Wijziging Infrastructuurregeling glastuinbouwgebieden en Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 oktober 2004, nr. TRCJZ/2004/5589, tot wijziging van de Infrastructuurregeling glastuinbouwgebieden en van de Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Infrastructuurregeling glastuinbouwgebieden;

Gelet op artikel 2, eerste lid, en artikel 8, eerste lid, van de Regeling effectgerichte maatregelen in bossen en natuurterreinen;

Besluit:

Artikel I

De Infrastructuurregeling glastuinbouwgebieden1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 12 wordt ‘1 juli 2003’ vervangen door: 1 juli 2005.

B

In artikel 18, eerste lid, wordt ‘twee jaar’ vervangen door: drie jaar.

Artikel II

De Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Voor artikel 1 wordt een opschrift ingevoegd luidende: Paragraaf 1. Subsidieplafond Regeling herstel historische buitenplaatsen.

B

Voor artikel 3 wordt een opschrift ingevoegd luidende: Paragraaf 2. Subsidieplafond Besluit natuurbeheer Midden- en Oost-Europa 2001.

C

Voor artikel 6 wordt een opschrift ingevoegd luidende: Paragraaf 3. Subsidieplafond Regeling draagvlak natuur.

D

Voor artikel 9 wordt een opschrift ingevoegd luidende: Paragraaf 4. Subsidieplafond Besluit ontwikkeling van landschappen.

E

Voor artikel 9a wordt een opschrift ingevoegd luidende: Paragraaf 5. Subsidieplafond Regeling subsidie plattelandsontwikkelingsprogramma provincies.

F

Na artikel 9d worden twee nieuwe paragrafen ingevoegd, luidende:

Paragraaf 6

Subsidieplafond Infrastructuurregeling glastuinbouwgebieden

Artikel 9e

Voor de aanvraagperiode, genoemd in artikel 12 van de Infrastructuurregeling glastuinbouwgebieden, bedraagt het subsidieplafond voor subsidies op grond van die regeling € 12.500.000,–.

Paragraaf 7

Subsidieplafond Regeling effectgerichte maatregelen in bossen en natuurterreinen

Artikel 9f

De aanvraagperiode, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Regeling effectgerichte maatregelen in bossen en natuurterreinen wordt voor het jaar 2005 vastgesteld van 1 november 2004 tot 1 maart 2005.

Artikel 9g

Het subsidieplafond, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling effectgerichte maatregelen in bossen en natuurterreinen wordt voor het jaar 2005 vastgesteld op:

a. € 1.600.000,– voor de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten;

b. € 1.965.000,– voor De Landschappen;

c. € 2.240.000,– voor de Unie van Bosgroepen;

d. € 445.000,– voor particulieren.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Met de Infrastructuurregeling glastuinbouwgebieden (hierna: IRG), die in maart 1998 is vastgesteld, werd beoogd om binnen een periode van acht jaar een basisinrichting van de infrastructuur in het Westland en in Aalsmeer en omstreken te realiseren. Op grond van artikel 12 van de IRG kon voor infrastructurele projecten tot 1 juli 2003 subsidie worden aangevraagd. Voor het laatste jaar dat subsidie kon worden aangevraagd, het begrotingsjaar 2003, is echter een subsidieplafond vastgesteld van € 0. Als gevolg hiervan konden een aantal geplande projecten niet opgestart worden.

Thans kan echter weer wel geld beschikbaar worden gesteld, waardoor het mogelijk is een inhaalslag te plegen en de doelstelling van de regeling, een basisinfrastructuur, alsnog te verwezenlijken. Met de onderhavige wijziging van artikel 12 van de IRG wordt bewerkstelligd dat deze nog een laatste maal wordt opengesteld. Op grond van het gewijzigde artikel 12 kunnen opnieuw aanvragen voor subsidie worden ingediend tot 1 juli 2005 (Artikel I, onderdeel A).

Tevens wordt artikel 18, eerste lid, gewijzigd. Op grond van het bestaande artikel 18, eerste lid, moeten projecten, waaraan subsidie is verleend, uitgevoerd zijn binnen een termijn van twee jaar. Op grond van het tweede lid van artikel 18 kan deze termijn verlengd worden met ten hoogste een jaar. Met de onderhavige wijziging van artikel 18, eerste lid, wordt de realisatietermijn verlengd naar drie jaar (met een verlengingsmogelijkheid tot vier jaar). De bestaande realisatietermijn van twee jaar, met een verlengingsmogelijkheid tot drie jaar, is te kort gebleken in verband met de doorlooptijd van planologische procedures, zeker indien grondverwerving noodzakelijk is (Artikel I, onderdeel B).

Met de wijziging van de Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV (hierna: Regeling) wordt het subsidieplafond vastgesteld voor de IRG. In het nieuwe artikel 9e van de Regeling wordt het subsidieplafond vastgesteld op € 12.500.000,– (Artikel II, onderdeel F).

Daarnaast wordt met de wijziging van de Regeling voor de Regeling effectgerichte maatregelen in bossen en natuurterreinen de aanvraagperiode en vier aparte subsidieplafonds voor het begrotingsjaar 2005 vastgesteld. De Regeling effectgerichte maatregelen in bossen en natuurterreinen steunt herstelmaatregelen in bossen en natuurterreinen om effecten van verzuring, verdroging en vermesting te bestrijden. Ingevolge het nieuwe artikel 9f van de Regeling kunnen subsidieaanvragen worden ingediend in de periode van 1 november 2004 tot 1 maart 2005. In het nieuwe artikel 9g van de Regeling zijn de subsidieplafonds voor vier categorieën aanvragers vastgesteld, respectievelijk € 1.600.000,– voor de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, € 1.965.000,– voor De Landschappen, € 2.240.000,– voor de Unie van Bosgroepen en € 445.000,– voor particulieren (Artikel II, onderdeel F).

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de verschillende subsidieplafonds van de onderscheiden subsidieregelingen in paragrafen onder te brengen (Artikel II, onderdelen A, B, C, D, E en F). Dit bevordert de leesbaarheid van de Regeling.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 1998, 53; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 9 november 1998 (Stcrt. 216).

  • 2

    Stcrt. 2004, 100; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 17 augustus 2004 (Stcrt. 162).

Naar boven