Wijziging diverse besluiten i.v.m. reorganisatie van inspectiefunctie Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende wijziging van een aantal besluiten in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat

16 november 2004

Nr. HDJZ/SCH/2004-2720

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Justitie, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 8.1, derde lid, van de Arbeidstijdenwet, de artikelen 28, tweede lid, en 48, eerste lid, van de Binnenschepenwet, de artikelen 83 van de Kernenergiewet, artikel 311b, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel, artikel 10a, eerste lid, van de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, artikel 27, tweede lid, van de Wet Scheepsuitrusting, artikel 32 van de Scheepvaartverkeerswet en de artikelen 34 en 44 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

Besluit:

Artikel I

Artikel 1, onder g, van de Beschikking opsporingsbevoegdheid Kernenergiewet1 komt te luiden:

g. de inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat en de door hem aangewezen ambtenaren van die inspectie;.

Artikel II

In de artikelen 1 en 2 van het Besluit aanwijzing ambtenaren toezicht nationaliteitstoets en registratie zeeschepen2 wordt ‘ambtenaren van de Scheepvaartinspectie’ telkens vervangen door: ambtenaren van de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

Artikel III

Het Besluit toezicht en opsporing vervoer gevaarlijke stoffen3 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, onderdeel a, wordt ‘de ambtenaren van de Scheepvaartinspectie, bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Schepenwet’ vervangen door: de ambtenaren van de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

B

Artikel 6, onderdeel b, komt te luiden:

b. de ambtenaren van het Inspectoraat-Generaal VROM;.

Artikel IV

In artikel 1, derde en vierde lid, van het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 november 1998, nr. J-98009426, houdende aanwijzing van ambtenaren belast met het toezicht op de arbeidstijden in het vervoer (Stcrt. 227)4 wordt ‘ambtenaren van de Scheepvaartinspectie’ telkens vervangen door: ambtenaren van de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

Artikel V

Artikel 1, vierde lid, van het Instellingsbesluit Inspectie Verkeer en Waterstaat5 vervalt.

Artikel VI

Het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 8 juni 2001, nr. DGG/J-01/003843, houdende terbeschikkingstelling ambtenaren van de divisie Telecom van de Inspectie Verkeer en Waterstaat voor het toezicht op de naleving op de Wet scheepsuitrusting (Stcrt. 115) wordt ingetrokken.

Artikel VII

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2004.

Mededeling

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan door een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, Hoofddirectie Juridische Zaken, Sector ABR, Postbus 20906, 2500 EX, Den Haag.

Het bezwaarschrift dient ten minste te bevatten:

– naam en adres van de indiener;

– de dagtekening;

– vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;

– een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Algemeen

De verschillende inspectiediensten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat zijn samengevoegd en zelfstandig gepositioneerd in een nieuw organisatieonderdeel, de Inspectie Verkeer en Waterstaat (verder: IVW). Daarmee is de ambtelijke dienst die gevormd werd door de Scheepvaartinspectie overgegaan naar de IVW en draagt het nu de naam ‘divisie Scheepvaart’.

Het onderhavige besluit voorziet in aanpassingen van de vermeldingen van de Scheepvaartinspectie in een aantal besluiten. Dientengevolge is de term ‘Scheepvaartinspectie’ vervangen door ‘divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat’ en in de gevallen waar gesproken wordt van ambtenaren of ambtenaar van de Scheepvaartinspectie is ‘Scheepvaartinspectie’ gewijzigd in ‘divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat’. Waar gesproken wordt van ‘hoofd van de Scheepvaartinspectie’ is dit gewijzigd in ‘inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat’.

Voor een nadere toelichting op de zelfstandige positionering wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende wijziging van een aantal wetten op het terrein van de scheepvaart in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Kamerstukken II 2002/03, 29 011, nr. 3, blz. 1).

Artikelsgewijs

Artikel III

In dit artikel wordt in onderdeel B van de gelegenheid gebruik gemaakt om de verwijzing naar ‘de ambtenaren van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, voor zover belast met de inspectie van de milieuhygiëne’ aan te passen aan de instelling van het Inspectoraat-Generaal VROM.

Artikel V

Artikel 1, vierde lid, van het Instellingsbesluit Inspectie Verkeer en Waterstaat was tijdelijk opgenomen totdat de op de Scheepvaartinspectie toegesneden wetgeving is gewijzigd.

Deze wetgeving is nu tot stand gekomen en is op 1 november in werking getreden. Daarmee kan artikel 1, vierde lid, komen te vervallen.

Artikel VI

Met ingang van 1 januari 2003 beschikt de Scheepvaartinspectie over eigen inspecteurs op het gebied van telecommunicatie. Daarmee heeft het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 8 juni 2001, nr. DGG/J-01/003843, houdende terbeschikkingstelling ambtenaren van de divisie Telecom van de Inspectie Verkeer en Waterstaat voor het toezicht op de naleving op de Wet scheepsuitrusting (Stcrt. 115) zijn materiële betekenis verloren. In het onderhavige besluit wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om het besluit in te trekken.

Artikel VII

Aan de inwerkingtreding van het besluit is terugwerkende kracht verleend tot en met 1 november 2004. Deze voorziening is getroffen teneinde dit besluit op dezelfde datum in werking te laten treden als de wet van 4 maart 2004, houdende wijziging van een aantal wetten op het terrein van de scheepvaart in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Stb. 117).

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Stcrt. 1969, 248; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 20 oktober 2000 (Stcrt. 207).

  • 2

    Stcrt. 1999, 181.

  • 3

    Stcrt. 1996, 209; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 december 2003 (Stcrt. 250).

  • 4

    Stcrt. 1998, 227; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 28 oktober 2002, Stcrt. 207.

  • 5

    Stcrt. 2001, 115; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 17 oktober 2002, Stcrt. 247.

Naar boven