Inwerkingtreding wijziging bijlagen Richtlijn 76/768/EEG (cosmetische producten)

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 januari 2004, VGB/P&L 2436058, houdende de uitvoering van richtlijn nr. 2003/83/EG tot aanpassing van de bijlagen bij Richtlijn 76/768/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 2003/83/EG van de Commissie van 24 september 2003 (PbEU L 238) tot aanpassing aan de technische vooruitgang van de bijlagen II, III en VI bij Richtlijn 76/768/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten, op artikel 3, tweede lid, onder b, c en d van het Warenwetbesluit kosmetische produkten, alsmede op artikel 8, tweede lid, onder b van de Warenwetregeling nadere eisen cosmetische producten;

Besluit:

Artikel 1

De wijzigingen van bijlagen II, III en VI bij Richtlijn 76/768/EEG opgenomen in de bijlage bij Richtlijn 2003/83/EG van de Commissie van 24 september 2003 (PbEU L 238), treden in werking met ingang van 24 september 2004, met dien verstande dat producten die voldoen aan de genoemde bijlagen zoals die luidden voordat zij werden gewijzigd door Richtlijn 2003/83/EG tot 24 maart 2005 in de handel mogen worden gebracht en tot 24 september 2005 aan de eindverbruiker mogen worden verkocht of geleverd.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

De bijlagen bij Richtlijn 76/768/EEG worden gewijzigd in verband met veranderingen in opvattingen over de risico’s met betrekking tot bepaalde stoffen in cosmetische producten.

Hoewel de bijlagen bij Richtlijn 76/768/EEG middels een dynamische verwijzing kunnen worden gewijzigd, wordt de in artikel 8, tweede lid, onder b, van de Warenwetregeling nadere eisen cosmetische producten vastgelegde procedure gevolgd, omdat Richtlijn 2003/83/EG, voorziet in een gefaseerde inwerkingtreding van de handelsverboden.

Het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) heeft de regeling niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven