Wijziging Regeling openbaarheid van bestuur Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 oktober 2004, nr. WBJA/JA/04/75569, tot wijziging van de Regeling openbaarheid van bestuur Sociale Zaken en Werkgelegenheid in verband met de uitbreiding van de bevoegdheden van de directeur Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Besluit:

Artikel I

De Regeling openbaarheid van bestuur Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

Er wordt een lid ingevoegd, luidende:

4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid, onder a, is de directeur Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden bevoegd om op een verzoek om informatie te beslissen indien het verzoek gedeeltelijk niet kan worden ingewilligd wegens het voorkomen van persoonsnamen.

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Indien een ander bestuursorgaan het ministerie verzoekt om een zienswijze omtrent openbaarmaking van stukken die betrekking hebben op het ministerie is de directeur Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden bevoegd om de zienswijze namens het ministerie te geven.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 oktober 2004.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:de Secretaris-Generaal,
M.A. Ruys.

Toelichting

Teneinde te voorkomen dat alle besluiten om openbaarmaking van documenten te weigeren door de secretaris-generaal of de plaatsvervangend secretaris-generaal afgedaan dienen te worden, wordt besloten dat in bepaalde gevallen dergelijke besluiten afgedaan kunnen worden door de directeur Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden.

Het gaat om gevallen waarin een verzoek om informatie gedeeltelijk geweigerd wordt, waarbij de gedeeltelijke weigering bestaat uit het weglaten van persoonsnamen op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wet openbaarheid van bestuur.

Daarnaast wordt in artikel 8 nu expliciet geregeld dat de directeur Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden tot taak heeft om namens het ministerie zijn zienswijze, als bedoeld in artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, te geven omtrent openbaarmaking door een ander bestuursorgaan van stukken die betrekking hebben op het ministerie. Het gaat dan bijvoorbeeld om gevallen waarin een ander bestuursorgaan het verzoek krijgt om documenten openbaar te maken die (mede) afkomstig zijn van het ministerie of waarbij het ministerie belang heeft bij het al dan niet openbaar maken daarvan.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

namens deze:de Secretaris-Generaal,

M.A. Ruys

  • 1

    Stcrt. 1999, 29; gewijzigd bij ministeriële regeling van 21 december 2001 (Stcrt. 2002, 4).

Naar boven