Intrekking Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 13 december 2004, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/URP/2004/84086, houdende intrekking van de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders in verband met de inwerkingtreding van de Wet kinderopvang

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel I

1. De Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders wordt ingetrokken.

2. De regeling, genoemd in het eerste lid, zoals deze luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling, blijft van toepassing op de afwikkeling van de subsidie, verleend op grond van die regeling.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 december 2004.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

Met ingang van 1 januari 2005 treedt de Wet kinderopvang in werking. Als gevolg daarvan kan de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders, welke regeling in die wet is geïncorporeerd, met ingang van die datum vervallen. Artikel I, eerste lid, van de onderhavige regeling strekt daartoe. Teneinde te voorkomen dat de in die regeling opgenomen verantwoordingsplicht van gemeenten over de verleende subsidie over de jaren tot en met 2004 eveneens zou komen te vervallen en om een juridische basis te behouden voor het financieel afwikkelen van eerder verstrekte subsidies, is in het tweede lid bepaald, dat de regeling daarop van toepassing blijft.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

Naar boven