Beschikking aanwijzing bevoegde autoriteiten Binnenvaartpolitiereglement

Besluit van de minister van Verkeer en Waterstaat, houdende aanwijzing van de bevoegde autoriteiten bedoeld in het Binnenvaartpolitiereglement (Beschikking aanwijzing bevoegde autoriteiten Binnenvaartpolitiereglement)

18 november 2004

Nr. HDJZ/SCH/2004-2679

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement;

Besluit:

Artikel 1

De bevoegde autoriteit, bedoeld in het Binnenvaartpolitiereglement, is:

a. de minister van Verkeer en Waterstaat, voor artikel 1.01, onderdeel A 8° en 8.06, eerste en tweede lid.

b. de desbetreffende hoofdingenieur-directeur van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat voor de artikelen:

1.01, onderdeel A 14°;

1.21, tweede lid;

1.23;

3.15, tweede lid;

3.20, vijfde lid, onderdelen a en e;

3.25, derde lid;

3.28;

3.29, tweede lid, onderdeel b;

4.05, zesde en zevende lid;

4.06, vijfde lid;

6.08;

6.21a, eerste en vierde lid;

6.28b, eerste lid, onderdeel b. Voor zover het een schip betreft waarvan de te volgen route is gelegen in meer dan één beheersgebied, is iedere hoofdingenieur-directeur voor het geheel van de te bevaren beheersgebieden bevoegd;

6.31, eerste lid;

6.32, eerste lid;

7.01, vierde en vijfde lid;

7.02, eerste lid, onderdeel b;

7.07, derde lid;

7.08, eerste en tweede lid;

8.08, tweede lid, onderdeel g, en derde lid;

9.02, tweede lid;

9.03, tweede, derde, vierde en zesde lid;

9.04, vijfde lid;

9.05, derde lid;

9.06, zevende en achtste lid;

9.07, eerste en tweede lid;

9.08;

10.07, eerste, tweede en derde lid;

10.10, tweede lid;

12.05, tweede lid.

c. de ambtenaren van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, belast met het toezicht op de voorschriften van het Binnenvaartpolitiereglement, voor de artikelen:

1.10, vierde lid;

1.12, derde en vierde lid;

1.13, tweede en derde lid;

1.14;

1.15, tweede lid;

1.17, eerste lid;

1.20;

6.19, zesde lid;

6.26, eerste, tweede, derde lid, onderdeel c en e, en zevende lid;

6.28, tweede, vierde, tiende en veertiende lid;

7.02, derde lid;

9.06, zevende lid.

d. de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., voor zover het betreft de vaarwegen in beheer bij het rijk, benedenstrooms van kilometerraai 991.7 van de Nieuwe Maas en benedenstrooms van kilometerraai 998 van de Oude Maas,

voor de artikelen:

1.01, onderdeel A 14°;

1.10, vierde lid;

1.12, derde en vierde lid;

1.13, tweede en derde lid;

1.14;

1.15; tweede lid;

1.17, eerste lid;

1.20;

1.21, tweede lid;

1.23;

3.20, vijfde lid, onderdelen a en e;

3.25, derde lid;

3.28;

3.29, tweede lid, onderdeel b;

4.05, zesde en zevende lid;

4.06, vijfde lid;

6.08;

6.19, zesde lid;

6.21a, eerste en vierde lid;

6.26, eerste, tweede, derde lid, de onderdelen c en e, en zevende lid;

6.28, tweede, vierde, tiende en veertiende lid;

6.31, eerste lid;

7.01, vierde en vijfde lid;

7.02, eerste lid, onderdeel b en derde lid;

7.07, derde lid;

7.08, eerste en tweede lid;

8.08, tweede lid, onderdeel g, en derde lid;

9.02, tweede lid;

9.03, tweede, derde, vierde en zesde lid;

9.04, vijfde lid;

9.05, derde lid;

9.06, zevende en achtste lid;

9.07, eerste en tweede lid;

9.08;

10.07, eerste, tweede en derde lid;

10.10, tweede lid.

e. de Commandant der Maritieme Middelen te Den Helder van de Koninklijke Marine, voor zover het betreft de volgende vaarwegen in beheer bij het Rijk:

de Marinehaven Willemsoord, de Rijkszeehaven het Nieuwe Diep, de Veerhaven van Den Helder en de rede van Den Helder, aan de oostzijde begrensd door een denkbeeldige lijn, die de volgende geografische punten verbindt:

a. 53E01'.45 NB, 04E48'.75 OL;

b. 53E00'.75 NB, 04E50'.80 OL;

c. 52E59'.75 NB, 04E52'.35 OL;

d. 52E59'.30 NB, 04E52'.65 OL;

e. 52E58'.28 NB, 04E50'.00 OL;

f. 52E57'.90 NB, 04E48'.18 OL,

voor de artikelen:

1.01, onderdeel A 14°;

1.10, vierde lid;

1.12, derde en vierde lid;

1.13, tweede en derde lid;

1.14;

1.15; tweede lid;

1.17, eerste lid;

1.20;

1.21, tweede lid;

1.23;

3.20, vijfde lid, onderdelen a en e;

3.25, derde lid;

3.28;

3.29, tweede lid, onderdeel b;

4.05, zesde en zevende lid;

4.06, vijfde lid;

6.08;

6.19, zesde lid;

6.21a, eerste en vierde lid;

6.26, eerste, tweede, derde lid, de onderdelen c en e, en zevende lid;

6.28, tweede, vierde, tiende en veertiende lid;

6.31, eerste lid;

7.01, vierde en vijfde lid;

7.02, eerste lid, onderdeel b en derde lid;

7.07, derde lid;

7.08, eerste en tweede lid;

8.08, tweede lid, onderdeel g, en derde lid;

9.02, tweede lid;

9.03, tweede, derde, vierde en zesde lid;

9.04, vijfde lid;

9.05, derde lid;

9.06, zevende en achtste lid;

9.07, eerste en tweede lid;

9.08;

10.07, eerste, tweede en derde lid;

10.10, tweede lid;

13.02;

13.03, eerste lid.

Artikel 2

De regeling van de minister van Verkeer en Waterstaat houdende aanwijzing bevoegde autoriteit Binnenvaartpolitiereglement van 28 september 1995, RVR 205342 (Stcrt. 190)1 , wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2004.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Beschikking aanwijzing bevoegde autoriteiten Binnenvaartpolitiereglement.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Mededeling

Mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift.

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop het is bekendgemaakt een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, maar gezonden worden aan het Hoofd van de sector Scheepvaart van de Hoofddirectie Juridische Zaken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Postbus 20906, 2500 EX, Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

a. naam en adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;

d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Toelichting

In verband met de inwerkingtreding van het Negende wijzigingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement met ingang van 1 december 2004, dient de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten als bedoeld in het Binnenvaartpolitiereglement te worden aangepast.

Het onderhavige besluit voorziet daarin.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 december 2003 (Stcrt. 250).

Naar boven