Besluit aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Wet kabelbaaninstallaties

Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende aanwijzing ambtenaren Divisie Rail belast met het toezicht, bedoeld in artikel 34, eerste lid, Wet kabelbaaninstallaties (Besluit aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Wet kabelbaaninstallaties)

13 oktober 2004

Nr. HDJZ/BIM/2004-2322

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 34, eerste lid, van de Wet kabelbaaninstallaties;

Besluit:

Artikel 1

De ambtenaren van de Divisie Rail van de Inspectie Verkeer en Waterstaat worden aangewezen als ambtenaren belast met het toezicht, bedoeld in artikel 34, eerste lid, van de Wet kabelbaaninstallaties.

Artikel 2

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Wet kabelbaaninstallaties.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Mededeling

Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen dit besluit door binnen zes weken na de dag van dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst een bezwaarschrift in te dienen bij de Minister van Verkeer en Waterstaat, Postbus 20901, 2500 EX, Den Haag.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Op 23 maart 2004 is de Wet kabelbaaninstallaties in werking getreden. Artikel 34, eerste lid, van deze wet draagt de Minister van Verkeer en Waterstaat op ambtenaren aan te wijzen die belast zijn met het toezicht op de naleving van de Wet kabelbaaninstallaties. Dit besluit wijst de ambtenaren van de Divisie Rail van de Inspectie Verkeer en Waterstaat daartoe aan, vanwege de overeenkomsten in de wijze van toezicht zoals hier bedoeld met het toezicht, bedoeld in artikel 10 Spoorwegwet, waarmee de Divisie Rail reeds is belast.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Naar boven