Besluit aanwijzing bovenmaatse schepen

Besluit van de bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 1.01, onderdeel A 8º, van het Binnenvaartpolitiereglement, houdende aanwijzing van bovenmaatse schepen (Besluit aanwijzing bovenmaatse schepen)

18 november 2004

Nr. HDJZ/SCH/2004-2680

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

In de hoedanigheid van bevoegde autoriteit voor artikel 1.01, onderdeel A 8°, van het Binnenvaartpolitiereglement;

Gelet op artikel 1.01, onderdeel A 8°, van het Binnenvaartpolitiereglement;

Besluit:

Artikel 1

Een bovenmaats schip, is een schip dat zich bevindt:

a. op de vaarweg tussen de zee en Harlingen, varend via het Stortemelk, de Vliestroom, de Blauwe Slenk en het vaarwater langs de Pollendam, en een diepgang heeft van 5 meter of meer, dan wel een lengte van 85 meter of meer;

b. in een betonde vaarweg tussen de zee en de haven van Den Helder, en een diepgang heeft van 5 meter of meer;

c. in de haven van Scheveningen, en een diepgang heeft van 5 meter of meer, dan wel een lengte van 80 meter of meer;

d. in het Noordzeekanaal of in één van de zijkanalen daarvan, met inbegrip van de Voorzaan noordwaarts tot aan de Zaansluizen en het IJ, daaronder begrepen de havens aan deze vaarwegen, en een diepgang heeft van 8 meter of meer;

e. in de Maasmond, de Nieuwe Waterweg, de Nieuwe Maas, het Beerkanaal of het Calandkanaal, daaronder begrepen de havens aan deze vaarwegen, en een diepgang heeft van 9 meter of meer;

f. in de Oude Maas, daaronder begrepen de daaraan gelegen havens, en een diepgang heeft van 7 meter of meer, dan wel een lengte van 135 meter of meer;

g. in de Dordtsche Kil of de daarop aansluitende vaarweg naar de havens van het Industrie- en Havenschap Moerdijk, met inbegrip van de daaraan gelegen havens, en een diepgang heeft van 5,5 meter of meer, dan wel een lengte van 135 meter of meer;

h. in de Sloehaven, en een diepgang heeft van 10 meter of meer, dan wel een lengte van 200 meter of meer;

i. in het Zeehavenkanaal of de Handelshaven te Delfzijl, en een diepgang heeft van 8 meter of meer, dan wel een lengte van 150 meter of meer;

j. in de Eemshaven, en een diepgang heeft van 10 meter of meer, dan wel een lengte van 200 meter of meer.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2004.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing bovenmaatse schepen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

In artikel 1.01, onderdeel A 8°, van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) wordt geregeld dat een bovenmaats schip een schip is dat behoort tot een daartoe door de bevoegde autoriteit aangewezen categorie van schepen, dat in zijn manoeuvreerbaarheid is beperkt doordat het ten gevolge van zijn diepgang of zijn lengte gebonden is aan een bepaald gedeelte van de vaarweg. Het onderhavige besluit voorziet in deze aanwijzing.

Een dergelijke schip dient, wanneer het een zeegaand schip is als bedoeld in artikel 1.01, onderdeel A 7°, van het BPR, de lichten en bijkomende tekens te voeren als bedoeld in artikel 10.03 van het BPR. De overige scheepvaart dient voor een dergelijk schip de ruimte te laten die het nodig heeft om zijn koers te volgen en om te manoeuvreren en er mag niet worden verlangd dat het uitwijkt.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Naar boven