Wijziging Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines

Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 28 oktober 2004, nr. KvI2004106879, tot wijziging van de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (implementatie richtlijn nr. 2002/88)

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op richtlijn nr. 2002/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 december 2002 (PbEU 2003, L35) tot wijziging van richtlijn 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigde gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines en op artikel 5, derde en vierde lid, van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines;

Besluit:

Artikel I

De Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt als volgt te luiden:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. besluit: Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines;

b. kleine motorfamilie: kleine motorfamilie als bedoeld in artikel 2, eenentwintigste gedachtestreepje, van richtlijn 97/68;

c. kleine fabrikant: kleine fabrikant als bedoeld in artikel 2, tweeëntwintigste gedachtestreepje, van richtlijn 97/68;

d. klasse SH:1: klasse SH:1 als bedoeld in artikel 9bis, eerste lid, van richtlijn 97/68;

e. klasse SH:2: klasse SH:2 als bedoeld in artikel 9bis, eerste lid, van richtlijn 97/68;

f. klasse SH:3: klasse SH:3 als bedoeld in artikel 9bis, eerste lid, van richtlijn 97/68;

g. klasse SN:1: klasse SN:1 als bedoeld in artikel 9bis, eerste lid, van richtlijn 97/68;

h. klasse SN:2: klasse SN:2 als bedoeld in artikel 9bis, eerste lid, van richtlijn 97/68;

i. klasse SN:3: klasse SN:3 als bedoeld in artikel 9bis, eerste lid, van richtlijn 97/68;

j. klasse SN:4: klasse SN:4 als bedoeld in artikel 9bis, eerste lid, van richtlijn 97/68.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Een wijziging van richtlijn 97/68 gaat voor de toepassing van artikel 1, onderdelen b tot en met j, gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘in het verkeer is gebracht’ vervangen door: in de handel is gebracht.

2. In de onderdelen a tot en met c wordt ‘tabel 4.2.3 van bijlage I van richtlijn 97/68’ telkens vervangen door: tabel 4.1.2.3 van bijlage I van richtlijn 97/68.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. In het eerste lid wordt ‘in het verkeer is gebracht’ vervangen door ‘in de handel is gebracht’ en wordt in de onderdelen a tot en met c, ‘tabel 4.2.3 van bijlage I van richtlijn 97/68’ telkens vervangen door: tabel 4.1.2.3 van bijlage I van richtlijn 97/68.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onder c, door een puntkomma, worden de volgende onderdelen toegevoegd, luidende:

d. indien het een benzinemotor met elektrische ontsteking van de klassen SN:1 of SN:2 betreft: met ingang van 1 februari 2005, tenzij de goedkeuring of het goedkeuringscertificaat betrekking heeft op een keuring die is verricht aan de hand van richtlijn 97/68 en daarbij ten minste de grenswaarden zijn gehanteerd die zijn aangegeven in tabel 4.2.2.2 van bijlage I van richtlijn 97/68;

e. indien het een benzinemotor met elektrische ontsteking van de klasse SN:4 betreft: met ingang van 1 februari 2007, tenzij de goedkeuring of het goedkeuringscertificaat betrekking heeft op een keuring die is verricht aan de hand van richtlijn 97/68 en daarbij ten minste de grenswaarden zijn gehanteerd die zijn aangegeven in tabel 4.2.2.2 van bijlage I van richtlijn 97/68;

f. indien het een benzinemotor met elektrische ontsteking van de klassen SH:1, SH:2 of SN:3 betreft: met ingang van 1 februari 2008, tenzij de goedkeuring of het goedkeuringscertificaat betrekking heeft op een keuring die is verricht aan de hand van richtlijn 97/68 en daarbij ten minste de grenswaarden zijn gehanteerd die zijn aangegeven in tabel 4.2.2.2 van bijlage I van richtlijn 97/68;

g. indien het een benzinemotor met elektrische ontsteking van de klasse SH:3 betreft: met ingang van 1 februari 2009, tenzij de goedkeuring of het goedkeuringscertificaat betrekking heeft op een keuring die is verricht aan de hand van richtlijn 97/68 en daarbij ten minste de grenswaarden zijn gehanteerd die zijn aangegeven in tabel 4.2.2.2 van bijlage I van richtlijn 97/68.

4. Er worden drie leden toegevoegd, luidende:

2. In afwijking van het eerste lid houdt voor benzinemotoren met elektrische ontsteking van een kleine fabrikant van motoren als bedoeld in het eerste lid, onder d tot en met g, de goedkeuring, bedoeld in artikel 3, onder a of c, van het besluit, op te gelden en het goedkeuringscertificaat, bedoeld in dat artikel, onder b, op van kracht te zijn drie jaar na de datum die bij het desbetreffende onderdeel is aangegeven.

3. Voor kleine motorfamilies waarbij de betrokken motorfamilies een verschillende cilinderinhoud hebben, is het eerste lid eerst van toepassing op het moment dat er meer dan 25.000 benzinemotoren met elektrische ontsteking in de handel zijn gebracht.

4. In afwijking van het eerste lid houdt voor de benzinemotoren met elektrische ontsteking, bedoeld in artikel 9bis, zevende lid, van richtlijn 97/86, de goedkeuring, bedoeld in artikel 3, onder a of c, van het besluit, op te gelden en het goedkeuringscertificaat, bedoeld in dat artikel, onder b, op van kracht te zijn drie jaar na de datum die bij het desbetreffende onderdeel is aangegeven.

E

In artikel 8, tweede lid, wordt ‘4.2’ vervangen door: 4.1.2.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 oktober 2004.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. van Geel.

Toelichting

I. Algemeen

Deze regeling strekt tot uitvoering van richtlijn nr. 2002/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (PbEU 2003, L35) tot wijziging van richtlijn 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige benzinemotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (hierna: richtlijn 2002/88).

Met de wijziging van richtlijn 97/68 door middel van richtlijn 2002/88 worden voor het eerst Europese emissie-eisen gesteld aan benzinemotoren voor kleine mobiele machines, zoals grasmaaiers. Het gaat hier om totale harmonisatie, zodat de lidstaten hier niet van kunnen afwijken. Daarnaast bevat de richtlijn ook een aanscherping van de geïntroduceerde emissie-eisen. De emissie-eisen worden dus in twee fasen geïntroduceerd. In de eerste fase dienen genoemde benzinemotoren, wat de luchtverontreiniging betreft, te voldoen aan de grenswaarden van tabel 4.2.2.1 van bijlage I van richtlijn 97/68. In de tweede fase dienen de motoren te voldoen aan de grenswaarden van tabel 4.2.2.2 van bijlage I van richtlijn 97/68. Hierbij dient te worden opgemerkt dat beide fasen elkaar gedeeltelijk overlappen. De eerste fase is in het besluit geregeld. De reden hiervoor is dat thans voor het eerst eisen aan deze motoren worden gesteld. In de tweede fase wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende typen kleine motoren. Voor deze verschillende typen zal de tweede fase op een verschillend tijdstip aanvangen. Voor een aantal typen zal de tweede fase gelijktijdig starten met de eerste fase. In artikel 5, onder d tot en met g, wordt bepaald op welke data fase II van kracht wordt voor de verschillende kleine benzinemotoren.

Deze regeling heeft geen effect op de administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven. Daarom is deze regeling niet voorgelegd aan het Adviescollege voor Toetsing van de Administratieve Lasten.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Ten behoeve van de leesbaarheid van artikel 5 van de regeling zijn de verschillende klassen gedefinieerd. De opgenomen definities zijn ontleend aan richtlijn 97/68, zoals gewijzigd bij richtlijn 2002/88. De genoemde klassen betreffen allen motoren met een vermogen kleiner of gelijk aan 19 kW.

Onderdeel B

Met dit artikel is automatisch voorzien in de omzetting in Nederlands recht van toekomstige wijzigingen van de in artikel 1, onderdelen b tot en met j, opgenomen definities die zijn ontleend aan richtlijn 97/68.

Onderdelen C en D, onder 2

In het besluit is de definitie uit richtlijn 97/86 opgenomen van ‘in de handel brengen’. De regeling wordt hiermee in overeenstemming gebracht met de nieuwe terminologie van de richtlijn.

Onderdeel D

In het eerste lid, onder d tot en met g, wordt aangegeven vanaf welk tijdstip artikel 3 van het besluit van kracht is. Voor verschillende klassen van kleine benzinemotoren met elektrische ontsteking is dat op een verschillend tijdstip. In het tweede lid is bepaald dat voor kleine fabrikanten van de desbetreffende motoren het tijdstip, bedoeld in die onderdelen, nog eens met drie jaar opgeschoven wordt. In het derde lid is bepaald dat voor kleine motorfamilies het eerste lid pas op een later tijdstip gaat gelden. Voor deze motoren blijft tot dat tijdstip dus fase I van kracht. De tweede fase gaat pas in op het moment dat er meer dan 25.000 motoren in de handel zijn gebracht. Dit is dus een variabel tijdstip. De eis dat de motoren een verschillende cilinderinhoud dienen te hebben heeft als achtergrond om te voorkomen dat fabrikanten de motoren opsplitsen in een groot aantal kleine motorfamilies. Dit zou namelijk tot gevolg kunnen hebben dat de grens van 25.000 motoren nooit wordt bereikt.

III. Transponeringstabel

Artikel (-lid) richtlijn 2002/88

Implementatie in

art. 1, eerste lid (definities)

voorzover nodig in art. 1 van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (BTLT)

art. 1, tweede lid (wijziging verwijzing naar bijlagen)

is geïmplementeerd via art. 11 BTLT

art. 1, derde lid (wijziging art. 7)

is al geïmplementeerd in artikel 3, onder c BTLT

art. 1, vierde lid (invoeren eisen aan motoren met elektrische ontsteking)

is voor een deel geïmplementeerd via art. 11 BTLT en ander deel via de artikelen 4 en 5 van de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (RUBTLT)

art. 1, vijfde lid, onder 1 (verdeling in klassen)

art. 1 RUBTLT

art. 1, vijfde lid, onder 2 (verlening van typekeuring)

behoeft geen implementatie

art. 1, vijfde lid, onder 3 (typekeuringen fase I)

art. 10 BTLT

art. 1, vijfde lid, onder 4 (typekeuringen fase II)

art. 5 RUBTLT

art. 1, vijfde lid, onder 5 (in de handel brengen)

art. 10 BTLT en art. 5, eerste lid, RUBTLT

art. 1, vijfde lid, onder 6 (etikettering)

behoeft geen implementatie

art. 1, vijfde lid, onder 7 (uitzonderingen)

art. 5, vierde lid, RUBTLT

art. 1, vijfde lid, onder 8 (verlenging termijnen)

van deze mogelijkheid wordt geen gebruik gemaakt

art. 1, zesde lid, onder a (ruilmotor onder de uitzonderingen brengen)

art. 4, vierde lid, BTLT

art. 1, zesde lid, onder b (eisen aan ruilmotor)

art. 4 en 6 BTLT

art. 1, zesde lid, onder c (soepeler invoeringstermijnen voor kleine motorfabrikanten en motorfamilies)

art. 5, tweede en derde lid, RUBTLT

art. 1, zevende lid (vervangen art. 14 en 15)

behoeft geen implementatie

art. 1, achtste lid (wijziging lijst van bijlagen)

behoeft geen implementatie

art. 1, negende lid (wijziging bijlagen)

zie bijlagen

art. 2 (implementatiedatum)

behoeft geen implementatie

art. 3 (verslag Commissie)

behoeft geen implementatie

art. 4 (inwerkingtreding richtlijn)

behoeft geen implementatie

art. 5 (richtlijn gericht tot de lidstaten)

behoeft geen implementatie

  

bijlage, art. 1, onderdeel a (uitbreiding reikwijdte richtlijn met secundaire motoren)

art. 1 en 3 BTLT

bijlage, art. 1, onderdeel b (uitbreiding reikwijdte richtlijn met compressiemotoren met constant toerental)

art. 10, vierde lid, BTLT

bijlage, art. 1, onder e, tweede gedachtestreepje (vernummering van punt 4.1 in punt 4.1.1.)

art. 4 en 5 RUBTLT

bijlage, art. 1, onder e, derde gedachtestreepje (vernummering van punt 4.2 in punt 4.1.2., en van bijlage V in bijlage VI)

art. 8 RUBTLT

bijlage, art. 1, onder f (eisen aan motoren met elektrische ontsteking)

art. 5 RUBTLT

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

Naar boven