De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Gelet op de artikelen 3 en 4 van het Besluit borgstelling MKB-kredieten 1997;
Besluit:
Artikel I
Artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van de bijlagen 1 en 2 bij de Uitvoeringsregeling BMKB 19971 komt telkens te luiden:
d. indien door de Bank gelijktijdig met het sluiten van de kredietovereenkomst, uit hoofde waarvan een bedrijfsborgstellingskrediet aan de ondernemer wordt verstrekt, met de ondernemer een kredietovereenkomst is gesloten uit hoofde waarvan de ondernemer voor tenminste hetzelfde bedrag als het bedrijfsborgstellingskrediet of, indien het bedrijfsborgstellingskrediet wordt verstrekt aan:
1°. een ondernemer die ten tijde van de verstrekking starter was, voor een bedrag van ten minste 25 procent, of
2°. een ondernemer die ten tijde van de verstrekking innovatieve ondernemer was, voor een bedrag van ten minste 50 procent
van het bedrijfsborgstellingskrediet over een bankfaciliteit beschikt, die niet bestemd is en niet gebruikt wordt voor de aflossing van bankfaciliteiten waarover de ondernemer beschikt bij de Bank of een aan de Bank gelieerde bank.
Artikel II
Artikel 5 van de bijlagen 1 en 2 bij de Uitvoeringsregeling BMKB 1997 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, onderdeel b, komt telkens te luiden:
b. de Bank uitstel verleent van de verplichting tot aflossing van alle bankfaciliteiten gedurende de onder a bedoelde periode, dan wel uitstel verleent van de verplichting tot aflossing van een gedeelte van de bankfaciliteiten, waarbij de som van de aflossingsbedragen ten minste even groot is als de som van de aflossingsbedragen waarvoor de Bank uitstel verleent als bedoeld onder a, of, indien het bedrijfsborgstellingskrediet is verstrekt aan:
1°. een ondernemer die ten tijde van de verstrekking starter was, ten minste 25 procent bedraagt van de som van de aflossingsbedragen waarvoor de Bank uitstel verleent als bedoeld onder a, of
2°. een ondernemer die ten tijde van de verstrekking innovatief ondernemer was, ten minste 50 procent bedraagt van de som van de aflossingsbedragen waarvoor de Bank uitstel verleent als bedoeld onder a, en
2. Het vierde lid, onderdeel c, komt telkens te luiden:
c. de Bank met betrekking tot de onder a bedoelde kosten bankfaciliteiten verstrekt die een bedrag van ten minste 100 procent van het in onderdeel a bedoelde bedrijfsborgstellingskrediet belopen, dan wel, indien sprake is van een starters-borgstellingskrediet, 25 procent van dit bedrijfsborgstellingskrediet, en
Artikel III
Artikel 7, derde lid, van de bijlagen 1 en 2 bij de Uitvoeringsregeling BMKB 1997 komt telkens te luiden:
3. In afwijking van het eerste lid, onder b, bedraagt de omvang van de borgstelling:
a. indien sprake is van een starters-borgstellingskrediet: ten hoogste vier maal de som van de ten tijde van de opzegging van de kredietovereenkomst bestaande en verstrekte bankfaciliteiten van de Bank voor de ondernemer;
b. indien het bedrijfsborgstellingskrediet is verstrekt aan een ondernemer die ten tijde van de verstrekking een innovatieve ondernemer was: ten hoogste twee maal de som van de ten tijde van de opzegging van de kredietovereenkomst bestaande en verstrekte bankfaciliteiten van de Bank voor de ondernemer.
Artikel IV
Artikel 8, eerste lid, onderdeel j, van de bijlagen 1 en 2 bij de Uitvoeringsregeling BMKB 1997 komt telkens te luiden:
j. de ondernemer beschikt bij de Bank over bankfaciliteiten die een bedrag van ten minste 100 procent van het bedrijfsborgstellingskrediet belopen dan wel indien:
1. het bedrijfsborgstellingskrediet wordt verstrekt aan een innovatieve ondernemer, ten minste 50 procent van het bedrijfsborgstellingskrediet belopen, of
2. een starters-borgstellingskrediet niet wordt verstrekt aan een innovatieve ondernemer, ten minste 25 procent van het bedrijfsborgstellingskrediet belopen;
Artikel V
Met betrekking tot kredieten, die zijn verstrekt voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling blijven artikel 3, eerste lid, onderdeel d, artikel 5, tweede lid, onderdeel b, en vierde lid, onderdeel c, artikel 7, derde lid, en 8, eerste lid, onderdeel j, van de bijlagen 1 en 2 bij de Uitvoeringsregeling BMKB 1997 van toepassing, zoals deze onderdelen en dit lid luidden onmiddellijk voor dat tijdstip.
Artikel VI
Het subsidieplafond voor het in 2005 verstrekken van subsidies als gevolg van de borgstellingen krachtens het Besluit borgstelling MKB-kredieten 1997 op in het jaar 2005 gemelde kredietovereenkomsten bedraagt:
a. voor bedrijfsborgstellingskredieten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling BMKB 1997: € 452.536.000,–;
b. voor bodemsaneringsborgstellingskredieten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling BMKB 1997: € 72.604.580,–.
Artikel VII
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De afgelopen jaren kwamen er steeds meer signalen dat het voor kleinere bedrijven moeilijker wordt om kredieten tot ca € 100.000 á € 150.000 te verkrijgen. Dit beeld wordt bevestigd door het afnemende gebruik van de borgstellingsregeling voor het MKB in dit segment en in een aan het kabinet uitgebracht rapport over versneld starten (Rapport ‘Starten van een onderneming’, Kamerstukken II 2003/04, 28 775, nr. 4). De Minister van Economische Zaken heeft daarom op dit punt een onderzoek laten uitvoeren. Dit onderzoek bevestigt de signalen (Rapport ‘Kleine Kredieten aan Kleine Ondernemingen’, Bureau Bartels B.V., 30 juni 2004, ter inzage gelegd bij het Ministerie van Economische Zaken). Op basis hiervan is gezocht naar oplossingen voor dit financieringsknelpunt. Op de korte termijn blijkt de enige mogelijkheid het verhogen van het garantiepercentage voor borgstellingen.
De wijziging van de Uitvoeringsregeling BMKB 1997 betreft een verhoging van de maximale borgstelling bij het starters-borgstellingskrediet. De omvang van de borgstelling bij een starters-borgstellingskrediet wordt verhoogd van ten hoogste tweemaal de som van de ten tijde van de opzegging van de kredietovereenkomst bestaande en verstrekte bankfaciliteiten van de bank voor de ondernemer naar ten hoogste vier maal die som. De borgstelling neemt daardoor toe van 67,7% naar 80% van de door de bank verstrekte lening met een maximum van € 100.000,–.
De maximale borgstelling bij het bedrijfsborgstellingkrediet dat is verstrekt aan een ondernemer die ten tijde van de verstrekking een innovatieve ondernemer was, verandert niet en blijft derhalve ten hoogste twee maal de som van de ten tijde van de opzegging van de kredietovereenkomst bestaande en verstrekte bankfaciliteiten van de bank voor de ondernemer.
Tevens wordt het subsidieplafond voor het in 2005 op grond van het Besluit borgstelling MKB-kredieten 1997 te verstrekken subsidies vastgesteld. Het subsidieplafond wordt verdeeld op de wijze, bepaald in artikel 4, tweede lid, van het Besluit borgstelling MKB-kredieten 1997.
Het garantiepercentage wordt voor borgstellingen tot € 100.000 verhoogd van 67,7% naar 80%. Daarmee is voor banken het risico dat zij op leningen tot € 125.000 lopen verder verlaagd. De verwachting is dat deze faciliteit de dalende tendens in borgstellingskredieten kan keren en daarmee de financieringsmogelijkheden voor kleinere bedrijven (waaronder veel starters) zal vergroten. Verwacht wordt derhalve dat de afname van de borgstellingen in het segment tot circa € 125.000 wordt omgebogen. Naar schatting zullen ca. 40 tot 120 extra bedrijven gebruik maken van deze nieuwe faciliteit.
De aanpassing leidt niet tot additionele administratieve lasten, gezien de verhouding van de extra aanvragers op het totaal van de aanvragers.
De met de subsidieaanvraag gemoeide administratieve lasten worden door deze regeling niet gewijzigd. Naar schatting zullen 2.500 à 3.000 aanvragers in verband met het beschikbare budget een aanvraag indienen.
Bij de uitvoering van het Besluit borgstelling MKB-kredieten 1997 en de daarop gebaseerde regelgeving, zoals de Uitvoeringsregeling BMKB 1997, wordt voldaan aan Verordening (EG) nr. 69/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de minimissteun (PbEG L 10). De verhoging van het garantiepercentage voor borgstellingen tot 80 procent van leningen tot € 125.000 brengt hier geen verandering in.