Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000 (achtentwintigste wijziging)

Regeling van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 29 september 2004, nr. INDUIT04-6180 (AUB), houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (achtentwintigste wijziging)

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Gelet op de Vreemdelingenwet en het artikel 3.108 van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Besluit:

Artikel I

Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt gewijzigd als volgt:

A

Paragraaf 1 van Afdeling 3 van Hoofdstuk 3 komt te vervallen.

B

In artikel 3.39 wordt ‘met letter j aangeduide’ vervangen door: met j-1 aangeduide.

C

In artikel 3.40 wordt ‘met de letter k aangeduide’ vervangen door: met j-1 aangeduide.

D

In artikel 3.42 wordt ‘korpschef van het regionale politiekorps waarin de gemeente is gelegen waarin de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft’ vervangen door: Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, M.C.F. Verdonk.

Toelichting

Algemeen

In de toelichting bij het ‘Besluit van 1 april 2001 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de overheveling van toelatingstaken van de regionale politiekorpsen naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de gemeenten’ (Stb. 2004, 140) is opgenomen dat een overheveling van asieltaken in de nabije toekomst in de rede lag. Thans heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: IND) een aantal toelatingstaken op het gebied van asiel van de regionale politiekorpsen overgenomen. De aanvragen tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde dienen thans ingediend te worden bij de IND. De IND zal voorts bij uitsluiting van de korpschef beslissen op alle aanvragen omtrent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde dan wel onbepaalde tijd. De voorheen aan de korpschef gemandateerde bevoegdheden om te beslissen op aanvragen tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, en het verlenen van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, zijn vervallen. Het vorenstaande heeft tot gevolg dat de modellen tot de aanvragen tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en het verlenen van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, gewijzigd worden.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Nu voortaan uitsluitend de IND beslist op alle aanvragen omtrent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde dan wel onbepaalde tijd, komen de voorheen in de artikelen 3.35 tot en met 3.37 aan de korpschef gemandateerde bevoegdheden ter zake te vervallen. De gehele paragraaf 1 van afdeling 3 vervalt derhalve.

Onderdeel B en C

De modellen voor het aanvragen tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en het verlenen van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd komen te vervallen. Thans is er één formulier voor de genoemde situaties.

Onderdeel D

Voorheen werden de aanvragen tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ingediend bij de korpschef van het regionale politiekorps waarin de gemeente is gelegen waarin de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft. Thans is als regel bepaald dat deze aanvragen ingediend dienen te worden bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Artikel II

In artikel II is bepaald dat de wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 in werking treedt met ingang van de tweede dag na publicatie in de Staatscourant.

Naar boven