Het Centraal College Medische Specialismen,
Gelet op artikel 14, tweede lid, onder c, van de Wet op de beroepen in
de individuele gezondheidszorg en artikel 12, eerste lid, van de Regeling
specialisten geneeskunst van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot
bevordering der Geneeskunst;
Gezien het advies van het Federatiebestuur van de Koninklijke Nederlandsche
Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, de Orde van Medisch Specialisten,
de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband, de Nederlandse Vereniging
van Artsen voor Longziekten en Tuberculose en de Medisch Specialisten Registratie
Commissie;
Besluit:
Hoofdstuk A Algemene bepalingen
A.1. Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. longziekten en tuberculose: het specialisme dat zich richt op het voorkomen,
herkennen, diagnostiseren en behandelen van ziekten van het respiratoire systeem
en daaraan gerelateerde pathologie, alsook van de tuberculose;
b. NVALT: Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose.
A.2. Toepassingsbereik besluit
Op de opleiding en de erkenning voor het medisch specialisme longziekten
en tuberculose zijn, naast de in dit besluit genoemde eisen, alle eisen van
toepassing zoals opgenomen in het Kaderbesluit CCMS.
Hoofdstuk B De opleiding
B.1. Duur
De duur van de opleiding bedraagt zes jaar en bestaat uit:
a. een vooropleiding van twee jaar in de interne geneeskunde;
b. een vervolgopleiding van vier jaar in de longziekten en tuberculose.
B.2. Opleidingsschema en de plichten van de aios
1. De vooropleiding in de interne geneeskunde voldoet aan de volgende
eisen:
a. de aios vangt zijn opleiding aan met ten minste twaalf maanden interne
geneeskunde;
b. de aios volgt een stage cardiologie als bedoeld in de bijlage bij het
Besluit interne geneeskunde;
c. de aios volgt een periode van acht maanden waarin één
of twee stages worden gevolgd. Hierbij wordt een selectie gemaakt uit de volgende
stages, genoemd in de bijlage bij het Besluit interne geneeskunde: endocrinologie,
gastro-enterologie, klinische geriatrie, hematologie, infectieziekten, intensive
care, nefrologie, oncologie, poliklinisch werken, reumatologie, acute interne
geneeskunde, vasculaire geneeskunde en bloedtransfusiegeneeskunde;
d. de vooropleiding is vooral gericht op de algemene eindtermen, bedoeld
in bijlage 2 van het Besluit interne geneeskunde;
e. de aios volgt het in deze periode georganiseerde cursorisch onderwijs
interne geneeskunde.
2. De vervolgopleiding in de longziekten en tuberculose bestaat uit de
volgende verplichte opleidingsonderdelen en voldoet aan de navolgende eisen:
a. de aios is ten minste één jaar op een klinische longafdeling
werkzaam. Gedurende deze periode begeleidt de aios ten minste 200 opgenomen
longpatiënten;
b. de aios is ten minste één jaar in een aaneengesloten
periode of in gedeelten in de polikliniek werkzaam; gedurende deze periode
heeft de aios ten minste 1200 poliklinische patiënt contacten gehad,
waaronder ten minste 250 nieuwe patiënten;
c. de aios heeft ten minste 100 longpatiënten met een spoedeisend
karakter gezien;
d. de aios heeft contact gehad met ten minste vijftien verschillende patiënten
met tuberculose;
e. de aios verricht consultatief werk op afdelingen van de overige medische
specialismen in de eigen opleidingsinrichting gedurende ten minste zes maanden,
met de volgende verdeling:
i. gedurende ten minste drie maanden op de afdelingen interne geneeskunde,
neurologie en cardiologie;
ii. gedurende ten minste drie maanden op chirurgische afdelingen;
f. de aios volgt een stage longfunctie en allergologie van ten minste
vier maanden;
g. de aios volgt een stage intensive care van ten minste vier maanden.
Deze periode kan eventueel gevolgd worden in de periode in de interne geneeskunde;
h. de aios volgt een stage behandelkamer van ten minste vier maanden;
i. de aios kan de volgende facultatieve stages volgen elk gedurende ten
hoogste zes maanden:
i. longrevalidatie;
ii. immunologie of allergologie;
iii. tuberculose;
j. de patiëntenbesprekingen, bedoeld in artikel B.5., eerste lid,
onder p, van het Kaderbesluit CCMS betreffen in ieder geval besprekingen met
de radioloog, radiotherapeut en cardio-thoracaal chirurg of chirurg, patholoog
evenals besprekingen van een oncologische werkgroep;
k. de aios kan gelegenheid gegeven worden om zich gedurende ten hoogste
twaalf maanden te bekwamen in de intensive care geneeskunde in verband met
de inschrijving voor het aandachtsgebied longarts-intensivist.
l. het cursorisch onderwijs, bedoeld in artikel B.5., eerste lid, onder
k, van het Kaderbesluit CCMS, betreft de volgende onderdelen:
i. het lokaal cursorisch onderwijs dat ten minste één maal
per week plaats vindt. Dit omvat ten minste de volgende regelmatig terugkerende
onderwerpen: pathologie of patho-fysiologie, longfunctie, immunologie of allergologie,
infectiologie, tuberculose, beeldvormende technieken, algemene longgeneeskunde,
oncologie, en de NVALT richtlijnen;
ii. het periodieke cursorisch onderwijs dat ten minste één
maal per jaar plaatsvindt voor de aios van de inrichtingen die een samenwerkingsovereenkomst
zijn aangegaan, als genoemd in artikel C.1., onder l;
iii. het landelijk cursorisch onderwijs georganiseerd door de NVALT. De
aios is verplicht alle onderdelen te volgen;
iv. de cursus stralingshygiëne voor medisch specialisten op deskundigheidsniveau
4A/M. De aios is verplicht de cursus te volgen en het bijbehorende examen
met goed gevolg af te leggen.
B.3. Eindtermen
De aios voldoet aan het eind van de opleiding aan de eindtermen opgenomen
in de bijlage bij dit besluit.
Hoofdstuk C De erkenning tot opleidingsinrichting
C.1. Eisen voor erkenning
De inrichting die de vervolgopleiding verzorgt voldoet aan de volgende
eisen:
a. in de inrichting zijn ten minste vier fte longartsen werkzaam in een
kliniek voor longziekten en tuberculose;
b. in de inrichting is ten minste een medisch specialist werkzaam, die
als opleider is erkend voor het medisch specialisme interne geneeskunde;
c. in de inrichting zijn zowel klinisch als poliklinisch werkzaam, een
anesthesioloog, een cardioloog, een chirurg, een nucleair geneeskundige, een
radioloog en een cardio-thoracaal chirurg of een chirurg met CHIVO aantekening
longchirurgie dan wel een chirurg die erkend is als opleider voor de CHIVO
aantekening longchirurgie;
d. in de inrichting zijn werkzaam of kunnen regelmatig als consulent worden
geraadpleegd een keel-neus-oorarts, een patholoog, een gynaecoloog, een dermatoloog,
een kinderarts, een arts-microbioloog, een neuroloog, een oogarts, een orthopedisch
chirurg, een psychiater, een radiotherapeut en een uroloog;
e. de bibliotheek, genoemd in artikel C.10., eerste lid, onder b, van
het Kaderbesluit CCMS beschikt over ten minste zes abonnementen op tijdschriften
op longmedisch specialistisch gebied, allergologie en pathofysiologie van
de respiratie;
f. beschikt over een afdeling intensive care;
g. beschikt over een klinische afdeling voor longziekten. Het aantal patiënten
dat klinisch wordt behandeld bedraagt ten minste 500 per jaar;
h. beschikt over een polikliniek longziekten. Het aantal nieuw ingeschreven
patiënten bedraagt ten minste 500 per jaar;
i. beschikt over een laboratorium voor longfunctie;
j. beschikt over een adequaat geoutilleerde behandelkamer voor longziekten;
k. heeft de mogelijkheid om de klinisch toepasbare en algemeen aanvaarde
immunologische en allergologische onderzoeken aan te vragen en uit te voeren;
l. de inrichting heeft een samenwerkingsovereenkomst die voldoet aan de
volgende eisen:
i. van de overeenkomst maken deel uit één of meer niet-academische
opleidingsinrichtingen en één of meer academische opleidingsinrichtingen;
ii. de samenwerkingsovereenkomst regelt ten minste de organisatie van
zowel academische als niet-academische opleidingsmomenten voor aios.
C.2. Verplichtingen opleidingsinrichting
In de opleidingsinrichting die de vervolgopleiding verzorgt bedraagt het
aantal daadwerkelijk werkzame aios in de longziekten en tuberculose uitgedrukt
in fte's, ten hoogste 1,2 maal het gezamenlijk aantal fte longartsen dat in
de opleidingsinrichting werkzaam en daadwerkelijk bij de opleiding betrokken
is.
Hoofdstuk D Slotbepalingen
D.1. Overgangsbepaling
Artikel E.1. van het Kaderbesluit CCMS is van overeenkomstige toepassing.
D.2. Publicatie
1. Dit besluit wordt, met uitzondering van de bijlage als bedoeld in artikel
B.3., gelijktijdig met het besluit van de Minister, inhoudende de goedkeuring
van dit besluit, gepubliceerd in de Staatscourant.
2. In het officiële orgaan van de KNMG wordt mededeling gedaan van
dit besluit.
D.3. Inwerkingtreding
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
2. Indien de Staatscourant waarin dit besluit en het goedkeuringsbesluit,
bedoeld in artikel D.2., eerste lid, worden geplaatst, wordt uitgegeven na
31 december 2004, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de
datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt
zij terug tot en met 1 januari 2005.
D.4. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit longziekten en tuberculose.
Dit besluit bevat de aanvullende opleidings- en erkenningseisen voor het
medisch specialisme longziekten en tuberculose.
Dit is een nadere invulling van het bepaalde in artikel B.3., eerste lid,
van het Kaderbesluit CCMS.
De duur van de opleiding wordt met name bepaald door de eindtermen en
het daarvoor noodzakelijke opleidingsprogramma. Hoewel deze duur korter is
dan wordt aanbevolen door de Union Européenne des Médecins Spécialistes
(UEMS), welke voor de opleiding longziekten een duur van drie jaar vooropleiding
interne geneeskunde en een vervolgopleiding van vier jaar Longziekten adviseert,
is het Concilium van de NVALT van mening dat met het in dit document beschreven
opleidingsprogramma het voor de gemiddelde aios exact mogelijk moet zijn de
eindtermen te halen. Verder is de duur conform de minimale duur zoals bedoeld
in bijlage C bij Richtlijn 93/16/EEG.
Dit is een aanvulling op het bepaalde in artikel B.5. van het Kaderbesluit
CCMS. Of de aios voldoet aan de opleidingseisen en de gestelde eindtermen,
moet blijken uit het portfolio dat hij op grond van artikel B.5., eerste lid,
onder g, van het Kaderbesluit CCMS bijhoudt.
De stage cardiologie en de overige stages kunnen op een willekeurig tijdstip
in vooropleiding worden gevolg. De lijst van overige stages is limitatief
bedoeld. De aios maakt bij voorkeur een keuze uit de volgende overige stages:
infectieziekten, oncologie en nefrologie.
Het begrip `longpatiënten met een spoedeisend karakter', genoemd
in het tweede lid, onder c, betekent dat deze patiënten zich met een
acuut pulmonaal probleem hebben gepresenteerd, dus zonder voorafgaande afspraak.
Dit hoeft niet uitsluitend via een opname op de afdeling spoedeisende hulp
van een ziekenhuis te zijn.
In de vervolgopleiding verricht de aios bij voorkeur twaalf maanden consultatief
werk, zoals genoemd in het tweede lid, onder e, met de volgende verdeling:
bij voorkeur zes maanden op de interne en cardiologie afdelingen en gedurende
bij voorkeur zes maanden op chirurgische afdelingen;
Bij voorkeur volgen aios die worden opgeleid in academische opleidingsinrichtingen
een gedeelte van de opleiding in niet-academische opleidingsinrichtingen en
volgen aios die worden opgeleid in niet-academische opleidingsinrichtingen
een gedeelte in academische opleidingsinrichtingen;
Het tweede lid, onder k, geeft ruimte voor het volgen van een deel van
de opleiding voor een aandachtsgebied. Om de aantekening te verkrijgen, zal
de aios na voltooiing van de opleiding longziekten en tuberculose nog een
jaar zich moeten bekwamen in de intensive care. De toevoeging is ingegeven
om het de aios mogelijk te maken om tijdens de opleiding longziekten en tuberculose
reeds een deel van de opleiding Intensive Care geneeskunde te volgen ter verkrijging
van deze aantekening.
De duur van de genoemde periodes en stages is gerekend naar een volledige
werkweek. In geval van deeltijd geldt vanzelfsprekend een equivalent daarvan.
Dit is een nadere invulling van het bepaalde in artikel B.2., tweede lid,
van het Kaderbesluit CCMS. De integrale tekst van de bijlage bij dit besluit
is bij de tekst van dit besluit terug te vinden op www.knmg.nl/ore.
Dit is een aanvulling op het bepaalde in artikel C.10. van het Kaderbesluit
CCMS. Aangezien de opleiding bestaat uit een voor- en een vervolgopleiding
kan een aios ten hoogste vier jaar vervolgopleiding longziekten volgen in
een opleidingsinrichting (of een stage).
De toevoeging is ingegeven door de eindtermen die de aios dient te behalen.
Door nadere eisen aan de opleidingskliniek te stellen wordt de inhoud van
de opleiding nader geborgd.
Met de `nieuw ingeschreven patiënten', genoemd onder h, is bedoeld
om aan te geven dat het hier gaat om patiënten die met een nieuw pulmonaal
probleem worden verwezen naar de polikliniek Longziekten. Het gaat hierbij
om nieuw ingeschreven patiënten.
Elke inrichting moet deel uitmaken van een samenwerkingsovereenkomst ten
behoeve van het periodieke cursorisch onderwijs, genoemd in artikel B.2.,
tweede lid, onder l, sub ii.
Dit is een nadere invulling van het bepaalde in artikel C.12, eerste lid,
onder a, sub i, van het Kaderbesluit CCMS.
De nadere invulling is ingegeven door onderwijskundige overwegingen, de
vastgestelde eindtermen van de opleiding, de ervaringen van de huidige opleiders
en het feit dat de noodzakelijke landelijke capaciteit van de opleiding met
deze ratio eenvoudig gehaald kan worden. Door handhaving van de ratio van
1:1,2 wordt een adequate begeleiding en daarmee de kwaliteit van de opleiding
van de aios naar de mening van het Concilium van de NVALT nader geborgd.