De Minister van Justitie,
Gezien het verzoek van de Directeur van de Directie Juridische Zaken van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit d.d. 21 september 2004, nr. TRCJZ/2004/5507;
Gelet op artikel 154, aanhef en onder d, van het Wetboek van Strafvordering;
Besluit:
Artikel 1
De buitengewoon opsporingsambtenaren, werkzaam bij de Algemene Inspectiedienst, Dienstonderdeel Opsporing, van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die
a. de functie vervullen van teamleider en
b. met goed gevolg een door de Minister van Justitie goedgekeurde opleiding tot hulpofficier van justitie hebben voltooid en in het bezit zijn van het certificaat ‘hulpofficier van justitie’,
zijn aangewezen tot hulpofficier van justitie.
Artikel 2
Het in artikel 1, onder b, bedoelde certificaat heeft een geldigheidsduur van drie jaar, te rekenen vanaf de datum van afgifte van dat certificaat.
Artikel 3
De in artikel 1 bedoelde personen beperken zich bij het uitoefenen van hun bevoegdheden als hulpofficier van justitie tot hetgeen is bepaald bij of krachtens het Wetboek van Strafvordering en artikel 3 van de Algemene wet op het binnentreden.
Artikel 4
Van de krachtens dit besluit verkregen bevoegdheden wordt gebruik gemaakt overeenkomstig de aanwijzingen door de officier van justitie te geven.
Artikel 5
De in artikel 1 bedoelde personen doen hun processen-verbaal, de aangiften of berichten inzake strafbare feiten, met de in beslag genomen voorwerpen rechtstreeks aan de officier van justitie toekomen.
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 7
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit hulpofficieren van justitie Algemene Inspectiedienst/Dienstonderdeel Opsporing.
Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Bij de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is per 1 juni 2002 een organisatorisch onderscheid aangebracht tussen toezicht enerzijds en opsporing anderzijds, waarbij de (middel-)zware opsporingsactiviteiten zijn ondergebracht bij het Dienstonderdeel Opsporing.
Binnen dit Dienstonderdeel Opsporing zijn vijf opsporingsteams werkzaam die worden aangestuurd door een teamleider met opsporingsbevoegdheid, die onder meer verantwoording draagt voor het operationele opsporingsproces. Teneinde de bijzondere opsporingstaak zelfstandig, effectief en efficiënt te kunnen uitvoeren, acht ik het noodzakelijk deze teamleiders aan te wijzen als hulpofficier van justitie.