Wijziging Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus

Regeling van de Minister van Justitie van 13 december 2004, nr. 5323435/504, tot wijziging van de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 10, tweede lid van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;

Besluit:

Artikel I

De Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 21 (eisen alarmapparatuur) vervalt.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 december 2004.
De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.

Toelichting

Volgens de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus kan de minister van Justitie eisen stellen aan alarmapparatuur die wordt aangesloten op een particuliere alarmcentrale. Deze eisen zijn opgenomen in artikel 21 eerste en tweede lid van de regeling en houden in dat alarmapparatuur gecertificeerd moet zijn. De gedachte daar achter is dat met gekwalificeerde apparatuur alarmeringen die tot nodeloze inzet van de politie leiden, kunnen worden voorkomen. In de praktijk blijkt echter dat technische eisen voor alarmapparatuur aan dat doel niet of onvoldoende bijdragen. Geconcludeerd wordt dat een juiste toepassing en implementatie van beveiligingscomponenten in een alarminstallatie en goed gebruik van de installatie door de eigenaar veel meer bijdragen aan een correcte werking van een installatie dan toepassing van gecertificeerde componenten waartoe artikel 21 verplicht. De inzet van de politie lijkt efficienter te kunnen worden geregeld door bijvoorbeeld verplichte alarmverificatie en het verbinden van gevolgen aan nodeloze alarmeringen. In verband daarmee is de vraag gerezen of er nog wel voldoende grond is om vanuit het ministerie van Justitie eisen te blijven stellen aan alarmapparatuur. Deze vraag is om advies voorgelegd aan de Raad Criminaliteitspreventie van het Nationaal Centrum voor Preventie, waarin de beveiligingsbranche, het Verbond van Verzekeraars, gebruikersorganisaties, de politie en de overheid is vertegenwoordigd. In afwachting van dit advies is de toepassing van artikel 21 opgeschort tot 1 januari 2005. Voormelde raad heeft geadviseerd de eisen in te trekken en het tot stand komen van samenwerkingsafspraken tussen de politie en de particuliere alarmcentrales te bevorderen. De Raad Criminaliteitspreventie verwacht ook dat de inmiddels verschenen en nog te publiceren Europese normen op het gebied van beveiligingscomponenten voldoende waarborgen bieden voor het goed functioneren van beveiligingsproducten en in het verlengde daarvan het beveiligingssysteem. De politie en de branche werken inmiddels gezamenlijk aan het opstellen van voorstellen voor alarmopvolging gericht op een doelmatige inzet van de politie. Deze voorstellen zullen zo spoedig mogelijk ter besluitvorming aan de Raad van Hoofdcommissarissen worden voorgelegd. Gelet op de maatregelen die worden genomen om nodeloze inzet van de politie te voorkomen, kunnen, ook in het licht van het streven regelgeving zoveel mogelijk te beperken en lasten voor het bedrijfsleven te verminderen, de ministeriële eisen voor alarmapparatuur vervallen.

De Minister van Justitie,

J.P.H. Donner

Naar boven