Wijziging Regeling aanwijzing bewijsstukken van bedrijfstechniek Vestigingsbesluit bedrijven, en idem van vaktechniek

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 21 januari 2004, nr. WJZ 4003878, houdende wijziging van de Regeling aanwijzing bewijsstukken van bedrijfstechniek Vestigingsbesluit bedrijven en de Regeling aanwijzing bewijsstukken van vaktechniek Vestigingsbesluit bedrijven (toevoeging bewijsstukken en aanpassing aan gewijzigde terminologie Vestigingsbesluit bedrijven, inclusief wijziging citeertitels)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 17 van het Vestigingsbesluit bedrijven;

Besluit:

Artikel I

De Regeling aanwijzing bewijsstukken van bedrijfstechniek Vestigingsbesluit bedrijven1 wordt gewijzigd als volgt.

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een nieuw onderdeel c toegevoegd, dat luidt:

c. vestigingsbesluit: Vestigingsbesluit bedrijven.

B

In de artikelen

– 2, tweede lid, onderdeel d,

– 3, tweede lid, onderdelen c tot en met h, en derde lid, onderdeel d,

– 4, tweede lid, onderdelen i tot en met n, en derde lid, onderdeel d, en

– 5, tweede lid, onderdelen f tot en met l, en derde lid, onderdeel d,

wordt ‘het Vestigingsbesluit bedrijven’ telkens vervangen door: het vestigingsbesluit.

C

Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt.

1. In de aanhef van het eerste lid wordt ‘de gestelde eisen van bedrijfstechniek’ vervangen door: de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de bedrijfsleider gerichte eisen.

2. In de aanhef van het tweede lid wordt ‘bewijsstukken van bedrijfstechniek voor het bouwbedrijf’ vervangen door: bewijsstukken waaruit het voldoen aan de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de bedrijfsleider gerichte eisen voor het bouwbedrijf moet blijken,.

D

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef van het eerste en het tweede lid wordt ‘de gestelde eisen van bedrijfstechniek’ telkens vervangen door: de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de bedrijfsleider gerichte eisen.

2. Aan het eerste lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, twee nieuwe onderdelen toegevoegd, die luiden:

f. het diploma Bedrijfsleider Installatietechniek, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de Stichting Toezicht Examens Vestigingswet (STEVES) en mits op het diploma is vermeld dat de STEVES onder toezicht van de minister staat;

g. het diploma Bedrijfsleider Elektrotechniek, mits mede ondertekend door een gecommitteerde van de Stichting Toezicht Examens Vestigingswet (STEVES) en mits op het diploma is vermeld dat de STEVES onder toezicht van de minister staat.

3. In het tweede lid, onderdeel i, wordt ‘artikel 7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs’ vervangen door: artikel 7.4.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

4. In de aanhef van het derde lid wordt ‘bewijsstukken van bedrijfstechniek voor het installatiebedrijf’ vervangen door: bewijsstukken waaruit het voldoen aan de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de bedrijfsleider gerichte eisen voor het installatiebedrijfmoet blijken,.

E

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef van het eerste en het tweede lid wordt ‘de gestelde eisen van bedrijfstechniek’ telkens vervangen door: de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de bedrijfsleider gerichte eisen.

2. In de aanhef van het derde lid wordt ‘bewijsstukken van bedrijfstechniek voor het vervoermiddelenbedrijf’ vervangen door: bewijsstukken waaruit het voldoen aan de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de bedrijfsleider gerichte eisen voor het vervoermiddelenbedrijfmoet blijken,.

F

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt.

1. In de aanhef van het eerste en het tweede lid wordt ‘de gestelde eisen van bedrijfstechniek’ telkens vervangen door: de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de bedrijfsleider gerichte eisen.

2. In het tweede lid, onderdeel p, wordt ‘artikel 7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs’ vervangen door: artikel 7.4.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

3. In de aanhef van het derde lid wordt ‘bewijsstukken van bedrijfstechniek voor het levensmiddelenbedrijf’ vervangen door: bewijsstukken waaruit het voldoen aan de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de bedrijfsleider gerichte eisen voor het levensmiddelenbedrijfmoet blijken,.

G

Na artikel 5 wordt een nieuw artikel 5a ingevoegd, dat luidt:

Artikel 5a

1. Met verklaringen op bij deze regeling aangewezen diploma’s of certificaten, dat is voldaan aan de eisen van bedrijfstechniek voor het desbetreffende bedrijf als omschreven in het vestigingsbesluit, worden gelijkgesteld andersluidende verklaringen op deze diploma’s en certificaten waaruit blijkt dat is voldaan aan de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de bedrijfsleider gerichte eisen voor het desbetreffende bedrijf.

2. Met de bij deze regeling aangewezen verklaringen van vakbekwaamheid of bedrijfstechniek als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet, worden gelijkgesteld verklaringen voor de bedrijfsleider als bedoeld in artikel 18 van het vestigingsbesluit voor het desbetreffende bedrijf.

3. Met de in de artikelen 2, tweede lid, onderdeel d, 3, derde lid, onderdeel d, 4, derde lid, onderdeel d, en 5, derde lid, onderdeel d, aangewezen verklaringen Bedrijfstechniek, worden gelijkgesteld verklaringen onder een andere naam, waaruit blijkt dat is voldaan aan de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de bedrijfsleider gerichte eisen voor het desbetreffende bedrijf, mits deze verklaringen mede zijn ondertekend door een gecommitteerde van de Stichting Toezicht Examens Vestigingswet (STEVES) dan wel door de directeur van de STEVES en mits op de verklaringen is vermeld dat de STEVES onder toezicht van de minister is gesteld.

H

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing bewijsstukken bedrijfsleider Vestigingsbesluit bedrijven.

Artikel II

De Regeling aanwijzing bewijsstukken van vaktechniek Vestigingsbesluit bedrijven2 wordt gewijzigd als volgt.

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een nieuw onderdeel c toegevoegd, dat luidt:

c. vestigingsbesluit: Vestigingsbesluit bedrijven.

B

In de artikelen

– 2, derde lid, onderdelen c tot en met e, en vijfde lid, onderdeel d,

– 3, tweede lid, onderdelen d tot en met f, en derde lid, onderdeel d, en

– 4, tweede lid, onderdelen b, c, d en h, en derde lid, onderdeel d,

wordt ‘het Vestigingsbesluit bedrijven’ telkens vervangen door: het vestigingsbesluit.

C

Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt.

1. In de aanhef van het eerste tot en met het vierde lid wordt ‘de gestelde eisen van vaktechniek’ telkens vervangen door: de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de beheerder gerichte eisen.

2. In het derde lid, onderdeel h, wordt ‘artikel 7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs’ vervangen door: artikel 7.4.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

3. In de aanhef van het vijfde lid wordt ‘bewijsstukken van vaktechniek voor het elektrotechnisch installatiebedrijf’ vervangen door: bewijsstukken waaruit het voldoen aan de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de beheerder gerichte eisen voor het elektrotechnisch installatiebedrijfmoet blijken,.

D

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt.

1. In de aanhef van het eerste en het tweede lid wordt ‘de gestelde eisen van vaktechniek’ telkens vervangen door: de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de beheerder gerichte eisen.

2. In het tweede lid, onderdelen i tot en met m, wordt ‘artikel 7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs’ telkens vervangen door: artikel 7.4.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

3. In de aanhef van het derde lid wordt ‘bewijsstukken van vaktechniek voor het slagersbedrijf’ vervangen door: bewijsstukken waaruit het voldoen aan de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de beheerder gerichte eisen voor het slagersbedrijfmoet blijken,.

E

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt.

1. In de aanhef van het eerste en het tweede lid wordt ‘de gestelde eisen van vaktechniek’ telkens vervangen door: de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de beheerder gerichte eisen.

2. In de aanhef van het derde lid wordt ‘bewijsstukken van vaktechniek voor het bakkersbedrijf’ vervangen door: bewijsstukken waaruit het voldoen aan de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de beheerder gerichte eisen voor het bakkersbedrijfmoet blijken,.

F

Na artikel 4 wordt een nieuw artikel 4a ingevoegd, dat luidt:

Artikel 4a

1. Met verklaringen op bij deze regeling aangewezen diploma’s of certificaten, dat is voldaan aan de eisen van vaktechniek voor het desbetreffende bedrijf als omschreven in het vestigingsbesluit, worden gelijkgesteld andersluidende verklaringen op deze diploma’s en certificaten waaruit blijkt dat is voldaan aan de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de beheerder gerichte eisen voor het desbetreffende bedrijf.

2. Met de bij deze regeling aangewezen verklaringen van vakbekwaamheid of vaktechniek als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet, worden gelijkgesteld verklaringen voor de beheerder als bedoeld in artikel 18 van het vestigingsbesluit voor het desbetreffende bedrijf.

3. Met de in de artikelen 2, vijfde lid, onderdeel d, 3, derde lid, onderdeel d, en 4, derde lid, onderdeel d, aangewezen verklaringen Vaktechniek, worden gelijkgesteld verklaringen onder een andere naam, waaruit blijkt dat is voldaan aan de in het vestigingsbesluit gestelde, tot de beheerder gerichte eisen voor het desbetreffende bedrijf, mits deze verklaringen mede zijn ondertekend door een gecommitteerde van de Stichting Toezicht Examens Vestigingswet (STEVES) dan wel door de directeur van de STEVES en mits op de verklaringen is vermeld dat de STEVES onder toezicht van de minister is gesteld.

G

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing bewijsstukken beheerder Vestigingsbesluit bedrijven.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 januari 2004.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

De voorliggende regeling behelst een materiële wijziging van de Regeling aanwijzing bewijsstukken van bedrijfstechniek Vestigingsbesluit bedrijven (hierna: regeling bedrijfstechniek) en een technische wijziging van zowel de regeling bedrijfstechniek als de Regeling aanwijzing bewijsstukken van vaktechniek Vestigingsbesluit bedrijven (hierna: regeling vaktechniek).

Met Artikel I, onderdeel D, onder 2, van deze regeling wordt een tweetal diploma’s toegevoegd aan de lijst van bewijsstukken waaruit het voldoen aan de in het Vestigingsbesluit bedrijven gestelde eisen voor de bedrijfsleider in het (elektrotechnisch) installatiebedrijf moet blijken. De examenreglementen behorend bij deze diploma’s zijn gebaseerd op de eisen van het nieuwe Vestigingsbesluit bedrijven (hierna: het nieuwe besluit). Dit besluit vervangt sinds 1 januari 2001 het oude Vestigingsbesluit bedrijven (hierna: het oude besluit).

In het nieuwe besluit zijn ten opzichte van het oude besluit uitsluitend de eisen met betrekking tot gezondheid, veiligheid en milieu gehandhaafd. Daarnaast spreekt het nieuwe besluit niet langer van eisen van bedrijfstechniek en eisen van vaktechniek, maar van tot de bedrijfsleider respectievelijk de beheerder gerichte eisen. Op grond van artikel 23, tweede lid, van het nieuwe besluit berusten de regeling bedrijfstechniek en de regeling vaktechniek sinds 1 januari 2001 op het nieuwe besluit.

Van de gelegenheid van het toevoegen van de nieuwe diploma’s wordt gebruik gemaakt om de regeling bedrijfstechniek en de regeling vaktechniek aan te passen aan de gewijzigde terminologie van het nieuwe besluit. Daarbij is er rekening mee gehouden dat velen nog in het bezit zullen zijn van diploma’s, verklaringen enzovoort, waarbij nog de oude terminologie wordt gehanteerd. Deze diploma’s en verklaringen blijven daarom aangewezen als bewijsstukken. Omdat door de veranderde terminologie ook de citeertitels van beide regelingen niet meer kloppen, zijn deze eveneens herzien.

Van de gelegenheid is, tenslotte, gebruik gemaakt om een onjuiste verwijzing naar de Wet educatie en beroepsonderwijs te corrigeren.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

  • 1

    Stcrt. 1995, 247; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 29 mei 2000 (Stcrt. 105).

  • 2

    Stcrt. 1995, 247; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 29 mei 2000 (Stcrt. 105).

Naar boven