Wijziging Regeling technische maatregelen 2000 en Subsidieregeling satellietvolgapparatuur 2004

16 november 2004

Nr. TRCJZ/2004/6054

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op verordening (EG) nr. 2244/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 december 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake satellietvolgsystemen (VMS) (PbEU L 333);

Gelet op verordening (EG) nr. 602/2004 van de Raad van 22 maart 2004 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 met betrekking tot de bescherming van koudwaterkoraalriffen tegen de gevolgen van de trawlvisserij in een gebied ten noordwesten van Schotland (PbEU L 97);

Gelet op verordening (EG) nr. 770/2004 van de Raad van 21 april 2004 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2791/1999 tot vaststelling van controlemaatregelen voor het gebied waarop het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan van toepassing is (PbEU L 123);

Gelet op verordening (EG) nr. 826/2004 van de Raad van 26 april 2004 houdende een verbod op de invoer van Atlantische blauwvintonijn (Thunnus thynnus) van oorsprong uit Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone en tot intrekking van verordening (EG) nr. 2092/2000 (PbEU L 127);

Gelet op verordening (EG) nr. 827/2004 van de Raad van 26 april 2004 houdende een verbod op de invoer van grootoogtonijn (Thunnus obesus) van oorsprong uit Bolivia, Cambodja, Georgië, Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1036/2001 (PbEU L 127);

Gelet op verordening (EG) nr. 828/2004 van de Raad van 26 april 2004 houdende een verbod op de invoer van Atlantische zwaardvis (Xiphias gladius) van oorsprong uit Sierra Leone en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2093/2000 (PbEU L 127);

Gelet op beschikking 2004/690/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 oktober 2004 inzake een financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de aanschaf en installatie aan boord van vissersvaartuigen van elektronische plaatsbepalingsapparatuur in 2004 (PbEU L 314);

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Gelet op artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

Artikel I

De Regeling technische maatregelen 20001 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 10 wordt in het eerste en tweede lid ‘met een lengte over alles van meer dan 18 meter’ telkens vervangen door: met een lengte over alles van meer dan 15 meter.

B

Artikel 10b, tweede lid, komt te luiden:

2. In afwijking van het eerste lid en van artikel 10c, tweede lid, is het verbod, bedoeld in artikel 10, eerste lid, tot 1 mei 2005 niet van toepassing op een Nederlands vissersvaartuig met een lengte over alles van meer dan 15, maar niet meer dan 18 meter, indien:

a. uiterlijk op 1 januari 2005 is voldaan aan het eerste lid, onderdelen a tot en met d;

b. de satellietvolgapparatuur vóór 1 januari 2005 de in artikel 10c, eerste lid, onderdeel b, bedoelde keuring heeft ondergaan en in het kader daarvan is goedgekeurd;

c. de satellietvolgapparatuur vóór 1 februari 2005 de in artikel 10c, eerste lid, onderdeel c, bedoelde keuring heeft ondergaan en in het kader daarvan is goedgekeurd, en

d. het verzoek tot goedkeuring, bedoeld in artikel 10c, tweede lid, vóór 1 april 2005 is ingediend op een daartoe bestemd formulier bij het agentschap LASER van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dit verzoek gaat vergezeld van het document, bedoeld in artikel 10c, derde lid, onderdeel b.

C

Aan artikel 12a wordt na het tweede lid het volgende lid toegevoegd:

3. In afwijking van het tweede lid hoeft een vissersvaartuig dat vangsten van andere vaartuigen aan boord neemt, niet de gegevens in het logboek te noteren als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de in het eerste lid bedoelde verordening, mits de gegevens, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van die verordening in het productielogboek of de opslagplattegrond worden genoteerd.

D

Artikel 12i komt te luiden:

Artikel 12i

Het is verboden in strijd te handelen met artikel 30, vierde lid, van verordening nr. 850/98.

E

Na artikel 12j wordt het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 12k

1. Het is verboden in strijd te handelen met artikel 2 van verordening (EG) nr. 826/2004 van de Raad van 26 april 2004 houdende een verbod op de invoer van Atlantische blauwvintonijn (Thunnus thynnus) van oorsprong uit Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone en tot intrekking van verordening (EG) nr. 2092/2000 (PbEU L 127).

2. Het is verboden in strijd te handelen met artikel 2 van verordening (EG) nr. 827/2004 van de Raad van 26 april 2004 houdende een verbod op de invoer van grootoogtonijn (Thunnus obesus) van oorsprong uit Bolivia, Cambodja, Georgië, Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1036/2001 (PbEU L 127).

3. Het is verboden in strijd te handelen met artikel 2 van verordening (EG) nr. 828/2004 van de Raad van 26 april 2004 houdende een verbod op de invoer van Atlantische zwaardvis (Xiphias gladius) van oorsprong uit Sierra Leone en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2093/2000 (PbEU L 127).

Artikel II

De Subsidieregeling satellietvolgapparatuur 20042 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘artikel 10a van de regeling, of’ vervangen door: artikel 10a van de regeling;.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door ‘, of’ wordt na onderdeel b het volgende onderdeel toegevoegd:

c. een vissersvaartuig met een lengte over alles van meer dan 15, maar niet meer dan 18 meter, met uitzondering van de vissersvaartuigen, bedoeld in artikel 10a van de regeling.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid wordt ‘Geen subsidie wordt verstrekt indien:’ vervangen door: Indien de aanvraag betrekking heeft op een vaartuig als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a of b, wordt geen subsidie verstrekt indien:

3. Na het eerste lid worden de volgende leden toegevoegd:

2. Indien de aanvraag betrekking heeft op een vaartuig als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel c, wordt geen subsidie verstrekt indien:

a. de aanvraag daartoe niet tussen 1 februari en 1 april 2005 is ingediend;

b. de satellietvolgapparatuur niet vóór 1 januari 2005 de in artikel 10c, eerste lid, onderdeel b, van de regeling bedoelde keuring heeft ondergaan en in het kader daarvan is goedgekeurd;

c. de satellietvolgapparatuur niet vóór 1 februari 2005 de in artikel 10c, eerste lid, onderdeel c, van de regeling bedoelde keuring heeft ondergaan en in het kader daarvan is goedgekeurd, en

d. de apparatuur niet is goedgekeurd als bedoeld in artikel 10b, eerste lid, onderdeel e, van de regeling.

3. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, kan met betrekking tot een vaartuig als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a of b, waarop op het moment van inwerkingtreding van deze regeling satellietvolgapparatuur is geïnstalleerd die voldoet aan de artikelen 10b, 10c en 10e van de regeling, een aanvraag worden ingediend tussen 1 februari en 1 april 2005. Het tweede lid, onderdelen a en d, zijn van overeenkomstige toepassing.

C

Na artikel 9 wordt het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 9a

Deze regeling wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2006.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 november 2004.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

1. Algemeen

De onderhavige regeling dient allereerst ter implementatie van artikel 1, onderdeel b, van verordening (EG) nr. 2244/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 december 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake satellietvolgsystemen (VMS) (PbEU L 333). Ingevolge deze verordening dienen vissersvaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter met ingang van 1 januari 2005 te beschikken over werkende satellietvolgapparatuur (ook wel genoemd Vessel Monitoring System: VMS) (artikel I, onderdelen A en B). Ingevolge artikel 2, tweede lid, van voornoemde verordening geldt deze verplichting niet voor vissersvaartuigen die zich binnen de basislijnen uitsluitend bezig houden met activiteiten in verband met de aquacultuur. De uitzondering voor binnenvaartuigen, vaartuigen die zich bezighouden met de visserij op de binnenwateren, blijft gehandhaafd. De aanschaf van apparatuur dan wel de aanpassing van reeds geïnstalleerde apparatuur aan de Europese eisen, die plaatsvindt als gevolg van de uitbreiding van de verplichting tot het aan boord hebben van satellietvolgapparatuur tot vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter, is subsidiabel. Gelet daarop wordt de Subsidieregeling satellietvolgapparatuur 2004 gewijzigd (artikel II).

De onderhavige regeling geeft voorts via de gewijzigde artikelen 12a en 12i en het ingevoegde artikel 12k van de Regeling technische maatregelen 2000 uitvoering aan een vijftal verordeningen, te weten aan verordening (EG) nr. 770/2004 van de Raad van 21 april 2004 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2791/1999 tot vaststelling van controlemaatregelen voor het gebied waarop het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan van toepassing is (PbEU L 123), aan verordening (EG) nr. 602/2004 van de Raad van 22 maart 2004 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 met betrekking tot de bescherming van koudwaterkoraalriffen tegen de gevolgen van de trawlvisserij in een gebied ten noordwesten van Schotland (PbEU L 97), aan verordening (EG) nr. 826/2004 van de Raad van 26 april 2004 houdende een verbod op de invoer van Atlantische blauwvintonijn (Thunnus thynnus) van oorsprong uit Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone en tot intrekking van verordening (EG) nr. 2092/2000 (PbEU L 127), aan verordening (EG) nr. 827/2004 van de Raad van 26 april 2004 houdende een verbod op de invoer van grootoogtonijn (Thunnus obesus) van oorsprong uit Bolivia, Cambodja, Georgië, Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1036/2001 (PbEU L 127) en aan verordening (EG) nr. 828/2004 van de Raad van 26 april 2004 houdende een verbod op de invoer van Atlantische zwaardvis (Xiphias gladius) van oorsprong uit Sierra Leone en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2093/2000 (PbEU L 127) (artikel I, onderdelen C, D en E).

2. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A en B

Voor de vissersvaartuigen die als gevolg van de onderhavige wijzigingsregeling VMS dienen te installeren is een overgangsregeling getroffen die is neergelegd in het nieuwe tweede lid van artikel 10b van de Regeling technische maatregelen 2000. Voornoemde overgangsregeling houdt in dat uiterlijk 1 januari 2005 de apparatuur geïnstalleerd en bedrijfsklaar moet zijn. Voorts moet op die datum de apparatuur die is geïnstalleerd over een typegoedkeuring beschikken. Uiterlijk 1 februari 2005 moet de Algemene Inspectiedienst (AID) de apparatuur hebben goedgekeurd in die zin dat de apparatuur is getest en blijkens die test functioneert. Het verzoek tot ministeriële goedkeuring dient uiterlijk 1 april 2005 te zijn ingediend bij het agentschap LASER van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die dit verzoek gezamenlijk met de subsidieaanvraag zal afhandelen. Bij dit verzoek hoeft slechts de goedkeuring van de AID te worden gevoegd. Een en ander dient ter vermindering van de administratieve lastendruk voor de visser en de overheid. De ministeriële goedkeuring is gelet daarop eerst vanaf 1 mei 2005 vereist. Een regulier verzoek tot ministeriële goedkeuring dient ingevolge artikel 10c, tweede lid, van de Regeling technische maatregelen 2000 te worden ingediend bij de Directie Visserij van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Artikel I, onderdeel C

Artikel 5, tweede lid, van verordening (EG) nr. 2791/1999 tot vaststelling van controlemaatregelen voor het gebied waarop het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan van toepassing is (PbEU L 337) is aangepast. De lidstaten kunnen vissersvaartuigen die in het zogenoemde NEAFC-gebied vangsten van andere vaartuigen aan boord nemen de mogelijkheid geven om in plaats van het bijhouden van een logboek een aantal gegevens in het productielogboek of opslagplattegrond te vermelden. Daaraan is uitvoering gegeven in het toegevoegde derde lid van artikel 12a van de Regeling technische maatregelen 2000.

Artikel I, onderdeel D

Bij verordening (EG) nr. 1475/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 augustus 2003 inzake de bescherming van koudwaterkoraalriffen tegen de gevolgen van de trawlvisserij in een gebied ten noordwesten van Schotland (PbEU L 211) heeft de Europese Commissie een noodmaatregel getroffen ter bescherming van de koudwaterkoraalriffen gelegen ten noordwesten van Schotland – die bekend staan onder de naam ‘Darwin Mounds’ – tegen de gevolgen van de trawlvisserij. Deze noodmaatregel hield een verbod in op het gebruik van bodemtrawls en van soortgelijke sleepnetten die in contact komen met de bodem van de zee, in de zone waarin de Darwin Mounds zijn gelegen. Aan dit verbod was uitvoering gegeven door het oude artikel 12i van de Regeling technische maatregelen 2000. Het is ondertussen wetenschappelijk aangetoond dat herstel van de schade die aan koralen wordt aangebracht door trawlnetten die over de bodem worden gesleept zeer moeilijk of zeer traag tot stand komt. Daarom moet het gebruik van dergelijke bodemtrawls en soortgelijk vistuig in het gebied rond de Darwin Mounds definitief worden verboden. Bij verordening (EG) nr. 602/2004 van de Raad van 22 maart 2004 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 met betrekking tot de bescherming van koudwaterkoraalriffen tegen de gevolgen van de trawlvisserij in een gebied ten noordwesten van schotland (PbEU L 97) is door wijziging van artikel 30 van verordening (EG) nr. 850/98 een definitieve voorziening opgenomen. Artikel 12i van de Regeling technische maatregelen 2000 is overeenkomstig het voorgaande aangepast.

Artikel I, onderdeel E

De genoemde verordeningen verbieden de invoer in de Gemeenschap van de Atlantische blauwvintonijn die van oorsprong uit Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone komt, van grootoogtonijn die van oorspong uit Bolivia, Cambodja, Georgië, Equatoriaal-Guinea en Sierra Leone komt en van de Atlantische zwaardvis die van oorspong uit Sierra Leone komt.

Artikel II

Het toepassingsgebied van de Regeling satellietvolgapparatuur 2004 is uitgebreid tot de categorie vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter tot en met 18 meter. In het aangepaste artikel 3 van de Regeling satellietvolgapparatuur 2004 is opgenomen dat een aanvraag voor subsidie voor deze categorie vaartuigen moet worden ingediend tussen 1 februari en 1 april 2005. De subsidieregeling wordt voorts wederom opengesteld voor de vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 18 meter tot en met 21 meter en voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van meer dan 24 meter die uitsluitend binnen de 12-mijls zone actief zijn of die nooit meer dan 24 uur op zee actief zijn. Een aantal vaartuigen in die categorie hebben nog geen subsidie ontvangen en het budget is toereikend om deze alsnog te subsidiëren. Voorwaarde voor die categorieën vaartuigen is dat de satellietvolgapparatuur bij inwerkingtreding al moet zijn geïnstalleerd. De overige voorwaarden ter verkrijging van subsidie zijn ongewijzigd.

3. Administratieve lasten

Wijziging Regeling technische maatregelen 2000

De onderhavige regeling heeft tot gevolg dat op ongeveer op 20 vissersvaartuigen satellietvolgapparatuur moet worden geïnstalleerd. Satellietvolgapparatuur kost gemiddeld circa € 3000. Ingevolge beschikking 2004/690/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 oktober 2004 inzake een financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de aanschaf en installatie aan boord van vissersvaartuigen van elektronische plaatsbepalingsapparatuur in 2004 (PbEU L 314) wordt € 1500 van het aanschafsbedrag voor 100% vergoed. Voor de uitgaven boven € 1500 geldt een bijdrage van 50%. Dit betekent dat een visser – bij aanschaf van een VMS van een gemiddelde prijs – € 750 zelf bijdraagt. Voor de totale groep betekent dit een last van € 15.000.

De satellietvolgapparatuur dient door de minister te zijn goedgekeurd. Daartoe moet – voor zover het betreft de goedkeuring van VMS die ingevolge de onderhavige wijzigingsregeling moet worden geïnstalleerd – een verzoek worden ingediend bij LASER. Bij dat verzoek moet de goedkeuring van de AID worden overgelegd. Het opstellen van het verzoek neemt ten hoogste een half uur in beslag. Dit betekent een eenmalige lastenverhoging van € 15 per visser en in totaal van € 300.

Ingevolge artikel 11, eerste lid, van voornoemde verordening (EG) nr. 2244/2003 dient de kapitein of de eigenaar van een vissersvaartuig bij een defect van de satellietvolgapparatuur of het anderszins niet functioneren van die apparatuur, om de 4 uur de positie van het vissersvaartuig door te geven aan het visserijcontrolecentrum. De lasten die hieruit voortvloeien voor de groep vissersvaartuigen die vanaf 1 januari 2005 dienen te beschikken over satellietvolgapparatuur bedragen jaarlijks per vaartuig € 15 en voor de groep in totaal € 300.

Voorts mag de satellietvolgapparatuur worden uitgeschakeld indien een vissersvaartuig in de haven ligt, mits daarvan melding is gemaakt aan het visserijcontrolecentrum van de vlaggenstaat en de kuststaat. Voor Nederlandse vissersvaartuigen die hun VMS in een Nederlandse haven uitschakelen, betekent dit derhalve 1 melding die moet worden verricht aan de AID. Een melding neemt 5 minuten in beslag. Indien de visser er voor kiest het VMS uit te schakelen, brengt dit per melding een administratieve last van € 2,50 met zich mee. Overigens is het niet de verwachting dat vissers er structureel voor zullen kiezen het VMS in de haven uit te schakelen, juist in verband met de vereiste melding. Het aanlaten van het VMS levert bovendien geen extra kosten op voor de visser omdat die kosten nog voor rekening van de overheid komen.

Het aan artikel 12a toegevoegde derde lid van de Regeling technische maatregelen 2000 geeft vissersvaartuigen die in het zogenoemde NEAFC-gebied vangsten van andere vaartuigen aan boord nemen de mogelijkheid om in plaats van het bijhouden van een logboek een aantal gegevens in het productielogboek of opslagplattegrond te vermelden. Dit leidt tot een lichte verlaging van de administratieve lasten die echter niet te kwantificeren is.

De toename van de administratieve lasten als gevolg van de wijziging van de Regeling technische maatregelen 2000 bedraagt derhalve eenmalig – afgezien van de lasten die voortvloeien uit de aanschaf van de apparatuur – in totaal € 300 en jaarlijks in totaal € 300.

Wijziging van de Subsidieregeling satellietvolgapparatuur 2004

De visser die in aanmerking wenst te komen voor subsidie dient hiertoe een aanvraag in te dienen. Bij de aanvraag dient hij een aantal bescheiden te overleggen, te weten de nota’s die betrekking hebben op de geïnstalleerde of aangepaste apparatuur en de desbetreffende betalingsbewijzen. Ongeveer 20 vissersvaartuigen moeten worden voorzien van een VMS. Voorts zijn er ongeveer 20 vissersvaartuigen waarop al een VMS is geïnstalleerd maar ten aanzien waarvan tot dusver geen subsidie is verleend. In totaal gaat het derhalve om maximaal 40 aanvragers. Naar inschatting neemt het invullen van het aanvraagformulier en het bijvoegen van de bescheiden ten hoogste een uur in beslag. Dit betekent een eenmalige toename van de administratieve lasten van € 30 per visser. De toename van de administratieve lasten als gevolg van de wijziging van de Subsidieregeling satellietvolgapparatuur 2004 bedraagt eenmalig in totaal € 1200.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 1999, 252; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 20 april 2004, Stcrt. 76.

  • 2

    Stcrt. 2004, 45; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 20 april 2004, Stcrt. 76.

Naar boven