Wijziging Regeling WWB

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 29 december 2004, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/SFI/04/78908, houdende wijziging van de Regeling WWB in verband met de verantwoording over het jaar 2005 alsmede een wijziging van de verantwoording over het jaar 2004

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 77, derde lid, van de Wet werk en bijstand;

Besluit:

Artikel I

De Regeling WWB1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Het model van het financieel beeld 2004, onderdeel van het model verslag over de uitvoering WWB voor het jaar 2004, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Regeling WWB wordt voor het jaar 2004 vervangen door het bij deze regeling behorende model van het Financieel beeld 2004.

B

Het model van het voorlopig verslag over de uitvoering, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Regeling WWB wordt voor het jaar 2004 vervangen door het bij deze regeling behorende model van het Voorlopig verslag WWB 2004.

C

Het model van het verslag over de uitvoering, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Regeling WWB wordt voor het jaar 2005 vervangen door het bij deze regeling behorende model van het Verslag over de uitvoering WWB 2005.

D

Het model van de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Regeling WWB wordt voor het jaar 2005 vervangen door het bij deze regeling behorende Model accountantsverklaring WWB 2005.

E

Het controle en rapportageprotocol, bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Regeling WWB wordt voor het jaar 2005 vervangen door het bij deze regeling behorende Controle- en rapportageprotocol WWB 2005.

F

Het model van het voorlopig verslag over de uitvoering, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Regeling WWB wordt voor het jaar 2005 vervangen door het bij deze regeling behorende model van het Voorlopig verslag WWB 2005.

G

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Geen accountantsverklaring

1. De verplichting tot het overleggen van een verklaring van een accountant, bedoeld in artikel 77, eerste lid, van de wet, geldt niet voor het college dat voor het betreffende jaar een bedrag aan uitkeringen, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de wet, heeft ontvangen dat kleiner dan of gelijk is aan € 750.000,–.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op het college dat voor het betreffende jaar uitsluitend een bedrag aan uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, onderdeel a, van de wet, heeft ontvangen en waarbij het bedrag van bedoelde uitkering groter is dan € 150.000,–.

H

Na artikel 4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

Rechtmatige wetsuitvoering

1. De wet wordt in een kalenderjaar rechtmatig uitgevoerd indien het financieel beslag van de tekortkomingen niet meer bedraagt dan 1% van de som van uitgaven en ontvangsten in verband met het aanbieden van op arbeidsinschakeling gerichte voorzieningen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet, en het verlenen van bijstand, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder b, van de wet.

2. Indien het college de bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor de uitvoering van de wet integraal heeft overgedragen aan een bij gemeenschappelijke regeling ingesteld openbaar lichaam, en er als gevolg hiervan sprake is van een uitvoering van een deel van de wet, wordt het in het eerste lid genoemde percentage toegepast op de som van uitgaven en ontvangsten van die deeluitvoering.

Artikel II

Deze regeling treedt, met uitzondering van artikel I, onderdelen A en B, in werking met ingang van 1 januari 2005. Artikel I, onderdelen A en B, treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bij deze regeling behorende bijlagen worden met ingang van 1 december 2004 ter inzage gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te ’s-Gravenhage.

Den Haag, 29 november 2004.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

De Regeling WWB is voor het verantwoordingsjaar 2005 gewijzigd.

Artikel I, onderdeel H

Nieuw artikel 4a over rechtmatige uitvoering

In het nieuwe artikel 4a krijgt de normering van de rechtmatige uitvoering van de wet een basis in de regeling zelf, analoog aan de wijze waarop de rechtmatigheid van de uitvoering van de IOAW, IOAZ en Bbz 2004 is geregeld in de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 20041 . Op grond van het artikel 4a, eerste lid, Regeling WWB wordt de wet in een kalenderjaar rechtmatig uitgevoerd, indien het financieel beslag van de tekortkomingen niet meer bedraagt dan 1% van de som van uitgaven en ontvangsten in verband met het aanbieden van op arbeidsinschakeling gerichte voorzieningen en het verlenen van bijstand. Het betreft hier de som van ontvangsten en uitgaven voor het werkdeel, het inkomensdeel en de bijzondere bijstand tezamen.

In toenemende mate krijgt de uitvoering van de WWB vorm in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Gebleken is dat het verantwoordingsarrangement van de WWB in onvoldoende mate is berekend op de diversiteit van deze samenwerkingsverbanden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de situatie waarin het college de bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor de uitvoering van de WWB integraal heeft overgedragen aan een bij gemeenschappelijke regeling ingesteld openbaar lichaam, maar uitsluitend voor de uitvoering van óf het werkdeel óf het inkomensdeel. Als gevolg hiervan ontstaat er een deeluitvoering van de WWB, zowel door het college als door het openbaar lichaam. Ook bestaan er in de praktijk situaties waarin het college de bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor de uitvoering van het inkomensdeel heeft overgedragen aan een bij gemeenschappelijke regeling ingesteld openbaar lichaam, maar zelf bevoegd en verantwoordelijk blijft voor de uitvoering van de bijzondere bijstand. De in artikel 4a, eerste lid, geregelde rechtmatigheidsnorm is in het tweede lid van dit artikel toegesneden op deze vormen van deeluitvoering. Indien er als gevolg van de overdracht van bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor de uitvoering van de WWB sprake is van een deeluitvoering van de WWB, dan wordt de foutentolerantie van 1% van de som uitgaven en ontvangsten berekend over die deeluitvoering (werkdeel, inkomensdeel resp. bijzondere bijstand).

Artikel I, onderdeel G

Wijziging van artikel 3 over de verplichte accountantsverklaring

Het bedrag waaronder een accountantsverklaring bij het verslag over de uitvoering niet is verplicht, wordt met ingang van 1 januari 2005 verhoogd van € 500.000,– naar € 750.000,–. De verplichting tot het overleggen van een accountantsverklaring bij het verslag over de uitvoering geldt op grond van artikel 3, eerste lid, niet voor gemeenten waarvan het toegekende totale budget voor het werk- en inkomensdeel tezamen niet meer bedraagt dan € 750.000,–. De verhoging van dit bedrag is zodanig gekozen dat een groter aantal gemeenten kan profiteren van de met dit artikel beoogde vermindering van administratieve lasten en accountantskosten, zonder dat de ongecertificeerde gemeentelijke verantwoordingen de raming van het macrobudget voor het inkomensdeel en de toepassing van verdeelmaatstaven te zeer nadelig kunnen beïnvloeden.

In artikel 3, tweede lid, is geregeld dat een accountantsverklaring wel verplicht is, indien het college (of een bij gemeenschappelijke regeling ingesteld openbaar lichaam) uitsluitend een uitkering voor het werkdeel heeft ontvangen (en dus geen uitkering voor het inkomensdeel) en waarbij het bedrag van deze uitkering voor het werkdeel groter is dan € 150.000,–. Deze situatie ontstaat bijvoorbeeld als het college de bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor de uitvoering van het inkomensdeel integraal heeft overgedragen aan een bij gemeenschappelijke regeling ingesteld openbaar lichaam, maar zelf verantwoordelijk en bevoegd blijft voor de uitvoering van het werkdeel. Het grensbedrag van € 150.000,– is zodanig gekozen dat de verantwoording van de minister van SZW over de rechtmatige besteding van het geoormerkte werkbudget in voldoende mate gedekt is door gecertificeerde gemeentelijke verantwoordingen.

Artikel I, onderdelen C, D, E en F

Vaststelling verantwoordingsdocumenten voor het jaar 2005

De bijlagen bij de regeling zijn vastgesteld voor het uitvoeringsjaar 2005. Het betreft het model verslag over de uitvoering, het model verklaring van de accountant, het controle- en rapportageprotocol en het model voorlopig verslag. Waar vereist zijn de modellen geactualiseerd op wijzigingen in wet- en regelgeving. Het financieel beeld, als onderdeel van het Verslag over de uitvoering en het Voorlopig verslag, is overzichtelijker gemaakt en de toelichting erop is verduidelijkt. Als gevolg van de recentelijk vastgestelde Regeling statistiek WWB, IOAW, IOAZ en WIK2 is de informatieverstrekking via het verslag over de uitvoering ten behoeve van de beleidsvoering tot een minimum beperkt.

In het kader van de beoordeling van de uitvoerbaarheid van de wijzigingen van de verantwoording 2005, heeft het Uitvoeringspanel positief geadviseerd.

Artikel I, onderdelen A en B

Wijziging verantwoordingsdocumenten voor het jaar 2004

De Regeling WWB is eveneens gewijzigd voor het verantwoordingsjaar 2004. De wijzigingen in het Financieel beeld 2004 en het Voorlopig verslag WWB 2004 betreffen noodzakelijke aanpassingen in verband met een foutieve vraagstelling rond de meeneem- en voorschotregeling (artikel 3, eerste en tweede lid, Besluit WWB) en de uit- en aanbesteding (artikel 6 Regeling WWB) in de betreffende formulieren. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om naar aanleiding van vragen van gemeenten en accountants de toelichting bij de formulieren te verbeteren.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

  • 1

    Stcrt. 2003, 204; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 13 augustus 2004, Stcrt. 159.

Naar boven