Vrijstelling ambtenaren AID t.b.v. vervoer over land van pesticiden

Vrijstelling ten behoeve van het vervoer over land van pesticiden door ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

12 oktober 2004

Nr. HDJZ/BIM/2004-2441

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 9 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. handelingen: handelingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

b. pesticiden: pesticiden genoemd in tabel A van randnummer 3.2 van bijlage 1 bij de VLG;

c. VLG: Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen.

Artikel 2

Aan de ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wordt voor het in de uitoefening van hun functie verrichten van handelingen ten aanzien van pesticiden, die voor onderzoek, dan wel door inbeslagname zijn ingenomen en voorzover dit vervoer onverwijld noodzakelijk is, tot een hoeveelheid van ten hoogste 15 kilogram per transport, vrijstelling verleend van het bepaalde in bijlage 1 bij de VLG.

Artikel 3

Bij het verrichten van de handelingen, bedoeld in artikel 2, wordt het volgende in acht genomen:

a. de handelingen geschieden met de vereiste behoedzaamheid;

b. de verpakkingen en sluitingen zijn behoorlijk afgesloten;

c. de verpakkingen zijn in een deugdelijk buitenverpakking geplaatst, welke voldoende sterk en bestand is tegen normale behandeling en normale vervoersomstandigheden, en

d. breekbare houders zijn door toevoeging van voor opvulling dienende stoffen stevig vastgezet in de buitenverpakking.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Met deze vrijstelling wordt het mogelijk voor de Algemene Inspectiedienst (AID) van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om pesticiden (bestrijdingsmiddelen) die zij in het kader van hun functie tegenkomen en die onverwijlde verwijdering noodzaken, te vervoeren zonder daarmee in strijd te zijn met de wet- en regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.

De AID is op grond van de Regeling van 28 april 2003, houdende aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Stcrt. 2003, 83), toezichthouder van de Bestrijdingsmiddelenwet. Het betreft met name de ambtenaren van de teams planten van de AID, die de doelgroepen controleren waarbij de pesticiden worden gebruikt, te weten: boeren, tuinders, handelaren in pesticiden en fabrikanten van pesticiden. Bij zogenaamde combicontroles wordt de controle uitgevoerd door inspecteurs uit verschillende teams. Het is doelmatig dat een collega uit een ander team ook onder de vrijstelling valt. Met de algemene aanwijzing, waarin deze regeling voorziet, is het mogelijk de interne organisatiestructuur van de AID te wijzigen zonder dat dit noodzaakt tot wijziging van deze regeling.

Bij het toezicht komt het met enige regelmaat voor dat bestrijdingsmiddelen worden aangetroffen waarvan het niet is toegestaan dat deze nog in gebruik zijn, dan wel waarvoor op het bedrijf geen legale bestemming kan worden gegeven. Als uitgangspunt geldt dat de eigenaar van de pesticiden, wanneer deze niet voorhanden mogen zijn, deze zelf gecontroleerd teruglevert aan de handelaar, dan wel dat de middelen worden afgevoerd door een inzamelaar. De AID ziet hierop toe en wanneer de eigenaar in gebreke blijft, schakelt de AID een professionele vervoerder in voor verwijdering van grote hoeveelheden. Kleine hoeveelheden worden door de controleur gelijk meegenomen, enerzijds voorzover onderzoek nodig is, anderzijds vanwege het gevaar dat het anders ‘verdwijnt’.

Om het vereiste veiligheidsniveau te handhaven geschiedt het vervoer van kleine hoeveelheden door de controleur zoals hierna beschreven. De gebruikersverpakking van het middel kan al dan niet aangebroken zijn. Het ter plekke opnieuw verpakken levert echter gevaar op voor de ambtenaar. Het middel wordt daarom in de gebruikersverpakking in een speciale verpakking in de achterbak van de (dienst)auto van de controleur geplaatst. De speciale verpakking is zodanig afgesloten dat verlies van de inhoud tegen wordt gegaan. Het wordt hierna naar het dichtstbijzijnde inspectiekantoor gebracht en daar opgeslagen.

Pesticiden zijn gevaarlijke stoffen in de zin van de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG). Door middel van bijlage 1 bij de VLG (de Nederlandse vertaling van de Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR)) zijn veel internationale voorschriften van toepassing op het vervoer van deze pesticiden. Gezien de kleine hoeveelheid (gemiddeld 10 kg. per keer) en de geringe frequentie (ongeveer 50 keer per jaar) van het vervoer van pesticiden door de AID als bedoeld in deze regeling, zou het te ver gaan om alle internationale voorschriften daarbij onverkort van toepassing te laten zijn. Met deze regeling wordt daarom aan de ambtenaren van de AID vrijstelling verleend voor dit vervoer. Daarbij worden uiteraard vervangende voorschriften gesteld, waarmee de veiligheid ten aanzien van dit vervoer is gewaarborgd.

Tot nu toe heeft de AID telkens op grond van artikel 9 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen een tijdelijke ontheffing gehad voor dit vervoer. Met deze regeling wordt in een meer langdurige situatie voorzien. De vrijstelling in deze regeling sluit qua voorschriften enerzijds aan bij de eerder verleende ontheffingen en anderzijds bij artikel 4 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Naar boven