Uitleg begrip `technisch wetenschappelijk onderzoek' bij behandeling aanvragen S&O-verklaring

Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken van 4 december 2004, nr. WJZ 4076023, omtrent de uitleg van het begrip `technisch wetenschappelijk onderzoek' bij de behandeling van aanvragen van een S&O-verklaring

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikel 24 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen;

Besluit:

Artikel 1

Het in artikel 1, eerste lid, onder n, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen gehanteerde begrip `technisch wetenschappelijk onderzoek' wordt zo uitgelegd dat de aanvraag van een S&O-verklaring niet wordt afgewezen vanwege het feit dat:

a. het resultaat van het onderzoek geen toepassing kan vinden in een technisch nieuw fysiek product of productieproces;

b. de resultaten van het onderzoek niet reproduceerbaar zijn of de statistische betrouwbaarheid van het onderzoek niet inzichtelijk is;

c. de aanvrager in het onderzoek geen nieuwe concepten, wetmatigheden of theorieën ontwikkelt;

d. de aanvrager in het onderzoek geen onbekend werkingsprincipe verklaart.

Artikel 2

Deze beleidsregel wordt toegepast op aanvragen die betrekking hebben op de tijdvakken die aanvangen na 31 december 2004.

Artikel 3

Indien het bij koninklijke boodschap van 21 september 2004, ingediende voorstel van wet houdende wijziging van enkele belastingwetten (Belastingplan 2005), Kamerstukken 29 767, nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt deze beleidsregel op hetzelfde tijdstip in werking.

Deze beleidsregel wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

's-Gravenhage, 4 december 2004.
De Minister van Economische Zaken,L.J. Brinkhorst.

Toelichting

De totstandkoming van deze beleidsregel is in de memorie van toelichting bij het Belastingplan 2005 (Kamerstukken II 2004/2005, 29 767, onderdeel 3.4) aangekondigd als de `tweede maatregel' om meer procesinnovatie voor WBSO in aanmerking te laten komen. De aangekondigde intensivering van het budget maakt het mogelijk de term `technisch wetenschappelijk onderzoek' op enkele punten in de toekomst iets ruimer uit te leggen.

Ingevolge artikel 24 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, beoordeelt de Minister van Economische zaken verzoeken om afgifte van S&O-verklaringen. Het beschikken over een S&O-verklaring is een voorwaarde voor het verkrijgen van een vermindering van loonbelasting en premie voor volksverzekeringen dan wel een aftrekpost voor de inkomstenbelasting.

De S&O-verklaring wordt door een S&O-belastingplichtige of een S&O-inhoudingplichtige gevraagd op basis van diens voornemen in het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft `speur- ontwikkelingswerk' te gaan verrichten. De wet geeft in artikel 1, eerste lid, onder n, Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen een definitie van speur- en ontwikkelingswerk. Het gaat om systematisch georganiseerde werkzaamheden, direct en uitsluitend gericht op technisch-wetenschappelijk onderzoek, of om de ontwikkeling van voor de betrokken ondernemer technisch nieuwe fysieke producten, onderdelen van fysieke producten, fysieke productieprocessen, onderdelen van fysieke productieprocessen, programmatuur of onderdelen van programmatuur.

Deze beleidsregel kondigt aan dat de Minister van Economische zaken, voor het eerst voor aanvragen die betrekking hebben op het jaar 2005, op enkele punten een iets ruimere uitleg zal geven aan het in de wet gehanteerde begrip `technisch wetenschappelijk onderzoek' dan tot nu toe bij de beoordeling van aanvragen werd gehanteerd. Bij de beoordeling van technisch-wetenschappelijk onderzoek wordt onder meer onderzocht of het onderzoek technisch is. Tot nu toe werd onderzocht of het resultaat van het onderzoek kan leiden tot toepassing in technisch nieuwe fysieke producten of technisch nieuwe fysieke productieprocessen. In een aantal gevallen is het echter voor een aanvrager moeilijk tevoren al concreet te maken in welke fysieke producten of productieprocessen het resultaat van zijn onderzoeksactiviteiten kan worden toegepast. Om de beoogde verruiming op het vlak van de procesinnovatie te bereiken zullen in de toekomst ook onderzoeken waarvan niet van tevoren is aan te geven of zij tot een fysieke toepassing kunnen leiden, als speur- en ontwikkelingswerk kunnen worden aangemerkt. Voorts wordt in deze beleidsregel aangekondigd dat bij de beoordeling van aanvragen inzake technisch-wetenschappelijk onderzoek iets minder hoge eisen gesteld zullen worden aan de mate van wetenschappelijkheid van het onderzoek. Zo zal het bijvoorbeeld niet meer nodig zijn dat in het onderzoek nieuwe concepten, wetmatigheden of theorieën worden ontwikkeld. Het voorgaande betekent uiteraard niet dat de wetenschappelijkheid niet meer zal worden beoordeeld. Zo blijft het nodig dat de aanvrager zelf theoretische of praktische kennis genereert in het onderzoek en dat een verklaring wordt gezocht voor een verschijnsel, die niet is te geven op basis van algemeen toegankelijke kennis.

Aan de verschillende aspecten die bij de beoordeling van technisch wetenschappelijk onderzoek van belang zijn zal SenterNovem, het agentschap van het Ministerie van Economische Zaken, in de voorlichting aandacht besteden. Bij de vaststelling van het gewijzigde aanvraagformulier dat moet worden gebruikt voor het verzoek om een S&O-verklaring, zal met deze beleidsregel rekening worden gehouden.

In de bijlage bij deze toelichting volgen ter verduidelijking enkele voorbeelden van onderzoeken die bij toepassing van de beleidsregel speur- en ontwikkelingswerk kunnen vormen.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst.

Bijlage

- Een producent van zuivelproducten is niet bekend met de wijze waarop micro-organismen beïnvloed worden door hittebehandeling. Daarom wordt een microbiologische studie verricht naar de cellulaire mechanismen die in werking treden als micro-organismen blootgesteld worden aan hitte. Het onderzoek zoekt de oorzaken van het verschil in hittetoleranties van diverse soorten micro-organismen in zuivel.

- Een leverancier onderzoekt de invloed van weersomstandigheden, magnetische velden en hoogstedelijke bebouwing op de werking van UMTS-zendmasten. Het onderzoek legt een relatie tussen het zendvermogen en de omstandigheden en levert een model op waarmee de ruimtelijke verdeling van de masten kan worden geoptimaliseerd.

- Een ondernemer wil zijn kennis van katalysatoren vergroten om de gebruiksduur te verlengen. Zijn onderzoek spitst zich toe op de reactie kinetiek. De ondernemer zoekt naar verklaringen voor zowel de vervuiling als de degeneratie van de katalysator.

- Een ondernemer doet onderzoek naar de opslag van warmte in de bodem. Deze opslagsystemen werken niet optimaal omdat er te veel warmte in de bodem weglekt. Onderzocht wordt welke principes een rol spelen bij het warmte- en koude verlies. De verklaringen voor het warmteverlies vormen de basis voor een model waarmee kan worden bepaald welke plaatsen (locaties, diepten, grondsoorten) het meest geschikt zijn voor opslagsystemen.

- Een grootafnemer van lagersystemen voert testen uit om de standtijd van ingekochte lagers te bepalen. Deze testen duren te lang. De ondernemer wil een betrouwbare testmethode ontwikkelen waarbij de testdoorlooptijd wordt gehalveerd. Hij wil begrijpen hoe faalmechanismen in lagersystemen werken en hoe deze gemanipuleerd kunnen worden. De resultaten worden verwerkt in een simulatiemodel.

Naar boven