Wijziging Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer

Regeling tot wijziging van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer, in verband met het stellen van nadere regels omtrent de kenbaarheid tarieven en klachtenbehandeling

1 november 2004

Nr. HDJZ/S&W/2004-2672

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 72a en 73 van het Besluit personenvervoer 2000;

Besluit:

Artikel I

A

Artikel 2 van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer1 komt te luiden:

Artikel 2

1. Het tarief, bedoeld in artikel 73 van het Besluit personenvervoer 2000 wordt voor de consument duidelijk leesbaar getoond zowel in de auto waarmee taxivervoer wordt verricht als aan de buitenzijde. Aan dit vereiste wordt in ieder geval voldaan indien het tarief wordt getoond met gebruikmaking van een taxi-informatiekaart waarvan het model overeenkomt met het in de bijlage bij deze regeling opgenomen model A.

2. Ten behoeve van het duidelijk kenbaar maken van de klachtenbehandeling, bedoeld in artikel 72a van het Besluit personenvervoer 2000 wordt voor de consument leesbaar getoond zowel in de auto waarmee taxivervoer wordt verricht als aan de buitenzijde:

a. de naam en de vestigingsplaats van de vervoerder zoals deze zijn vermeld op de vergunning, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet personenvervoer 2000 dan wel de naam en het telefoonnummer van de instantie waarmee de vervoerder is overeengekomen dat klachten over taxivervoer door deze instantie in behandeling worden genomen;

b. het personenvervoernummer dat staat aangeven op de vergunning, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet personenvervoer 2000;

c. het telefoonnummer van het Landelijk Klachtenmeldpunt Taxivervoer, te weten: 0900-202 1881, en

d. het internetadres van het Landelijk Klachtenmeldpunt Taxivervoer, te weten: www.taxiklacht.nl.

De gegevens over de klachtenbehandeling zijn in ieder geval duidelijk kenbaar, indien zij worden bekendgemaakt met gebruikmaking van een taxi-informatiekaart waarvan het model overeenkomt met het in de bijlage bij de regeling opgenomen model A of model B.

3. Aan het eerste lid en tweede lid wordt eveneens voldaan indien naar het oordeel van de Minister van Verkeer en Waterstaat het tarief duidelijk leesbaar onderscheidenlijk de gegevens over de klachtenbehandeling duidelijk kenbaar zijn.

4. Het eerste lid is niet van toepassing, indien schriftelijk een tarief wordt overeengekomen voor het gedurende een bepaalde periode meermalen verrichten van taxivervoer als bedoeld in artikel 84, tweede lid, van de Wet personenvervoer 2000.

B

Aan de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer wordt een bijlage toegevoegd overeenkomstig de bij de onderhavige regeling behorende bijlage.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Bijlage behorende bij artikel I, onder B

Bijlage behorende bij artikel 2, eerste en tweede lid, van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer, in verband met het stellen van nadere regels omtrent de kenbaarheid tarieven en klachtenbehandeling.

Model A

stcrt-2004-214-p16-SC67253-1.gif

Model B

stcrt-2004-214-p16-SC67253-2.gif

Toelichting

Deze regeling strekt tot invulling van de regels als bedoeld in de artikelen 72a en 73 van het besluit van 20 oktober 2004 tot wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 in verband met het stellen van regels over de wijze waarop klachten over taxivervoer worden behandeld en over de kenbaarheid van tarieven voor taxivervoer (Stb.561).

1. Gewijzigde regels over kenbaarheid tarieven

Artikel 2 van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer bevatte reeds de verplichting om de gehanteerde tarieven zowel aan de buitenzijde van als binnen in de auto zichtbaar te tonen aan de reiziger. Gebleken is echter dat de oude tekst van artikel 2 zowel de vervoerders als de toezichthouders onvoldoende zekerheid bood omtrent de reikwijdte van de verplichting. Basisvoorwaarde voor marktwerking is dat de consument die op zoek is naar een taxi, voordat hij in een taxi stapt, de onderlinge prijzen kan vergelijken. Daarom is in artikel 2 het begrip ‘consument’ ingevoegd om duidelijk te maken dat de leesbaarheid van tarieven niet meer alleen moet zijn toegespitst op ‘de reiziger’, maar op een ieder die binnen een afstand van drie meter van een taxivoertuig wil overwegen of hij die taxi wil nemen. Het betreft zowel degene die op een taxistandplaats verschillende tarieven wil vergelijken voordat hij besluit in een taxi te stappen, als de consument die reeds in een taxi is ingestapt. Verder wordt de term ‘zichtbaar’ vervangen door ‘leesbaar’ en wordt invulling gegeven aan dat criterium door het opnemen van een model in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 2 wordt verduidelijkt in de zin dat in het eerste lid verwezen wordt naar het tarief, bedoeld in artikel 73 van het Besluit personenvervoer 2000 (hierna: Bp2000). Met het invoegen van deze verwijzing wordt voorkomen dat de vervoerder een veelvoud van tarieven kenbaar maakt, waarvan hij op het moment dat hij aan een specifieke consument taxivervoer aanbiedt, er één kiest. Een dergelijke handelswijze zou afbreuk doen aan de transparantie die noodzakelijk is voor het verstevigen van de positie van de consument en het bevorderen van marktwerking.

Deze wijziging van artikel 2 betekent niet dat de vervoerder wordt beperkt in de mogelijkheden om verschillende tarieven te hanteren. Het gaat erom dat voor de consument van te voren duidelijk is welke tarief op welk moment geldt. Te denken valt bijvoorbeeld aan een dagtarief en een nachttarief of een spitstarief en een dalurentarief. Het bekendgemaakte tarief dient overeen te komen met het tarief dat op het moment dat taxivervoer wordt aangeboden, in de taxameter wordt gehanteerd.

Het vierde lid van het gewijzigde artikel 2 bepaalt dat de verplichting om de tarieven zowel aan de buitenzijde van als binnenin de auto leesbaar te tonen niet van toepassing is op contractvervoer. Door middel van het overleggen van een kopie van de overeenkomst op het tijdstip van het aanbieden van het taxivervoer of op een door de Inspectie Verkeer en Waterstaat nader aan te geven wijze, kan de vervoerder aantonen onder de reikwijdte van dit nieuwe vierde lid te vallen. De Inspectie Verkeer en Waterstaat zal een beleidsregel bekendmaken, waarin die nadere wijze en de daaraan verbonden eisen wordt aangegeven.

2. Nadere regels over de kenbaarheid klachtenbehandeling

Het uitgangspunt bij de klachtenregeling is dat de klacht bij de vervoerder wordt ingediend, die binnen een redelijke termijn aan de consument meldt hoe hij denkt de klacht te behandelen. Dat betekent dat zowel de consument die zich in de auto bevindt, als de consument die zich buiten de auto bevindt, in staat moet worden gesteld om op eenvoudige en snelle wijze te achterhalen bij wie en over wie een klacht kan worden ingediend. Het nieuwe tweede lid van artikel 2 bepaalt welke elementen van de klachtenregeling tenminste kenbaar moeten worden gemaakt. Er is gezocht naar een balans tussen de belangen van de consument en van de ondernemer. Daartoe is onder meer overleg gevoerd met partijen uit de branche en vertegenwoordigers van belangen- en consumentenorganisaties.

De vervoerder is in eerste instantie verplicht om in en op de auto de naam en de vestigingsplaats van de eigen onderneming zoals die vermeld staan in de beschikking waarbij vergunning is afgegeven, leesbaar te tonen. Uitgangspunt is immers dat een klacht bij de vervoerder wordt ingediend. De naam en de vestigingsplaats van de vervoerder zijn elementen van de klachtenregeling die door de consument makkelijk zijn te onthouden. De vervoerder heeft echter ook de mogelijkheid om naam en telefoonnummer van de instantie kenbaar te maken waarmee de vervoerder is overeengekomen dat klachten over taxivervoer door deze instantie in behandeling worden genomen. Zo zijn er taxicentrales die over een eigen klachtenlijn beschikken met een voor de consument makkelijk te onthouden telefoonnummer. Daarnaast komt het in de praktijk voor dat een vervoerder taxivervoer aanbiedt op basis van een contract met een overheidsinstantie of een andere opdrachtgever en in dat contract een eigen op dat vervoer gerichte klachtenregeling is overeengekomen. Als onderdeel van deze klachtenregeling is vaak een voor de consument makkelijk te onthouden telefoonnummer ingesteld. De vervoerder heeft in een dergelijk geval ook de mogelijkheid om melding te maken van dit telefoonnummer mits ook duidelijk een instantie is vermeld.

Naast de hiervoor bedoelde informatie dient de ondernemer het unieke personenvervoerregistratienummer (het zogenaamde P-nummer), dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat bij de vergunningaanvraag toekent, duidelijk op en in de auto te tonen. Het betreft het nummer dat voorafgegaan wordt door een ‘P’ gevolgd door een combinatie van 5 cijfers, die ook wordt vermeld op de vergunning en de vergunningbewijzen van de desbetreffende vervoerder. In een beperkt aantal gevallen is sprake van een 4 of 6-cijferig nummer. Dit voor elke vervoerder unieke nummer kan middels een voor een ieder via internet (www.ivw.nl) raadpleegbaar systeem herleid worden tot de betreffende vervoerder. Op deze wijze kan de consument achterhalen over welke vervoerder en bij wie hij de klacht kan indienen. Tenslotte is de vervoerder ook verplicht om het telefoonnummer en internetadres van het Landelijk Klachtenmeldpunt Taxivervoer kenbaar te maken. Het is immers denkbaar dat de consument niet weet wie de vervoerder is waarover hij een klacht wil indienen of dat hij ervoor terugschrikt om zelf direct contact op te nemen met die vervoerder. In dat opzicht kan het Landelijk Klachtenmeldpunt Taxivervoer uitkomst bieden. Het betreft een serviceverlenende organisatie die is ondergebracht bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat en die de consument helpt bij het opstellen en indienen van een klacht. Dit houdt in dat zodra het klachtenmeldpunt een klacht ontvangt, het meldpunt zal achterhalen op welke vervoerder de klacht betrekking heeft en de klacht zal doorsturen aan de betreffende vervoerder onder kennisgeving daarvan aan de consument.

Het verplicht kenbaar maken van de in het nieuwe tweede lid van artikel 2 opgenomen elementen van de klachtenregeling is, ingevolge artikel 6 van het Bp2000, ook van toepassing op het collectief vraagafhankelijk vervoer. In veel opzichten is deze vorm van vervoer vergelijkbaar met het taxivervoer. Een niet onaanzienlijk deel van de reizigers in het collectief vraagafhankelijk vervoer heeft zelf geen langdurige relatie met de vervoerder. Daarom dient ook voor deze reizigers, zowel aan de buitenzijde van als binnenin de auto, duidelijk te zijn wie de betreffende vervoerder is en hoe men een klacht kan indienen.

3. Leesbaar tonen van tarieven en klachtenbehandeling

De vervoerder is verplicht de tarieven en de elementen van de klachtenbehandeling voor de consument leesbaar te tonen. Leesbaarheid, zowel binnenin als aan de buitenzijde van de auto, is een eerste vereiste om de consument daadwerkelijk kennis te kunnen laten nemen van de gehanteerde tarieven en klachtenregeling en deze te kunnen begrijpen. Het begrip ‘leesbaar’ in deze regeling is een geobjectiveerd begrip. Dat betekent dat wordt uitgegaan van wat leesbaar is voor de gemiddelde consument die op een gemiddelde standplaats tarieven voor taxivervoer wil vergelijken onder normale (weers- en licht-) omstandigheden. Als criterium voor de leesbaarheid binnenin de auto geldt dat de gegevens zowel voor de consument die op de voorstoel zit als de consument die op de achterbank zit, duidelijk leesbaar zijn. Als afstand waarop de gegevens aan de buitenzijde van de auto leesbaar moeten zijn, geldt als uitgangspunt 3 meter tussen de plaats waar de consument zich bevindt en de zijde van de auto waarmee deze zich aan de klant presenteert. Vanwege de verschillende omstandigheden en zeer uiteenlopende typen auto’s waarmee taxivervoer wordt verricht, wordt in deze regeling geen exacte plaats op of in de auto aangeduid voor het kenbaar maken van bedoelde gegevens. Bovendien wordt de vervoerder op deze wijze enige ruimte gelaten om op zijn eigen wijze te handelen vanuit marketingtechnische overwegingen. Als randvoorwaarde geldt artikel 5.2.42, eerste lid, onderdeel b van het Voertuigreglement dat bepaalt dat voorruit en zijruiten niet van onnodige voorwerpen, die het uitzicht van de bestuurder, belemmeren.

Teneinde de consument en vervoerder enige zekerheid te bieden over de invulling van het criterium ‘leesbaar voor de consument’, bepalen het eerste en het tweede lid dat door de vervoerder op wie beide leden van toepassing zijn in ieder geval aan dat criterium wordt voldaan indien gebruikt gemaakt wordt van de taxi-informatiekaart waarvan het model is opgenomen in de bijlage bij deze regeling (model A). De ondernemingsgerelateerde gegevens dienen op het model te worden ingevuld met een lettertype en lettergrootte die vergelijkbaar zijn met de aanduidingen op het model. Met het oog op de leesbaarheid en de uniformiteit is het de bedoeling dat de vervoerder van dezelfde of vergelijkbare kleuren blauw en geel gebruik maakt als waarin de modelkaart beschikbaar wordt gesteld. Aangezien de verplichting om de tarieven kenbaar te maken als gevolg van het nieuwe vierde lid van artikel 2 niet van toepassing is op contractvervoer, kan deze sector volstaan met het gebruik maken van model B uit de bijlage bij de regeling. Het spreekt vanzelf dat het gehanteerde model zodanig moet worden getoond dat de daarop gepresenteerde gegevens zowel aan de buitenzijde van als binnenin de auto voor de consument duidelijk leesbaar zijn. Ten aanzien van beide modellen is advies ingewonnen bij TNO Technische Menskunde.

4. Model taxi-informatiekaart en het oordeel van de minister omtrent leesbaarheid

Met het opnemen van de te hanteren modellen in de bijlage bij de regeling wordt beoogd om enige uniformiteit in de kenbaarheid van de klachtenbehandeling en tarieven in het taxivervoer aan te brengen en meer zekerheid te bieden over de invulling van het begrip leesbaarheid. Dat betekent vooralsnog niet dat alle ondernemers verplicht zijn om gebruik te maken van de in deze regeling vastgestelde modellen. Het is immers denkbaar dat een ondernemer zich uit marketingoverwegingen wil onderscheiden en daarom bijvoorbeeld zijn tarief groot op de zijkant van de auto kenbaar wil maken. Hetzelfde geldt voor de gegevens inzake de traceerbaarheid en de klachtenregeling. Zolang dat niet ten koste gaat van de kenbaarheid, laat het nieuwe derde lid van artikel 2 nadrukkelijk de mogelijkheid open dat de in het eerste en tweede lid genoemde gegevens op een andere wijze leesbaar voor de consument worden getoond. Omdat het niet mogelijk is om hiervoor algemene criteria vast te stellen, is het oordeel van de minister hiervoor bepalend. In de praktijk betekent dit dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat bevoegd is om te bepalen of de gegevens leesbaar zijn. Een dergelijk oordeel zou een vervoerder vooraf bij de Inspectie kunnen aanvragen; het is echter ook mogelijk dat de Inspectie in het kader van het toezicht en de handhaving (achteraf) invulling geeft aan het criterium ‘leesbaar naar het oordeel van de minister’. Als referentie voor dit oordeel gelden de modellen die zijn opgenomen in de bijlage bij deze regeling. Indien de ondernemer ervoor kiest op een andere wijze zijn tarieven en/of gegevens op het gebied van klachtenbehandeling kenbaar te maken, is het zaak dat daarvoor zodanige cijfers en letters worden getoond dat de leesbaarheid vergelijkbaar of beter is met de gegevens zoals aangeduid op de modellen, opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

5. Administratieve lasten

Onderhavige regeling levert éénmalige administratieve lasten voor het bedrijfsleven op. Voor de berekening daarvan is ervan uitgegaan dat voor circa een kwart van de 22.000 voertuigen een extra vervanging van de tariefkaart vereist zal zijn. Het resultaat is een éénmalig bedrag van maximaal € 67.375,– (uitgaande van een handeling van 15 minuten en een uurloon van € 49,–). Doordat de regeling in werking treedt met ingang van 1 januari 2005 wordt aangesloten bij de reguliere bedrijfsvoering van taxiondernemingen om op 1 januari van ieder jaar de tarieven aan te passen. Hierdoor zullen de eenmalige administratieve lasten feitelijk lager uitvallen dan het maximale bedrag van € 67.375,–.

Het totaalbeeld voor de administratieve lasten als gevolg van deze regeling is nu als volgt: de totale structurele lasten waren in de nulmeting 2002 voor de verplichte vermelding van de tarieven in de straattaxi berekend op € 376.165,– en voor het kenbaar maken van de klachtenbehandeling € 100.475,–. Deze lasten worden als gevolg van het vervallen van de verplichting dat de tarieven in huis-aan-huis bladen worden gepubliceerd jaarlijks verminderd met een bedrag van € 63.717,–. De éénmalige administratieve lasten bij invoering zullen dus feitelijk lager uitvallen dan het maximale bedrag van € 67.375,–.

Bovendien worden de administratieve lasten voor het bedrijfsleven als gevolg van deze regeling zoveel mogelijk beperkt doordat aan alle vervoerders een model taxi-informatiekaart ter beschikking wordt gesteld. De kaart zal daarnaast – net als nu al mogelijk is – voor de vervoerders op eenvoudige wijze zijn te downloaden via www.taxiwet.nl. Hierbij behoudt de vervoerder vooralsnog de vrijheid om de gehanteerde tarieven en de verplicht gestelde elementen van de klachtenregeling op eigen wijze kenbaar te maken. Voorwaarde is dat het niet ten koste mag gaan van de kenbaarheid genoemde gegevens. De gestelde verplichting om de gehanteerde tarieven kenbaar te maken is als gevolg van het nieuwe vierde lid van artikel 2 niet van toepassing op vervoerders die taxivervoer verrichten waarbij afrekening van dat vervoer door derden plaatsvindt. Deze vervoerders kunnen volstaan met het kenbaar maken van het gedeelte van de model taxi-informatiekaart waarop de verplichte elementen van de klachtenregeling zijn opgenomen (model B in de bijlage bij deze regeling).

Het Adviescollege administratieve lasten komt tot de conclusie dat deze regeling leidt tot een jaarlijkse vermindering van € 63.717,– van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en tot éénmalige administratieve lasten die, vanwege de invoeringsdatum van 1 januari 2005, lager zullen zijn dan het berekende bedrag € 67.375,– Het College heeft besloten de onderhavige regeling niet te selecteren voor een toets.

6. Handhaving: toezicht en controle

Het verplicht kenbaar maken van bepaalde elementen van de klachtenregeling zal in combinatie met een uniforme en beter leesbare tariefkaart het toezicht en de controle op de naleving in belangrijke mate vereenvoudigen. Een eenduidig kenmerk is immers sneller te raadplegen door de toezichthouder, juist ook op straat. Met de nadere invulling van de term ‘leesbaar’ worden de handhavingmogelijkheden voorts verbeterd. Met het opnemen van een model in de bijlage bij de regeling en het invoegen van het oordeel van de minister over de leesbaarheid in alle andere gevallen wordt de toezichthouders een duidelijk handvat geboden. De verplichting dat de getoonde tarieven overeen moeten komen met het ten tijde van het aanbieden van het taxivervoer gehanteerde tarief, geeft geen ruimte (meer) voor misverstanden en overtredingen zijn daarmee beter te constateren en te sanctioneren.

7. Advies van Overlegorgaan Personenvervoer

Deze regeling is voorgelegd aan het Overlegorgaan Personenvervoer (OPV). Het OPV heeft laten weten dat twee organisaties, ANWB en KNV Taxi, de volgende opmerkingen plaatsen.

De ANWB stelt naar aanleiding van paragraaf 2 van de toelichting een aantal punten aan de orde die betrekking hebben op de procedure van de klachtenafhandeling zelf. Zo vraagt men zich af of er inmiddels een klachtenregeling is en stelt men voor om in plaats van een redelijke termijn een klacht af te handelen, een daadwerkelijke termijn te noemen. Ook vraagt de ANWB zich af welke consequenties verbonden zijn aan het doorsturen van een klacht door het meldpunt.

Naar aanleiding van de hiervoor genoemde punten kan worden aangevoerd dat de onderhavige regeling alleen gaat over de wijze waarop door de ondernemer een klachtenbehandeling kenbaar wordt gemaakt, en niet de wijze waarop deze dienen te worden behandeld. Ingevolge artikel 13 van de Wet personenvervoer 2000 is de inhoud van de klachtenregeling nadrukkelijk overgelaten aan de vervoerder zelf.

De ANWB constateert voorts dat de regeling met betrekking tot de kenbaarheid van de tarieven wel aangeeft dat ermee wordt beoogd de marktwerking te bevorderen, maar de huidige praktijk dat vaak op een standplaats de voorste taxi genomen moet worden, ongemoeid wordt gelaten. Tot slot wordt aangegeven dat er geen melding wordt gemaakt van de met de regeling gemoeide handhavinglasten. In reactie daarop kan worden aangegeven dat het hier niet gaat om een nieuwe te handhaven verplichting voor de vervoerder maar om een invulling van bestaande verplichtingen die leidt tot grotere uniformiteit en betere leesbaarheid waardoor de handhaving in de praktijk vereenvoudigt.

KNV Taxi is van mening dat de verplichting met betrekking tot het kenbaar maken van de klachtenafhandeling aan de buitenzijde van het taxivoertuig niet zou dienen te gelden voor het taxivervoer dat voor een bepaalde groep klanten via een opdrachtgever tot stand komt (het zogenaamde contractvervoer). KNV Taxi stelt dat de grondslag zoals neergelegd in de daarop gerichte wijziging van het Bp2000 hiertoe ook ruimte zou bieden, omdat daar sprake is van het kenbaar maken ‘op een naar de aard van het vervoer geëigende wijze’.

In antwoord op opmerkingen van KNV Taxi kan worden vermeld dat met het bedoelde artikel 72a van het Bp2000 niet is beoogd om delen van het taxivervoer, zoals het contractvervoer, uit te sluiten van de verplichtingen met betrekking tot de traceerbaarheid, maar om desgewenst tot maatwerk te komen. Immers, niet alle reizigers in het contractvervoer hebben een zodanig langdurige relatie met de vervoerder dat ze de vervoerder kennen. Bovendien is onderdeel a van het nieuwe tweede lid van artikel 2 speciaal toegesneden op de kenmerken van contractvervoer omdat mogelijk wordt gemaakt dat de naam van de opdrachtgever en het speciaal voor dat vervoer in het leven geroepen klachtennummer kan worden vermeld.

Voorts vraagt KNV Taxi zich af wat de bevindingen voor wat betreft de afmetingen van de modelkaarten van TNO Technische Menskunde zijn, alwaar de opdracht om de leesbaarheid en begrijpbaarheid ervan te toetsen is neergelegd. De achtergrond van deze vraag is dat men het ontwerp aan de grote kant acht. Op dit punt is de conclusie van TNO dat de leesbaarheid van informatie op de voorgelegde modelkaart nu al minimaal maar nog wel acceptabel zijn.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Stcrt. 1999, 250; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 20 december 2002 (Stcrt. 247).

Naar boven