Wijziging Tijdelijke vrijstellingsregeling varkensheffing

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 6 december 2004, nr. TRCJZ/2004/6295, houdende wijziging van de Tijdelijke vrijstellingsregeling varkensheffing

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel I

In het tweede lid van artikel 3 van de Tijdelijke vrijstellingsregeling varkensheffing1 wordt de zinsnede ‘1 januari 2005’ vervangen door: 1 januari 2010.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 6 december 2004.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

De Tijdelijke vrijstellingsregeling varkensheffing dient ter uitvoering van artikel 7 van het Convenant financiering besmettelijke dierziekten dat op 13 juli 2000 is gesloten tussen de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en de productschappen Zuivel, Pluimvee en Eieren en Vee en Vlees. In genoemd artikel is bepaald dat gedurende de periode dat het convenant geldt, geen heffingen van rijkswege worden opgelegd ter financiering van de bestrijding van dierziekten.

Het convenant is in 2000 voor een looptijd van vijf jaar gesloten. In artikel 12, tweede lid, van het convenant is voorts bepaald dat het convenant na 1 januari 2005 voor de duur van vijf jaar wordt voortgezet, tenzij een partij het convenant voor 1 januari 2004 heeft opgezegd.

Nu van deze mogelijkheid geen gebruik is gemaakt, ligt het ook in de rede de Tijdelijke vrijstellingsregeling varkensheffing met vijf jaar te verlengen. De onderhavige regeling strekt daartoe.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 2001, 112.

Naar boven