Wijziging Regeling voorzieningen stralingsbescherming werknemers

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 december 2004, Directie Arbeidsveiligheid en -gezondheid, nr. A&G/W&B/2004/80176, tot wijziging van de Regeling voorzieningen stralingsbescherming werknemers

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 87, zesde lid, 91, vierde lid, 94, vierde lid, van het Besluit stralingsbescherming;

Besluit:

Artikel I

De Regeling voorzieningen stralingsbescherming werknemers1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan het slot van artikel 5 wordt een nieuw achtste lid toegevoegd dat komt te luiden:

8. Een verzoek tot wijziging van de dosisgegevens in het dosisregistratiesysteem wordt door de ondernemer ingediend bij de bedrijfstakdirecteur van de Arbeidsinspectie.

B

Artikel 6, zevende lid, komt te luiden:

7. De beheerder van het NDRIS wijzigt de dosisgegevens slechts op verzoek van de bedrijfstakdirecteur van de Arbeidsinspectie.

C

Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 89,65’ vervangen door: € 90,65.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 18,99’ vervangen door: € 19,20.

D

In bijlage B behorende bij artikel 7 wordt het model inlegvel stralingspaspoort vervangen door het volgende model:

Model inlegvel stralingspaspoort

stcrt-2004-246-p22-SC67819-1.gifstcrt-2004-246-p22-SC67819-2.gif

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel C, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 december 2004.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

Artikel I, onderdelen A en B

De verantwoordelijkheid voor de procedure voor het wijzigen van dosisgegevens die met de persoonlijke controlemiddelen zijn gegenereerd, lag op grond van artikel 6, zevende lid, van de Regeling voorzieningen stralingsbescherming werknemers bij de beheerder van het Nationaal Dosis Registratie- en Informatie Systeem (NDRIS). Deze situatie komt echter niet overeen met de ingeburgerde en overigens gewenste situatie dat de Arbeidsinspectie de verzoeken tot wijziging van dosisgegevens onderzoekt en beoordeelt. Daarom zijn de artikelen 5 en 6 van de regeling op dit punt aangepast. Voortaan dienen de verzoeken tot wijziging van de dosisgegevens in het dosisregistratiesysteem gericht te worden aan de bevoegde bedrijfstakdirecteur van de Arbeidsinspectie. Dit is de bedrijfstakdirecteur Industrie. Het adres is:

Arbeidsinspectie kantoor Utrecht

Kernenergiewetzaken

Postbus 820

3500 AV Utrecht

De volledige procedure voor wijziging van de dosisgegevens is te lezen op de website van de Arbeidsinspectie: www.arbeidsinspectie.nl. Tevens is hier het formulier te vinden dat gebruikt kan worden bij de verzoeken.

De nieuwe procedure wijkt op één onderdeel af van hetgeen hierover is vermeld bij de artikelen 92 en 93 in de Nota van toelichting bij het Besluit stralingsbescherming1 . De ondernemer dient namelijk rechtstreeks een verzoek tot wijziging van de dosis in bij de bevoegde bedrijfstakdirecteur van de Arbeidsinspectie, in plaats van bij het NDRIS, zoals in de Nota van toelichting wordt beschreven. De benodigde toestemming van de bedrijfstakdirecteur van de Arbeidsinspectie voordat tot wijziging van dosisgegevens in NDRIS mag worden overgegaan, is conform genoemde Nota van toelichting.

Artikel I, onderdeel C

De wijziging van de bedragen in artikel 9, eerste en tweede lid, vloeit voort uit het derde lid van dit artikel: aanpassing aan de prijsontwikkelingen. De verhoging van de kosten van het stralingspaspoort en het inlegvel is gebaseerd op het consumentenprijsindexcijfer van augustus 2004 zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel I, onderdeel D

Werknemers die in het buitenland werkzaamheden uitvoeren met radioactieve stoffen of toestellen, dienen in het bezit te zijn van een stralingspaspoort waarin de in het buitenland opgelopen effectieve dosis wordt genoteerd. NRG verwerkt vervolgens deze dosis in het NDRIS. Het blijkt dat soms werknemers die kortdurend werk uitvoeren in het buitenland, de eigen dosismeter dragen tijdens deze werkzaamheden. De kans bestaat dan dat zowel de dosis in het stralingspaspoort als de uit de dosismeter afgelezen dosis worden geregistreerd in NDRIS. Om dit te voorkomen kan in het nieuwe stralingspaspoort aangegeven worden dat er met een eigen dosismeter wordt gewerkt in het buitenland, en dat dus de dosis in het stralingspaspoort niet hoeft te worden geregistreerd. Deze gang van zaken is niet helemaal conform artikel 94, eerste lid, van het Besluit Stralingsbescherming.

In dit lid is bepaald dat de Nederlandse ondernemer zijn werknemer zowel een persoonlijk dosiscontrolemiddel als een stralingspaspoort ter beschikking moet stellen bij werkzaamheden in een andere lidstaat van de EU. Een dergelijke dubbele eis lijkt bij nader inzien overdreven.

Bij de volgende wijziging van het Besluit stralingsbescherming zal deze bepaling daarom worden aangepast, zodanig dat de keuze wordt gelaten om werknemers hetzij van een stralingspaspoort, hetzij van het paspoort gecombineerd met het eigen persoonlijke dosiscontrolemiddel te voorzien.

Een tweede wijziging in het stralingspaspoort betreft de dosisgegevens voor aanvang werkzaamheden (onderdeel B). Hierin is de mogelijkheid opgenomen om opgave van de gesommeerde dosis over de afgelopen 4 kalenderjaren op te nemen. Dit wordt gevraagd door landen met een 5-jaars dosislimiet en kan daarom van belang zijn voor de inlenende werkgever.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

  • 1

    Stcrt. 2002, 42; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 20 februari 2004, Stcrt. 38.

Naar boven