald voor categorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. Deze categorieën zijn weer verder verdeeld in subcategorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. De categorieën zijn opgesomd in artikel 4, tweede lid, van het Besluit vergoedingen Telecommmunicatiewet (hierna: het besluit). Op grond van artikel 3, eerste lid, van het besluit worden de directe en indirecte kosten toegerekend aan de desbetreffende categorieën. Dit zijn geprognosticeerde kosten voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Wanneer na afloop van het kalenderjaar de daadwerkelijke kosten en de geprognosticeerde kosten verschillen, wordt dit verschil meegenomen naar het volgende kalenderjaar.

De kosten voor de verschillende (sub)categorieën worden berekend door middel van een kostencalculatiemodel. Dit model is in 1995 opgesteld door KPMG en in 2002 geactualiseerd. Dit model ligt ter inzage op het kantoor van het agentschap, Emmasingel 1, Groningen.

Wijzigingen

De onderhavige regeling is ten opzichte van die van 2004 op een klein aantal punten aangepast. De voornaamste wijziging betreft het toevoegen van subcategorieën met betrekking tot luchtvaart. Deze wijziging heeft betrekking op de overname door het agentschap van taken op het gebied van frequentiemanagement van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Deze wijziging zal in de artikelsgewijze toelichting worden besproken.

Daarnaast zijn enkele vergoedingen aangepast als gevolg van de voortdurende evaluatie van de vergoedingen. Het betreft hier voornamelijk wijzigingen in verdeelsleutels. Een verdeelsleutel dient ter verdeling van de kosten over de baathebbers binnen een groep van gelijksoortige werkzaamheden. Ten slotte zij opgemerkt dat de in de regeling opgenomen vergoedingen ten opzichte van de vergoedingen voor 2004 gemiddeld met de inflatiecorrectie van 0,9% zijn gestegen.

In de artikelsgewijze toelichting zal meer in het bijzonder ingegaan worden op de artikelen van de Regeling die een wijziging ten opzichte van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004 behelzen.

Over 2003 is aan het agentschap in het kader van de controle van de jaarrekening, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de comptabiliteitswet, een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven. Dit houdt onder meer in dat de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten, alsmede kapitaaluitgaven en -⁠ontvangsten, tot stand gekomen zijn in overeenstemming met de begrotingswetten en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. De jaarrekening 2003 is opgenomen in het jaarverslag 2003. In lijn met het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het in het kader van de operatie marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit (MDW) opgestelde rapport ‘Maat houden, een kader voor doorberekening van toelatings- en handhavingskosten’ (Kamerstukken II 1995-1996, 24 036, nr. 22), worden de kosten van repressieve strafrechtelijke handhaving en de kosten van administratief bezwaar en beroep niet doorberekend in de vergoedingen. Deze kosten zijn voor 2005 begroot op in totaal € 2.587.000.

Deze regeling veroorzaakt geen lasten voor het bedrijfsleven.

II. Artikelsgwijs

Artikel 2

Zoals hiervoor in de algemene toelichting reeds is aangegeven, zijn de vergoedingen gemiddeld met 0,9% (inflatiecorrectie) verhoogd. Enkele vergoedingen zijn niet verhoogd omdat met de hoogte van de vergoedingen de kosten reeds in voldoende mate worden gedekt. Het betreft hier de vergoedingen voor de (sub)categorieën en toepassingen I.A.1 ‘Zendende satellietgrondstations’, I.A.3 ‘Standaard internationale frequentiecoördinatie satellietgrondstations’, I.A.4 ‘Point-point straalverbindingen’, I.B.3 ‘Trunking en datamonitoring’, I.C ‘Mobiele openbare telefonie en semafonie’, I.D.1 ‘Radarinstallaties maritiem gebruik’, I.F.2 ‘Analoge TV’, I.F.4 ‘Wereldomroep’, II.B ‘Afgifte verklaringen, keuringen en erkenningen’ en II.C ‘Randapparatuur’.

Voor een aantal (sub)categorieën en toepassingen worden de vergoedingen verhoogd met circa 4%. De verhoging is nodig omdat met de huidige vergoedingen de kosten niet in voldoende mate worden gedekt. Het betreft hier: I.A.2 ‘Satellite News Gathering’, I.A.5 ‘Point-multipoint straalverbindingen en WLL’, I.B.2 ‘Tijdelijke gesloten netten’, I.B.4 ‘Maritieme mobiele communicatie’, I.B.5 ‘Marifoonwalstation’, I.B.6 ‘HF-oproepinrichting, Radioafstandbesturing en telemetrie’, I.B.8 ‘Portofoon/mobilofoon tijdelijk gebruik’, I.D.2 ‘Radarsystemen landmobiel’, I.E ‘Radiozendamateurs’, I.F.3 ‘DVBT/TDAB’ en II.A ‘Examens en certificaten’.

Zoals reeds aangegeven behelst de voornaamste wijziging ten opzichte van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004 de introductie van subcategorieën voor werkzaamheden ten aanzien van het gebruik van frequentieruimte voor luchtvaart.

Luchtvaart

Met ingang van 2005 wordt de allocatie van de kosten voor werkzaamheden van het agentschap met betrekking tot luchtvaart herzien. De reden voor deze herziening is allereerst het resultaat van een evaluatie die is gepleegd in het kader van de doorberekening van kosten van werkzaamheden met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte in de luchtvaart. Krachtens de Telecommunicatiewet en het daarop gebaseerde Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet worden de kosten van dergelijke werkzaamheden bij profijthebbers in rekening gebracht. Gebleken is dat het profijt van de werkzaamheden van het agentschap niet alleen bij Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) ligt, doch ook bij de gebruikers van luchtvaartuigen en overige luchtvaart grondstations. Doordat het agentschap toezicht houdt op de grondstations kunnen gebruikers van luchtvaartuigen – die tevens vergunninghouder zijn in de zin van paragraaf 3.2 van de Telecommunicatiewet – ongestoord navigeren en communiceren. Het ligt dan ook in de rede om bij deze gebruikers een evenredig deel van de kosten van werkzaamheden via vergoedingen in rekening te brengen.

Voorts worden de werkzaamheden van LVNL op het gebied van frequentieplanning en coördinatie overgenomen door het agentschap. De met deze werkzaamheden gemoeide kosten worden eveneens per 1 januari 2005 bij de luchtvaartfrequentiegebruikers in rekening gebracht.

Tot slot wordt bij de indeling van de nieuwe subcategorieën van werkzaamheden op het gebied van luchtvaart rekening gehouden met hetgeen thans is geregeld in artikel 5.14 Wet Luchtvaart (Stb. 1992, 368; laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2003, 24). Dit artikel bepaalt dat, onder voorwaarden, door een instantie van een aangrenzende Staat luchtverkeersdienstverlening kan worden gegeven in delen van het luchtruim boven Nederland. Dit heeft als gevolg dat mogelijk in de toekomst ook andere organisaties dan alleen LVNL luchtvaart grondstations ten behoeve van luchtverkeersdienstverlening gaan beheren.

Ten gevolge van het vorenstaande is gekozen voor het uitbreiden van de subcategorieën van werkzaamheden op het gebied van luchtvaart. In bijlage I zijn er zes nieuwe subcategorieën toegevoegd. Het gaat om de categorieën I.B.11 tot en met I.B.16. Hierin zijn tevens meegenomen de werkzaamheden op het gebied van luchtvaart die in de reeds bestaande subcategorieën I.B.4 en I.B.5 zijn opgenomen.

Hiermee is tevens het bedrag, genoemd in artikel 4, onder c, van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004 komen te vervallen.

Voorts zijn de volgende aanpassingen doorgevoerd.

Subcategorie I.B.4

De toepassing ‘VHF/UHF-radiotelefonen met beperkt afstandsbereik voor landmobiel gebruik, zijnde portofonen voor algemene toepassingen (PAT)’ vervalt per 1 januari 2005, waardoor deze toepassing in subcategorie I.B.4 tevens vervalt.

De ‘UHF-installatie voor maritiem gebruik (marifoon)’ is geschrapt. Een marifoon werkt alleen op de VHF-frequentieband. Een marifoon is dus altijd een ‘VHF-installatie voor maritiem gebruik’.

Het ‘Automatic Identification System (AIS)’ is een nieuw systeem. Het is een toepassing voor het verkrijgen van informatie van het scheepvaartverkeer langs de kust. Het AIS is een ‘VHF-installatie voor maritiem gebruik’ en valt dus onder deze subcategorie.

De ‘draagbare VHF/UHF-installatie voor maritiem gebruik (portosec)’ komt te vervallen. Een portosec is een specificatie van een ‘draagbare VHF/UHF-installatie voor maritiem gebruik (portofoon)’, maar geen andere toepassing. Beide zijn een draagbare VHF/UHF-installatie voor maritiem gebruik. De portosec wordt in de onderhavige regeling niet meer apart genoemd, maar valt dus onder de portofoon.

De ‘VHF-installatie voor bevoorrading en andere maritieme aangelegenheden’ komt te vervallen. Deze toepassing is een specificatie van een ‘VHF-installatie voor maritiem gebruik (marifoon)’, maar geen andere toepassing en is daarom in deze regeling niet meer apart vermeld.

Subcategorie I.B.10

De subcategorie ‘kortegolf kuststation‘ is nieuw. Bij verlening van een vergunning voor gebruik van de kortegolf frequentieband door een kuststation vindt individuele beoordeling plaats met betrekking tot toewijzing, frequentieplanning en coördinatie.

Subcategorieën I.B.11 tot en met I.B.16.

Deze nieuwe subcategorieën zijn voor de volgende luchtvaarttoepassingen:

– I.B.11: Recreatief gebruik luchtvaartuigen

– I.B.12: Kleine luchtvaart (VFR-verkeer)

– I.B.13: Grote luchtvaart

– I.B.14: Grondstations gedeeld gebruik communicatiefrequenties

– I.B.15: Grondstations gepland en gecoördineerd gebruik

– I.B.16: Grondstations luchtverkeersdienstverlening/vitaal gebruik

Voor de toelichting op het toevoegen van deze subcategorieën wordt verwezen naar de vorenstaande paragraaf luchtvaart.

Subcategorie I.D.1

De vergoeding voor het frequentiegebruik voor de Emergency Locator Transmitter, in de onderhavige regeling kortweg aangeduid met ‘ELT’ is opgenomen in de vergoedingen van de nieuwe subcategorieën ‘kleine luchtvaart’ (I.B.12) en ‘grote luchtvaart’ (I.B.13). Het is daarom niet meer noodzakelijk de werkzaamheden met betrekking tot dit frequentiegebruik apart te definiëren. Deze toepassing wordt daarom niet meer genoemd in deze subcategorie.

Subcategorie I.D.2

‘Baken voor helikopter (helibeacon)’ is een nieuwe toepassing in deze subcategorie. Helikopterbakens worden gebruikt op boorplatforms en dienen als aanvliegbaken voor helikopters om op het betreffende platform te landen. De frequentieplanning hiervoor werd uitgevoerd door de LVNL waardoor het agentschap geen kosten in rekening bracht bij de vergunninghouder.

Als gevolg van de door het agentschap over te nemen frequentieplanning van LVNL voor deze toepassing is het noodzakelijk dat het agentschap voor deze planning en voor het toezicht kosten in rekening brengt.

Subcategorie I.E.2

De vergunning voor ‘radiozendamateurs niet-ingezetenen van Nederland’ is verplaatst naar deze nieuwe subcategorie omdat over het algemeen de kosten met betrekking tot deze vergunning gelegen zijn in de werkzaamheden op het gebied van verlening van de vergunning. Waar tot op heden de vergoeding in rekening wordt gebracht naar rato van de periode dat vergunning geldt, is thans gekozen voor het alleen in rekening brengen van een vergoeding voor verlening.

Subcategorie I.E.3

Het wijzigen van roepletters wordt voortaan begrepen onder het algemene wijzigingstarief van € 28,–, genoemd in artikel 6, eerste lid, van de onderhavige regeling. De subcategorie ‘toewijzing van bijzondere roepletters’ is vernummerd van I.E.2 naar I.E.3.

Subcategorie II.A.2

Het examen ‘opnemen en seinen van morsetekens’ is per 16 mei 2004 niet meer af te leggen. Zie hiertoe de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 10 mei 2004, nr. AT-EZ/5443017.JZ, houdende wijziging van diverse regelingen in verband met het vervallen van de verplichting om te beschikken over de vaardigheden op het gebied van morsetelegrafie (Stcrt. 2004, 92). De vergoeding voor dit examen komt dan ook te vervallen.

Subcategorie II.A.3

In de Examenregeling frequentiegebruik is artikel 20, tweede lid, geschrapt. Er kunnen dus geen ontheffingen voor amateur-examens op basis van dit artikellid meer worden afgegeven. De vergoeding hiervoor vervalt dan ook. Ingevolge artikel 26 van de Examenregeling frequentiegebruik heeft de minister de mogelijkheid om een ontheffing te verlenen voor een maritiem examen. Met de onderhavige regeling wordt voorzien in de mogelijkheid voor de werkzaamheden met betrekking tot de ontheffing kosten bij de aanvrager in rekening te brengen.

Bijlage II

Voor de uurtarieven is een nieuwe tariefstelling vastgesteld. De indirecte uren worden thans in een opslag op de directe uren in rekening gebracht. Deze tariefstelling sluit beter aan op de binnen het ministerie van Economische Zaken gehanteerde tariefstelling. De structuur is vereenvoudigd door vijf groepen met uurtarieven te maken. De afzonderlijke tarieven voor overwerk of onregelmatigheid komen te vervallen. Deze worden in de onderhavige regeling vastgesteld als toeslag ter hoogte van een percentage van het normale uurtarief. De aparte toeslagen voor apparatuur en automatisering komen eveneens te vervallen. De automatiseringskosten worden in de onderhavige regeling opgenomen in de uurtarieven. De apparatuurkosten worden opgenomen in de uurtarieven voor auto’s.

Artikel 3

Dit artikel komt overeen met artikel 3 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004.

Artikel 4

De vergoedingen voor het ministerie van Defensie en het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn niet gestegen. Met de huidige vergoeding worden reeds in voldoende mate de gemaakte kosten gedekt. De vergoeding voor het Korps Landelijke Politiediensten is met 4% gestegen. Dit komt doordat met de huidige vergoeding de kosten van de werkzaamheden ten aanzien van deze frequentiegebruiker niet in voldoende mate worden gedekt. De overige vergoedingen genoemd in dit artikel zijn met 0,9% (inflatiecorrectiepercentage) gestegen.

Als gevolg van de overname door het agentschap van het frequentiemanagement dat tot op heden door de luchtverkeersleiding Nederland worden uitgevoerd zijn de kosten ten aanzien van deze gebruiker komen te vervallen. De door AT te maken kosten van werkzaamheden op het gebied van luchtvaart worden thans verhaald op de gebruikers van luchtvaartfrequentieruimte.

Artikel 5

Om in aanmerking te komen voor een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte met behulp van radiozendapparaten aan boord van schepen, dient de aanvrager van de vergunning een certificaat van bediening te hebben. Dit certificaat wordt verkregen nadat met goed gevolg examen is afgelegd in de bediening van maritieme radiozendapparaten. De examens worden afgenomen door watersportbonden die daartoe door het agentschap zijn aangewezen. De watersportbonden ontvangen van de kandidaten het examengeld. Teneinde de afdracht van de watersportbonden aan het agentschap op een kostendekkend niveau te krijgen worden de tarieven voor het afnemen van maritieme examens per 1 augustus 2005 met € 3 verhoogd. De voornoemde datum is gerelateerd aan het begin van het cursusjaar.

Artikel 6

Dit artikel ziet op de vergoeding voor de kosten die voor het agentschap zijn gemoeid met het behandelen van aanvragen voor de verlenging, wijziging en/of de overdracht van vergunningen in de zin van paragraaf 3.2 van de wet. Het artikel is ten opzichte van 2004 op een tweetal punten gewijzigd. Allereerst is in het eerste lid de categorie I.G, ‘immuniteitsbeproevingen’, toegevoegd. Abusievelijk is in 2004 deze categorie niet ondergebracht in dit artikel. Voorts is een derde en vierde lid toegevoegd. In deze leden wordt de vergoeding vastgesteld voor het wijzigen van een vergunning van de in die leden genoemde subcategorieën, voor zover deze wijziging noopt tot het individueel of algemeen plannen van een nieuwe frequentie. Voor het opnieuw individueel of algemeen plannen van een frequentie worden substantieel meer kosten gemaakt door onder andere de (internationale) coördinatie van de frequentie. De facto is hier sprake van dezelfde werkzaamheden als die bij het verlenen van een nieuwe vergunning moeten worden verricht. Om deze reden is ervoor gekozen aan te sluiten bij de vergoeding voor verlening van de vergunning.

Artikel 7 en 8

Deze artikelen komen overeen met de artikelen 7 en 8 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004.

Artikel 9

Dit artikel komt overeen met artikel 9 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004. Met het onderhavige artikel wordt gebruik gemaakt van de in artikel 7 van het besluit neergelegde mogelijkheid om af te wijken van de in laatstgenoemd artikel opgenomen bepaling dat de vergoeding door degene die de vergoeding is verschuldigd bij vooruitbetaling dient te worden voldaan. Dit is nodig omdat de vergoedingen voor uitvoeringswerkzaamheden steeds achteraf in rekening worden gebracht en de vergoedingen voor toezichtswerkzaamheden soms aan het einde van het kalenderjaar waarop de vergoeding betrekking heeft. Indien de vergoedingen voor toezichtswerkzaamheden in december van dat jaar in rekening worden gebracht, behoeven zij – gelet op de betalingstermijn van dertig dagen – niet meer tijdens dat jaar te worden betaald, zodat niet langer kan worden gesproken van een verplichting tot vooruitbetaling.

Artikelen 10 en 11

Deze artikelen komen overeen met de artikelen 10 en 11 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004.

Artikel 12

Dit artikel heeft een overeenkomstige strekking als artikel 12 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004. Die regeling wordt ingetrokken, zij het dat de bepalingen van die regeling (na 31 december 2004) van toepassing blijven op de werkzaamheden of diensten die in het kalenderjaar 2004 door het agentschap zijn verricht. Hiermee wordt bereikt dat voor alle werkzaamheden of diensten die in 2004 door het agentschap zijn verricht de vergoedingen gelden zoals neergelegd in de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004, ook indien facturering of afhandeling van de factuur heeft plaatsgevonden na 31 december 2004.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Naar boven