Wijziging Voorzieningenregeling militaire oorlogs- en dienstslachtoffers

Ministeriële regeling van 22 januari 2004, Afdeling Pensioenen en Sociale Zekerheid, nr. P/2003008454

De Staatssecretaris van Defensie,

Gelet op artikel 21 van het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen en artikel 21 van het Besluit bijzondere militaire pensioenen;

Besluit:

Artikel I

De Voorzieningenregeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b van artikel 1 door een komma wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: ook indien sprake is van een invaliditeit van minder dan 10%;

B

Na punt 8 van artikel 2, onderdeel a, wordt het volgende punt toegevoegd, luidende:

9. algemene dagelijkse levensverrichtingen;

C

Onderdeel e van artikel 3 komt te luiden als volgt:

e. deze door betrokkene vooraf is aangevraagd. Ambtshalve toekenning kan plaatsvinden indien tijdens een medisch onderzoek in verband met de invaliditeit van betrokkene de medische noodzaak komt vast te staan.

D

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

1. In punt 1 van onderdeel f wordt ‘een invalidenparkeerplaats en/of landelijke of gemeentelijke parkeerontheffing’ vervangen door: een gehandicaptenparkeerplaats en/of Europese parkeerontheffing.

2. In punt 3 van onderdeel f vervalt het onderdeel ‘de keuring en leges ten behoeve van’.

E

Artikel 9a wordt gewijzigd als volgt:

1. Het derde lid komt te luiden als volgt:

3. Onder leefvoorzieningen die betrekking hebben op het verplaatsen per fiets wordt verstaan:

a. een financiële tegemoetkoming in de meerkosten van een van de standaardfiets afwijkende fiets;

b. een financiële tegemoetkoming in de meerkosten van het onderhoudscontract.

2. Onderdeel a van lid 4 komt te luiden:

a. een financiële vergoeding van de kosten van een aansluiting dan wel de abonnementskosten op het hulpnet draagbare alarminstallatie;

3. Onder vervanging van de punt door een komma wordt aan onderdeel b van lid 4 de volgende zinsnede toegevoegd:

alsmede een tegemoetkoming in de kosten in verband met het inroepen van hulp.

4. Na het vierde lid wordt een nieuw lid 5 toegevoegd luidende:

5. Onder leefvoorzieningen die betrekking hebben op algemene dagelijkse levensverrichtingen wordt verstaan een financiële tegemoetkoming in de kosten van middelen dan wel behandelingen betrekking hebbend op ondersteuning voor het verrichten van dagelijkse levensverrichtingen noodzakelijk tengevolge van de invaliditeit.

F

Artikel 10a wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b komt te luiden als volgt:

b. de financiële tegemoetkoming in de kosten van:

1. een hoortoestel;

2. een prothese;

3. een sta-op-stoel;

4. een sta-stoel;

5. een bureaustoel i.v.m. thuis te verrichten werkzaamheden;

6. twee éénpersoonsbedden inclusief de eerste aankleding;

7. een speciaal bed inclusief de eerste aankleding bed en/of bodem en/of matras;

8. een douche-toiletstoel;

9. psychologische hulp;

10. gezinsbegeleiding;

11. zelfverzorgingsproducten voor brandwonden.

2. Onder verlettering van onderdeel c tot d wordt een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende:

c. de financiële tegemoetkoming in de kosten van kleine medische hulpmiddelen dan wel behandelingen noodzakelijk tengevolge van de invaliditeit.

G

In het tweede lid van artikel 16 wordt ‘wordt bepaald aan de hand van de normen van het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming’ vervangen door: bedraagt maximaal € 300,–.

H

Artikel 18 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1815,12’ vervangen door: € 2000,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 1815,– ’ vervangen door: € 2300,–.

3. In het derde lid wordt ‘€ 453,78’ vervangen door: € 500,–.

I

Artikel 20a wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt ‘maximaal € 1135,– per jaar’ vervangen door: éénmalig maximaal € 2000,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 455,–’ vervangen door: € 500,–.

3. In het derde lid wordt ‘€ 455,–’ vervangen door: € 500,–.

4. Het vierde lid komt te luiden als volgt:

4. De in artikel 9a, derde lid, onder a, bedoelde financiële tegemoetkoming bedraagt, rekening houdend met een eigen bijdrage van € 365,– maximaal € 500,–. De in artikel 9a, derde lid, onder b, bedoelde financiële tegemoetkoming bedraagt maximaal € 200,– per jaar.

5. In het vijfde lid wordt ‘bedoelde financiële tegemoetkoming bedraagt maximaal € 135,– per vijf jaar’ vervangen door:

bedoelde financiële tegemoetkomingen bedragen maximaal € 150,– per vijf jaar, respectievelijk maximaal € 40,– per jaar.

6. Na het vijfde lid wordt een nieuw lid 6 toegevoegd, luidende:

6. De in artikel 9a, vijfde lid, bedoelde financiële tegemoetkoming bedraagt maximaal € 450,– per middel dan wel behandeling per jaar.

J

Artikel 20b wordt gewijzigd als volgt:

1. Het derde lid komt te luiden als volgt:

3. De in artikel 10a, onderdeel b, onder 3 tot en met 8, bedoelde financiële tegemoetkomingen bestaan ten hoogste uit de aanschafkosten van de onder die punten vermelde verstrekkingen minus de eventuele vergoeding van de ziektekostenverzekeraar dan wel het ziekenfonds minus de eventuele aanvullende vergoeding ingevolge de Regeling ziektekostenverzekering militairen en bedragen ten hoogste voor:

– een sta-op-stoel € 2500.–;

– een sta-stoel € 1000,–;

– een bureaustoel i.v.m. thuis te verrichten werkzaamheden € 1500,–;

– twee éénpersoonsbedden inclusief de eerste aankleding € 2000,–;

– een speciaal bed inclusief de eerste aankleding en of bodem en of matras € 2000,–;

– een douche-toiletstoel € 3000,–;

– psychologische hulp € 2000,– per jaar;

– gezinsbegeleiding € 2000,– per jaar;

– zelfverzorgingsproducten voor brandwonden € 1000,– per jaar.

2. Onder vernummering van het vierde tot vijfde lid wordt een nieuw lid 4 ingevoegd luidende:

4. De in artikel 10a, onder c, bedoelde financiële tegemoetkoming bedraagt maximaal € 450,– per middel dan wel behandeling per jaar.

K

Na artikel 20b wordt artikel 20c ingevoegd, luidende:

Artikel 20c

De in de artikelen 18, 20, tweede lid, 20a en 20b genoemde bedragen aan financiële tegemoetkomingen worden per 1 januari van elk kalenderjaar geïndexeerd aan de hand van het consumentenprijsindexcijfer.

L

Na artikel 22b wordt artikel 22c ingevoegd, luidende:

Artikel 22c

De in artikel 20, tweede lid, genoemde financiële tegemoetkoming in de kosten van de extra slijtage van kleding en beddengoed wordt éénmalig opgehoogd met een percentage van 14.

Artikel II

Artikel I, onderdelen A tot en met J en onderdeel L treden in werking met ingang van 1 januari 2004. Artikel I, onderdeel K treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Defensie, C. van der Knaap.

Toelichting

Algemeen

Uit een in 2000 gehouden evaluatie van de toepassing van de onderhavige regeling is gebleken, dat het terrein van de voorzieningen en geneeskundige verstrekkingen voor gehandicapten constant in beweging is. Het betreft niet alleen noviteiten welke specifiek voor gehandicapten op de markt worden gebracht, maar ook aanpassingen van algemeen gebruikelijke zaken of verzoeken om alternatieve vervoersvoorzieningen. Ook komt het voor dat bepaalde geneeskundige verstrekkingen niet of niet geheel vanuit de voorliggende Regeling ziektekostenverzekering militairen worden vergoed. De onderhavige regeling biedt daartoe niet altijd een oplossing. In incidentele situaties kan aan dergelijke verzoeken worden tegemoetgekomen middels toepassing van de hardheidsbepaling, neergelegd in artikel 11 van de regeling, dan wel toepassing te geven aan het gestelde in artikel 15 van de regeling. Dat artikel biedt de mogelijkheid om in individuele situaties voorzieningen te verstrekken welke ten tijde van het inwerkingtreden van de regeling niet waren voorzien, maar waarvan verstrekking redelijkerwijs niet achterwege kan blijven.

Om beter te kunnen inspelen op de hiervoor genoemde ontwikkelingen wordt periodiek gesproken met de uitvoerende diensten inzake individuele verzoeken welke formeel niet onder de regeling vallen. Indien uit dat overleg blijkt dat het redelijk is een bepaalde (nieuwe) voorziening dan wel geneeskundige verstrekking te verstrekken, waar de regeling nog niet in voorziet, vindt in individuele situaties toekenning plaats op basis van de hiervoor genoemde artikelen. Wel is in het Sector Overleg Defensie afgesproken om de op deze wijze toegekende voorzieningen en geneeskundige verstrekkingen in de onderhavige regeling op te nemen. Deze regeling zal daartoe periodiek worden aangepast. Een eerste aanpassing heeft plaatsgevonden middels de ministeriële regeling van 28 januari 2002, nr. P2002000180. Deze wijziging kende een terugwerkende kracht tot 1 januari 2000. Een tweede aanpassing ligt nu voor.

Uit het hiervoor vermelde overleg met de uitvoerende diensten inzake verzoeken welke formeel niet onder de regeling vallen is sedert de wijziging van de regeling van januari 2002 gebleken, dat het veelal kleine leefvoorzieningen en geneeskundige verstrekkingen betreft met relatief gezien een geringe waarde. Daarom wordt vanuit een oogpunt van deregulering met deze wijziging voorgesteld om niet langer al deze kleine leefvoorzieningen en geneeskundige verstrekkingen met naam en toenaam voorzien van een normbedrag in de onderhavige regeling op te nemen. Voorgesteld wordt een algemene bepaling op te nemen zowel wat betreft de leefvoorzieningen als de geneeskundige verstrekkingen welke tot een waarde van € 450,– kunnen worden verstrekt, uiteraard indien e.e.a. noodzakelijk is ten gevolge van de invaliditeit.

Tevens wordt bij de huidige wijziging een vorm van indexatie ingevoerd met betrekking tot een aantal de in de regeling gehanteerde normbedragen voor de financiële tegemoetkomingen en financiële vergoedingen. Het CBS beschikt niet over één indexeringscijfer waarmee het volledige pakket aan leefvoorzieningen en geneeskundige verstrekkingen kan worden geïndexeerd. Er is geen specifiek indexeringscijfer beschikbaar voor specifieke groepen zoals gehandicapten of bejaarden. Volgens het CBS kan voor de onderhavige regeling het beste aansluiting worden gezocht bij het consumenten prijsindexcijfer (CPI). Het CPI is het indexeringscijfer voor de jaarlijkse prijsontwikkeling van het consumentenpakket van de gemiddelde Nederlander.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

Voor het begrip invaliditeit wordt in de onderhavige regeling verwezen naar artikel 2, derde lid, van het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen. Om voor een invaliditeitspensioen in aanmerking te komen dient ingevolge genoemde bepaling er sprake te zijn van een invaliditeit van tenminste 10%. In de praktijk komt het voor, dat er sprake is van een invaliditeit van minder dan 10%, waardoor geen aanspraak ontstaat op een invaliditeitspensioen. In een dergelijke situatie is het echter alleszins gerechtvaardigd om wel de mogelijkheid te hebben een voorziening dan wel een geneeskundige verstrekking toe te kunnen kennen. Daarom wordt in de onderhavige definitiebepaling de toevoeging aangebracht dat er ook sprake is van invaliditeit, indien het percentage minder is dan 10%.

Onderdelen B, E punt 4, F, I punt 1 en 6 en J

Middels de hier voorgestelde wijzigingen wordt vastgelegd, dat de veelal kleine leefvoorzieningen en geneeskundige verstrekkingen, met een relatief gezien geringe waarde niet langer met naam en toenaam, voorzien van een normbedrag, in de onderhavige regeling worden opgesomd. Middels een algemene bepaling, zowel wat betreft de leefvoorzieningen als de geneeskundige verstrekkingen, tot een waarde van € 450,– per jaar, kunnen deze worden verstrekt, uiteraard indien e.e.a. noodzakelijk is ten gevolge van de invaliditeit. Dit betekent, dat de opsommingen van voorzieningen en geneeskundige verstrekkingen in artikel 10a, onderdeel b en 20b, derde lid, aanzienlijk zijn ingekort.

Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de per 1 januari 2000 geïntroduceerde mogelijkheid om een tegemoetkoming te verlenen in de kosten van hobby beoefening te verduidelijken. Vanuit de uitvoeringspraktijk blijkt daaraan behoefte te bestaan. Er worden nu verzoeken ingediend voor verschillende hobby’s en jaarlijks terugkerende verzoeken om een financiële bijdrage in de uitbreiding van de hobby. Om duidelijk tot uitdrukking te brengen dat het gaat om een soort ‘startsubsidie’ voor het uitoefenen van een nieuwe hobby wordt nu voorgesteld dat het gaat om een éénmalige bijdrage. Wel is dientengevolge de maximale tegemoetkoming opgehoogd.

Onderdeel D

Dit betreft geen inhoudelijke, maar een technische wijziging een technische wijziging.

Onderdeel C

Door de invoering van het normbedrag van € 450,– waar beneden leefvoorzieningen dan wel geneeskundige verstrekkingen kunnen worden vergoed heeft het drempelbedrag waarboven eerst een financiële vergoeding dan wel tegemoetkoming kan worden verleend, zoals neergelegd in het huidige artikel 3, onderdeel e, geen betekenis meer. Daarom wordt dit onderdeel geschrapt. Daarvoor in de plaats wordt een nieuw onderdeel e voorgesteld, waarin wordt opgenomen, dat een voorziening vooraf dient te worden aangevraagd.

Het komt in de praktijk wel voor, dat een voorziening al is aangeschaft en nadien om een financiële vergoeding dan wel tegemoetkoming wordt gevraagd. Op dat moment blijkt soms, dat de voorziening niet wordt genoemd in de regeling, contra geïndiceerd is dan wel dat er een goedkopere adequate oplossing is. Om dit te voorkomen wordt nu voorgeschreven dat vooraf de aanvraag moet worden ingediend. Daarnaast wordt voorgesteld om tot ambtshalve toekenning over te gaan indien uit een medisch onderzoek in verband met de invaliditeit van betrokkenen al blijkt dat een bepaalde voorziening nodig is tengevolge van de invaliditeit.

Onderdelen G tot en met L

Zoals in het algemeen deel van de toelichting is aangegeven wordt middels deze wijziging een vorm van indexatie ingevoerd met betrekking tot de gehanteerde normbedragen in de onderhavige regeling. In deze onderdelen wordt e.e.a. geconcretiseerd.

Een aantal bedragen is sedert de inwerkingtreding van de regeling nimmer aangepast. De per 1 januari 2000 ingevoerde bedragen zijn sedertdien niet aangepast. Met dit wijzigingsvoorstel wordt een inhaalslag gemaakt in die zin, dat de genoemde normbedragen worden gebracht op het prijspeil van 1 januari 2004, rekening houdend met een gemiddeld CPI in de afgelopen jaren van 2%. Daarna zullen de normbedragen jaarlijks worden geïndexeerd conform het consumentenprijsindexcijfer (CPI).

Deze indexering geldt niet voor de in artikel 17 van de onderhavige regeling opgenomen kilometervergoedingen. Ingevolge de toelichting bij de totstandkoming van de onderhavige regeling is bepaald, dat wat betreft deze vergoedingen de normbedragen van het Tica worden gevolgd. In de uitvoeringspraktijk zijn nadien jaarlijks de gehanteerde normbedragen van LISV en UWV gevolgd en getoetst aan artikel 17. Tot nu toe zijn de vergoedingen ingevolge de UWV lager dan die genoemd in artikel 17, zodat aanpassing op niet moment niet opportuun is.

De Staatssecretaris van Defensie,

C. van der Knaap

Naar boven