Wijziging diverse veterinaire regelingen LNV

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2 december 2004, nr. TRCJZ/2004/3107, Directie Juridische Zaken, houdende aanpassing van de veterinaire regelgeving aan verordeningen (EG) nr. 1874/2003 en (EG) nr. 999/2001 en wijziging van de veterinaire regelgeving ter implementatie van diverse EG-beschikkingen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op:

– verordening (EG) nr. 1874/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 oktober 2003 tot goedkeuring van de nationale scrapiebestrijdingsprogramma’s van bepaalde lidstaten, tot vaststelling van aanvullende garanties en tot verlening van afwijkingen betreffende fokprogramma’s ter verkrijging van TSE-resistentie bij schapen krachtens Beschikking 2003/100/EG (PbEU L 275);

– verordening (EG) nr. 2245/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 december 2003 (PbEU L 333) tot wijziging van bijlage III bij verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapen en geiten;

– verordening (EG) nr. 1471/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 augustus 2004 (PbEU L 271) tot wijziging van bijlage XI bij verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer van producten van hertachtigen uit Canada en de Verenigde Staten;

– verordening (EG) nr. 1472/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 augustus 2004 (PbEU L 271) tot wijziging van verordening (EG) nr. 1874/2003 tot goedkeuring van de nationale scrapiebestrijdingsprogramma’s van bepaalde lidstaten, tot vaststelling van aanvullende garanties en tot verlening van afwijkingen betreffende fokprogramma’s ter verkrijging van TSE-resistentie bij schapen krachtens beschikking 2003/100/EG;

– verordening (EG) nr. 1492/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 augustus 2004 (PbEU L 274) tot wijziging van verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft uitroeiingsmaatregelen voor overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij runderen, schapen en geiten, de handel in en invoer van sperma en embryo’s van schapen en geiten en gespecificeerd risicomateriaal;

– beschikking (EG) nr. 2000/572 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 8 september 2000 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van vleesbereidingen uit derde landen (PbEG L 240);

– beschikking (EG) nr. 2000/585 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 september 2000 houdende vaststelling van een lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van konijnevlees en van bepaalde soorten vlees van vrij en van gekweekt wild, en houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor die invoer (PbEU 2004, L 73);

– beschikking (EG) nr. 2000/609 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 september 2000 (PbEG L 258) tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van vlees van gekweekte loopvogels en tot wijziging van Beschikking 94/85/EG tot vaststelling van een lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van vers vlees van pluimvee toestaan;

– beschikking (EG) nr. 2001/598 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juli 2001 (PbEG L 210) houdende wijziging van Beschikking 94/984/EG tot vaststelling van de diergezondheidsvoorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificaten voor de invoer van vers vlees van pluimvee uit derde landen, en tot intrekking van de Beschikkingen 96/181/EG, 96/387/EG, 96/712/EG en 97/593/EG;

– beschikking (EG) nr. 2001/751 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 oktober 2001 (PbEG L 281) houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften en voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van levende loopvogels en van broedeieren daarvan uit derde landen, met inbegrip van de na invoer toe te passen veterinairrechtelijke maatregelen, houdende wijziging van Beschikking 95/233/EG tot vaststelling van lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van levend pluimvee en broedeieren toestaan, en houdende wijziging van Beschikking 96/659/EG inzake beschermende maatregelen in verband met Krim-Kongo hemorragische koorts;

– beschikking (EG) nr. 2003/812 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 17 november 2003 tot vaststelling van de lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten voor menselijke consumptie als bedoeld in richtlijn 92/118/EG van de Raad toestaan (PbEU L 305);

– beschikking (EG) nr. 2004/211 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 januari 2004 (PbEU L 73) tot vaststelling van de lijst van derde landen en delen van hun grondgebied waaruit de lidstaten de invoer toestaan van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo’s van paarden en tot wijziging van de beschikkingen 93/195/EEG en 94/63/EG;

– beschikking (EG) nr. 2004/212 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 januari 2004 (PbEU L 73) tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften van de Gemeenschap voor de invoer van dieren en van vers vlees, met inbegrip van gehakt vlees, uit derde landen en tot wijziging van de Beschikkingen 79/542/EEG, 2000/572/EEG en 2000/585/EEG;

– beschikking (EG) nr. 2004/280 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 maart 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor het in de handel brengen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong, verkregen in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PbEU L 87);

Gelet op de artikelen 12, 68 en 70 van de Veewet, de artikelen 2 en 3, eerste lid, van de Vogelziektenwet, artikel 2 van de Wet tot wering van besmettelijke ziekten bij knaagdieren, de artikelen 19 en 26 van de Landbouwwet, de artikelen 10, 11, 12, 77 en 81 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, artikel 19 van de Landbouwwet, artikel 2 van het Besluit uitvoer dieren en producten van dierlijke oorsprong en artikel 5 van het Besluit inzake het in de handel brengen van dieren en producten en de toepassing van maatregelen met betrekking tot in Nederland gebrachte dieren en producten;

Besluit:

Artikel I

De Regeling keuring en handel dierlijke producten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling van beschikking 79/542/EEG komt te luiden:

beschikking 79/542/EEG: beschikking (EG) nr. 79/542 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan (PbEU 2004, L 73);.

2. De begripsbepalingen van beschikking 94/278/EG, beschikking 95/357/EG, beschikking 96/105/EG, beschikking 96/712/EG, beschikking 97/29/EG, beschikking 97/217/EG, beschikking 97/218/EG, beschikking 97/219/EG en beschikking 97/220/EG vervallen.

3. Aan het slot van de begripsbepaling van beschikking 2000/571/EG wordt het leesteken puntkomma toegevoegd.

4. Na de begripsbepaling van beschikking 2000/571/EG worden drie begripsbepalingen ingevoegd, luidende:

beschikking 2000/572/EG: beschikking (EG) nr. 2000/572 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 8 september 2000 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van vleesbereidingen uit derde landen (PbEG L 240);

beschikking 2000/585/EG: beschikking (EG) nr. 2000/585 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 september 2000 houdende vaststelling van een lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van konijnenvlees en van bepaalde soorten vlees van vrij en van gekweekt wild, en houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor die invoer (PbEU 2004, L 73);

beschikking 2000/609/EG: beschikking (EG) nr. 2000/609 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 2000 (PbEG L 258) tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van vlees van gekweekte loopvogels en tot wijziging van Beschikking 94/85/EG tot vaststelling van een lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van vers vlees van pluimvee toestaan;

5. Na de begripsbepaling van beschikking 2001/471/EG worden twee begripsbepalingen ingevoegd, luidende:

beschikking 2003/812/EG: beschikking (EG) nr. 2003/812 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 17 november 2003 tot vaststelling van lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten voor menselijke consumptie als bedoeld in Richtlijn 92/118/EEG van de Raad toestaan (PbEU L 305);

beschikking 2004/280/EG: Beschikking (EG) nr. 2004/280 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 maart 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor het in de handel brengen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong, verkregen in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PbEU L 87);.

6. In de begripsbepaling van vlees van vrij wild worden de woorden ‘niet zijnde gehakt vlees en niet zijnde vleesbereidingen’ vervangen door: niet zijnde gehakt vlees en vleesbereidingen en niet zijnde slachtafvallen van vrij vederwild, eenhoevig wild, wilde Leporidae en niet-gedomesticeerde landzoogdieren, niet zijnde hoefdieren.

B

Na artikel 4.12 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.12a

In afwijking van artikel 4.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, mag vers vlees van pluimvee dat afkomstig is uit Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië of Slowakije en vóór 1 mei 2004 is verkregen in een inrichting die erkend was voor uitvoer naar de Europese Gemeenschap, tot en met 30 april 2005 voorzien zijn van het keurmerk, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van beschikking 2004/280/EG, mits het certificaat of document dat het vlees vergezelt, door de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst is voorzien van de verklaring: ‘Vóór 1 mei 2004 geproduceerd overeenkomstig Beschikking 2004/280/EG van de Commissie.’.

C

Artikel 4.13 komt te luiden:

Artikel 4.13

1. Een partij vers vlees van pluimvee die via Nederland voor het eerst op het grondgebied van de Europese Gemeenschap wordt gebracht en die is bestemd voor Nederland of een lidstaat, is afkomstig uit een derde land of een gedeelte van een derde land dat voor de betrokken diersoort waarvan het vlees afkomstig is, staat vermeld:

a. in de lijst opgenomen in bijlage I bij beschikking 94/984/EG indien het vlees van pluimvee als bedoeld in richtlijn 71/118/EG betreft;

b. in de lijst opgenomen in bijlage I bij beschikking 2000/585, indien het vlees van gekweekt vederwild, niet zijnde loopvogels, betreft, of

c. in de lijst opgenomen in bijlage I bij beschikking 2000/609/EG indien het vlees van gekweekte loopvogels betreft,

en voldoet aan de in de voornoemde beschikkingen opgenomen eisen ten aanzien van het derde land respectievelijk het gedeelte van het derde land van herkomst.

2. Een partij vers vlees van pluimvee, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van:

a. een gezondheidscertificaat waarvan het model overeenstemt met het model, vastgesteld in bijlage II bij beschikking 94/984/EG, indien het vlees van pluimvee als bedoeld in richtlijn 71/118/EEG betreft;

b. een gezondheidscertificaat waarvan het model overeenstemt met het model dat voor de betrokken diersoort is vastgesteld in bijlage III bij beschikking 2000/585/EG, indien het vlees van gekweekt vederwild, niet zijnde loopvogels, betreft, of

c. een gezondheidscertificaat waarvan het model overeenstemt met het model, vastgesteld in bijlage II bij beschikking 2000/609/EG, indien het vlees van gekweekte loopvogels betreft.

3. Een partij vers vlees van pluimvee is voorzien van:

a. het keurmerk, bedoeld in bijlage III bij beschikking 94/984/EG, indien het vlees van pluimvee als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, betreft, of

b. een officieel keurmerk waaruit blijkt in welk slachthuis de dieren waarvan het vlees afkomstig is, zijn geslacht, dan wel in welke uitsnijderij het vlees is uitgesneden, indien het vlees van gekweekte loopvogels betreft.

4. Een partij vers vlees van pluimvee voldoen aan de eisen die voor de betrokken diersoort waarvan het vlees afkomstig is, zijn vastgesteld in de onderscheiden gezondheidscertificaten, bedoeld in het tweede lid.

5. Een partij vers vlees van pluimvee is afkomstig van een inrichting die is opgenomen op de lijst, bedoeld in artikel 2 van beschikking 95/408/EG.

6. Een partij vers vlees van pluimvee is op hygiënische wijze verpakt en wordt op hygiënische wijze vervoerd, overeenkomstig artikel 4.4, eerste lid, onderdeel f, onderscheidenlijk g, en vertoont geen tekenen van bederf of ondeugdelijkheid.

7. Aan het pluimvee waarvan het vlees afkomstig is, zijn geen stoffen of producten toegediend die ingevolge artikel 3, onderdeel a, van richtlijn 96/22/EG niet aan pluimvee mogen worden toegediend, tenzij aan de voorwaarden, bedoeld artikel 11 van richtlijn 96/22/EG is voldaan.

D

Na artikel 5.9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5.9a

In afwijking van artikel 5.9, eerste lid, aanhef en onderdeel a, mag vlees van vrij wild dat afkomstig is uit Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië of Slowakije en vóór 1 mei 2004 is verkregen in een inrichting die erkend was voor uitvoer naar de Europese Gemeenschap, tot en met 30 april 2005 voorzien zijn van het keurmerk, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van beschikking 2004/280/EG, mits het certificaat of document dat het vlees vergezelt, door de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst is voorzien van de verklaring: ‘Vóór 1 mei 2004 geproduceerd overeenkomstig Beschikking 2004/280/EG van de Commissie.’.

E

Artikel 5.10 komt te luiden:

Artikel 5.10

1. Een partij vlees van vrij wild of gehele stukken vrij wild die via Nederland voor het eerst op het grondgebied van de Europese Gemeenschap wordt gebracht en die is bestemd voor Nederland of een lidstaat, is afkomstig uit een derde land of gedeelte van een derde land dat voor de betrokken diersoort waarvan het vlees afkomstig is, staat vermeld op:

a. de lijst van deel 1 van bijlage II bij beschikking 79/542/EEG, voor zover het vlees van slurfdieren of evenhoevigen betreft, dan wel

b. de lijst van bijlage I bij beschikking 2000/585/EG, voor zover het vlees van overige diersoorten, betreft,

en voldoet aan de in de voornoemde beschikkingen opgenomen eisen ten aanzien van het derde land respectievelijk gedeelte van het derde land van herkomst.

2. Een partij vlees van vrij wild of gehele stukken vrij wild gaat vergezeld van een op de partij betrekking hebbend gezondheidscertificaat waarvan het model overeenstemt met het model zoals dat voor de betrokken diersoort waarvan het vlees afkomstig is, is vastgesteld in:

a. deel 2 van bijlage II bij beschikking 79/542/EEG, voor zover het vlees van slurfdieren of evenhoevigen betreft, dan wel

b. bijlage III bij beschikking 2000/585/EG, voor zover het overige diersoorten betreft.

3. Het gezondheidscertificaat, bedoeld in het tweede lid, voldoet, voor zover van toepassing, aan bijlage XI, hoofdstuk D, punt 4, van verordening 999/2001/EEG.

4. Een partij vlees van vrij wild of gehele stukken vrij wild, bedoeld in het eerste lid, voldoet aan de eisen die zijn vastgesteld in de onderscheiden gezondheidscertificaten, bedoeld in het tweede lid, en aan de aanvullende garanties die in voorkomend geval in die certificaten zijn opgenomen, alsmede aan de overige voorwaarden die aan het soort vlees zijn gesteld op grond van richtlijn 92/45/EEG.

5. Een partij vlees van vrij wild of gehele stukken vrij wild is afkomstig van een inrichting die is opgenomen op de lijst, bedoeld in artikel 2 van beschikking 95/408/EG, met dien verstande dat indien bij de vaststelling van voornoemde lijst is voorzien in overgangsbepalingen het vlees en de stukken met inachtneming van die bepalingen afkomstig mogen zijn uit een inrichting die voldoet aan richtlijn 92/45/EEG.

F

Na artikel 5.12 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:

Afdeling 5a

In Nederland gebracht vlees van vrij wild en gehele stukken vrij wild

Artikel 5.12a

In Nederland gebrachte niet-onthuide karkassen van vrij evenhoevig wild, bestemd voor menselijke consumptie na verdere verwerking, worden onverwijld overgebracht naar de verwerkingsinrichting van bestemming.

G

Artikel 9.9a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt onderdeel a te luiden:

a. een derde land of gedeelte van een derde land dat voor de betrokken diersoort waarvan het gehakte vlees afkomstig is, is vermeld op de lijst van deel 1 van bijlage II bij beschikking 79/542/EEG, en.

2. In het tweede lid worden de woorden ‘waarvan het model overeenstemt met het in bijlage I van beschikking 97/29/EG vastgestelde model’ vervangen door: waarvan het model overeenstemt met het model zoals dat voor de betrokken diersoort waarvan het gehakte vlees afkomstig is, is vastgesteld in deel 2 van bijlage II bij beschikking 79/542/EEG.

3. In het vierde lid worden de woorden ‘is diepgevroren’ tot en met ‘het gezondheidscertificaat bedoeld in het tweede lid’ vervangen door: voldoet aan de eisen die zijn vastgesteld in het gezondheidscertificaat, bedoeld in het tweede lid, en aan de aanvullende garanties die in voorkomend geval in dat certificaat zijn opgenomen.

H

Na artikel 10.9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10.9a

In afwijking van artikel 10.9, eerste lid, aanhef en onderdeel a, mag een partij vleesbereidingen als bedoeld in artikel 10.4 die afkomstig is uit Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië of Slowakije en vóór 1 mei 2004 is verkregen in een inrichting die erkend was voor uitvoer naar de Europese Gemeenschap, tot en met 30 april 2005 voorzien zijn van het keurmerk, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van beschikking 2004/280/EG, mits het certificaat of document dat de partij vergezelt, door de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst is voorzien van de verklaring: ‘Vóór 1 mei 2004 geproduceerd overeenkomstig Beschikking 2004/280/EG van de Commissie.’.

I

Artikel 10.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a, ten eerste, worden de woorden ‘deel I van de bijlage van beschikking 79/542/EEG’ vervangen door: deel 1 van bijlage II bij beschikking 79/542/EEG.

b. In onderdeel a, ten derde, worden de woorden ‘beschikking 97/217/EG’ vervangen door: beschikking 2000/585/EG.

c. In onderdeel a, ten vijfde, worden de woorden ‘deel I van de bijlage van beschikking 79/542/EEG’ vervangen door: deel 1 van bijlage II bij beschikking 79/542/EEG.

d. Aan het slot van onderdeel b wordt het leesteken punt vervangen door het leesteken komma.

e. Na onderdeel b wordt toegevoegd:

en voldoet aan de in de voornoemde beschikkingen opgenomen eisen ten aanzien van het derde land respectievelijk gedeelte van het derde land van herkomst.

2. In het tweede lid worden de woorden ‘het in bijlage II van beschikking 97/29/EG vastgestelde model’ vervangen door: het in bijlage II bij beschikking 2000/572/EG vastgestelde model.

3. Onder vernummering van het derde tot en met zevende tot vierde tot en met achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. Het gezondheidscertificaat, bedoeld in het tweede lid, voldoet, voor zover van toepassing, aan bijlage XI, hoofdstuk D, punt 4, van verordening 999/2001/EEG.

4. In het nieuwe vierde lid wordt na de woorden ‘afkomstig uit een inrichting’ ingevoegd: die de in bijlage I bij richtlijn 94/65/EG bedoelde garanties biedt en.

5. In het nieuwe vijfde lid wordt na de woorden ‘voldoet aan’ ingevoegd: de in de artikelen 5 en 7 van richtlijn 94/65/EG vastgestelde eisen en.

J

Na artikel 11.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11.7a

In afwijking van artikel 11.7 mogen in artikel 11.2 genoemde overige dierlijke producten die afkomstig zijn uit Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië of Slowakije en vóór 1 mei 2004 zijn verkregen in een inrichting die erkend was voor uitvoer naar de Europese Gemeenschap, tot en met 30 april 2005 voorzien zijn van het keurmerk, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van beschikking 2004/280/EG, mits het certificaat of document dat de producten vergezelt, door de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst is voorzien van de verklaring: ‘Vóór 1 mei 2004 geproduceerd overeenkomstig Beschikking 2004/280/EG van de Commissie.’.

K

Artikel 11.8 komt te luiden:

Artikel 11.8

1. Een partij voor menselijke consumptie bestemde honing of koninginnengelei:

a. is afkomstig uit een derde land of gedeelte van een derde land dat voor ‘honing’ staat vermeld op de lijst van de bijlage bij Beschikking (EG) nr. 2004/432 van de commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 april 2004 (PbEU L 154) tot goedkeuring van door derde landen ingediende residubewakingsplannen overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG van de Raad;

b. gaat, in voorkomend geval en zodra ter zake ingevolge de regelgeving van de Europese Gemeenschap een besluit is vastgesteld, vergezeld van een gezondheidscertificaat, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel c, van richtlijn 92/118/EEG en voldoet, in voorkomend geval, aan de beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of de Raad van de Europese Unie overeenkomstig hoofdstuk 2 van bijlage II van voornoemde richtlijn voor de invoer uit derde landen van deze producten vastgestelde voorschriften, voor zover deze veterinairrechtelijk van aard zijn.

2. Een partij voor menselijke consumptie bestemde eieren of eiproducten:

a. is afkomstig uit een derde land of gedeelte van een derde land van waaruit het brengen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap is toegestaan op grond van deel IV, onderscheidenlijk deel V, van de bijlage bij beschikking 2003/812/EG;

b. gaat, in voorkomend geval en zodra ter zake ingevolge de regelgeving van de Europese Gemeenschap een besluit is vastgesteld, vergezeld van het gezondheidscertifcaat, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel c, van richtlijn 92/118/EEG en voldoet, in voorkomend geval, aan de bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of de Raad van de Europese Unie overeenkomstig hoofdstuk II van bijlage II van voornoemde richtlijn voor de invoer uit derde landen van deze producten vastgestelde voorschriften, voorzover deze veterinairrechtelijk van aard zijn.

3. Een partij voor menselijke consumptie bestemde slakken of kikkerbillen:

a. is afkomstig uit een derde land of gedeelte van een derde land van waaruit het brengen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap is toegestaan op grond van deel VI, onderscheidenlijk deel VII, van de bijlage bij beschikking 2003/812/EG;

b. gaat, in voorkomend geval, vergezeld van het keuringscertificaat, bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel I, onderscheidenlijk onderdeel II, van bijlage II van richtlijn 92/118 en voldoet, in voorkomend geval, aan de overige eisen van hoofdstuk 3 van bijlage II van richtlijn 92/118 en aan de bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of de Raad van de Europese Unie overeenkomstig hoofdstuk 2 van bijlage II van voornoemde richtlijn voor de invoer uit derde landen van deze producten vastgestelde voorschriften, voor zover deze veterinairrechtelijk van aard zijn.

4. Een partij grondstoffen die zijn bestemd voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie geschikte gelatine:

a. is afkomstig uit een derde land of gedeelte van een derde land van waaruit het brengen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap is toegestaan op grond van, in voorkomend geval, beschikking 79/542/EEG, beschikking 94/85/EG, beschikking 97/296/EG of beschikking 94/86/EG;

b. gaat, in voorkomend geval en zodra ter zake ingevolge de regelgeving van de Europese Gemeenschap een besluit is vastgesteld, vergezeld van het gezondheidscertificaat, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel c, van richtlijn 92/118/EEG.

5. Een partij voor menselijke consumptie bestemde gelatine:

a. is afkomstig uit een derde land of gedeelte van een derde land van waaruit het brengen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap is toegestaan op grond van deel VIII van de bijlage bij beschikking 2003/812/EG;

b. gaat vergezeld van het gezondheidscertificaat, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel c, van richtlijn 92/118/EEG, of voldoet, in voorkomend geval, aan de bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of de Raad van de Europese Unie overeenkomstig bijlage II, hoofdstuk 4, Sectie A, paragraaf VII, onderdeel B, van voornoemde richtlijn voor de invoer uit derde landen van deze producten vastgestelde voorschriften, voorzover deze veterinairrechtelijk van aard zijn;

c. voldoet aan hetgeen omtrent de invoer uit derde landen in bijlage II, hoofdstuk 4, Sectie A, paragraaf VII, onderdeel A, van richtlijn 92/118/EG is bepaald;

d. voldoet, indien de partij materiaal bevat afkomstig van runderen, schapen of geiten, aan bijlage XI, hoofdstuk A, punt 15, van verordening 999/2001/EG.

6. Een partij grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen:

a. is afkomstig uit een derde land of gedeelte van een derde land van waaruit het brengen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap is toegestaan op grond van, in voorkomend geval, beschikking 79/542/EEG, beschikking 94/85/EG, beschikking 94/86/EG of beschikking 97/296/EG;

b. gaat vergezeld van het gezondheidscertificaat, bedoeld in bijlage II, hoofdstuk 4, Sectie B, paragraaf VIII, onderdeel 2, onder b, van richtlijn 92/118/EEG.

7. Een partij voor menselijke consumptie bestemd collageen:

a. is afkomstig uit een derde land of gedeelte van een derde land van waaruit het brengen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap is toegestaan op grond van bijlage II, hoofdstuk 4, Sectie B, paragraaf VIII, onderdeel 1, onder a, van richtlijn 92/118/EEG;

b. gaat vergezeld van het gezondheidscertificaat, bedoeld bijlage II, hoofdstuk 4, Sectie B, paragraaf VIII, onderdeel 1, onder g, van richtlijn 92/118/EEG of voldoet, in voorkomend geval, aan de bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of de Raad van de Europese Unie overeenkomstig bijlage II, hoofdstuk 4, Sectie B, paragraaf VIII, onderdeel 4, van voornoemde richtlijn voor de invoer uit derde landen van deze producten vastgestelde voorschriften, voor zover deze veterinairrechtelijk van aard zijn;

c. voldoet aan hetgeen omtrent de invoer uit derde landen in bijlage II, hoofdstuk 4, Sectie B, Paragraaf VIII, onderdeel 1, van richtlijn 92/118/EG is bepaald.

Artikel II

De Regeling handel levende dieren en levende producten2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, eerste lid, als volgt gewijzigd:

1. Na de begripsbepaling van richtlijn 97/78/EG wordt een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

beschikking 79/542/EEG: beschikking (EG) nr. 79/542 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan (PbEU 2004, L 73);.

2. De begripsbepalingen van beschikking 95/357/EG en beschikking 96/105/EG vervallen.

3. Aan het slot van de begripsbepaling van beschikking 2000/571/EG wordt het leesteken punt vervangen door het leesteken puntkomma.

4. Na de begripsbepaling van beschikking 2000/571/EG wordt een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

beschikking 2004/211/EG: beschikking (EG) nr. 2004/211 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 januari 2004 (PbEU L 73) tot vaststelling van de lijst van derde landen en delen van hun grondgebied waaruit de lidstaten de invoer toestaan van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo’s van paarden en tot wijziging van de Beschikkingen 93/195/EEG en 94/63/EG;.

5. De omschrijving van het begrip verordening 999/2001/EG komt te luiden: verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147);.

6. Na de begripsbepaling van verordening 999/2001/EG wordt een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

verordening 1874/2003/EG: verordening (EG) nr. 1874/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 oktober 2003 tot goedkeuring van de nationale scrapiebestrijdingsprogramma’s van bepaalde lidstaten, tot vaststelling van aanvullende garanties en tot verlenging van afwijkingen betreffende fokprogramma’s ter verkrijging van TSE-resistentie bij schapen krachtens beschikking 2003/100/EG (PbEU L 275);.

7. Na de begripsbepaling van eenhoevige dieren worden drie begripsbepalingen ingevoegd, luidende:

geregistreerde paarden: eenhoevige dieren die in een stamboek zijn ingeschreven, dan wel in een stamboek zijn geregistreerd of in aanmerking komen om te worden ingeschreven overeenkomstig de krachtens artikel 4, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 90/427/EEG vastgestelde voorschriften en die zijn geïdentificeerd door middel van een hippisch paspoort;

slachtpaarden: eenhoevige dieren die zijn bestemd om rechtstreeks dan wel via een verzamelcentrum naar een slachthuis te worden gebracht om daar te worden geslacht;

fok- en gebruikspaarden: eenhoevige dieren, niet zijnde geregistreerde paarden en slachtpaarden;.

B

Artikel 3.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot vierde tot en met zevende lid, komen het eerste tot en met derde lid te luiden:

1. Een partij runderen is verzonden vanuit een derde land of een deel van een derde land, dat voor de betrokken diersoort is vermeld op de lijst van deel 1 van bijlage 1 bij beschikking 79/542/EEG.

2. Een partij runderen gaat vergezeld van het voor de betrokken diersoort vereiste gezondheidscertificaat, bedoeld in artikel 11 van richtlijn 72/462/EEG.

3. Een partij runderen voldoet aan de eisen en, in voorkomend geval, de aanvullende garanties die in het certificaat, bedoeld in het tweede lid, zijn opgenomen, aan de door de lidstaat van bestemming vastgestelde aanvullende certificeringseisen en aan de overige eisen van richtlijn 72/462/EEG.

2. Het nieuwe vijfde lid komt te luiden:

5. Met betrekking tot de partij is voldaan aan artikel 6 van beschikking 79/542/EEG.

C

Artikel 3.13a vervalt.

D

Artikel 3.13b vervalt.

E

Artikel 3.13c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden de woorden ‘Onverminderd het bepaalde in de artikelen 3.13a en 3.13b worden in Nederland gebrachte fok- en gebruiksrunderen, bestemd voor Nederland,’ vervangen door: In Nederland gebrachte en voor Nederland bestemde fok- en gebruiksrunderen worden.

2. Onder vernummering van het derde tot vierde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op runderen, afkomstig uit derde landen, die zijn bestemd voor dierentuinen, pretparken, wildparken en jachtgebieden.

F

Artikel 3.14 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘1.’ voor de tekst van het eerste lid vervalt.

2. Voorafgaand aan de woorden ‘rechtstreeks vervoerd’ wordt ingevoegd: indien het slachtrunderen betreft die afkomstig zijn uit een lid-staat,.

3. Het tweede en derde lid vervallen.

G

Artikel 4.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, komen het eerste tot en met derde lid komen te luiden:

1. Een partij varkens is verzonden vanuit een derde land of een deel van een derde land, dat voor de betrokken diersoort is vermeld op de lijst van deel 1 van bijlage 1 bij beschikking 79/542/EEG.

2. Een partij varkens gaat vergezeld van het voor de betrokken diersoort vereiste gezondheidscertificaat, bedoeld in artikel 11 van richtlijn 72/462/EEG.

3. Een partij varkens voldoet aan de eisen en, in voorkomend geval, de aanvullende garanties die in het certificaat, bedoeld in het tweede lid, zijn opgenomen, aan de door de lidstaat van bestemming vastgestelde aanvullende certificeringseisen en aan de overige eisen van richtlijn 72/462/EEG.

2. Een nieuw lid wordt toegevoegd, luidende:

6. Met betrekking tot de partij is voldaan aan artikel 6 van beschikking 79/542/EEG.

H

Artikel 4.8a vervalt.

I

Artikel 4.8b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden de woorden ‘Onverminderd het bepaalde in artikel 4.8a worden in Nederland gebrachte fok- en gebruiksvarkens, bestemd voor Nederland,’ vervangen door: In Nederland gebrachte en voor Nederland bestemde fok- en gebruiksvarkens worden.

2. Onder vernummering van het derde tot vierde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op varkens, afkomstig uit derde landen, die zijn bestemd voor dierentuinen, pretparken, wildparken en jachtgebieden.

J

Artikel 4.9 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘1.’ voor de tekst van het eerste lid vervalt.

2. Het tweede lid vervalt.

K

In artikel 5.1 vervallen de begripsbepalingen van geregistreerde paarden, slachtpaarden en fok- en gebruikspaarden.

L

Artikel 5.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden de woorden ‘dat is vermeld op de lijst bedoeld in artikel 12, eerste lid, van richtlijn 90/426/EEG’ vervangen door: dat voor de betrokken categorie paardachtigen is vermeld op de lijst, opgenomen in bijlage I bij beschikking 2004/211/EG, en voldoet aan de in die beschikking opgenomen eisen ten aanzien van het derde land respectievelijk het deel van het derde land van herkomst.

2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. De partij voldoet aan de voorschriften die voor de betrokken categorie paardachtigen en het derde land of deel van het derde land van herkomst zijn vastgelegd in het certificaat, bedoeld in het tweede lid, en aan artikel 6 van beschikking 2004/211/EG.

M

In artikel 6.1, eerste lid, wordt na de begripsbepaling van beschikking (EG) nr. 2001/393 een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

beschikking 2001/751/EG: beschikking (EG) nr. 2001/751 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 oktober 2001 (PbEG L 281) houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften en voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van levende loopvogels en van broedeieren daarvan uit derde landen, met inbegrip van de na invoer toe te passen veterinairrechtelijke maatregelen, houdende wijziging van Beschikking 95/233/EG tot vaststelling van lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van levend pluimvee en broedeieren toestaan, en houdende wijziging van Beschikking 96/659/EG inzake beschermende maatregelen in verband met Krim-Kongo hemorragische koorts;.

N

Artikel 6.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

3. Loopvogels of de broedeieren daarvan gaan vergezeld van het gezondheidscertificaat, bedoeld in bijlage I bij beschikking 2001/751/EG.

2. Onder vernummering van het vierde tot en met achtste lid tot vijfde tot en met negende lid, wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:

4. Loopvogels of de broedeieren daarvan voldoen aan de eisen met betrekking tot identificatie, quarantaine en onderzoek, bedoeld in beschikking 2001/751/EG.

3. In het nieuwe achtste lid worden de woorden ‘vijfde lid’ vervangen door: zesde lid.

O

In artikel 6.11, achtste lid, wordt ‘foks- en gebruikspluimvee’ vervangen door: fok- en gebruikspluimvee.

P

Artikel 7.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e komt te luiden:

e. de algemene of aanvullende garanties, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van richtlijn 91/68/EEG;.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. artikel 2, eerste lid, van verordening 1874/2003/EG, indien het schapen of geiten betreft die worden verzonden naar een in de bijlage bij verordening 1874/2003/EG genoemde lidstaat.

Q

Artikel 7.6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b, komt te luiden:

b. wordt voldaan aan de algemene of aanvullende garanties, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van richtlijn 91/68/EEG;.

2. Onderdeel d komt te luiden:

d. voldaan wordt aan bijlage VIII, hoofdstuk A, deel I, onder a, van verordening 999/2001/EG, indien het fokschapen of -geiten betreft.

R

Artikel 7.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden de woorden ‘dat is vermeld op de lijsten’ tot en met ‘richtlijn 72/462/EEG’ vervangen door: dat voor de betrokken diersoort is vermeld op de lijst van deel 1 van bijlage 1 bij beschikking 79/542/EEG.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘, met dien verstande dat’ tot en met ‘de invoer in Zweden van schapen en geiten uit lid-staten’ vervangen door: en voldoet aan de eisen en, in voorkomend geval, de aanvullende garanties die in het certificaat zijn opgenomen en aan de door de lidstaat van bestemming vastgestelde aanvullende certificeringseisen.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Met betrekking tot de partij is voldaan aan artikel 6 van beschikking 79/542/EEG.

S

Artikel 7.7a komt te luiden:

Artikel 7.7a

1. Uit een derde land afkomstige, in Nederland gebrachte fokschapen en -⁠geiten en mestschapen en -geiten, bestemd voor Nederland, worden rechtstreeks naar het bedrijf van bestemming vervoerd en aan het beslag op het bedrijf van bestemming toegevoegd.

2. De in het eerste lid bedoelde schapen en geiten mogen gedurende een periode van ten minste 30 dagen, te rekenen vanaf de dag waarop de schapen en geiten op het bedrijf van bestemming zijn binnengebracht, het bedrijf niet verlaten, behoudens de rechtstreekse afvoer naar een in Nederland gelegen slachthuis.

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op schapen en geiten, afkomstig uit derde landen, die zijn bestemd voor dierentuinen, pretparken, wildparken en jachtgebieden.

T

In artikel 8.1 vervalt de begripsbepaling van beschikking 79/542/EEG.

U

Artikel 8.3, tweede lid, onderdeel b, onder 4°, eerste gedachtestreepje, komt te luiden:

– deze afkomstig zijn uit een derde land of een deel van een derde land, dat voor de betrokken diersoort is vermeld op de lijst van deel 1 van bijlage 1 bij beschikking 79/542/EEG, met dien verstande dat, voor zover het niet-gedomesticeerde dieren betreft als bedoeld in artikel 1, tweede alinea, van beschikking 79/542/EEG, zij afkomstig zijn uit een derde land of een deel van een derde land van waaruit de lidstaat van bestemming de invoer toestaat;.

V

Artikel 8.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

1. De partij is verzonden vanuit een derde land of een deel van een derde land dat, indien het slurfdieren of evenhoevigen, niet zijnde runderen, varkens, schapen of geiten, betreft, voor de betrokken diersoort is vermeld op de lijst van deel 1 van bijlage 1 bij beschikking 79/542/EEG, dan wel, indien het andere dieren betreft, is vermeld op de lijst, bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel a, van richtlijn 92/65/EEG, met dien verstande dat, indien het niet-gedomesticeerde dieren als bedoeld in artikel 1, tweede alinea, van beschikking 79/542/EEG betreft, dan wel indien de lijst, bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel a, van richtlijn 92/65/EEG, voor de betrokken diersoort nog niet is vastgesteld, het brengen in Nederland van die dieren:

a. voor zover zij bestemd zijn voor Nederland, is toegestaan vanuit een derde land of een deel van een derde land;

b. voor zover zij bestemd zijn voor een lidstaat, is toegestaan vanuit een derde land of een deel van een derde land waaruit de lidstaat van bestemming de invoer toestaat.

2. De partij gaat vergezeld, indien het slurfdieren of evenhoevigen, niet zijnde runderen, varkens, schapen of geiten, betreft, van een gezondheidscertificaat waarvan het model overeenstemt met het model zoals dat voor de betrokken diersoort is vastgesteld in deel 2 van bijlage I bij beschikking 79/542/EEG, dan wel, indien het andere dieren betreft, van het gezondheidscertificaat, bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 92/65/EEG, met dien verstande dat, indien het niet-gedomesticeerde slurfdieren of evenhoevigen betreft als bedoeld in artikel 1, tweede alinea, van Beschikking 79/542/EEG, dan wel indien het laatstbedoelde gezondheidscertificaat nog niet is vastgesteld, de dieren vergezeld gaan van:

a. voor zover zij bestemd zijn voor Nederland, een certificaat dat een verklaring behelst van de officiële dierenarts dat voldaan is aan hoofdstuk II van richtlijn 92/65/EEG, alsmede, indien het apen, hoefdieren, honden, katten en lagomorfen betreft, aan de voorschriften voor het brengen in Nederland van de betrokken dieren uit derde landen op grond van hoofdstuk 2 van de onderhavige regeling;

b. voor zover zij bestemd zijn voor een lidstaat, een certificaat dat een verklaring behelst van de officiële dierenarts dat voldaan is aan de voorschriften van de lid-staat van bestemming.

2. Na het derde lid worden, onder vernummering van het vierde tot en met zevende lid tot zesde tot en met negende lid, een nieuw vierde en vijfde lid ingevoegd, luidende:

4. Voor zover de partij slurfdieren of evenhoevigen, niet zijnde runderen, varkens, schapen of geiten, betreft, voldoet zij aan de eisen en, in voorkomend geval, de aanvullende garanties die in het certificaat zijn opgenomen en aan de door de lidstaat van bestemming vastgestelde aanvullende certificeringseisen.

5. Met betrekking tot de partij, voor zover zij slurfdieren of evenhoevigen, niet zijnde runderen, varkens, schapen of geiten, betreft, is voldaan aan artikel 6 van beschikking 79/542/EEG.

3. In het nieuwe negende lid worden de woorden ‘vierde lid’ vervangen door: zesde lid.

W

Na artikel 8.5l worden twee afdelingen ingevoegd, luidende:

Afdeling 4c

In Nederland gebrachte dieren

Artikel 8.5m

1. Uit een derde land afkomstige, in Nederland gebrachte en voor Nederland bestemde slurfdieren of evenhoevigen, niet zijnde runderen, varkens, schapen of geiten, worden, voor zover zij kennelijk bestemd zijn voor fok-, gebruiks- of mestdoeleinden, rechtstreeks naar het bedrijf van bestemming vervoerd en aan het beslag van het bedrijf van bestemming toegevoegd.

2. De in het eerste lid bedoelde dieren mogen gedurende een periode van ten minste 30 dagen, te rekenen vanaf de dag waarop de dieren op het bedrijf van bestemming zijn binnengebracht, het bedrijf niet verlaten, behoudens de rechtstreekse afvoer naar een in Nederland gelegen slachthuis.

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op dieren als bedoeld in het eerste lid, die zijn bestemd voor dierentuinen, pretparken, wildparken en jachtgebieden.

Afdeling 4d

Het slachten van in Nederland gebrachte dieren

Artikel 8.5n

Uit een derde land afkomstige, in Nederland gebrachte en voor Nederland bestemde slurfdieren of evenhoevigen, niet zijnde runderen, varkens, schapen of geiten, worden, voor zover zij kennelijk bestemd zijn om te worden geslacht, rechtstreeks vervoerd naar het slachthuis van bestemming, waar zij binnen vijf werkdagen worden geslacht.

X

Artikel 9.3 komt te luiden:

Artikel 9.3

Op grond van het onderzoek, bedoeld in artikel 2.5, is gebleken dat voldaan wordt aan:

a. artikel 3, onderdelen b en c, van richtlijn 88/407/EEG, indien het rundersperma betreft, met inachtneming van artikel 2, tweede lid, van richtlijn nr. 2003/43/EG;

b. artikel 3, onderdelen b en c, van richtlijn 90/429/EEG, indien het varkenssperma betreft;

c. artikel 11, tweede lid, tweede en derde gedachtestreepje, en derde lid, tweede alinea van richtlijn 92/65/EEG, indien het sperma van eenhoevige dieren betreft, of

d. artikel 11, tweede lid, tweede en derde gedachtestreepje, en derde lid, tweede alinea van richtlijn 92/65/EEG en bijlage VIII, hoofdstuk A, deel I, onder d, van verordening 999/2001/EG indien het sperma van schapen of geiten betreft en artikel 2, tweede lid, van verordening 1874/2003/EG, indien het sperma van schapen of geiten betreft dat wordt verzonden naar een in de bijlage bij verordening 1874/2003/EG genoemde lidstaat.

Y

Artikel 9.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De partij voldoet aan bijlage VIII, hoofdstuk A, deel I, onder d, van verordening 999/2001/EG, indien het sperma van schapen of geiten betreft.

Z

Artikel 9.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef worden de woorden ‘de lijst, bedoeld in’ vervangen door: de lijst.

b. In onderdeel a wordt voorafgaand aan ‘artikel 8, eerste lid’ ingevoegd: bedoeld in.

c. In onderdeel b wordt voorafgaand aan ‘artikel 7, eerste lid’ ingevoegd: bedoeld in.

d. Aan het slot van onderdeel b wordt ‘, of’ vervangen door het leesteken puntkomma.

e. Onder verlettering van onderdeel c tot d wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

c. die voor sperma van eenhoevige dieren is vastgesteld in bijlage I bij beschikking 2004/211/EG, met dien verstande dat sperma van eenhoevige dieren ook mag zijn verzonden vanuit een land waaruit de definitieve invoer als bedoeld in artikel 4 van beschikking 2004/211/EG van geregistreerde paarden en fok- en gebruikspaarden is toegestaan, of.

f. Het verletterde onderdeel d wordt als volgt gewijzigd:

1°. Voorafgaand aan ‘artikel 17, tweede lid’ wordt ingevoegd: bedoeld in.

2°. De woorden ‘indien het sperma van schapen, geiten of eenhoevige dieren betreft’ worden vervangen door: indien het sperma van schapen of geiten betreft.

2. Een lid wordt toegevoegd, luidende:

4. De partij voldoet aan:

a. de voorschriften die voor sperma van paardachtigen zijn vastgelegd in het gezondheidscertificaat, bedoeld in het derde lid, aanhef en onderdeel c, en aan de artikelen 4 en 7 van beschikking 2004/211/EG, indien het sperma van eenhoevige dieren betreft, of

b. bijlage IX, hoofdstuk H, van verordening 999/2001/EG indien het sperma van schapen of geiten betreft.

AA

Artikel 10.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Onverminderd het eerste lid is op grond van het onderzoek, bedoeld in artikel 2.5, gebleken dat de partij embryo’s voldoet aan bijlage VIII, hoofdstuk A, deel I, punt d, van verordening 999/2001/EG indien het embryo’s van schapen of geiten betreffen en aan artikel 2, tweede lid, van verordening 1874/2003/EG, indien het embryo’s van schapen of geiten betreffen die worden verzonden naar een in de bijlage bij verordening 1874/2003/EG genoemde lidstaat.

BB

Artikel 10.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De partij voldoet aan bijlage VIII, hoofdstuk A, deel I, punt d, van verordening 999/2001/EG indien het embryo’s van schapen of geiten betreft.

CC

Artikel 10.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef worden de woorden ‘de lijst, bedoeld in’ vervangen door: de lijst.

b. In onderdeel a wordt voorafgaand aan ‘artikel 7, eerste lid’ ingevoegd: bedoeld in.

c. Onder verlettering van onderdeel b tot c wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

b. die voor embryo’s van eenhoevige dieren is vastgesteld in bijlage I bij beschikking 2004/211/EG, met dien verstande dat eicellen van eenhoevige dieren ook mag zijn verzonden vanuit een land waaruit de definitieve invoer als bedoeld in artikel 5 van beschikking 2004/211/EG van geregistreerde paarden en fok- en gebruikspaarden is toegestaan, of.

d. Het verletterde onderdeel c wordt als volgt gewijzigd:

1°. Voorafgaand aan ‘artikel 17, tweede lid, onderdeel a’ wordt ingevoegd: bedoeld in.

2°. De woorden ‘indien het embryo’s van varkens, schapen, geiten of eenhoevige dieren betreft’ worden vervangen door: indien het sperma van varkens, schapen of geiten betreft.

2. Een lid wordt toegevoegd, luidende:

4. De partij voldoet aan:

a. de voorwaarden die zijn vastgelegd in het gezondheidscertificaat, bedoeld in het derde lid, aanhef en onderdeel b, en aan artikel 5 van beschikking 2004/211/EG, indien het embryo’s van eenhoevige dieren betreft, of

b. bijlage IX, hoofdstuk H, van verordening 999/2001/EG indien het embryo’s van schapen of geiten betreft.

DD

Artikel 11.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel b wordt ‘, en’ vervangen door een puntkomma.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door ‘, en’ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. wordt voldaan aan artikel 2, tweede lid, van verordening 1874/2003/EG, indien het eicellen van schapen of geiten betreffen die worden verzonden naar een in de bijlage bij verordening 1874/2003/EG genoemde lidstaat.

EE

Artikel 11.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De partij is verzonden vanuit een derde land of een deel van een derde land, dat is vermeld op:

a. de lijst die voor eicellen van eenhoevige dieren is vastgesteld in bijlage I bij beschikking 2004/211/EG, met dien verstande dat eicellen van eenhoevige dieren ook mag zijn verzonden vanuit een land waaruit de definitieve invoer als bedoeld in artikel 5 van beschikking 2004/211/EG van geregistreerde paarden en fok- en gebruikspaarden is toegestaan, of

b. de lijst, bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel a, van richtlijn 92/65/EEG, indien het eicellen van varkens, schapen of geiten betreft, met dien verstande dat, indien vorenbedoelde lijst nog niet is vastgesteld, de partij is verzonden vanuit een derde land of een deel van een derde land van waaruit de lid-staat van bestemming de invoer toestaat, indien zij voor een lid-staat is bestemd.

2. Een lid wordt toegevoegd, luidende:

4. De partij voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in het gezondheidscertificaat, bedoeld in het derde lid, en aan artikel 5 van beschikking 2004/211/EG, indien het eicellen van eenhoevige dieren betreft.

Artikel III

De Regeling in- en doorvoer vlees 19793 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

ambtenaar: ambtenaar als bedoeld in artikel 114, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

officiële dierenarts: door de bevoegde centrale autoriteit van het land van verzending aangewezen dierenarts;

lid-staat: lidstaat van de Europese Unie, niet zijnde Nederland;

derde land: land, niet zijnde Nederland en niet zijnde een lidstaat;

verordening 999/2001/EG: verordening (EG) nr. 999/2001 verordening van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147);

verordening 136/2004/EG: verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 2004 tot vaststelling van procedures voor de veterinaire controles in de grensinspectieposten van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PbEU L 21);

richtlijn 64/433/EEG: richtlijn nr. 64/433/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1994 betreffende de gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van vers vlees (PbEG 1991, L 268);

richtlijn 72/461/EEG: richtlijn nr. 72/461/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1972 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees (PbEG L 302);

richtlijn 72/462/EEG: richtlijn nr. 72/462/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten,van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen (PbEG L 302);

richtlijn 89/662/EEG: richtlijn nr. 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395);

richtlijn 91/495/EEG: richtlijn nr. 91/495/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1990 inzake gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van konijnevlees en vlees van gekweekt wild (PbEG L 268);

richtlijn 92/118/EEG: richtlijn nr. 92/118/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van producten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (PbEG 1993, L 62);

richtlijn 97/78/EG: richtlijn nr. 97/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG 1998, L 24);

richtlijn 2001/89/EG: richtlijn nr. 2001/89/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (PbEG L 316);

beschikking 79/542/EEG: beschikking (EG) nr. 79/542 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan (PbEU 2004, L 73);

zending: hoeveelheid vlees van dezelfde aard waarvoor eenzelfde document, voor zover dit op grond van de onderhavige regeling is voorgeschreven, geldt, die met hetzelfde vervoermiddel wordt vervoerd en afkomstig is uit hetzelfde derde land of gedeelte van een derde land;

handelaar: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, zijnde de eerste ontvanger op Nederlands grondgebied van een zending vlees afkomstig uit een lidstaat van de Europese Gemeenschappen;

VWA: Voedsel en Waren Autoriteit, ingesteld bij besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 juli 2002 (Stcrt. 127);

erkende inspectiepost: op Nederlands grondgebied gelegen inspectiepost die is aangewezen en erkend overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van richtlijn 97/78/EG;

belanghebbende bij de lading: belanghebbende bij de lading als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel e, van richtlijn 97/78/EG;

gekweekt wild: niet als huisdier beschouwde landzoogdieren, niet zijnde konijnen of hazen, die niet worden vermeld in artikel 1, eerste lid, van richtlijn 64/433/EEG en die worden gehouden als huisdieren, niet-gedomesticeerde zoogdieren die leven op een afgesloten gebied onder soortgelijke omstandigheden ten aanzien van vrijheid als wild worden evenwel niet als gekweekt wild beschouwd;

vlees van gekweekt wild: alle voor menselijke consumptie geschikte delen van gekweekt wild;

beenderen, hoornen of hoeven: beenderen, hoornen of hoeven als bedoeld in hoofdstuk 5 van bijlage I van richtlijn 92/118/EEG, bestemd voor menselijke voeding.

B

In artikel 2, eerste lid, aanhef, vervalt de zinsnede ‘, met uitzondering van het in artikel 2a bedoelde vlees afkomstig uit Italië,’.

C

Artikel 2a vervalt.

D

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits is voldaan aan verordening 136/2004 en de artikelen 7f tot en met 7k, niet voor vers vlees, beenderen, hoornen en hoeven van runderen, varkens, schapen, geiten en eenhoevigen, afkomstig uit Noorwegen en bestemd voor menselijke consumptie, die:

a. zijn voorzien van het keurmerk, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel A, subonderdeel e, van richtlijn 64/433/EEG;

b. vergezeld gaan van het handelsdocument, onderscheidenlijk keuringscertificaat, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel A, subonderdeel f, van richtlijn 64/433/EEG, en

c. voldoen aan de artikelen 3 en 4 van richtlijn 72/461/EEG.

E

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

1. Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits is voldaan aan verordening 136/2004 en de artikelen 7f tot en met 7k, niet voor vers vlees, beenderen, hoornen en hoeven van runderen, varkens, schapen, geiten en eenhoevigen, afkomstig uit een derde land of deel van een derde land, niet zijnde Noorwegen, en bestemd voor menselijke consumptie, die:

a. afkomstig zijn van een derde land of een deel van een derde land dat voor de betrokken diersoort waarvan het vers vlees, de beenderen, de hoornen of de hoeven afkomstig is, is vermeld op de lijst van deel 1 van bijlage II bij beschikking 79/542/EEG;

b. vergezeld gaat van het gezondheidscertificaat dat voor de betrokken diersoort is opgenomen in deel 2 van bijlage II bij beschikking 79/542/EEG;

c. voldoen aan de eisen die in het gezondheidscertificaat, bedoeld in onderdeel b, zijn vastgesteld, aan de aanvullende garanties die, in voorkomend geval, in dat certificaat zijn opgenomen en aan de overige eisen die op grond van richtlijn 72/462/EEG zijn vastgesteld, en

d. afkomstig zijn van een inrichting die is opgenomen op de lijst, bedoeld in artikel 4 van richtlijn 72/462/EEG en, indien van toepassing, is aangewezen overeenkomstig artikel 18, eerste lid, onderdeel a, en artikel 18, dierde lid, van richtlijn 72/462/EEG.

2. Het gezondheidscertificaat, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, voldoet, voor zover van toepassing, aan bijlage XI, hoofdstuk D, punt 4, van verordening 999/2001/EG.

3. Indien het vers vlees, bedoeld in het eerste lid, opgemaakte slachtafvallen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van beschikking 79/542/EEG van als huisdier gehouden runderen, bestemd voor menselijke consumptie als vleesproduct, betreft, wordt het vlees na invoer onverwijld naar de verwerkingsinrichting van bestemming gebracht.

F

De artikelen 4a tot en met 5 vervallen.

G

Artikel 6a, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. afkomstig is uit een derde land of deel van een derde land, niet zijnde Noorwegen, dat voor de betrokken diersoort waarvan het vlees afkomstig is, is vermeld op de lijst van deel 1 van bijlage II bij beschikking 79/542/EEG, voor zover het vlees van slurfdieren of evenhoevigen, niet zijnde runderen, varkens, schapen of geiten, betreft, dan wel is vermeld op de lijst van bijlage I bij beschikking 2000/585/EG, voor zover het vlees van overige diersoorten betreft;.

2. Onderdeel b komt te luiden:

b. vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat waarvan het model overeenstemt met het model zoals dat voor de betrokken diersoort waarvan het vlees afkomstig is, is vastgesteld in deel 2 van bijlage II bij beschikking 79/542/EEG, voor zover het vlees van slurfdieren of evenhoevigen, niet zijnde runderen, varkens, schapen of geiten, betreft, dan wel in bijlage III bij beschikking 2000/585/EG, voor zover het overige diersoorten betreft;.

3. Onderdeel c komt te luiden:

c. de eisen die in het gezondheidscertificaat, bedoeld in onderdeel b, zijn vastgesteld en aan de aanvullende garanties die in voorkomend geval in dat certificaat zijn opgenomen;.

H

Aan het slot van artikel 7f, vijfde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Op het in het derde lid bedoelde document is artikel 2.17, vierde lid, van de Regeling keuring en handel dierlijke producten van overeenkomstige toepassing.

Artikel IV

De Regeling in- en doorvoer vleesproducten 19854 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepalingen van beschikkingen 91/449/EEG en 94/278/EG vervallen.

2. Na de begripsbepaling van beschikking 97/41/EG worden twee begripsbepalingen ingevoegd, luidende:

beschikking 97/222/EG: beschikking (EG) nr. 97/222 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 28 februari 1997 tot vaststelling van de lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van vleesproducten (PbEG L 89);

beschikking 2004/280/EG: Beschikking (EG) nr. 2004/280 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 maart 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor het in de handel brengen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong, verkregen in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PbEU L 87);.

3. De omschrijving van het begrip verordening 999/2001/EG komt te luiden:verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147);.

B

In artikel 4, eerste lid, vervalt de zinsnede ‘, met uitzondering van de in de artikelen 4a tot en met 4d bedoelde vleesproducten,’.

C

Artikel 4a komt te luiden:

Artikel 4a

In afwijking van artikel 4, eerste lid, aanhef en onderdeel a, mogen vleesproducten van vrij wild, gekweekt wild, konijnen of hazen die afkomstig zijn uit Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië of Slowakije en vóór 1 mei 2004 zijn verkregen in een inrichting die erkend was voor uitvoer naar de Europese Gemeenschap, tot en met 30 april 2005 voorzien zijn van het keurmerk, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van beschikking 2004/280/EG, mits het certificaat of document dat de vleesproducten vergezelt, door de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst is voorzien van de verklaring: ‘Vóór 1 mei 2004 geproduceerd overeenkomstig Beschikking 2004/280/EG van de Commissie.’.

D

Artikel 4b vervalt.

E

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste tot en met derde lid komen te luiden:

1. Het in artikel 3 gestelde verbod geldt, mits is voldaan aan verordening 136/2004/EG en de artikelen 6f tot en met 6j, niet voor de in- en doorvoer van een partij vleesproducten vervaardigd van vers vlees, vlees van vrij of gekweekt wild, dan wel vlees van konijnen of tamme hazen, die afkomstig zijn uit een derde land of gedeelte van een derde land dat voor de betrokken diersoort waarvan het vlees afkomstig is, staat vermeld op de lijst, opgenomen in de bijlagen I en II bij beschikking 97/222/EG, en die voldoet aan de in voornoemde beschikking opgenomen eisen ten aanzien van het derde land respectievelijk gedeelte van het derde land van herkomst.

2. Een partij vleesproducten als bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van een op de partij betrekking hebbend gezondheidscertificaat waarvan het model overeenstemt met het model, vastgesteld in de bijlage bij beschikking 97/221/EG, en voldoet aan de voorwaarden en eisen die in voornoemde beschikking en in vorenbedoeld certificaat zijn opgenomen.

3. Een partij vleesproducten als bedoeld in het eerste lid gaat bovendien, voor zover zij afkomstig zijn van vlees van vrij of gekweekt wild, dan wel vlees van konijnen of tamme hazen, vergezeld van een op de partij betrekking hebbend gezondheidscertificaat waarvan het model overeenstemt met het model, vastgesteld in de bijlage bij beschikking 97/41/EG, en voldoet aan de voorwaarden en eisen die in voornoemde beschikking en in vorenbedoeld certificaat zijn opgenomen.

2. Het vierde lid komt te luiden:

4. Het gezondheidscertificaat, bedoeld in het tweede lid, voldoet, voor zover van toepassing, aan bijlage XI, hoofdstuk D, punt 4, van verordening 999/2001/EG.

3. In het vijfde lid worden de woorden ‘Een partij vleesproducten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, c of d’ vervangen door: Een partij vleesproducten als bedoeld in het derde lid.

F

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘darmen’ vervangen door: darmen, blazen of magen.

2. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde tot vierde lid.

G

In artikel 6b, eerste en vijfde lid, worden de woorden ‘de artikelen 4 tot en met 4d en 6’ telkens vervangen door: de artikelen 4, 4a en 6.

H

In artikel 6c, eerste lid, onderdelen b en e, worden de woorden ‘de artikelen 4 tot en met 4d en 6’ telkens vervangen door: de artikelen 4, 4a en 6.

I

In artikel 6d worden de woorden ‘de artikelen 4 tot en met 4d en 6’ telkens vervangen door: de artikelen 4, 4a en 6.

J

In artikel 6f, derde lid, worden de woorden ‘de artikel 4, tweede lid’ vervangen door: artikel 4, eerste lid.

Artikel V

De Regeling in- en doorvoer pluimveeproducten 19935 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling van beschikking 94/278/EG vervalt.

2. Aan het slot worden twee begripsbepalingen toegevoegd, luidende:

beschikking 2003/812/EG: beschikking (EG) nr. 2003/812 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 17 november 2003 tot vaststelling van lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten voor menselijke consumptie als bedoeld in Richtlijn 92/118/EEG van de Raad toestaan (PbEU L 305);

beschikking 2004/280/EG: Beschikking (EG) nr. 2004/280 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 maart 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor het in de handel brengen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong, verkregen in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PbEU L 87).

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, komen de onderdelen ten eerste tot en met ten derde te luiden:

1°. afkomstig zijn uit een derde land of gedeelde van een derde land dat voor de betrokken diersoort waarvan het vlees afkomstig is, staat vermeld op de lijst, opgenomen in de bijlagen I en II van beschikking 97/222/EEG;

2°. vergezeld gaan een gezondheidscertificaat waarvan het model overeenstemt met het model, vastgesteld in de bijlage bij beschikking 97/221/EG, en voldoet aan de voorwaarden en eisen die in voornoemde beschikking en in vorenbedoeld certificaat zijn opgenomen;

3°. voorts vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat waarvan het model overeenstemt met het model, vastgesteld in de bijlage bij beschikking 97/41/EG, en voldoet aan de voorwaarden en eisen die in voornoemde beschikking en in vorenbedoeld certificaat zijn opgenomen;.

2. Aan het slot wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel a, en het tweede lid, aanhef en onderdeel a, is het verbod, gesteld in artikel 2, eerste lid, tot en met 30 april 2005 evenmin van toepassing op de in- en doorvoer van vleesproducten van pluimvee, onderscheidenlijk andere producten van dierlijke oorsprong, afkomstig van pluimvee, die:

a. afkomstig zijn uit Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië of Slowakije;

b. vóór 1 mei 2004 zijn verkregen in een inrichting die erkend was voor uitvoer naar de Europese Gemeenschap, en

c. voorzien zijn van het keurmerk, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van beschikking 2004/280/EG,

mits het certificaat of document dat de producten vergezelt, door de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst is voorzien van de verklaring: ‘Vóór 1 mei 2004 geproduceerd overeenkomstig Beschikking 2004/280/EG van de Commissie.’.

Artikel VI

De Regeling keuring en handelsverkeer konijne- en hazevlees 19936 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de begripsbepaling van richtlijn 97/78/EG worden twee begripsbepalingen ingevoegd, luidende:

beschikking 2000/585/EG: beschikking (EG) nr. 2000/585 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 september 2000 houdende vaststelling van een lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van konijnevlees en van bepaalde soorten vlees van vrij en van gekweekt wild, en houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor die invoer (PbEU 2004, L 73);

beschikking 2004/280/EG: Beschikking (EG) nr. 2004/280 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 maart 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor het in de handel brengen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong, verkregen in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PbEU L 87);.

2. De begripsbepalingen van beschikking 79/542/EEG, beschikking 95/357/EG en beschikking 96/105/EG vervallen.

3. In de omschrijving van het begrip Minister wordt ‘Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij’ vervangen door: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede tot derde lid, wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

2. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel a, is het vervoer als bedoeld in het eerste lid, aanhef, tot en met 30 april 2005 eveneens toegestaan van een uit Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië of Slowakije verzonden partij konijnevlees of hazevlees, die vóór 1 mei 2004 is verkregen in een inrichting die erkend was voor uitvoer naar de Europese Gemeenschap, indien de partij voorzien is van het keurmerk, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van beschikking 2004/280/EG, mits het certificaat of document dat de producten vergezelt, door de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst is voorzien van de verklaring: ‘Vóór 1 mei 2004 geproduceerd overeenkomstig Beschikking 2004/280/EG van de Commissie.’.

2. Aan het slot van het nieuwe derde lid wordt toegevoegd: , met dien verstande dat voor partijen konijnevlees of hazevlees als bedoeld in het tweede lid als keurmerk, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel g, ook het keurmerk geldt, bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van beschikking 2004/280/EG.

C

Artikel 7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. het vlees afkomstig is uit een derde land of deel van een derde land dat voor de betrokken diersoort waarvan het vlees afkomstig is, vermeld staat op de lijst in bijlage II bij beschikking 2000/585/EG;.

2. In onderdeel b wordt ‘beschikking 97/219/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 28 februari 1997 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van vlees van gekweekt wild en konijnenvlees uit derde landen (PbEG L 88)’ vervangen door: beschikking 2000/585/EG.

3. In onderdeel c worden de woorden ‘de in het tweede lid bedoelde certificaat en in beschikking 97/219/EG’ vervangen door: het in onderdeel b bedoelde certificaat en in beschikking 2000/585/EG.

Artikel VII

Artikel 2, eerste lid, van de Regeling uitvoer vers vlees en vleesbereidingen 19857 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel y komt te luiden:

y. het vlees mag niet afkomstig zijn van runderen, bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, onderdeel I, punt 2.1 en 2.2, van verordening 999/2001/EG, indien de desbetreffende runderen niet overeenkomstig bijlage III, hoofdstuk A, onderdeel I, punt 2.1 en punt 2.2, van verordening 999/2001/EG met de snelle test, bedoeld in bijlage X, hoofdstuk C, punt 4, van verordening 999/2001/EG op BSE zijn getest en waarvan de uitslag van de test niet negatief is;

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ab door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

ac. het vlees mag niet afkomstig zijn van schapen of geiten, bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, onderdeel II, punt 2, van verordening 999/2001/EG, die overeenkomstig bijlage III, hoofdstuk A, onderdeel II, punt 2, van verordening 999/2001/EG op TSE zijn getest met de snelle test, bedoeld in bijlage X, hoofdstuk C, punt 4, van verordening 999/2001/EG, indien de uitslag van die test niet negatief is. Het onderzoek geschiedt door het laboratorium van de VWA.

Artikel VIII

1. Deze regeling treedt, met uitzondering van artikel I, de onderdelen E, voor zover dat betrekking heeft op artikel 5.10, derde lid, van de Regeling keuring en handel dierlijke producten, en I, voor zover dat betrekking heeft op artikel 10.10, derde lid, van de Regeling keuring en handel dierlijke producten, artikel III, onderdeel E, voor zover dat betrekking heeft op artikel 4, tweede lid, van de Regeling in- en doorvoer vlees 1979, en artikel IV, onderdeel E, voor zover dat betrekking heeft op artikel 5, vierde lid, van de Regeling in- en doorvoer vleesproducten 1985, in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

2. Artikel I, de onderdelen E, voor zover dat betrekking heeft op artikel 5.10, derde lid, van de Regeling keuring en handel dierlijke producten, en I, voor zover dat betrekking heeft op artikel 10.10, derde lid, van de Regeling keuring en handel dierlijke producten, artikel III, onderdeel E, voor zover dat betrekking heeft op artikel 4, tweede lid, van de Regeling in- en doorvoer vlees 1979, en artikel IV, onderdeel E, voor zover dat betrekking heeft op artikel 5, vierde lid, van de Regeling in- en doorvoer vleesproducten 1985, treden in werking met ingang van 1 januari 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Onderhavige wijzigingsregeling bevat aanpassingen in verschillende veterinaire regelingen in verband met de uitvoering van wijzigingen van verordening (EG) nr. 999/2001, van verordening (EG) nr. 1874/2003 en diverse Europese beschikkingen op het gebied van handelsvoorwaarden voor dieren en dierlijke producten. Voor de overzichtelijkheid worden de wijzigingen in de diverse veterinaire regelingen per verordening of beschikking toegelicht.

Verordening (EG) nr. 999/2001 en verordening (EG) 1874/2003

Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 (PbEG L 147) (hierna: verordening (EG ) nr. 999/2001) bevat voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (BSE en scrapie). Verordening (EG) nr. 999/2001 en met name de daarbij behorende bijlagen zijn een aantal malen gewijzigd.

In bijlage III, hoofdstuk A, onder II, punt 2, van verordening (EG) nr. 999/2001 wordt voorgeschreven dat schapen of geiten, ouder dan 18 maanden of waarbij meer dan twee blijvende snijtanden door het tandvlees zijn doorgebroken, en die voor menselijke consumptie worden geslacht, steekproefsgewijs moeten worden getest op scrapie. Het vlees van deze geteste dieren mag worden verhandeld en geconsumeerd als de uitkomst van de test negatief is. In het nieuw ingevoegde artikel 2, eerste lid, onderdeel ac, van de Regeling uitvoer vers vlees en vleesbereidingen 1985 is uitvoering gegeven aan deze bepaling (zie artikel VII).

Bij verordening (EG) nr. 1471/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschap van 18 augustus 2004 tot wijziging van bijlage XI bij verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer van producten van hertachtigen uit Canada en de Verenigde Staten worden nadere regels gesteld ten aanzien van de eisen aan het gezondheidscertificaat van vlees, vleesbereidingen en vleesproducten van gekweekte en wilde hertachtigen afkomstig uit Canada of de Verenigde Staten. De voorschriften zijn neergelegd in bijlage XI, hoofdstuk D, punt 4, van verordening (EG) nr. 999/2001 en houden in dat per 1 januari 2005 aan het gezondheidscertificaat een verklaring moet zijn toegevoegd inhoudende dat het vlees afkomstig is van dieren die negatief zijn bevonden bij het testen op de ziekte ‘chronical wasting disease’. De artikelen 5.10 en 10.10 van de Regeling keuring en handel dierlijke producten, artikel 4 van de Regeling in- en doorvoer vlees 1979 en artikel 4 van de Regeling in- en doorvoer vleesproducten 1985 zijn hieraan aangepast (zie artikel I, de onderdelen E en I. artikel III, onderdeel E, en artikel IV, onderdeel E).

Bij verordening (EG) nr. 1492/2004 van de Commissie van 23 augustus 2004 tot wijziging van verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft uitroeiingsmaatregelen voor overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij runderen, schapen en geiten, de handel in en invoer van sperma en embryo’s van schapen en geiten en gespecificeerd risicomateriaal, is bepaald dat sperma en embryo’s van schapen en geiten slechts in de handel mogen worden gebracht of mogen worden ingevoerd in de gemeenschap indien ze voldoen aan een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden zijn neergelegd in bijlage VIII, hoofdstuk A, deel I, punt d, en Bijlage IX, hoofdstuk H, bij verordening (EG) nr. 999/2001 en houden in dat per 1 januari 2005:

– het sperma en de embryo’s afkomstig zijn van dieren die vanaf de geboorte of ten minste drie jaar hebben verbleven op een bedrijf dat voldoet aan bijlage VIII, hoofdstuk A, deel I, onder i of ii,

– het sperma afkomstig is van rammen die het prioneiwitgenotype ARR/ARR, of

– de embryo’s het prioneiwitgenotype ARR/ARR hebben.

De artikelen 9.3, 9.5, 9.6, 10.4, 10.5 en 10.6 van de Regeling handel levende dieren en levende producten zijn hieraan aangepast (zie artikel II, de onderdelen X, Y, Z, AA, BB en CC).

Ter uitvoering van verordening (EG) nr. 999/2001 zijn op het gebied van de bestrijding van scrapie uitvoeringsmaatregelen getroffen, welke zijn neergelegd in verordening (EG) nr. 1874/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 oktober 2003 tot goedkeuring van de nationale scrapiebeschrijdingsprogramma’s van bepaalde lidstaten, tot vaststelling van aanvullende garanties en tot verlening van afwijkingen betreffende fokprogramma’s ter verkrijging van TSE-resistentie bij schapen krachtens beschikking 2003/100/EG (verder: verordening (EG) nr. 1874/2003). De uitvoeringsmaatregelen bepalen, in samenhang met verordening (EG) nr. 999/2001, dat lidstaten waar niet of nauwelijks scrapie voorkomt, een nationaal scrapiebestrijdingsprogramma ter goedkeuring bij de Europese Commisie kunnen voorleggen. Indien het programma van een lidstaat wordt goedgekeurd, gelden voor het vervoer van schapen en geiten en embryo’s, sperma en eicellen naar deze lidstaten aanvullende handelsvoorwaarden. Deze aanvullende voorwaarden zijn neergelegd in artikel 2 van verordening (EG) nr. 1874/2003 en houden in hoofdlijnen in dat het bedrijf waarvan de dieren, sperma, eicellen of embryo’s afkomstig zijn, gedurende een periode van 7 jaar op geen enkele wijze in aanraking is geweest met maatregelen ter bestrijding of uitroeiing van scrapie. De scrapiebestrijdingsprogramma’s van Zweden en Denemarken zijn al enige tijd goedgekeurd. Bij verordening (EG) nr. 1472/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 augustus 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1874/2003 tot goedkeuring van de nationale scrapiebestrijdingsprogramma’s van bepaalde lidstaten, tot vaststelling van aanvullende garanties en tot verlening van afwijkingen betreffende fokprogramma’s ter verkrijging van TSE-resistentie bij schapen krachtens beschikking 2003/100/EG, is het nationale scrapiebestrijdingsprogramma van Finland goedgekeurd. Dit betekent dat schapen en geiten die worden vervoerd naar Zweden, Denemarken of Finland, moeten voldoen aan de genoemde aanvullende handelsvoorwaarden.

In de artikelen 7.3, 9.3, 10.4 en 11.3 van de Regeling handel levende dieren en levende producten is opgenomen dat aan de aanvullende eisen moet zijn voldaan (zie artikel II, de onderdelen P, X, AA en DD).

Beschikking (EG) nr. 2000/572

Met beschikking (EG) nr. 2000/572 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 8 september 2000 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van vleesbereidingen uit derde landen (PbEG L 240), zoals gewijzigd bij beschikking (EG) nr. 2004/212 (zie hieronder), zijn nadere veterinaire voorschriften vastgesteld voor de invoer van vleesbereidingen uit derde landen. Deze voorschriften betreffen de eisen aan de inrichtingen waar de vleesbereidingen zijn geproduceerd, de eisen aan de productie zelf en de certificering van de vleesbereidingen. Ter implementatie van deze beschikking is artikel 10.10 van de Regeling keuring en handel dierlijke producten gewijzigd (zie artikel I, onderdeel I, van de onderhavige wijzigingsregeling).

Beschikking (EG) nr. 2000/585

Beschikking (EG) nr. 2000/585 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 september 2000 houdende vaststelling van een lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van konijnevlees en van bepaalde soorten vlees van vrij en van gekweekt wild, en houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor die invoer (PbEU 2004, L 73) heeft tot gevolg dat de beschikkingen 97/217/EG, 97/218/EG, 97/219/EG en 97/220/EG worden samengevoegd. Deze beschikkingen hadden betrekking op de eisen aan de invoer uit derde landen van vlees van vrij wild, vlees van gekweekt wild en konijnenvlees. De samenvoeging van de verschillende beschikkingen heeft als achtergrond de verbetering van de toegankelijkheid en de transparantie van de wetgeving van de Europese Unie. Ter implementatie van beschikking (EG) nr. 2000/585 zijn de verwijzingen in de Regeling keuring en handel dierlijke producten, de Regeling in- en doorvoer vlees 1979 en de Regeling keuring en handel konijne- en hazevlees naar de beschikkingen 97/217/EG, 97/218/EG, 97/219/EG en 97/220/EG vervangen door verwijzingen naar de thans geldende beschikkingen (zie artikel I, onderdelen C, E en I, artikel III, onderdeel G, en artikel VI, onderdeel C, van de onderhavige wijzigingsregeling). Inhoudelijk zijn de genoemde artikelen niet gewijzigd.

Beschikking (EG) nr. 2000/609

Beschikking (EG) nr. 2000/609 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 september 2000 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van vlees van gekweekte loopvogels en tot wijziging van Beschikking 94/85/EG tot vaststelling van een lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van vers vlees van pluimvee toestaan (PbEG L 258) stelt eisen aan de invoer van vers vlees van loopvogels uit derde landen. De eisen hebben betrekking op het land of een deel van het land van herkomst en het gezondheidscertificaat. Nu voor loopvogels de vereisten voor invoer uit derde landen specifiek in deze beschikking zijn omschreven, is artikel 4.13, eerste lid, van de Regeling keuring en handel dierlijke producten overeenkomstig aangepast (zie artikel I, onderdeel C, van de onderhavige wijzigingsregeling).

Beschikking (EG) nr. 2001/598

In artikel 4.13, tweede lid, onderdeel a, onder 2°, van de Regeling keuring en handel dierlijke producten werd nog verwezen naar beschikking 96/712/EG. Bij beschikking (EG) nr. 2001/598 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juli 2001 houdende wijziging van Beschikking 94/984/EG tot vaststelling van de diergezondheidsvoorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificaten voor de invoer van vers vlees van pluimvee uit derde landen, en tot intrekking van de Beschikkingen 96/181/EG, 96/387/EG, 96/712/EG en 97/593/EG (PbEG L 210) is de inhoud van beschikking 96/712/EG ondergebracht in artikel 1, tweede lid, en bijlage III van beschikking 94/984/EG. Derhalve is de verwijzing in artikel 4.13 van de Regeling keuring en handel dierlijke producten naar beschikking 96/712/EG vervangen door een verwijzing naar beschikking 94/984/EG (zie artikel I, onderdeel C, van de onderhavige wijzigingsregeling).

Beschikking (EG) nr. 2001/751

Beschikking (EG) nr. 2001/751 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 oktober 2001 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften en voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van levende loopvogels en van broedeieren daarvan uit derde landen, met inbegrip van de na invoer toe te passen veterinairrechtelijke maatregelen, houdende wijziging van Beschikking 95/233/EG tot vaststelling van lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van levend pluimvee en broedeieren toestaan, en houdende wijziging van Beschikking 96/659/EG inzake beschermende maatregelen in verband met Krim-Kongo hemorragische koorts (PbEG L 281) stelt eisen aan de invoer van loopvogels en broedeieren van loopvogels afkomstig uit derde landen. De eisen hebben betrekking op het gezondheidscertificaat dat de loopvogels en broedeieren moet vergezellen, de identificatie van de dieren en de broedeieren, het verblijf in quarantaine van de loopvogels en de broedeieren waaruit kuikens zijn uitgebroed en het onderzoek naar besmettelijke ziekten bij de loopvogels en de broedeieren waaruit kuikens zijn uitgebroed. Ter implementatie van de in deze beschikking opgenomen specifieke vereisten voor loopvogels en broedeieren van loopvogels is artikel 6.7 van de Regeling handel levende dieren en levende producten dienovereenkomstig aangepast (zie artikel II, onderdeel N, van de onderhavige wijzigingsregeling).

Beschikking (EG) nr. 2003/812

Ingevolge Beschikking (EG) nr. 2003/812 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 17 november 2003 tot vaststelling van de lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten voor menselijke consumptie als bedoeld in richtlijn 92/118/EG van de Raad toestaan (PbEU L 305), gewijzigd bij Beschikking (EG) nr. 2004/19, worden voor de volgende dierlijke producten geactualiseerde lijsten van derde landen vastgesteld, van waaruit die producten op het grondgebied van de Europese Gemeenschap mogen worden gebracht: vlees en vleesproducten van konijnen en hazen, vleesproducten van gehouden haarwild en gehouden vederwild en voor menselijke consumptie bestemde eieren, eiproducten, slakken, kikkerbilletjes, gelatine, honing en koninginnengelei. De actualisering van deze lijsten is met name ingegeven door de toetreding per 1 mei 2004 van een aantal Oost-Europese landen. Met deze beschikking wordt tevens Beschikking (EG) nr. 94/278, waarin de voorheen voor deze dierlijke producten geldende derde-landenlijsten waren vastgesteld, ingetrokken. De implementatie van Beschikking (EG) nr. 2003/812 heeft tot gevolg dat verwijzingen naar de lijsten van de betrokken derde landen in artikel 11.8 van de Regeling keuring en handel dierlijke producten, artikel 5 van de Regeling in- en doorvoer vleesproducten 1985, artikel 3 van de Regeling in- en doorvoer pluimveeproducten 1993 en artikel 7 van de Regeling keuring en handelsverkeer konijne- en hazevlees 1993 zijn aangepast, overeenkomstig de bijlage bij Beschikking (EG) nr. 2003/812 (zie artikel I, onderdeel K, artikel IV, onderdeel E, artikel V, onderdeel C, en artikel VI, onderdeel C, van de onderhavige wijzigingsregeling).

Beschikking (EG) nr. 2004/211

Met beschikking (EG) nr. 2004/211 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 januari 2004 tot vaststelling van de lijst van derde landen en delen van hun grondgebied waaruit de lidstaten de invoer toestaan van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo’s van paarden en tot wijziging van de beschikkingen 93/195/EEG en 94/63/EG (PbEU L 73) is een lijst van derde landen vastgesteld van waaruit paardachtigen en sperma, eicellen en embryo’s van paarden in de Europese Gemeenschap mogen worden gebracht. Deze lijst vervangt de lijsten van derde landen die voorheen voor verschillende categorieën paardachtigen, alsmede voor sperma, eicellen en embryo’s van paardachtigen bij afzonderlijke beschikkingen van de Commissie van de Europese Gemeenschappen waren vastgesteld. Tevens worden met beschikking (EG) nr. 2004/211 de aanvullende invoervoorwaarden uit de vorenbedoelde afzonderlijke beschikkingen geïntegreerd. Ter implementatie van beschikking (EG) nr. 2004/211 is een aantal artikelen van de Regeling handel levende dieren en levende producten aangepast (zie artikel II, onderdelen L, Z, CC en EE).

Beschikking (EG) nr. 2004/212

Beschikking (EG) nr. 2004/212 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 januari 2004 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften van de Gemeenschap voor de invoer van dieren en van vers vlees, met inbegrip van gehakt vlees, uit derde landen en tot wijziging van de Beschikkingen 79/542/EEG, 2000/572/EEG en 2000/585/EEG (PbEU L 73), zoals gewijzigd bij Beschikking (EG) nr. 2004/410 en Beschikking (EG) nr. 2004/542, strekt in de eerste plaats tot herziening van Beschikking (EEG) nr. 79/542. Ten gevolge van deze herziening is de reikwijdte van laatstgenoemde beschikking ingeperkt. Zij voorziet thans in de vaststelling van een geactualiseerde lijst van derde landen waaruit levende landzoogdieren van alle soorten die behoren tot de taxa Proboscidea (slurfdieren) en Artiodactyla (evenhoevigen), alsmede vers vlees, met inbegrip van gehakt vlees, van deze dieren en van paardachtigen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap mogen worden gebracht. Daarnaast zijn in de herziene Beschikking (EG) nr. 79/542 de veterinairrechtelijke en gezondheidsvoorschriften opgenomen waaraan bij invoer van bovengenoemde dieren en producten vanuit die derde landen moet worden voldaan, en wordt voorzien in de vaststelling van de betrokken certificaten die genoemde dieren en producten bij binnenkomst op het grondgebied van de Europese Gemeenschap moeten vergezellen. Ter implementatie van dit deel van Beschikking (EG) 2004/212 is een aantal artikelen van de Regeling keuring en handel dierlijke producten, de Regeling handel levende dieren en levende producten en de Regeling in- en doorvoer vlees 1979 gewijzigd (zie artikel I, onderdelen E tot en met G en I, artikel II, onderdelen B, E tot en met G, I, R en U tot en met W, en artikel III, onderdelen E, G en H van de onderhavige wijzigingsregeling).

Overigens is in artikel 1, tweede alinea, van de herziene Beschikking (EG) nr. 79/542 bepaald dat zij niet van toepassing is op de invoer van niet-gedomesticeerde dieren voor shows of tentoonstellingen, dieren die deel uitmaken van circussen en dieren die bestemd zijn voor wetenschappelijke doeleinden, met in begrip van instandhouding of proeven in speciaal erkende instellingen, instituten of centra. Voor deze categorieën dieren geldt thans geen communautaire lijst van derde landen, van waaruit zij mogen worden ingevoerd, en is geen communautair vastgesteld veterinair certificaat beschikbaar. Dientengevolge blijft op deze categorieën dieren het huidige invoerregime van artikel 8.5, eerste en tweede lid, van de Regeling handel levende dieren en levende producten, voor dieren ten aanzien waarvan geen communautair vastgestelde lijst van derde landen of veterinair certificaat bestaat, van kracht.

In de tweede plaats strekt Beschikking (EG) nr. 2004/212 tot herziening van Beschikking (EG) nr. 2000/572. Ten gevolge van deze herziening voorziet laatstgenoemde beschikking thans slechts nog in de vaststelling van de veterinairrechtelijke en gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer van vleesbereidingen uit derde landen. Voorheen zag Beschikking (EG) nr. 2000/572 ook op de invoer van gehakt vlees uit derde landen. Met de bovenbedoelde herziening is het regime voor de invoer van gehakt vlees ondergebracht in Beschikking (EEG) nr. 79/542 (zie hierboven). Voor de consequenties van de herziening van Beschikking (EG) nr. 2000/572 voor de veterinaire regelgeving zij verwezen naar hetgeen hierboven in deze toelichting met betrekking tot die beschikking is aangegeven.

In de derde plaats strekt Beschikking (EG) nr. 2004/212 tot herziening van Beschikking (EG) nr. 2000/585. Ten gevolge van deze herziening voorziet laatstgenoemde beschikking nog slechts in de vaststelling van een lijst van derde landen, alsmede van de veterinairrechtelijke en gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de certificering voor de invoer van vlees van die soorten vrij en gekweekt wild (met inbegrip van hazen en konijnen) die niet onder de reikwijdte van Beschikking (EEG) 79/542 vallen. De implementatie van de herziene Beschikking (EG) nr. 2000/585 heeft geleid tot wijziging van de artikelen 4.13, 5.10 en 10.10 van de Regeling keuring en handel dierlijke producten, artikel 6a van de Regeling in- en doorvoer vlees 1979 en artikel 7 van de Regeling keuring en handelsverkeer konijne- en hazevlees 1993 (zie artikel I, onderdelen C, E en I, artikel III, onderdeel G, en artikel VI, onderdeel C, van de onderhavige wijzigingsregeling).

Ten slotte voorziet Beschikking (EG) nr. 2004/212 in de intrekking van een aantal beschikkingen die veterinairrechtelijke voorschriften en certificaten bevatten voor de invoer van levende dieren vanuit een aantal specifieke landen of groepen van landen. Met de herziening van Beschikking (EEG) nr. 79/542 is een algemeen regime voor de invoer vanuit derde landen tot stand gebracht en zijn op specifieke landen of groepen van landen gerichte regimes overbodig geworden. De verwijzingen naar die ingetrokken beschikkingen en de specifieke consequenties van die beschikkingen zijn uit de veterinaire regelgeving verwijderd (zie artikel II, onderdelen D, F, H en J, van de onderhavige wijzigingsregeling).

Beschikking (EG) nr. 2004/280

Beschikking (EG) nr. 2004/280 voorziet in een overgangsregime voor dierlijke producten die afkomstig zijn uit de per 1 mei 2004 tot de Europese Unie toegetreden lidstaten. Producten die uit deze lidstaten afkomstig zijn, maar geproduceerd zijn vóór 1 mei 2004 – en dientengevolge zijn voorzien van het voor de invoer in de Europese Gemeenschap vanuit derde landen voorgeschreven keurmerk – mogen, in afwijking van het voorschrift dat ze moeten zijn voorzien van de ingevolge de betrokken EG-richtlijnen voorgeschreven keurmerken voor het intracommunautair handelsverkeer, toch met dat derde-landenkeurmerk op het grondgebied van de Europese Gemeenschap worden toegelaten, mits zij zijn geproduceerd in een inrichting die ten tijde van de productie was erkend voor de uitvoer naar de Europese Gemeenschap en op het documenten of certificaten die de partij vergezellen door de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst is aangegeven dat het producten betreffen die onder het overgangsregime van genoemde beschikking vallen. Dit regime geldt tot en met 30 april 2005. Deze overgangsvoorziening is met de onderhavige wijzigingsregeling opgenomen in de Regeling keuring en handel dierlijke producten (voor vers vlees van pluimvee, vlees van vrij wild, vleesbereidingen van pluimvee, vederwild en klein wild en overige dierlijke producten als omschreven in artikel 11.2 van de Regeling keuring en handel dierlijke producten), de Regeling in- en doorvoer vleesproducten 1985 (voor vleesproducten van vrij wild en konijne- en hazevlees), de Regeling in- en doorvoer pluimveeproducten 1993 (voor vleesproducten van pluimvee) en de Regeling keuring en handelsverkeer konijne- en hazevlees 1993 (voor vlees van gekweekte konijnen en hazen), zie de artikelen I, onderdelen B, D, H en J, IV, onderdeel C, V, onderdeel B, en VI, onderdeel B.

Administratieve lasten voor het bedrijfsleven

De onderhavige regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Een aantal EG-verordeningen en -beschikkingen waaraan met de onderhavige regeling uitvoering wordt gegeven, dan wel die met onderhavige regeling worden geïmplementeerd heeft weliswaar consequenties voor de veterinair certificering van de betrokken dieren en dierlijke producten, doch dit betreft slechts wijzigingen van reeds bestaande certificeringsverplichtingen, geen nieuwe certificeringsverplichtingen, waarbij per saldo geen verzwaring van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven optreedt.

Ten slotte is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele technische wijzigingen aan te brengen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Bijlage

Uitvoeringstabellen verordeningen

Verordening (EG) nr. 1492/2004

Wijziging in Verordening (EG) nr. 999/2001

Nationale regelgeving

Bijlage, onder 1

Wijziging bijlage I, punt 2

Behoeft geen uitvoering

Bijlage, onder 2

Wijziging bijlage VII

Behoeft geen uitvoering

Bijlage, onder 3

Wijziging bijlage VIII, hoofdstuk A

Artt. 9.3, onderdeel d, 9.5, tweede lid, 10.4, tweede lid,en 10.5, tweede lid, van de Regeling handel levende dieren en levende producten (RHLDLP)

Bijlage, onder 4

Wijziging bijlage IX, hoofdstuk H

Artt. 9.6, vierde lid, onderdeel b, en 10.6, vierde lid, onderdeel b, RHLDLP

Bijlage, onder 5

Wijziging bijlage XI, hoofdstuk A

Behoeft geen uitvoering

Verordening (EG) nr. 1472/2004

Wijziging in Verordening (EG) nr. 1874/2003

Nationale regelgeving

Bijlage

bijlage

Behoeft geen nadere uitwerking: dynamische verwijzingen in de artt. 7.3, onderdeel h, 9.3, onderdeel d, 10.4, tweede lid, en 11.3, onderdeel d, RHLDLP

Verordening (EG) nr. 1471/2004

Wijziging in Verordening (EG) nr. 999/2001

Nationale regelgeving

Bijlage

Bijlage XI, deel D

Artt. 5.10, derde lid, en 10.10, derde lid, van de Regeling keuring en handel dierlijke producten (RKHDP), art. 4, tweede lid, van de Regeling in- en doorvoer vlees 1979 en art. 5, vierde lid, van de Regeling in- en doorvoer vleesproducten 1985

Verordening (EG) nr. 1874/2003

Nationaal

Artikel 1

Behoeft geen uitwerking

Artikel 2, eerste lid

Art. 7.3, onderdeel h, RHLDLP

Artikel 2, tweede lid

Artt. 9.3, onderdeel d, 10.4, tweede lid, en 11.3, onderdeel d, RHLDLP

De artikelen 3 tot en met 5

Behoeven geen uitwerking

Bijlage

Behoeft geen uitwerking

Verordening (EG) nr. 2245/2003

Wijziging in Verordening (EG) nr. 999/2001

Nationale regelgeving

Bijlage

Bijlage III

Art. 2 van de Regeling uitvoer vers vlees en vleesbereidingen 1985

Implementatietabellen beschikkingen

Beschikking (EG) nr. 2000/572

Nationale bepalingen

Artikelen 1 en 2

Behoeven geen implementatie

Artikel 3, eerste lid

Art. 10.10, vijfde lid, Regeling keuring en handel dierlijke producten (RKHDP)

idem, tweede lid

Art. 10.10, vierde lid, RKHDP

idem, derde lid

Art. 10.10, vijfde lid, RKHDP

Artikel 4, eerste lid (vervallen)

 

idem, tweede lid

Art. 10.10, tweede lid, RKHDP

idem, derde lid

Art. 2.17, vierde lid, RKHDP

Artikelen 5 tot en met 7

Behoeven geen implementatie

Bijlage I (vervallen)

 

Bijlage II

Zie hierboven de implementatie van art. 4, tweede lid

Beschikking (EG) nr. 2000/585

Nationale bepalingen

Artikel 1

Behoeft geen implementatie

Artikel 2

Artt. 1.1, eerste lid, 4.13, eerste lid, onderdeel b, tweede lid, onderdeel b, en vierde lid, 5.10, eerste, tweede en vierde lid, en 10.10, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, Regeling keuring en handel dierlijke producten;

art. 6a, derde lid, van de Regeling in- en doorvoer vlees 1979;

artt. 1 en 7, eerste lid, van de Regeling keuring en handel konijne- en hazevlees 1993

Artikel 3

Behoeft geen implementatie

Artikel 4

Zie hierboven bij de implementatie van artikel 2

Artikel 5

Behoeft geen implementatie

Bijlagen 1 tot en met IV

Zie hierboven bij de implementatie van artikel 2

Beschikking (EG) nr. 2000/609

Nationale bepalingen

Artikel 1

Art. 4.13, eerste lid, onderdeel c, tweede lid, onderdeel c, en vierde lid, Regeling keuring en handel dierlijke producten

Artikelen 2 tot en met 4

Behoeft geen implementatie

Bijlagen I en II

Zie hierboven bij de implementatie artikel 1

Beschikking (EG) nr. 2001/598

Nationale bepalingen

Artikelen 1 en 2

Art. 4.13, tweede lid, onderdeel a,, Regeling keuring en handel dierlijke producten

Artikelen 3 tot en met 5

Behoeven geen implementatie

Bijlagen I tot en met III

Zie hierboven de implementatie van de artikelen 1 en 2

Beschikking (EG) nr. 2001/751

Nationale bepalingen

Artikel 1

Behoeft geen implementatie

Artikelen 2 tot en met 4

Artt. 6.1, eerste lid, en 6.7, derde en vierde lid, Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikelen 5 tot en met 8

Behoeven geen implementatie

Bijlagen I en II

Zie hierboven bij de implementatie van de artikelen 2 tot en met 4

Beschikking (EG) nr. 2003/812

Nationale bepalingen

Artikel 1 juncto Bijlage, deel I

Art. 5, eerste lid, Regeling in- en doorvoer vleesproducten 1985 (RIDVp’85)

Art. 7, eerste lid, onderdeel a, Regeling keuring en handelsverkeer konijne- en hazevlees 1993

Bijlage, deel II

Art. 5, eerste lid, RIDVp’85

Bijlage, deel III

Art. 3, eerste lid, onderdeel b, Regeling in- en doorvoer pluimveeproducten 1993 (RIDPvp’93)

Bijlage, deel IV + V

Art. 11.8, tweede lid, onderdeel a, Regeling keuring en handel dierlijke producten (RKHDP)

Bijlage, deel VI + VII

Art. 11.8, derde lid, onderdeel a, RKHDP

Bijlage, deel VIII

Art. 11.8, vijfde lid, onderdeel a, RKHDP

Bijlage, deel IX

Art. 11.8, eerste lid, onderdeel a, RKHDP

Artikel 2 (intrekking van Beschikking (EG) nr. 94/278)

Zie wijziging van art. 1 RIDVp’85 en art. 1 RIDPvp’93

Beschikking (EG) nr. 2004/211

Nationale bepalingen

Artikel 1

Behoeft geen implementatie

Artikel 2

Behoeft geen implementatie

Artikel 3

Art. 5.8, eerste lid, Regeling handel levende dieren en levende producten (RHLDLP)

Artikel 4

Art. 9.6, eerste lid, onderdeel c, en vierde lid, onderdeel a, RHLDLP

Artikel 5

Artt. 10.6, eerste lid, onderdeel b, en vierde lid, en 11.5, eerste lid, onderdeel a, en vierde lid, RHLDLP

Artikel 6

Art. 5.8, derde lid, RHLDLP

Artikel 7

Art. 9.6, tweede lid, derde lid, aanhef en onderdeel c, en vierde lid, onderdeel a, RHLDLP

Artikel 8

Artt. 10.6, vierde lid, onderdeel a, en 11.5, vierde lid, RHLDLP

Artikelen 9 tot en met 11

Behoeven geen implementatie

Beschikking (EG) nr. 2004/212

Nationale bepalingen

Artikel 1

Wijzigingen in Beschikking (EG) nr. 79/542

 

eerste lid

Wijziging van citeertitel

Art. 1.1, eerste lid, Regeling keuring en handel dierlijke producten (RKHDP);

art. 1.1, eerste lid, Regeling handel levende dieren en levende producten (RHLDLP);

art. 1 Regeling in- en doorvoer vlees 1979 (RIDV’79)

tweede lid

Vervanging van artikel 1 eerste alinea

Behoeft geen implementatie

 

Idem, tweede alinea

Artt. 8.3, tweede lid, onderdeel b, onder 4, eerste gedachtestreepje, en 8.5, eerste lid, aanhef en onderdeel a, en tweede lid, aanhef en onderdeel a, RHLDLP

 

Idem, derde alinea

Behoeft geen implementatie

 

Vervanging van artikel 2

Behoeft geen implementatie

 

Vervanging van artikel 3

Art. 2.1, tweede lid, 3e gedachtestreepje juncto art. 2.33 RHLDLP

 

Nieuw artikel 4

Artt. 3.13, eerste lid, 4.8, eerste lid, 7.7, eerste lid, 8.3, tweede lid, onderdeel b, onder 4, eerste gedachtestreepje, en 8.5, eerste en tweede lid, RHLDLP

 

Nieuw artikel 5

Artt. 3.13, tweede lid, 4.8, tweede lid, 7.7, eerste lid, en 8.5, tweede en vierde lid, RHLDLP

 

Nieuw artikel 6

Artt. 3.13, vijfde lid, 4.8, zesde lid, 7.7, zesde lid, en 8.5, vijfde lid, RHLDLP

 

Nieuw artikel 7, onderdeel i

Artt. 3.14, eerste lid, 4.9, 7.8, eerste lid, en 8.5n RHLDLP

 

Idem, onderdeel ii

Artt. 3.13c, 4.8b, 7.7a en 8.5m RHLDLP

 

Nieuwe artikelen 8, 9, 10 en 11

Artt. 2.17, eerste en vierde lid, 5.10, eerste, tweede en vierde lid, en 9.9a, eerste, tweede en vierde lid, RKHDP;

artt. 3, 4, 6a en 7f, derde en vijfde lid, RIDV’79

 

Nieuw artikel 12, eerste lid, onderdeel a

Art. 5.12a RKHDP

 

Idem, onderdeel b

Art. 4, derde lid, RIDV’79 en VWS-regelgeving

 

Idem, tweede lid

VWS-regelgeving

 

Idem, derde lid

Behoeft geen implementatie

 

Nieuw artikel 13

Art. 2.16, vierde lid, RKHDP;

artt. 2.35, vierde lid, RHLDLP;

art. 7f, vijfde lid, RIDV’79

 

Nieuwe bijlage I, deel 1

Zie hierboven bij artikel 4 van Beschikking (EG) nr. 79/542

 

Nieuwe bijlage I, deel 2

Zie hierboven bij artikel 5 van Beschikking (EG) nr. 79/542

 

Nieuwe bijlage I, deel 3A

Zie hierboven bij artikel 6 van Beschikking (EG) nr. 79/542

 

Nieuwe bijlage I, deel 3B

zie hierboven bij artikel 5 van Beschikking (EG) nr. 79/542

 

Nieuwe bijlage I, deel 3C

Zie hierboven bij bijlage I, deel 2

 

Nieuwe bijlage II, deel 1 en 2

Zie hierboven bij de artt. 8-11 van Beschikking (EG) nr. 79/542

Artikel 2

Wijzigingen in Beschikking (EG) 2000/572

Zie hierboven bij de implementatie van Beschikking (EG) 2000/572

Artikel 3

Wijzigingen in Beschikking (EG) 2000/585/EG

Zie hierboven bij de implementatie van Beschikking (EG) 2000/585

Artikel 4

Intrekking van diverse beschikkingen

Zie de wijziging van art. 1.1, eerste lid, RKHDP en art. 1 RIDV’79,

Beschikking (EG) nr. 2004/280

Nationale bepalingen

Artikelen 1 en 2

Behoeven geen implementatie; geen relevantie voor de Nederlandse markt

Artikel 3

artt. 4.12a, 5.9a, 10.9a en 11.7a Regeling keuring en handel dierlijke producten;

art. 4a Regeling in- en doorvoer vleesproducten 1985

art. 3, vijfde lid, Regeling in- en doorvoer pluimveeproducten 1993;

art. 5, tweede en derde lid, Regeling keuring en handelsverkeer konijne- en hazevlees 1993

Artikel 4

Behoeven geen implementatie; geen relevantie voor de Nederlandse markt

  • 1

    Stcrt. 1994, 113; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 november 2004, Stcrt. 226.

  • 2

    Stcrt. 1994, 250; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 november 2004, Stcrt. 226.

  • 3

    Stcrt. 1979, 4; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 november 2004, Stcrt. 226.

  • 4

    Stcrt. 1985, 53; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 november 2004, Stcrt. 226.

  • 5

    Stcrt. 1993, 55; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 november 2004, Stcrt. 226.

  • 6

    Stcrt. 1992, 140; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 november 2004, Stcrt. 226.

  • 7

    Stcrt. 1984, 252; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 2 december 2004, Stcrt. 235.

Naar boven