16 november 2004
Nr. HDJZ/SCH/2004-2719
Hoofddirectie Juridische Zaken
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op richtlijn nr. 94/57/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1994 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (PbEG L 319) en op artikel 30, eerste lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;
Besluit:
Artikel 1
De organisaties die gemachtigd worden werkzaamheden ten behoeve van de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat te verrichten zijn:
a. ABS Europe Ltd. te Londen, Verenigd Koninkrijk;
b. Bureau Veritas te Parijs, Frankrijk;
c. Det Norske Veritas te Oslo, Noorwegen;
d. Germanischer Lloyd te Hamburg, Duitsland;
e. Lloyd’s Register of Shipping te Londen, Verenigd Koninkrijk;
f. Nippon Kaiji Kyokai te Tokio, Japan; en
g. Registro Italiano Navale te Genua, Italië.
Artikel 2
De werkzaamheden, bedoeld in artikel 1, zijn:
a. het tussentijdse onderzoek van een olietankschip met een tonnage van 150 of meer, of een schip, geen olietankschip zijnde, met een tonnage van 400 of meer, dat de uitrusting van dat schip omvat met inbegrip van de daarbij behorende pompen en pompleidingen, de systemen voor het bewaken en regelen van het lozen van olie en voor het schoonmaken van tanks met ruwe olie, de olie-waterafscheider en de oliefiltersystemen;
b. het jaarlijkse onderzoek van een schip als bedoeld onder a dat de bouw, uitrusting, systemen, onderdelen, voorzieningen en materialen van dat schip omvat;
c. het jaarlijkse onderzoek van een chemicaliëntankschip dat de bouw, uitrusting, systemen, onderdelen, voorzieningen en materialen van dat schip omvat;
d. de plaatsing van aantekeningen van de onderzoeken, genoemd onder a tot en met c;
e. de beoordeling van tekeningen en andere bescheiden ten behoeve van het onderzoek door de divisie Scheepvaart van een nieuw schip of een verbouwing van een schip.
Artikel 3
Het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 1 mei 1998, nr. DGG/J-98003702, houdende machtiging organisaties en aanwijzing werkzaamheden ten behoeve van de Scheepvaartinspectie (Stcrt. 81) wordt ingetrokken.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2004.
Mededeling
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan door een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, Hoofddirectie Juridische Zaken, Sector ABR, Postbus 20906, 2500 EX, Den Haag.
Het bezwaarschrift dient tenminste te bevatten:
– naam en adres van de indiener;
– de dagtekening;
– vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;
– een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is zelfstandig gepositioneerd. De ambtelijke dienst die gevormd werd door de Scheepvaartinspectie in Nederland is overgegaan naar de Inspectie Verkeer en Waterstaat en draagt nu de naam ‘divisie Scheepvaart’.
In het onderhavige wordt het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 1 mei 1998, nr. DGG/J-98003702, houdende machtiging organisaties en aanwijzing werkzaamheden ten behoeve van de Scheepvaartinspectie (Stcrt. 81) op de zelfstandige positionering aangepast door het besluit in te trekken en opnieuw vast te stellen. Daar waar gesproken werd van ‘Scheepvaartinspectie’, is deze term vervangen door ‘divisie Scheepvaart’. Deze wijziging laat de bestaande bevoegdheden ongewijzigd en is slechts van terminologische aard.
Voor een nadere toelichting op de zelfstandige positionering van de inspectiefunctie wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende wijziging van een aantal wetten op het terrein van de scheepvaart in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Kamerstukken II 2002/03, 29 011, nr. 3, blz. 1).
Aan de inwerkingtreding van het besluit is terugwerkende kracht verleend tot en met 1 november 2004. Deze voorziening is getroffen teneinde dit besluit op dezelfde datum in werking te laten treden als de wet van 4 maart 2004, houdende wijziging van een aantal wetten op het terrein van de scheepvaart in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Stb. 117).