Wijziging Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 december 2004, nr. MEVA/ABA/2526332, houdende uitbreiding van de Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg met AMI-banen alsmede enige wijzigingen van ondergeschikte aard

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet volksgezondheidssubsidies;

Besluit:

Artikel I

De Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onder c, wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen 1° en 2° vervallen, onder vernummering van onderdeel 3° tot onderdeel 1°.

2. Aan het slot wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

2°. Een privaatrechtelijke dienstbetrekking waarvoor het Sectorfonds zorg een jaarlijkse subsidie in de loonkosten heeft verstrekt met middelen die door de minister beschikbaar zijn gesteld voor arbeidsmarktimpulsen.

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid, wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Indien een werkgever voor de betrokken reguliere dienstbetrekking een subsidie bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aangevraagd op grond van de Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen en die aanvraag is afgewezen ná de datum waarop de reguliere dienstbetrekking is aangevangen dan wel, in geval van een proeftijd, ná het verstrijken van die proeftijd, kan de aanvraag voor een subsidie op grond van de onderhavige regeling, in afwijking van het eerste lid, worden ingediend:

a. indien de afwijzing door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft plaatsgevonden vóór 1 januari 2005: vóór 1 april 2005;

b. indien de afwijzing door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft plaatsgevonden op of na 1 januari 2005: binnen 3 maanden na de datum van die afwijzing.

2. In de eerste volzin van het derde lid wordt ‘het eerste lid’ steeds vervangen door: het eerste of tweede lid.

C

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, onder a, sub 3° komt als volgt te luiden:

3°. indien sprake is van een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 1, onder c, onderdeel 1°: het bedrag dat de gemeente voor die dienstbetrekking heeft betaald uit de uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, onder a, van de Wet werk en bijstand alsmede het aantal uren per week waarin de betrokken werknemer werkzaam was in die dienstbetrekking;

2. Onder vernummering van het vierde lid tot het zesde lid, worden na het derde lid twee leden ingevoegd, luidende:

4. Indien een werkgever voor de betrokken reguliere dienstbetrekking een subsidie bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aangevraagd op grond van de Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen en die aanvraag is afgewezen, gaat de aanvraag vergezeld van een afschrift van het afwijzende besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

5. Een verklaring als bedoeld in het tweede lid, onder a, is niet vereist indien de betrokken werknemer gedurende de periode van 12 maanden, onmiddellijk voorafgaand aan de reguliere dienstbetrekking, uitsluitend werkzaam is geweest in een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 1, onder c, onderdeel 2°.

D

De bijlage wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage.

Artikel II

1. Indien een subsidie als bedoeld in artikel 2 van de Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg wordt gevraagd voor een reguliere dienstbetrekking die is aangevangen vóór 1 januari 2005:

a. blijven de onderdelen 1° en 2° van artikel 1, onder c, van de Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg zoals deze luidden op de datum vóór de inwerkingtreding van de onderhavige regeling van toepassing naast de nieuwe onderdelen 1° en 2° van artikel 1, onder c, van voornoemde regeling;

b. wordt bij de subsidieaanvraag gebruik gemaakt van een formulier dat is ingericht overeenkomstig het als bijlage bij de onder a genoemde regeling gevoegde model zoals dat luidde op de datum vóór de inwerkingtreding van de onderhavige regeling.

2. Het eerste lid, onder b, is niet van toepassing indien de betrokken werknemer in het jaar voorafgaande aan de reguliere dienstbetrekking werkzaam is geweest in een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 1, onder c, onderdeel 2°, van de Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Bijlage, genoemd in artikel I, onder D

stcrt-2004-243-p18-SC67775-1.gifstcrt-2004-243-p18-SC67775-2.gifstcrt-2004-243-p18-SC67775-3.gifstcrt-2004-243-p18-SC67775-4.gifstcrt-2004-243-p18-SC67775-5.gifstcrt-2004-243-p18-SC67775-6.gif

Toelichting

Deze regeling omvat drie wijzigingen van de Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg.

Toevoeging AMI-banen als gesubsidieerde dienstbetrekking; wijziging artikel I, onder A, sub 2, en C, sub 2 (toevoeging vijfde lid)

Naar aanleiding van het op 5 februari 2003 ondertekende Convenant gesubsidieerde arbeid zorgsector is de Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg tot stand gebracht. Die regeling voorziet in een subsidie voor werkgevers in de zorgsector die een reguliere baan voor onbepaalde tijd aangaan met een werknemer die tot op dat moment in een gesubsidieerde dienstbetrekking werkzaam was. Daarbij is het begrip ‘gesubsidieerde dienstbetrekking’ ingevuld als zijnde – kortweg – een ID-baan, een WIW-dienstbetrekking of een baan waarvoor de gemeente minimaal een nader aangegeven bedrag aan loonkostensubsidie betaalt (zie artikel 1, onder c, onderdelen 1°, 2° en 3°). Onlangs is tussen partijen van voornoemd convenant afgesproken het begrip ‘gesubsidieerde dienstbetrekking’ te verruimen met de zgn. Arbeidsmarktimpuls-banen (hierna: AMI-banen). Dit zijn banen waarvoor het Sectorfonds zorg een jaarlijkse subsidie in de loonkosten heeft verstrekt uit de middelen die door de minister beschikbaar zijn gesteld voor arbeidsmarktimpulsen. Het betreft hierbij 3 soorten subsidies. In de eerste plaats subsidies die door het Sectorfonds zorg zijn verstrekt op grond van de Richtlijn subsidievoorwaarden Arbeidsmarktimpuls Dagverblijven en Tehuizen voor Gehandicapten. Werkgevers in de gehandicaptenzorg kunnen op grond van voornoemde Richtlijn een jaarlijkse subsidie van het sectorfonds ontvangen als ze een langdurig werkloze in dienst hebben genomen dan wel een herintreder, een WIW-er na afloop van het WIW-dienstverband of een allochtoon. In de tweede plaats betreft het subsidies die het Sectorfonds zorg heeft verstrekt op grond van de Bijdrageregeling arbeidsmarktimpuls gezondheidscentra. Daarbij gaat het om het subsidiëren van nieuwe functies bij gezondheidscentra welke functies zich bevinden aan de onderkant van het ‘loongebouw’ en die worden gesalarieerd volgens de salarisschalen 1 of 2. In de derde plaats gaat het om door het Sectorfonds zorg verstrekte subsidies voor nieuwe medewerkers bij een aantal Sociaal Pedagogische Diensten (nu MEE-organisaties).

Al geruime tijd worden geen nieuwe subsidies meer toegekend in het kader van de arbeidsmarktimpuls en worden uitsluitend de bestaande subsidies gecontinueerd. Vanaf 1 januari 2005 zullen ook de bestaande subsidies worden beëindigd. Door de in artikel I, onder A, sub 2, opgenomen wijziging van artikel 1, onder c, van de Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg komen werkgevers die een reguliere dienstbetrekking aangaan met een voormalige AMI-werknemer, voor een stimuleringssubsidie in het kader van laatstgenoemde regeling in aanmerking. Uiteraard mits aan alle voorwaarden van die regeling is voldaan.

Door de toevoeging van het nieuwe vijfde lid aan artikel 6 van de Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg (artikel I, onder C, sub 2) wordt bewerkstelligd dat, anders dan bij overige aanvragen op grond van voornoemde regeling, in geval van een voormalige AMI-baan geen verklaring hoeft te worden meegezonden van een gemeente die een loonkostensubsidie heeft verstrekt; in geval van een AMI-baan is de subsidie immers niet verstrekt door een gemeente, maar door het sectorfonds. Voor de controle of en zo ja wanneer de voorafgaande gesubsidieerde (AMI-)dienstbetrekking is beëindigd, is dan ook informatie ontvangen van het Sectorfonds zorg. Momenteel zijn er nog ongeveer 90 AMI-werknemers in de zorgsector.

Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat ook in geval van voormalige AMI-werknemers wel een verklaring nodig is van de gemeente waarin de betrokken werknemer woont (artikel 6, tweede lid, onder b).

Wijziging aanvraagtermijn na afwijzing subsidie SZW; wijziging artikel I, onder B en C, sub 2 (toevoeging vierde lid)

In de Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg is bepaald dat een aanvraag voor subsidie moet worden ingediend binnen 3 maanden nadat de reguliere dienstbetrekking is aangevangen dan wel, als sprake is van een proeftijd, binnen 3 maanden na afloop van die proeftijd (artikel 5, eerste lid). Tevens geldt een anti-cumulatiebepaling in verband met de verlengde Tijdelijke Stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen van SZW (hierna: de SZW-regeling); op grond van artikel 2, vijfde lid, onder c, wordt geen subsidie verstrekt voor dienstbetrekkingen die in aanmerking komen voor een regeling op grond van voornoemde SZW-regeling. Dit betekent dat een werkgever in een aantal gevallen eerst een aanvraag op grond van de SZW-regeling moet indienen, teneinde te bezien of hij voor subsidie op grond van die regeling in aanmerking komt. Indien de werkgever vervolgens wordt afgewezen, is het mogelijk dat de in artikel 5, eerste lid, van de Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg opgenomen termijn van 3 maanden na aanvang van de reguliere dienstbetrekking dan wel na beëindiging van de proeftijd reeds is verstreken. In dit verband speelt tevens een rol dat kort voor de sluitingsdatum van de SZW-regeling (1 juli 2004) nog een groot aantal aanvragen voor een subsidie op grond van die regeling is ingediend. Afhandeling van deze aanvragen door de Minister van SZW kost geruime tijd. Gezien het vorenstaande is in artikel 5, tweede lid (nieuw; zie artikel I, onder B), een van het eerste lid afwijkende aanvraagtermijn opgenomen voor de gevallen waarin voor de betrokken dienstbetrekking een subsidieaanvraag bij de Minister van SZW is ingediend en vervolgens door die minister is afgewezen ná de aanvang van de reguliere dienstbetrekking of beëindiging van de proeftijd. De aanvraag dient in dat geval te worden ingediend binnen 3 maanden na de afwijzende beslissing van de Minister van SZW. Om te voorkomen dat geen VWS-subsidie meer kan worden aangevraagd doordat de onderhavige wijziging ingaat méér dan 3 maanden na de afwijzing door de Minister van SZW, is ook een bepaling toegevoegd dat in geval van afwijzing door de Minister van SZW vóór 1 januari 2005, een aanvraag kan worden ingediend tot 1 april 2005.

Als de aanvraag door de Minister van SZW is afgewezen vóór de ingangsdatum van de reguliere dienstbetrekking of de datum waarop de proeftijd is geëindigd, geldt de in artikel 5, eerste lid, geregelde aanvraagtermijn van 3 maanden na de ingangsdatum van de reguliere dienstbetrekking of het verstrijken van de proeftijd.

Indien een werkgever een subsidie op grond van de SZW-regeling heeft aangevraagd en die aanvraag is afgewezen, dient hij een afschrift van het afwijzende besluit bij de aanvraag voor de stimuleringssubsidie te voegen (artikel 6, vierde lid, nieuw; zie artikel I, onder C, sub 2). Op deze wijze kan controle plaatsvinden in het kader van de artikelen 2, vijfde lid, en 5, tweede lid, van de Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg.

Technische wijziging: schrappen ID-banen en WIW-banen als categorieën van gesubsidieerde arbeid; artikel I, onder A, sub 1, en onder D alsmede artikel II

Sinds 1 januari 2004 bestaan er geen ‘ID-banen’ en ‘WIW-banen’ meer, in die zin dat het Besluit in- en doorstroombanen en de Wet inschakeling werkzoekenden vanaf 1 januari 2004 niet meer gelden. Gemeenten verschaffen sinds die datum loonkostensubsidies in het kader van de Wet werk en bijstand (soms nog wel onder dezelfde voorwaarden als bij een ID- of WIW-baan). De Regeling stimuleringssubsidie doorstroom zorg vereist dat voor een werknemer minimaal gedurende één jaar voorafgaand aan het regulier maken van de baan een loonkostensubsidie is toegekend. Indien een gesubsidieerde dienstbetrekking op of na 1 januari 2005 is omgezet in een reguliere dienstbetrekking is in de 12 maanden, voorafgaand aan die dienstbetrekking, altijd sprake van een loonkostensubsidie in het kader van de Wet werk en bijstand (of een AMI-baan). Omdat de verschillende categorieën in de praktijk tot verwarring blijken te leiden, worden de ID-banen en de WIW-banen uit artikel 1, onder c, geschrapt.

Gezien de aanvraagtermijn van 3 maanden zal echter een aantal aanvragen dat na 1 januari 2005 binnenkomt nog betrekking hebben op reguliere dienstbetrekkingen die zijn aangevangen vóór 1 januari 2005 en waarvoor dus in het jaar, voorafgaand aan die reguliere dienstbetrekking, niet alleen een loonkostensubsidie in het kader van de Wet werk en bijstand is verstrekt, maar ook een subsidie in kader van het Besluit in- en doorstroombanen (ID-banen) of de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW-banen). Om te voorkomen dat in dat geval niet worden voldaan aan de eis dat de betrokken werknemer gedurende het voorafgaande jaar in een gesubsidieerde dienstbetrekking werkzaam is geweest, is door artikel II bewerkstelligd dat de ID-banen en WIW-banen in die gevallen nog als gesubsidieerde dienstbetrekkingen worden aangemerkt.

Het aanvraagformulier is aangepast in verband met het schrappen van de ID-banen en WIW-banen als gesubsidieerde dienstbetrekking en de toevoeging van AMI-banen (artikel I, onder D). In artikel II is geregeld dat in geval van een dienstbetrekking die vóór 1 januari 2005 is omgezet, het oude formulier (waarin de ID-banen en WIW-banen nog zijn opgenomen) moet worden gebruikt. Dit laatste geldt alleen niet als de voorafgaande gesubsidieerde dienstbetrekking een AMI-baan was; in dat geval moet het nieuwe formulier worden gebruikt, aangezien in het oude formulier uiteraard nog geen rekening was gehouden met AMI-banen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

  • 1

    Stcrt. 2003, 221; gewijzigd bij ministeriële regeling van 11 december 2003 (Stcrt. 2003, 246).

Naar boven