De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op richtlijn nr. 2002/99/EG van de Raad van de Europese Unie van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEG L 18);
Gelet op artikelen 12, 68, 69 en 70 van de Veewet, de artikelen 10, 11 en 78 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, artikel 5 van het Besluit inzake het in de handel brengen van dieren en producten en de toepassing van maatregelen met betrekking tot in Nederland gebrachte dieren en producten, artikel 2, onderdeel b, van het Besluit uitvoer dieren en producten van dierlijke oorsprong en de artikelen 3, 4, 5 en 9 van het Landbouwkwaliteitsbesluit rauwe melk en zuivelbereiding;
Besluit:
Artikel I
De Regeling keuring en handel dierlijke producten1 wordt als volgt gewijzigd:
A
1. In artikel 1.1, eerste lid, worden na de begripsbepaling van ‘richtlijn 97/78/EG’ de volgende begripsbepalingen ingevoegd:
richtlijn 91/67/EEG: richtlijn nr. 91/67/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten (PbEG L 46);
richtlijn 2002/99/EG: richtlijn nr. 2002/99/EG van de Raad van de Europese Unie van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEG L 18);.
2. Na de begripsbepaling van ‘overige dierlijke producten’ worden de volgende begripsbepalingen ingevoegd:
aquacultuurdieren: aquicultuurdieren als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, van richtlijn 91/67/EEG;
aquacultuurproducten: aquicultuurproducten als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, van richtlijn 91/67/EEG;
communautaire maatregel: verordening, richtlijn of beschikking als bedoeld in artikel 249 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;.
B
Na artikel 2.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.1a
1. Het brengen in Nederland van producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie, is verboden.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet indien is voldaan aan hoofdstuk 3.
C
Artikel 2.15, tweede lid, vervalt.
D
Na artikel 2.28 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.29
1. De artikelen 2.11, eerste lid, 2.17, 2.18, 2.23, 2.23a en 2.27, zijn van overeenkomstige toepassing op het brengen in Nederland van producten van dierlijke oorsprong, bestemd voor menselijke productie, bedoeld in hoofdstuk 3.
2. De maatregelen, bedoeld in artikel 2.15, zijn ook van overeenkomstige toepassing indien niet is voldaan aan de artikelen 3.1 tot en met 3.7.
3. De maatregelen, bedoeld in artikel 2.24, zijn ook van overeenkomstige toepassing indien niet is voldaan aan artikel 3.8.
E
Na hoofdstuk 2 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
Hoofdstuk 3
Algemene veterinaire voorschriften ten aanzien van producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie
§ 1
Algemene veterinaire voorschriften voor alle stadia van de productie, verwerking en distributie van producten van dierlijke oorsprong in de lidstaten van de Europese Unie
Artikel 3.1
1. Het produceren, verwerken en distribueren van producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie, is verboden.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien is voldaan aan de artikelen 3.2 tot en met 3.7.
Artikel 3.2
Producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie, zijn verkregen van dieren die voldoen aan alle veterinaire voorschriften in de voor de desbetreffende diersoort vastgestelde communautaire maatregelen.
Artikel 3.3
Producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie, zijn verkregen van dieren die niet afkomstig zijn van een bedrijf of inrichting, een grondgebied of een deel van een grondgebied, waar voor de betrokken dieren en producten van dierlijke oorsprong om veterinairrechtelijke redenen vastgestelde beperkende maatregelen gelden op grond van de in bijlage I bij richtlijn 2002/99/EG genoemde communautaire maatregelen.
Artikel 3.4
Vlees en vleesproducten zijn niet verkregen van dieren die zijn gedood in een inrichting waar bij de slacht of tijdens de productie dieren, dan wel karkassen, of delen daarvan, aanwezig waren die besmet waren met of werden verdacht van een van de ziekten, bedoeld in de communautaire maatregelen genoemd in bijlage I bij richtlijn 2002/99/EG.
Artikel 3.5
Aquacultuurproducten en aquacultuurdieren waarvan aquacultuurproducten afkomstig zijn voldoen aan richtlijn 91/67/EEG en, voor zover van toepassing, aan de op grond van artikel 4, tweede lid, van richtlijn 2002/99/EG vastgestelde communautaire maatregelen.
Artikel 3.6
1. De minister kan toestemming verlenen voor de productie, verwerking en distributie van producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie, afkomstig van een grondgebied of een deel van een grondgebied ten aanzien waarvan om veterinairrechtelijke redenen vastgestelde beperkende maatregelen gelden, voorzover:
a. de producten van dierlijke oorsprong niet afkomstig zijn van een bedrijf dat besmet is of waarvan vermoed wordt dat het besmet is met een van de ziekten waarvoor de in artikel 3.3 bedoelde maatregelen gelden;
b. de om veterinairrechtelijke redenen vastgestelde beperkende maatregelen, bedoeld in bijlage I bij richtlijn 2002/99/EG in acht zijn genomen;
c. de producten, in afwachting van de in onderdeel e bedoelde behandeling, bij de vervaardiging, de hantering, het vervoer en de opslag in tijd of ruimte gescheiden zijn gehouden van producten die wel aan alle veterinairrechtelijke voorschriften voldoen, en de voorwaarden voor het vervoer buiten het grondgebied ten aanzien waarvan om veterinairrechtelijke redenen vastgestelde beperkende maatregelen gelden door de minister zijn goedgekeurd;
d. de te behandelen producten van dierlijke oorsprong naar behoren zijn geïdentificeerd;
e. de producten van dierlijke oorsprong een behandeling ondergaan die voldoende is om het betrokken veterinairrechtelijke probleem te verhelpen;
f. de behandeling wordt toegepast in een inrichting die daartoe erkend is door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het veterinairrechtelijke probleem zich heeft voorgedaan.
2. De onderdelen c tot en met f van het eerste lid worden toegepast overeenkomstig:
a. de bijlagen II en III, punt 1, van richtlijn 2002/99/EG;
b. de op grond van artikel 4, eerste lid, van richtlijn 2002/99/EG vastgestelde communautaire maatregelen.
Artikel 3.7
In afwijking van de artikelen 3.2 tot en met 3.6 zijn de communautaire maatregelen die op grond van artikel 4, derde lid, van richtlijn 2002/99/EG worden vastgesteld van toepassing op de producten van dierlijke oorsprong, bestemd voor menselijke consumptie.
§ 2
Aanvullende algemene veterinaire voorschriften ten aanzien van producten van dierlijke oorsprong afkomstig uit derde landen
Artikel 3.8
1. Producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie, afkomstig uit een derde land:
a. zijn afkomstig uit een derde land, of een deel van een derde land, dat voorkomt op de lijst die op grond van artikel 8, eerste lid, van richtlijn 2002/99/EG is vastgesteld;
b. voldoen aan de op grond van artikel 8, derde lid, van richtlijn 2002/99/EG vastgestelde oorsprongregels;
c. voldoen aan de op grond van artikel 8, vierde lid, van richtlijn 2002/99/EG vastgestelde bijzondere invoervoorschriften;
d. voldoen aan de op grond van artikel 8, vijfde lid, van richtlijn 2002/99/EG vastgestelde andere voorschriften.
e. gaan vergezeld van het veterinair certificaat dat voldoet aan de eisen van bijlage IV bij richtlijn 2002/99/EG en de op grond van artikel 9, tweede en vierde lid, van richtlijn 2002/99/EG vastgestelde voorschriften voor invoer en doorvoer.
2. De artikelen 3.2 tot en met 3.7 zijn van overeenkomstige toepassing op de producten, bedoeld in het eerste lid.
3. Het eerste en tweede lid zijn alleen van toepassing indien voor het desbetreffende product van dierlijke oorsprong, dat is bestemd voor menselijke consumptie, communautaire maatregelen zijn vastgesteld.
F
Artikel 4.8 komt te luiden:
Artikel 4.8
1. Vers vlees van pluimvee, bestemd voor Finland en Zweden, heeft in de krachtens artikel 4.16 erkende inrichting van oorsprong een steekproefsgewijze microbiologische test op de aanwezigheid van salmonella ondergaan overeenkomstig de op grond van artikel 5, derde lid, onderdeel a, van richtlijn 71/118/EEG vastgestelde bepalingen, waarbij de afwezigheid van salmonella in dat vlees is aangetoond.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op vers vlees dat afkomstig is uit een inrichting waarvoor een programma geldt dat op grond van artikel 5, derde lid, onderdeel b, van richtlijn 71/118/EEG, is erkend als gelijkwaardig aan het op grond van artikel 5, vierde lid, van die richtlijn goedgekeurde operationele programma van Finland, onderscheidenlijk Zweden inzake salmonella.
G
Artikel 4.9 vervalt.
H
Artikel 4.11 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel c, vervalt.
2. In het tweede lid wordt ‘onder 2°’ vervangen door ‘onder 1°’ en wordt ‘onder 3°’ vervangen door: onder 2°.
3. In het derde lid wordt ‘onder 2°’ vervangen door: onder 1°.
I
Artikel 4.15 vervalt.
J
Artikel 4.24, derde en vierde lid, vervallen.
K
Artikel 5.5, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. dat niet afkomstig is uit een gebied waar vrij wild ingevolge artikel 10, vierde lid, of 11, eerste lid, van richtlijn 92/45/EEG is onderzocht op de aanwezigheid van residuen, waarbij sporen van residuen zijn aangetroffen;.
L
Artikel 9.2, derde lid, komt te luiden:
3. Een partij gehakt vlees als bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van een begeleidend handelsdocument als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel g, van richtlijn 94/65/EG.
M
Artikel 9.9, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. gaat vergezeld van het op de partij betrekking hebbende bewijsstuk, bedoeld in artikel 9.2, derde lid, onderdeel b;.
N
In artikel 10.10, eerste lid, onderdeel b, en laatste volzin komen te luiden:
b. een gebied of zone van waaruit de invoer om veterinairrechtelijke redenen is verboden ingevolge, voor zover van toepassing, de richtlijnen 72/462/EEG en 92/118/EEG,
en voldoet aan de in vernoemde beschikkingen opgenomen eisen ten aanzien van het derde land of respectievelijk gedeelte van het derde land van herkomst.
O
Artikel 10.12 vervalt.
Artikel II
De Regeling in- en doorvoer vlees 19792 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. voor vers vlees, afkomstig uit een lid-staat van de Europese Unie, dat voldoet aan artikel 3, eerste lid, onderdeel A, subonderdelen e en f, van richtlijn 64/433/EEG;.
2. Onderdeel c van het eerste lid vervalt.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt ‘, en’ vervangen door een punt.
2. Onderdeel c vervalt.
C
Artikel 6a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b vervalt.
2. De onderdelen c en d worden verletterd tot onderdelen b en c.
3. Onderdeel c komt te luiden:
c. vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig bijlage IV van richtlijn 91/495/EEG.
Artikel III
De Regeling keuring en handelsverkeer vleesproducten 19933 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel b, onder 2, komt te luiden:
2. voor zover bij de bereiding tevens of uitsluitend vlees van pluimvee is gebruikt, dit pluimveevlees is voorzien van een merk als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, van de Regeling keuring en handel dierlijke producten, dan wel.
2. Het tweede en derde lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervallen.
B
Artikel 5, eerste lid, onderdeel b, onder 3, komt te luiden:
3. voor zover bij de bereiding tevens of uitsluitend vlees van pluimvee is gebruikt, dit pluimveevlees is voorzien van een merk als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van richtlijn 71/118/EEG.
C
Artikel 9, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. in afwijking van onderdeel a, b of c, het keurmerk, bedoeld in artikel 3, tweede lid, voor zover het vleesproducten als bedoeld in richtlijn 83/201/EEG betreft.
D
Artikel 11b, eerste lid, onderdeel a, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder 1 komt te luiden:
1. vlees van pluimvee of van gekweekt vederwild, dat is voorzien van een merk als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van richtlijn 71/118/EEG.
2. Onder 2 vervalt.
Artikel IV
Het tweede en vierde lid van artikel 2 van de Regeling uitvoer vers vlees en vleesbereidingen 19854 vervallen.
Artikel V
De Regeling in- en doorvoer vleesproducten 19855 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4, eerste lid, onderdeel b, vervalt.
B
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, vervalt ‘en aan de artikelen 3 en 4 van richtlijn 80/215/EEG’.
2. In het vierde lid, onderdeel a, vervalt ‘en waaruit blijkt dat is voldaan aan de voorschriften van richtlijn 80/215/EEG,’.
Artikel VI
Onder verlettering van artikel 3, eerste lid, onderdelen c tot en met j tot b tot en met i vervalt onderdeel b van de Regeling keuring en handelsverkeer konijne- en hazevlees 19936 .
Artikel VII
Hoofdstuk 1 van de bijlage bij de Landbouwkwaliteitsregeling rauwe melk en zuivelbereiding7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 vervalt de laatste volzin.
2. In onderdeel 4 vervalt de laatste volzin.
Artikel VIII
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Onderhavige wijzigingsregeling strekt tot implementatie van richtlijn nr. 2002/99/EG van de Raad van de Europese Unie van 16 december 2002 (hierna: de richtlijn).1 De richtlijn harmoniseert de Europese veterinairrechtelijke voorschriften die worden gesteld aan producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie. Door het stellen van veterinairrechtelijke voorschriften wordt de insleep en de verspreiding van besmettelijke dierziekten voorkomen.
De harmonisatie van de veterinairrechtelijke voorschriften is onderdeel van de harmonisatie en wijziging van de Europese levensmiddelenwetgeving. Vooruit lopend op de nieuwe voorschriften op het gebied van levensmiddelen en bepalingen ten aanzien van de controle op deze voorschriften heeft de Europese Unie de veterinairrechtelijke voorschriften geharmoniseerd.Vanaf 1 januari 2005 zijn de algemene veterinaire voorschriften die zijn opgenomen in de richtlijn van toepassing op alle producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie. De specifieke Europese richtlijnen die (mede) zien op veterinairrechtelijke voorschriften worden niet ingetrokken. Alleen de veterinaire voorschriften van de in bijlage V bij de richtlijn genoemde richtlijnen zijn niet meer van toepassing.2
Naast de harmonisatie van de veterinairrechtelijke voorschriften wordt ook de werkingssfeer van de voorschriften uitgebreid. In plaats van veterinairrechtelijke voorschriften per product zijn er nu veterinairrechtelijke voorschriften vastgesteld die gelden voor op alle producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie. Bovendien zijn de veterinaire voorschriften niet meer alleen van toepassing op de invoer van producten, maar ook op alle producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie, die vanuit een derde land de Europese Unie worden binnengebracht. Dit betekent dat de veterinaire voorschriften ook van toepassing zijn op de producten van dierlijke oorsprong die niet in de Europese Unie in de handel worden gebracht (oftewel: op doorvoer).
Ter implementatie van de richtlijn is in de Regeling keuring en handel dierlijke producten (hierna: de regeling) een nieuw hoofdstuk opgenomen; de bestaande structuur van de regeling is daarbij behouden. Achtergrond hiervan is dat de richtlijn de controle systematiek van richtlijn 89/662/EEG3 aanhoudt. De wijziging van de regeling heeft als belangrijk gevolg dat deze regeling nu een algemeen hoofdstuk 3 bevat, dat ziet op algemene veterinaire voorschriften die gelden voor alle producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie. De specifieke voor een product voorgeschreven veterinaire voorschriften opgenomen in de verschillende nationale veterinaire regelingen zijn vervallen. Naast de in hoofdstuk 3 opgenomen voorschriften blijven de volksgezondheidsvoorschriften en de niet door de richtlijn geharmoniseerde veterinairrechtelijke voorschriften4 onverminderd van toepassing. Tevens blijven de Europese bestrijdingsmaatregelen in geval van een uitbraak van een specifieke besmettelijke dierziekte onverminderd van toepassing.5
In hoofdstuk 2 van de regeling zijn de controlebepalingen opgenomen ten aanzien van het in Nederland brengen van producten of ziekteverwekkers. Voor een goede controle op de in hoofdstuk 3 van de regeling opgenomen veterinaire voorschriften is in artikel 2.1a van de regeling een verbod opgenomen op het brengen in Nederland van producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie, tenzij is voldaan aan de veterinaire voorschriften die zijn opgenomen in hoofdstuk 3. Om de voorschriften van hoofdstuk 3 te kunnen controleren zijn in artikel 2.29 van de regeling de artikelen 2.11, eerste lid, 2.17, 2.18, 2.23, 2.23a en 2.27 van de regeling van overeenkomstige toepassing verklaart. Indien niet aan de voorschriften van hoofdstuk 3 wordt voldaan kunnen de maatregelen bedoeld in artikel 2.15, respectievelijk artikel 2.24 van de regeling worden toegepast. Deze maatregelen houden, onder andere, in dat de producten kunnen worden vernietigd of teruggestuurd.
Producten van dierlijke oorsprong die afkomstig zijn uit een derde land vormen een grote risicofactor voor de insleep van dierziekten. Om dit risico zo veel mogelijk te beperken is in artikel 2.1a van de regeling een verbod opgenomen op het brengen in Nederland van producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie. Dit verbod is niet van toepassing indien is voldaan aan de vereisten die worden genoemd in artikel 3.8 van de regeling. Artikel 3.8 vereist onder andere dat de producten worden vergezeld van een veterinair certificaat en tenminste voldoen aan dezelfde waarborgen als de producten afkomstig uit de lidstaten. Daarnaast kunnen extra voorwaarden op grond van communautaire maatregelen, van toepassing zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot het land van herkomst en de behandeling van het product. De vereisten opgenomen in artikel 3.8 zijn niet van toepassing voorzover het gaat om producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie, waarvoor geen communautaire maatregelen zijn vastgesteld.
Om ook de verspreiding van besmettelijke dierziekten in de Europese Unie te voorkomen is de productie, verwerking en distributie van producten van dierlijke oorsprong, die zijn bestemd voor menselijke consumptie, alleen toegestaan indien aan de veterinairrechtelijke voorschriften is voldaan, die zijn opgenomen in de artikelen 3.1 tot en met 3.7 van de regeling. De voorschriften hebben betrekking op de gezondheid van de dieren waarvan de producten afkomstig zijn en de mogelijkheid dat de producten op een plaats zijn geweest waar een besmettelijke dierziekte is geconstateerd of wordt vermoed. In de regeling is voorgeschreven onder welke voorwaarden een product van dierlijke oorsprong, dat is bestemd voor menselijke consumptie en (vermoedelijk) in aanraking is gekomen met een besmettelijke dierziekte toch kan worden geproduceerd, verwerkt en gedistribueerd.
De richtlijn bepaalt dat in bepaalde gevallen de producten van dierlijke oorsprong worden vergezeld door een veterinair certificaat. Het invullen van een certificaat is een administratieve last. Het veterinair certificaat dat wordt genoemd in artikel 5 van de richtlijn is van belang indien er sprake is van een uitbraak van een besmettelijke dierziekte in Nederland. Uit dit artikel vloeit derhalve geen structurele administratieve last voort maar een – onvoorspelbare – incidentele administratieve last. Deze lasten zijn pas te kwantificeren op het moment dat er een besmettelijke dierziekte uitbreekt. Het veterinair certificaat, bedoeld in artikel 9 van de richtlijn, vergezelt producten van dierlijke oorsprong bij het binnenbrengen in de Europese Unie vanuit een derde land. Deze verplichting brengt geen administratieve last voor het Nederlandse bedrijfsleven met zich mee, maar voor het bedrijfsleven in het betreffende derde land.
Dit betekent dat de administratieve lasten als gevolg van de implementatie van de richtlijn niet zullen veranderen.
De controle op het voldoen aan de veterinaire voorschriften wordt uitgevoerd door de VWA-RVV overeenkomstig hoofdstuk 2 van de regeling. De VWA-RVV wordt hierin bijgestaan door de douane. De bevoegdheden van de VWA-RVV en de douane volgen uit de Regeling aanwijzing ambtenaren Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Algemene wet Bestuursrecht. De maatregelen die kunnen worden treffen ingeval van niet-naleving van de voorschriften staan in de artikelen 2.15 en 2.24 van de regeling. Deze artikelen zijn ingevolge de artikelen 2.1a en 2.29 van de regeling ook van toepassing op de overtreding van de voorschriften die in hoofdstuk 3 zijn opgenomen.