Wijziging Regeling uitkeringen kinderopvang 2004

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 november 2004, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/KO/2004/72965, tot wijziging van de Regeling uitkeringen kinderopvang 2004 in verband met de indexering van de uitkering opvangplaatsen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 5, 16, 45 juncto 14, tweede lid, van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid;

Besluit:

Artikel I

De Regeling uitkeringen kinderopvang 20041 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:

1. De hoogte van de verleende uitkering is afhankelijk van het aantal toegekende opvangplaatsen dat voor een uitkering van het Rijk in aanmerking komt, vermenigvuldigd met € 6857.

B

Artikel 10 komt te luiden:

Artikel 10

Indien de uitkering in afwijking van de verlening wordt vastgesteld, overeenkomstig artikel 9, tweede lid, vordert de minister een bedrag terug van € 6857 voor iedere opvangplaats die bij de opgave, bedoeld in artikel 8 eerste lid, verhoogd met een opslag van 10% voor gastouderopvang, minder is geconstateerd ten opzichte van de opgave bij de aanvraag, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel a, verhoogd met een opslag van 10% voor gastouderopvang.

C

In bijlage 3 van de Regeling uitkeringen kinderopvang 2004 komt onderdeel h te luiden:

h) Subsidiebedrag

(g x € 6857)

Artikel II

De uit deze regeling voortvloeiende verhoging van de uitkering opvangplaatsen wordt bij wijze van voorschot op of omstreeks 1 december 2004 aan gemeenten betaalbaar gesteld.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 11 januari 2004.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 november 2004.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.

Toelichting

Algemeen

De Regeling uitkeringen kinderopvang 2004 (verder: de regeling) is op 9 januari 2004 gepubliceerd in de Staatscourant (nr. 5). Deze regeling regelt drie uitkeringen die met kinderopvang te maken hebben. De ‘Uitkering opvangplaatsen’ wordt als gevolg van de indexering over 2004 verhoogd met € 163 per opvangplaats.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Artikel 4, eerste lid van de regeling, regelt de hoogte van de rijksbijdrage per opvangplaats. De uitkering bedraagt € 6857; hierin is de indexering 2004 verdisconteerd.

Artikel I, onderdeel B

In artikel 10 wordt het bedrag per opvangplaats genoemd dat de minister kan terugvorderen, indien de uitkering in afwijking van de verlening wordt vastgesteld. Vanwege de indexering is dit bedrag verhoogd naar € 6857.

Artikel I, onderdeel C

Om aan hun verantwoordingsverplichting te voldoen, moeten gemeenten gebruik maken van het door de minister vastgesteld verantwoordingsformulier. Het model als bedoeld in artikel 8, derde lid, van de regeling, wordt als gevolg van de indexering aangepast op onderdeel h. Het betreft hier opnieuw de verdiscontering als gevolg van de indexering, in de hoogte van de uitkering. Het aangepaste formulier wordt de gemeenten toegezonden.

Artikelen II en III

De uit de indexering van de uitkering opvangplaatsen voortvloeiende hogere Rijksbijdrage wordt bij wijze van voorschot in één keer aan gemeenten betaalbaar gesteld op of omstreeks 1 december 2004.

Omdat de verhoging gedurende het gehele jaar geldt, is aan deze wijzigingsregeling terugwerkende kracht verleend tot en met de datum van inwerkingtreding van de Regeling uitkering kinderopvang 2004.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

  • 1

    Regeling van 19 december 2003, Stcrt. 2004, nr. 5.

Naar boven