Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar milieuopsporingsambtenaren in dienst van de provincie Noord-Brabant 2004

Besluit van de Minister van Justitie van 4 november 2004, nr. 5318045/DBZ/04, strekkende tot aanwijzing van milieuopsporingsambtenaren bij de provincie Noord-Brabant tot buitengewoon opsporingsambtenaar

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de ministers die het aangaat;

Gelezen het verzoek van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 6 augustus 2004;

Gelet op:

– artikel 142, eerste lid, onder b en c en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

– artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten;

– het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen, werkzaam in de functie van milieuopsporingsambtenaar in dienst van de provincie Noord-Brabant, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van feiten, strafbaar gesteld bij of krachtens:

a. De in artikel 1a van de Wet op de economische delicten (WED) genoemde wetten alsmede de artikelen 26, 33 en 34 van de WED; de Wet op de Ruimtelijke Ordening; de Woningwet; de Wet op de Waterhuishouding en de Wet hygiëne en veiligheid bad- en zweminrichtingen;

b. de artikelen 173, 173a, 173b, 174, 175, 179, 180, 181, 182, 184, 185, 198, 199, 225, 435, onder ten vierde en 461 van het Wetboek van Strafrecht;

c. de verordeningen en of keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen;

2. De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van de provincie Noord-Brabant, Zeeland, Limburg, Zuid-Holland en Gelderland.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 15 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

1. Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket te Den Bosch.

2. Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps Brabant-Noord.

Artikel 6

1. De Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant brengt jaarlijks, voor 1 april, over het jaar daaraan voorafgaand aan de Minister van Justitie verslag uit over:

a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was binnen de dienst;

b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

2. Dit verslag dient te worden toegezonden aan de toezichthouder en de direct toezichthouder, als bedoeld in artikel 5 van dit besluit, alsmede aan het Ministerie van Justitie, dienst Bestuurszaken, afd. IBB/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt 5 jaar na de datum van inwerkingtreding.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar milieuopsporingsambtenaren in dienst van de provincie Noord-Brabant 2004.

Artikel 9

De op naam gestelde individuele akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden van de buitengewoon opsporingsambtenaren die in dienst zijn van de provincie Noord-Brabant in de functie van milieuopsporingsambtenaar, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht te zijn akten en overige benoemingsbescheiden afgegeven mede op basis van het onderhavige besluit.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, directie Bestuurszaken, afdeling IBB/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 4 november 2004.
De Minister van Justitie,
namens deze:de coördinator Buitengewoon Opsporingsambtenaar,
A.A.A.M. Huldy.

Toelichting

Bij brief van 6 augustus 2004 heeft Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant verzocht om verlening van een categoriale beschikking betreffende de buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij de Dienst Handhaving voor de functie van milieuopsporingsambtenaar.

In verband met het handhaven van groene en/of milieuwetgeving vraagt Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant opsporingsbevoegdheid voor milieuopsporingsambtenaren werkzaam bij de Dienst Handhaving. De politie Brabant Noord en het Openbaar Ministerie in Den Bosch ondersteunen dit verzoek.

De Minister van Justitie

namens deze:de coördinator Buitengewoon Opsporingsambtenaar,

A.A.A.M. Huldy

Naar boven