Wijziging Beperking/verbod burgerluchtverkeer en aanwijzing luchtverkeersgebieden

Wijziging van de regeling van de Staatssecretaris van Defensie van 19 september 1997, nr. CWW85/01397001918, houdende beperkingen en verboden omtrent de uitoefening van het burgerluchtverkeer in bepaalde gebieden en aanwijzing bijzondere luchtverkeersgebieden (Stcrt. 185), alsmede intrekking van de regeling Verbod burgerluchtvaart in bepaalde gebieden in verband met militaire oefeningen

26 januari 2004

Nr. C2004000269

Directie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Defensie,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat;

Gelet op artikel 5.10, tweede lid, van de Wet luchtvaart en de artikelen 8 en 45, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel I

De regeling van de Staatssecretaris van Defensie van 19 september 1997, nr. CWW85/01397001918, houdende beperkingen en verboden omtrent de uitoefening van het burgerluchtverkeer in bepaalde gebieden en aanwijzing bijzondere luchtverkeersgebieden (Stcrt. 185), wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

1. Burgerluchtverkeer is verboden in de volgende gebieden:

a. EHR 2 (Marnewaard)

het gebied, begrensd door de lijn die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

53.24.41 N - 006.14.09 O;

53.25.33 N - 006.14.56 O;

53.26.02 N - 006.19.55 O;

53.24.09 N - 006.20.08 O;

53.24.03 N - 006.15.16 O;

53.24.41 N - 006.14.09 O;

tot een hoogte van 11.500 ft boven de grond of het water, gedurende de tijden welke telkenmale per NOTAM worden bekendgemaakt;

b. EHR 3 (Oldebroek)

het gebied, begrensd door de lijn die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

52.23.00 N - 005.50.00 O;

52.21.30 N - 005.52.30 O;

52.24.30 N - 006.01.00 O;

52.27.00 N - 006.00.00 O;

52.23.00 N - 005.50.00 O;

tot een hoogte van 16.500 ft boven de grond of het water, dagelijks van 00.00 uur tot 24.00 uur lokale tijd, en in incidentele, vooraf door middel van een NOTAM bekendgemaakte gevallen tot 36.000 ft boven de grond of het water;

c. EHR 4A (Vliehors)

het gebied, begrensd door een cirkelboog met een straal van 8 zeemijlen rondom positie 53.15.00 N - 004.57.00 O, die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

53.10.12.N - 004.46.19 O;

53.07.01 N - 004.56.03 O;

en voorts langs een lijn naar de posities:

53.11.00 N - 004.51.24 O;

53.10.12 N - 004.46.19 O;

tot een hoogte van 30.000 ft boven de grond of het water, dagelijks van zonsopgang tot 24.00 uur lokale tijd, behalve op zaterdagen en zondagen, en in incidentele, vooraf per NOTAM bekendgemaakte gevallen tot een hoogte van 41.000 ft boven de grond of het water;

d. EHR 4B (Vliehors)

het gebied, begrensd door de lijn die de volgende posities verbindt:

53.09.42 N - 005.07.00 O;

53.02.40 N - 005.15.00 O;

52.58.09 N - 005.06.22 O;

53.07.01 N - 004.56.03 O;

en een lijn die volgens een cirkelboog van 8 zeemijlen uit de positie 53.15.00 N - 004.57.00 O loopt naar positie 53.09.42 N - 005.07.00 O;

tot een hoogte van 4000 ft boven de grond of het water, dagelijks van zonsopgang tot 24.00 uur lokale tijd, behalve op zaterdagen en zondagen;

e. EHR 4C (Vliehors)

het gebied, begrensd door de lijn die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

53.02.40 N - 005.15.00 O;

52.52.40 N - 005.21.30 O;

52.51.30 N - 005.15.30 O;

52.59.05 N - 005.08.09 O;

53.02.40 N - 005.15.00 O;

vanaf een hoogte van 1000 ft boven de grond of het water tot een hoogte van 2000 ft boven de grond of het water, dagelijks van zonsopgang tot 24.00 uur lokale tijd, behalve op zaterdagen en zondagen;

f. EHR 4D (Vliehors)

het gebied, begrensd door een lijn die de volgende posities verbindt:

53.15.00 N - 004.36.57 O;

53.15.00 N - 004.43.38 O;

en vervolgens via een cirkelboog met een straal van 8 zeemijlen vanuit positie:

53.15.00 N - 004.57.00 O;

naar positie:

53.10.12 N - 004.46.19 O;

en voorts via een lijn naar de posities:

53.09.17 N - 004.40.28 O;

53.11.06 N - 004.38.03 O;

en tenslotte via een cirkelboog met een straal van 12 zeemijlen vanuit positie 53.15.00 N - 004.57.00 O naar positie 53.15.00 N - 004.36.57 O;

tot een hoogte van 1500 ft boven de grond of het water, dagelijks van zonsopgang tot 24.00 uur lokale tijd, behalve op zaterdagen en zondagen;

g. EHR 4E (Vliehors)

het gebied, begrensd door een lijn die de volgende posities verbindt:

53.11.06 N - 004.38.03 E;

53.30.00 N - 004.20.00 E;

53.30.00 N - 005.10.00 E;

53.15.00 N - 005.10.00 E;

vervolgens via een cirkelboog met een straal van 8 zeemijlen vanuit positie:

53.15.00 N - 004.57.00 E;

naar positie:

53.15.00 N - 004.43.38 E;

en vervolgens via een lijn naar positie:

53.15.00 N - 004.36.57 E;

en vervolgens via een cirkelboog met een straal van 12 zeemijlen vanuit positie:

53.15.00 N - 004.57.00 E;

naar positie:

53.11.06 N - 004.38.03 E;

vanaf een hoogte van 10.000 ft boven de grond of het water, tot een hoogte van 30.000 ft boven de grond of het water, dagelijks van zonsopgang tot 24.00 uur lokale tijd, behalve op zaterdagen en zondagen;

h. EHR 8 (Den Helder)

het gebied, begrensd door de lijn die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

52.57.42 N - 004.44.25 O;

52.52.00 N - 004.43.00 O;

52.47.00 N - 004.41.00 O;

52.45.00 N - 004.32.00 O;

52.46.30 N - 004.26.00 O;

52.49.00 N - 004.21.00 O;

53.05.00 N - 004.21.00 O;

53.06.10 N - 004.30.56 O;

53.02.59 N - 004.40.46 O;

52.57.42 N - 004.44.25 O;

tot een hoogte van 32.800 ft boven de grond of het water, maandag tot en met donderdag van 08.00 uur tot 20.00 uur lokale tijd en vrijdag van 08.00 uur tot 16.00 uur lokale tijd, en zo nodig ook gedurende tijden welke telkenmale door middel van een NOTAM worden bekendgemaakt;

i. EHR 9 (Harskamp)

het gebied, begrensd door de lijn die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

52.11.30 N - 005.47.00 O;

52.09.30 N - 005.52.50 O;

52.07.30 N - 005.52.50 O;

52.06.40 N - 005.45.45 O;

52.09.20 N - 005.44.00 O;

52.11.30 N - 005.47.00 O;

tot een hoogte van 5600 ft, maandag tot en met vrijdag van 00.00 uur tot 24.00 uur lokale tijd, zaterdag en zondag gedurende tijden welke telkenmale door middel van een NOTAM worden bekendgemaakt, en in incidentele, vooraf door middel van een NOTAM bekendgemaakte gevallen tot 7900 ft boven de grond of het water.

2. Van het verbod, bedoeld in het eerste lid, kan ontheffing worden verleend door de in artikel 5, eerste lid, genoemde autoriteiten. Aan de ontheffing kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.

3. In de gebieden, bedoeld in het eerste lid, is het militaire luchtverkeer, voor zoveel voor de militaire oefeningen noodzakelijk, vrijgesteld van het verbod betreffende laagvliegen, neergelegd in artikel 45, eerste lid, onderdeel b, van het Luchtverkeersreglement.

B

In artikel 2, onderdeel b, wordt ‘3000 ft’ vervangen door: 2500 ft.

C

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘, EHR 11, EHR 12 en EHR 15’ vervangen door: en EHR 4E.

2. Het tweede lid vervalt.

3. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot tweede en derde lid.

D

Artikel 6 vervalt.

Artikel II

De regeling Verbod burgerluchtvaart in bepaalde gebieden in verband met militaire oefeningen wordt ingetrokken.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 januari 2004.
De Staatssecretaris van Defensie, C. van der Knaap.

Toelichting

De onderhavige wijziging van de regeling van de Staatssecretaris van Defensie van 19 september 1997, nr. CWW85/01397001918, houdende beperkingen en verboden omtrent de uitoefening van het burgerluchtverkeer in bepaalde gebieden en aanwijzing bijzondere luchtverkeersgebieden (Stcrt. 185), vloeit voort uit de wijziging van de tactische concepten van de Koninklijke Luchtmacht en de gewijzigde behoeftestelling van Defensie aan militaire oefengebieden. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de regeling Verbod burgerluchtvaart in bepaalde gebieden in verband met militaire oefeningen in de eerstgenoemde regeling te integreren.

Door gewijzigde tactische concepten van de Koninklijke Luchtmacht en haar Bondgenoten is een uitbreiding van de Vliehors noodzakelijk in zowel laterale als verticale dimensies. In overleg met Divisie Luchtvaart en de LVNL heeft de Koninklijke Luchtmacht de dimensies bepaald. Een gevolg hiervan is een ophoging van de EHR 4A en de uitbreiding van de Vliehors met de EHR 4E .

In het tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT2) heeft Defensie de behoefte aan oefenterreinen aangegeven voor de eerstkomende tien jaar. Hierbij is aangegeven dat de oefenterreinen Terschelling (EHR 11), Ameland (EHR 12) en Noordvaarder (EHR 15) definitief kunnen komen te vervallen. Dientengevolge zijn de bijbehorende artikelen geschrapt uit de regeling.

Door aanpassing van de Regeling Luchtverkeersdienstverlening zijn met ingang van 30 oktober 2003 de Schiphol TMA 1 en TMA 3 ingevoerd. Tegelijkertijd is de bovengrens van de Soesterberg CTR verlaagd van 3000 voet naar 2500 voet.

Om de Climb Corridor Soesterberg (EHR 10) aan te laten sluiten op de Soesterberg CTR wordt de ondergrens van de EHR 10 door deze wijziging aangepast naar 2500 voet.

In de regeling Verbod burgerluchtvaart in bepaalde gebieden in verband met militaire oefeningen werden tot voor kort de gebruikstijden weergegeven van de in artikel 1 van de regeling van de Staatssecretaris van Defensie van 19 september 1997, nr. CWW85/01397001918, houdende beperkingen en verboden omtrent de uitoefening van het burgerluchtverkeer in bepaalde gebieden en aanwijzing bijzondere luchtverkeersgebieden (Stcrt. 185), genoemde oefengebieden. Ter verduidelijking is besloten om zowel de aanwijzing als het gebruik in één regeling onder te brengen en de regeling Verbod burgerluchtvaart in bepaalde gebieden in verband met militaire oefeningen in te trekken. Het gebruik van de gebieden voor militaire oefeningen is nu in de regeling van de Staatssecretaris van Defensie van 19 september 1997, nr. CWW85/01397001918, houdende beperkingen en verboden omtrent de uitoefening van het burgerluchtverkeer in bepaalde gebieden en aanwijzing bijzondere luchtverkeersgebieden (Stcrt. 185), aangegeven.

De Staatssecretaris van Defensie,

C. van der Knaap

Naar boven