Wijziging Volmachtregeling VWS en Mandaatregeling VWS

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 december 2004, nr. DWJZ/BWJP- 2535031, houdende wijziging van de Volmachtregeling VWS en de Mandaatregeling VWS

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluit:

Artikel I

De Volmachtregeling VWS1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het bepaalde onder f komt te luiden:

f. raamovereenkomst: een overeenkomst met een of meer ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden betreffende te plaatsen opdrachten vast te leggen, met name wat betreft prijs en, in voorkomend geval, de beoogde hoeveelheid;

2. Het bepaalde onder g komt te luiden:

g. de Coördinerend Directeur Inkoop: de door de Minister als zodanig aangewezen ambtenaar.

B

Artikel 5 komt te vervallen.

C

Artikel 10, eerste lid, onder e, komt te luiden:

e. de Hoofdinspecteur Jeugdzorg;

D

In artikel 12, eerste, tweede en derde lid, en artikel 13, tweede en derde lid, wordt steeds de zinsnede ‘de Coördinerend Directeur Aanschaffingsbeleid’ vervangen door: de Coördinerend Directeur Inkoop.

E

In artikel 12, tweede, vierde en vijfde lid, en artikel 13, vierde lid, wordt steeds de zinsnede ‘mantelovereenkomst’ en ‘mantelovereenkomsten’ vervangen door: raamovereenkomst respectievelijk raamovereenkomsten.

F

Het opschrift van Hoofdstuk 6 komt te luiden:

HOOFDSTUK 6. BIJZONDER ONDERVOLMACHT

G

In artikel 17, eerste lid, wordt de zinsnede ‘in de Hoofdstukken 3, 4 en 5 bedoelde ambtenaren’ vervangen door: op grond van de Hoofdstukken 3, 4 en 5 bevoegde functionarissen.

Artikel II

De Mandaatregeling VWS2 wordt als volgt gewijzigd.

A

Artikel 5 komt te vervallen.

B

Artikel 10, onder e, komt te luiden:

e. de Hoofdinspecteur Jeugdzorg;

C

Artikel 16a wordt gewijzigd als volgt.

1. Voor de tekst van artikel 16a wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst en wordt de zinsnede ‘in de hoofdstukken 3, 4 en 5 bedoelde’ vervangen door: op grond van de Hoofdstukken 3, 4 en 5 bevoegde.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Bijzonder ondermandaat aan personen die geen ambtenaar zijn, wordt slechts verleend voor zover daartoe dwingende redenen zijn.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

De in de Volmachtregeling VWS gehanteerde term ‘mantelovereenkomst’ is achterhaald. In navolging van de nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijn (Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten) wordt uitsluitend nog de term ‘raamovereenkomst’ gebruikt.

Onderhavige wijziging vervangt de term ‘mantelovereenkomst’ door de term ‘raamovereenkomst’.

Aangezien de naam van de Inspectie Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming is gewijzigd in Inspectie Jeugdzorg is in onderhavige wijziging de naam van de Hoofdinspecteur daarop aangepast. Daarnaast is de naamswijziging van de Coördinerend Directeur Aanschaffingsbeleid in Coördinerend Directeur Inkoop meegenomen in onderhavige wijziging.

In een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 25 februari 2004, nr. 200303658/1 (NJB 2004, 23) heeft de Afdeling geoordeeld dat de Regeling ondermandaat Directoraat-Generaal van de Volkshuisvesting van het ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer niet voldoet aan de op grond van artikel 10:5 van de Algemene wet bestuursrecht te stellen eisen en daarom onverbindend is. De Afdeling had uit een oogpunt van rechtszekerheid voor de burger bezwaar tegen het in deze mandaatregeling voorkomende artikel, waarin is bepaald dat de functionaris zijn mandaat uitoefent voorzover de beslissingsbevoegdheid naar zijn oordeel en verantwoordelijkheid niet door een hiërarchisch hogere functionaris of door de minister behoeft te worden uitgeoefend.

De Mandaat- en Volmachtregeling VWS bevatten ook een dergelijk artikel, namelijk artikel 5. In onderhavige wijziging van de Mandaat- en Volmachtregeling VWS komt genoemde artikel in beide regelingen te vervallen. Een en ander zal nu door een interne instructie aan de mandatarissen worden vervangen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

  • 1

    Stcrt. 1996, 61; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 14 maart 2003, Stcrt. 52.

  • 2

    Stcrt. 1999, 182; Stcrt. 2002, 33, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 14 maart 2003 (Stcrt. 52).

Naar boven