Wijziging diverse paspoortuitvoeringsregelingen

Regeling van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, houdende wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001, de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 en de Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 2001

25 november 2004

Nr. BPR2004/U82802

Directoraat-Generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2 en 59 van de Paspoortwet;

Besluit:

Artikel I

De Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001¹ wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 10, tweede lid, komt te luiden:

2. De Nederlandse identiteitskaart is geldig voor vijf jaren en voor de landen die behoren tot de Europese Unie, alsmede voor Andorra, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Marino, Turkije, IJsland en Zwitserland.

Artikel II

De Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001² wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 10, tweede lid, komt te luiden:

2. De Nederlandse identiteitskaart is geldig voor vijf jaren en voor de landen die behoren tot de Europese Unie, alsmede voor Andorra, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Marino, Turkije, IJsland en Zwitserland.

Artikel III

De bijlagen bij de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001, de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 en de Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 2001³ worden als volgt gewijzigd:

A

In bijlage A wordt in standaardclausule XIa ‘Neérlandais’ vervangen door ‘Néerlandaise’.

B

In bijlage G wordt aan de lijst van buitenlandse posten toegevoegd:

1. Tallinn

2. Valletta.

C

In bijlage H wordt ‘Talinn’ vervangen door ‘Tallinn’.

Artikel IV

Deze regeling treedt inwerking met ingang van 1 december 2004 en werkt terug tot en met:

1. 15 oktober 2004 voor zover het betreft artikel III, onderdeel B, onder 1;

2. 1 november 2004 voor zover het betreft artikel III, onderdeel B, onder 2.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, Th.C. de Graaf.

Toelichting

Deze wijziging heeft voornamelijk betrekking op een aanpassing van de territoriale geldigheid van de Nederlandse identiteitskaart na de uitbreiding van de Europese Unie met ingang van 1 mei 2004.

Aangezien de Nederlandse identiteitskaart in de Paspoortwet is opgenomen als reisdocument dient ingevolge artikel 3, vijfde lid, van die wet in het document te worden vermeld voor welke landen het als zodanig geldig is. De territoriale geldigheid van de Nederlandse identiteitskaart wordt vermeld in artikel 10 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 (PUN 2001) en artikel 10 van de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 (PUB 2001). Gekozen is voor een kortere formulering dan in het oude artikel, aangezien het aantal landen fors is uitgebreid. Vanaf 1 mei 2004 is de Nederlandse identiteitskaart geldig voor de landen van de Europese Unie (Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, België, Italië, Denemarken, Groot-Brittannië en Noord-Ierland, Ierland, Griekenland, Spanje, Portugal, Finland, Oostenrijk, Zweden, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Malta en Cyprus), alsmede voor Andorra, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Marino, Turkije, IJsland en Zwitserland.

In de bijlagen bij de paspoortuitvoeringsregelingen zijn enkele redactionele aanpassingen aangebracht. Daarnaast zijn aan de lijst van Nederlandse paspoortverstrekkende instanties in het buitenland twee consulaire posten toegevoegd, die recent door de minister van Buitenlandse Zaken zijn aangewezen om reisdocumenten te verstrekken.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Th.C. de Graaf

• 1 Stcrt. 2001, 186 (Supplement), laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van  22 september 2004, Stcrt. 186.

• 2 Stcrt. 2001, 186 (Supplement), laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 mei 2004, Stcrt. 113.

• 3 Stcrt. 2001, 186 (Supplement), laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 mei 2004, Stcrt. 113.