Vaststelling subsidieplafond 2005 op grond van Regeling subsidies diensten Kenniswijk 2004

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 26 november 2004, nr. WJZ 4072289, houdende vaststelling van het subsidieplafond voor kleine dienstenprojecten

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Regeling subsidies diensten Kenniswijk 2004;

Besluit:

Artikel 1

Het subsidieplafond voor 2005 voor het verlenen van subsidie voor kleine dienstenprojecten, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Regeling subsidies diensten Kenniswijk 2004, wordt vastgesteld op € 350.000,–.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 november 2004.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

Bij deze regeling wordt op grond van artikel 6, eerste lid, van de Regeling subsidies diensten Kenniswijk 2004 het subsidieplafond voor het jaar 2005 voor de subsidiëring van kleine dienstenprojecten vastgesteld. Jaarlijks wordt voor deze dienstenprojecten een subsidieplafond vastgesteld.

Het voor subsidie voor kleine dienstenprojecten beschikbare bedrag wordt verdeeld overeenkomstig artikel 10, tweede lid, van de Regeling subsidies diensten Kenniswijk 2004.

De met de subsidieaanvraag gemoeide administratieve lasten worden door deze regeling niet gewijzigd. Er worden voor kleine dienstenprojecten in 2005 vooralsnog 13 aanvragen verwacht. De administratieve lasten van het indienen van de aanvragen bedragen bij dat aantal aanvragen: € 750,–.

Het subsidieplafond voor subsidies voor grote dienstenprojecten is voor de eerste tender op grond van deze regeling al vastgesteld. Op grond van artikel 6, tweede lid, zal het subsidieplafond voor de volgende tender bij afzonderlijke ministeriële regeling worden vastgesteld.

In overeenstemming met de Rijksbrede ICT-agenda en met de in de breedbandnota ontvouwde beleidsvisie wordt de ontwikkeling van diensten en producten in het komende jaar meer gericht op diensten van maatschappelijk belang zoals zorg, onderwijs, mobiliteit en veiligheid. Dit heeft tot een gedeeltelijke herschikking van het budget voor dienstenontwikkeling geleid, waardoor er minder budget beschikbaar is in 2005 voor de ontwikkeling van kleine diensten dan in 2004. Het plafond is dienovereenkomstig lager vastgesteld.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Naar boven