Ontslag en benoeming voorzitter kamer van railwegongevallen

Besluit van 16 januari 2004, nr. 04.000132, houdende ontslag op verzoek van de voorzitter van de kamer van railwegongevallen van de Raad voor de Transportveiligheid en benoeming van een nieuwe voorzitter

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 12 januari 2004, nr. PAD 2003/86, Projectleider in Algemene Dienst;

Gelet op de artikelen 7, eerste en vijfde lid, en 9, eerste lid, van de Wet Raad voor de Transportveiligheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. raad: Raad voor de Transportveiligheid;

b. kamer voor railwegongevallen: kamer voor railwegongevallen van de raad.

Artikel 2

Met ingang van1 januari 2004 wordt mevrouw mr. E.M.A. Schmitz, wonende te Wezep, op haar verzoek eervol ontslag verleend als lid van de raad alsmede als lid, tevens voorzitter, van de kamer voor railwegongevallen.

Artikel 3

Met ingang van 1 januari 2004 wordt mr. G. Vrieze, wonende te Almen, benoemd tot lid van de raad, tevens lid en voorzitter van de kamer voor railwegongevallen, onder gelijktijdig ontslag van hem als plaatsvervangend lid van deze kamer.

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 16 januari 2004.
Beatrix.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,K.M.H. Peijs.

Naar boven