Besluit longziekten en tuberculose

Besluit van 5 april 2004 houdende opleidings- en erkenningseisen voor het specialisme longziekten en tuberculose

Het Centraal College Medische Specialismen,

Gelet op artikel 14, tweede lid, onder c, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en artikel 12, eerste lid, van de Regeling specialisten geneeskunst van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst;

Gezien het advies van het Federatiebestuur van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, de Orde van Medisch Specialisten, de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband, de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose en de Medisch Specialisten Registratie Commissie;

Besluit:

Hoofdstuk A Algemene bepalingen

A.1. Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. longziekten en tuberculose: het specialisme dat zich richt op het voorkomen, herkennen, diagnostiseren en behandelen van ziekten van het respiratoire systeem en daaraan gerelateerde pathologie, alsook van de tuberculose;

b. NVALT: Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose.

A.2. Toepassingsbereik besluit

Op de opleiding en de erkenning voor het medisch specialisme longziekten en tuberculose zijn, naast de in dit besluit genoemde eisen, alle eisen van toepassing zoals opgenomen in het Kaderbesluit CCMS.

Hoofdstuk B De opleiding

B.1. Duur

De duur van de opleiding bedraagt zes jaar en bestaat uit:

a. een vooropleiding van twee jaar in de interne geneeskunde;

b. een vervolgopleiding van vier jaar in de longziekten en tuberculose.

B.2. Opleidingsschema en de plichten van de aios

1. De vooropleiding in de interne geneeskunde voldoet aan de volgende eisen:

a. de aios vangt zijn opleiding aan met ten minste twaalf maanden interne geneeskunde;

b. de aios volgt een stage cardiologie als bedoeld in de bijlage bij het Besluit interne geneeskunde;

c. de aios volgt een periode van acht maanden waarin één of twee stages worden gevolgd. Hierbij wordt een selectie gemaakt uit de volgende stages, genoemd in de bijlage bij het Besluit interne geneeskunde: endocrinologie, gastro-enterologie, klinische geriatrie, hematologie, infectieziekten, intensive care, nefrologie, oncologie, poliklinisch werken, reumatologie, acute interne geneeskunde, vasculaire geneeskunde en bloedtransfusiegeneeskunde;

d. de vooropleiding is vooral gericht op de algemene eindtermen, bedoeld in bijlage 2 van het Besluit interne geneeskunde;

e. de aios volgt het in deze periode georganiseerde cursorisch onderwijs interne geneeskunde.

2. De vervolgopleiding in de longziekten en tuberculose bestaat uit de volgende verplichte opleidingsonderdelen en voldoet aan de navolgende eisen:

a. de aios is ten minste één jaar op een klinische longafdeling werkzaam. Gedurende deze periode begeleidt de aios ten minste 200 opgenomen longpatiënten;

b. de aios is ten minste één jaar in een aaneengesloten periode of in gedeelten in de polikliniek werkzaam; gedurende deze periode heeft de aios ten minste 1200 poliklinische patiënt contacten gehad, waaronder ten minste 250 nieuwe patiënten;

c. de aios heeft ten minste 100 longpatiënten met een spoedeisend karakter gezien;

d. de aios heeft contact gehad met ten minste vijftien verschillende patiënten met tuberculose;

e. de aios verricht consultatief werk op afdelingen van de overige medische specialismen in de eigen opleidingsinrichting gedurende ten minste zes maanden, met de volgende verdeling:

i. gedurende ten minste drie maanden op de afdelingen interne geneeskunde, neurologie en cardiologie;

ii. gedurende ten minste drie maanden op chirurgische afdelingen;

f. de aios volgt een stage longfunctie en allergologie van ten minste vier maanden;

g. de aios volgt een stage intensive care van ten minste vier maanden. Deze periode kan eventueel gevolgd worden in de periode in de interne geneeskunde;

h. de aios volgt een stage behandelkamer van ten minste vier maanden;

i. de aios kan de volgende facultatieve stages volgen elk gedurende ten hoogste zes maanden:

i. longrevalidatie;

ii. immunologie of allergologie;

iii. tuberculose;

j. de patiëntenbesprekingen, bedoeld in artikel B.5., eerste lid, onder p, van het Kaderbesluit CCMS betreffen in ieder geval besprekingen met de radioloog, radiotherapeut en cardio-thoracaal chirurg of chirurg, patholoog evenals besprekingen van een oncologische werkgroep;

k. de aios kan gelegenheid gegeven worden om zich gedurende ten hoogste twaalf maanden te bekwamen in de intensive care geneeskunde in verband met de inschrijving voor het aandachtsgebied longarts-intensivist.

l. het cursorisch onderwijs, bedoeld in artikel B.5., eerste lid, onder k, van het Kaderbesluit CCMS, betreft de volgende onderdelen:

i. het lokaal cursorisch onderwijs dat ten minste één maal per week plaats vindt. Dit omvat ten minste de volgende regelmatig terugkerende onderwerpen: pathologie of patho-fysiologie, longfunctie, immunologie of allergologie, infectiologie, tuberculose, beeldvormende technieken, algemene longgeneeskunde, oncologie, en de NVALT richtlijnen;

ii. het periodieke cursorisch onderwijs dat ten minste één maal per jaar plaatsvindt voor de aios van de inrichtingen die een samenwerkingsovereenkomst zijn aangegaan, als genoemd in artikel C.1., onder l;

iii. het landelijk cursorisch onderwijs georganiseerd door de NVALT. De aios is verplicht alle onderdelen te volgen;

iv. de cursus stralingshygiëne voor medisch specialisten op deskundigheidsniveau 4A/M. De aios is verplicht de cursus te volgen en het bijbehorende examen met goed gevolg af te leggen.

B.3. Eindtermen

De aios voldoet aan het eind van de opleiding aan de eindtermen opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Hoofdstuk C De erkenning tot opleidingsinrichting

C.1. Eisen voor erkenning

De inrichting die de vervolgopleiding verzorgt voldoet aan de volgende eisen:

a. in de inrichting zijn ten minste vier fte longartsen werkzaam in een kliniek voor longziekten en tuberculose;

b. in de inrichting is ten minste een medisch specialist werkzaam, die als opleider is erkend voor het medisch specialisme interne geneeskunde;

c. in de inrichting zijn zowel klinisch als poliklinisch werkzaam, een anesthesioloog, een cardioloog, een chirurg, een nucleair geneeskundige, een radioloog en een cardio-thoracaal chirurg of een chirurg met CHIVO aantekening longchirurgie dan wel een chirurg die erkend is als opleider voor de CHIVO aantekening longchirurgie;

d. in de inrichting zijn werkzaam of kunnen regelmatig als consulent worden geraadpleegd een keel-neus-oorarts, een patholoog, een gynaecoloog, een dermatoloog, een kinderarts, een arts-microbioloog, een neuroloog, een oogarts, een orthopedisch chirurg, een psychiater, een radiotherapeut en een uroloog;

e. de bibliotheek, genoemd in artikel C.10., eerste lid, onder b, van het Kaderbesluit CCMS beschikt over ten minste zes abonnementen op tijdschriften op longmedisch specialistisch gebied, allergologie en pathofysiologie van de respiratie;

f. beschikt over een afdeling intensive care;

g. beschikt over een klinische afdeling voor longziekten. Het aantal patiënten dat klinisch wordt behandeld bedraagt ten minste 500 per jaar;

h. beschikt over een polikliniek longziekten. Het aantal nieuw ingeschreven patiënten bedraagt ten minste 500 per jaar;

i. beschikt over een laboratorium voor longfunctie;

j. beschikt over een adequaat geoutilleerde behandelkamer voor longziekten;

k. heeft de mogelijkheid om de klinisch toepasbare en algemeen aanvaarde immunologische en allergologische onderzoeken aan te vragen en uit te voeren;

l. de inrichting heeft een samenwerkingsovereenkomst die voldoet aan de volgende eisen:

i. van de overeenkomst maken deel uit één of meer niet-academische opleidingsinrichtingen en één of meer academische opleidingsinrichtingen;

ii. de samenwerkingsovereenkomst regelt ten minste de organisatie van zowel academische als niet-academische opleidingsmomenten voor aios.

C.2. Verplichtingen opleidingsinrichting

In de opleidingsinrichting die de vervolgopleiding verzorgt bedraagt het aantal daadwerkelijk werkzame aios in de longziekten en tuberculose uitgedrukt in fte's, ten hoogste 1,2 maal het gezamenlijk aantal fte longartsen dat in de opleidingsinrichting werkzaam en daadwerkelijk bij de opleiding betrokken is.

Hoofdstuk D Slotbepalingen

D.1. Overgangsbepaling

Artikel E.1. van het Kaderbesluit CCMS is van overeenkomstige toepassing.

D.2. Publicatie

1. Dit besluit wordt, met uitzondering van de bijlage als bedoeld in artikel B.3., gelijktijdig met het besluit van de Minister, inhoudende de goedkeuring van dit besluit, gepubliceerd in de Staatscourant.

2. In het officiële orgaan van de KNMG wordt mededeling gedaan van dit besluit.

D.3. Inwerkingtreding

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

2. Indien de Staatscourant waarin dit besluit en het goedkeuringsbesluit, bedoeld in artikel D.2., eerste lid, worden geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2004, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2005.

D.4. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit longziekten en tuberculose.

Utrecht, 26 mei 2004.
C.M.T. Plasmans, voorzitter CCMS.
V.J. Schelfhout-van Deventer, secretaris colleges.

Toelichting

Algemeen

Dit besluit bevat de aanvullende opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme longziekten en tuberculose.

Artikelsgewijs

Artikel B.1.

Dit is een nadere invulling van het bepaalde in artikel B.3., eerste lid, van het Kaderbesluit CCMS.

De duur van de opleiding wordt met name bepaald door de eindtermen en het daarvoor noodzakelijke opleidingsprogramma. Hoewel deze duur korter is dan wordt aanbevolen door de Union Européenne des Médecins Spécialistes (UEMS), welke voor de opleiding longziekten een duur van drie jaar vooropleiding interne geneeskunde en een vervolgopleiding van vier jaar Longziekten adviseert, is het Concilium van de NVALT van mening dat met het in dit document beschreven opleidingsprogramma het voor de gemiddelde aios exact mogelijk moet zijn de eindtermen te halen. Verder is de duur conform de minimale duur zoals bedoeld in bijlage C bij Richtlijn 93/16/EEG.

Artikel B.2.

Dit is een aanvulling op het bepaalde in artikel B.5. van het Kaderbesluit CCMS. Of de aios voldoet aan de opleidingseisen en de gestelde eindtermen, moet blijken uit het portfolio dat hij op grond van artikel B.5., eerste lid, onder g, van het Kaderbesluit CCMS bijhoudt.

De stage cardiologie en de overige stages kunnen op een willekeurig tijdstip in vooropleiding worden gevolg. De lijst van overige stages is limitatief bedoeld. De aios maakt bij voorkeur een keuze uit de volgende overige stages: infectieziekten, oncologie en nefrologie.

Het begrip `longpatiënten met een spoedeisend karakter', genoemd in het tweede lid, onder c, betekent dat deze patiënten zich met een acuut pulmonaal probleem hebben gepresenteerd, dus zonder voorafgaande afspraak. Dit hoeft niet uitsluitend via een opname op de afdeling spoedeisende hulp van een ziekenhuis te zijn.

In de vervolgopleiding verricht de aios bij voorkeur twaalf maanden consultatief werk, zoals genoemd in het tweede lid, onder e, met de volgende verdeling: bij voorkeur zes maanden op de interne en cardiologie afdelingen en gedurende bij voorkeur zes maanden op chirurgische afdelingen;

Bij voorkeur volgen aios die worden opgeleid in academische opleidingsinrichtingen een gedeelte van de opleiding in niet-academische opleidingsinrichtingen en volgen aios die worden opgeleid in niet-academische opleidingsinrichtingen een gedeelte in academische opleidingsinrichtingen;

Het tweede lid, onder k, geeft ruimte voor het volgen van een deel van de opleiding voor een aandachtsgebied. Om de aantekening te verkrijgen, zal de aios na voltooiing van de opleiding longziekten en tuberculose nog een jaar zich moeten bekwamen in de intensive care. De toevoeging is ingegeven om het de aios mogelijk te maken om tijdens de opleiding longziekten en tuberculose reeds een deel van de opleiding Intensive Care geneeskunde te volgen ter verkrijging van deze aantekening.

De duur van de genoemde periodes en stages is gerekend naar een volledige werkweek. In geval van deeltijd geldt vanzelfsprekend een equivalent daarvan.

Artikel B.3.

Dit is een nadere invulling van het bepaalde in artikel B.2., tweede lid, van het Kaderbesluit CCMS. De integrale tekst van de bijlage bij dit besluit is bij de tekst van dit besluit terug te vinden op www.knmg.nl/ore.

Artikel C.1.

Dit is een aanvulling op het bepaalde in artikel C.10. van het Kaderbesluit CCMS. Aangezien de opleiding bestaat uit een voor- en een vervolgopleiding kan een aios ten hoogste vier jaar vervolgopleiding longziekten volgen in een opleidingsinrichting (of een stage).

De toevoeging is ingegeven door de eindtermen die de aios dient te behalen. Door nadere eisen aan de opleidingskliniek te stellen wordt de inhoud van de opleiding nader geborgd.

Met de `nieuw ingeschreven patiënten', genoemd onder h, is bedoeld om aan te geven dat het hier gaat om patiënten die met een nieuw pulmonaal probleem worden verwezen naar de polikliniek Longziekten. Het gaat hierbij om nieuw ingeschreven patiënten.

Elke inrichting moet deel uitmaken van een samenwerkingsovereenkomst ten behoeve van het periodieke cursorisch onderwijs, genoemd in artikel B.2., tweede lid, onder l, sub ii.

Artikel C.2.

Dit is een nadere invulling van het bepaalde in artikel C.12, eerste lid, onder a, sub i, van het Kaderbesluit CCMS.

De nadere invulling is ingegeven door onderwijskundige overwegingen, de vastgestelde eindtermen van de opleiding, de ervaringen van de huidige opleiders en het feit dat de noodzakelijke landelijke capaciteit van de opleiding met deze ratio eenvoudig gehaald kan worden. Door handhaving van de ratio van 1:1,2 wordt een adequate begeleiding en daarmee de kwaliteit van de opleiding van de aios naar de mening van het Concilium van de NVALT nader geborgd.

Naar boven