Besluit verlening mandaat en machtiging Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 november 2004, nr. TRCJZ/2004/5668, houdende verlening van mandaat en machtiging aan de Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister: de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

b. Commissie: de Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap, ingesteld bij de Regeling instelling commissie vervolgonderzoek rekenschap1 ;

c. instelling: bekostigde instellingen als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, landelijk orgaan als bedoeld in artikel 1.5.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en instellingen als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor zover het betreft het onderwijs op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving.

Artikel 2

Voor zover het onderzoek van de Commissie betrekking heeft op de sector van het hoger onderwijs verleent de minister een machtiging aan de Commissie om ten behoeve van de uitvoering van haar onderzoek op grond van de artikelen 9.6, derde lid, 9.9, tweede lid, 9.51, vijfde lid, 10.6 en 10.10, vijfde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten en hogescholen inlichtingen te vragen.

Artikel 3

Voor zover het onderzoek van de Commissie betrekking heeft op de sector van de educatie en het beroepsonderwijs vervult de Commissie haar taak op basis van artikel 2.5.6 dan wel artikel 2.5.10, eerste lid, in samenhang met artikel 2.5.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs. De Commissie krijgt desgevraagd inzage in informatie, boeken en bescheiden.

Artikel 4

De Commissie oefent de bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 2 en 3 slechts uit voor zover dat voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig is. Bij een verzoek aan een instelling om inlichtingen te verstrekken geeft zij de grondslag aan op grond waarvan dat verzoek wordt gedaan en met welk doel de inlichtingen worden gevraagd.

Een belanghebbende kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar maken bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het bezwaarschrift wordt gezonden aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, t.a.v. de Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 8 november 2004.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

  • 1

    Stcrt. 2003, nr. 84; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 5 juli 2004, kenmerk PDR/DIR/04/32757, Stcrt. 2004, nr. 128.

Naar boven