Wijziging Gemeenschappelijke regeling Schadeschap Luchthaven Schiphol

Besluit houdende wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap Luchthaven Schiphol in verband met de inwerkingtreding van nieuwe wet- en regelgeving met betrekking tot de luchthaven Schiphol

21 januari 2004

HDJZ/LUV/2004-55

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Provinciale Staten van de provincie Noord-Holland, het algemeen bestuur van het waterschap Groot-Haarlemmermeer, de raden van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Alkemade, Amsterdam – alsmede de raden van de stadsdelen Osdorp, Geuzenveld-Slotermeer, Slotervaart/Overtoomseveld, Watergraafsmeer, Zuid, Zuider-Amstel en Zuid-Oost –, Beverwijk, Castricum, Haarlem, Haarlemmermeer, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemskerk, Jacobswoude, Liemeer, Ouder Amstel, Sassenheim, Uitgeest, Uithoorn, Velsen, Warmond, Zaanstad;

Gelet op de artikelen 94 en 95 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 25 van de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap Luchthaven Schiphol;

Besluiten:

Artikel I

De Gemeenschappelijke regeling Schadeschap Luchthaven Schiphol wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Aan het slot van onderdeel g wordt de punt vervangen door: en zoals luidend op 19 februari 2003;.

2. Toegevoegd worden drie nieuwe onderdelen, luidende:

h. de wet: hoofdstuk 8 van de Wet luchtvaart;

i. het Luchthavenindelingbesluit: het Luchthavenindelingbesluit Schiphol;

j. het Luchthavenverkeerbesluit: het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol.

B

Aan het slot van artikel 2 wordt toegevoegd: , alsmede met de inwerkingtreding van de wet van 27 juni 2002 tot wijziging van de Wet luchtvaart inzake de inrichting en het gebruik van de luchthaven Schiphol (Stb. 374), het Luchthavenindelingbesluit en het Luchthavenverkeerbesluit.

C

In artikel 9 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Aan het slot van lid 3e wordt de punt vervangen door een punt-komma.

2. Toegevoegd worden twee nieuwe leden, luidende:

3f. Onverminderd artikel 19 is het algemeen bestuur tevens bij uitsluiting bevoegd ter zake van de behandeling van en de beslissing op een aanvraag om schadevergoeding op grond van artikel 8.31 van de Wet luchtvaart.

3g. Voorts is het algemeen bestuur bij uitsluiting bevoegd ter zake van de behandeling van en de beslissing op een aanvraag om vergoeding van schade welke het gevolg is van rechtmatige besluiten of feitelijke handelingen van of in opdracht van een of meer van de deelnemers, welke verband houden met de wet, het Luchthavenindelingbesluit of het Luchthavenverkeerbesluit.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand na die waarin zij is opgenomen in het register, bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M.H. Schultz van Haegen.Provinciale Staten van de provincie Noord-Holland
Het algemeen bestuur van het waterschap Groot-Haarlemmermeer,
De raad van de gemeente Aalsmeer,
De raad van de gemeente Amstelveen,
De raad van de gemeente Alkemade,
De raad van de gemeente Amsterdam,
De raad van het stadsdeel Osdorp,
De raad van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer,
De raad van het stadsdeel Slotervaart/Overtoomseveld,
De raad van het stadsdeel Watergraafsmeer,
De raad van het stadsdeel Zuid,
De raad van het stadsdeel Zuider-Amstel,
De raad van het stadsdeel Zuid-Oost,
De raad van de gemeente Beverwijk,
De raad van de gemeente Castricum,
De raad van de gemeente Haarlem,
De raad van de gemeente Haarlemmermeer,
De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude,
De raad van de gemeente Heemskerk,
De raad van de gemeente Jacobswoude,
De raad van de gemeente Liemeer,
De raad van de gemeente Ouder Amstel,
De raad van de gemeente Sassenheim,
De raad van de gemeente Uitgeest,
De raad van de gemeente Uithoorn,
De raad van de gemeente Velsen,
De raad van de gemeente Warmond,
De raad van de gemeente Zaanstad,

Toelichting

De Minister van Verkeer en Waterstaat is deelnemer aan de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap Luchthaven Schiphol (Stcrt. 1998, 223). Deze gemeenschappelijke regeling heeft tot doel een duidelijke, deskundige en doelmatige afhandeling van verzoeken om schadevergoeding wegens de uitbreiding van het luchtvaartterrein Schiphol, zoals vastgelegd in de PKB Schiphol en Omgeving. Daartoe voorziet de gemeenschappelijke regeling in de oprichting van een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam, genaamd het Schadeschap Luchthaven Schiphol.

In artikel 9 van de gemeenschappelijke regeling is, voor zover thans van belang, aan het algemeen bestuur van het Schadeschap de bevoegdheid overgedragen om te beslissen op verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in:

• artikel 49 van de Wet op de ruimtelijke ordening (WRO), voor zover deze verzoeken verband houden met schade ten gevolge van planologische maatregelen die voorzien in de uitvoering van de op de Luchtvaartwet gebaseerde Aanwijzingsbesluiten van 23 oktober 1996 (artikel 9, eerste lid, van de gemeenschappelijke regeling);

• artikel 49 van de WRO, voor zover deze verzoeken verband houden met schade ten gevolge van planologische maatregelen die voorzien in de uitvoering van de beleidskeuzes in de PKB Schiphol en Omgeving (artikel 9, tweede lid, van de gemeenschappelijke regeling);

• artikel 21 van het op de Luchtvaartwet gebaseerde Aanwijzingsbesluit Luchtvaartterrein Schiphol van 23 oktober 1996 (artikel 9, lid 3a, van de gemeenschappelijke regeling).

Deze overdracht van bevoegdheden aan het algemeen bestuur heeft tot gevolg dat het Schadeschap exclusieve bevoegdheid heeft om te beslissen op verzoeken om schadevergoedingen als hiervoor bedoeld.

Wijziging Wet luchtvaart in verband met Schiphol

Met de wet van 27 juni 2002 tot wijziging van de Wet luchtvaart inzake de inrichting en het gebruik van de luchthaven Schiphol (Stb. 374) is een nieuw hoofdstuk 8 in de Wet luchtvaart opgenomen (hierna: de wet).

Ter uitwerking van dat nieuwe hoofdstuk is op grond van artikel 8.4 van de wet het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (hierna: het LIB) vastgesteld. Het LIB bevat ruimtelijke maatregelen op rijksniveau die nodig zijn om de uitvoering van het ruimtelijk beleid ten aanzien van de luchthaven Schiphol te verzekeren. Het LIB bevat onder meer regels omtrent de bestemming en het gebruik van gronden binnen het luchthavengebied en van gronden binnen het zogenoemde beperkingengebied. Het LIB werkt door in de gemeentelijke bestemmingsplannen.

Op grond van artikel 8.15 van de wet is het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (hierna: het LVB) vastgesteld. Het LVB is gericht op de beheersing van de belasting van het milieu door het luchthavenverkeer van de luchthaven Schiphol. Het LVB bevat regels omtrent het gebruik van het luchtruim en de beschikbaarheid van de banen, regels ter beperking van de uitstoot van stoffen die geurhinder veroorzaken, grenswaarden voor het externe-veiligheidsrisico, voor de geluidbelasting en voor de uitstoot van stoffen die lokale luchtverontreiniging veroorzaken.

Artikel VI van de eerder genoemde wet van 27 juni 2002 (Stb. 374) bepaalt dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het eerste luchthavenindelingbesluit en het eerste luchthavenverkeerbesluit de PKB Schiphol en Omgeving vervalt. Artikel VII heeft dezelfde strekking ten aanzien van het Aanwijzingsbesluit. Concreet betekent dit dat de PKB Schiphol en Omgeving en het Aanwijzingsbesluit met ingang van 20 februari 2003 zijn vervallen.

Schadevergoeding in hoofdstuk 8 van de Wet luchtvaart

Artikel 8.31 van de Wet luchtvaart bevat een schadevergoedingsregeling.

Ingevolge het eerste lid daarvan komt de door het LIB en LVB veroorzaakte schade die niet of niet geheel ten laste van een belanghebbende behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet (voldoende) anderszins is verzekerd, voor rekening van het Rijk. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is destijds opgemerkt dat de minister toepassing zal geven aan de Regeling nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999.

Het tweede lid van artikel 8.31 biedt een voorrangsregeling voor schade die ontstaat door de doorwerking van het LIB in bestemmingsplannen. Schade ten gevolge van de aanpassing van de bestemmingsplannen aan het LIB of het LVB, wordt eveneens door de minister afgehandeld. Artikel 49 van de WRO blijft in dit geval buiten toepassing.

Artikel 8.31 geeft de minister de bevoegdheid om te beslissen op verzoeken om schadevergoeding wegens de uitbreiding van het luchtvaartterrein Schiphol. Het Schadeschap is vanaf 20 februari 2003 nog steeds bevoegd besluiten te nemen op verzoeken om schadevergoeding die zijn terug te voeren op bestemmingsplannen ter uitvoering van de PKB Schiphol en Omgeving en het Aanwijzingsbesluit.

Zonder nadere voorziening zouden twee organen bevoegd zijn ten aanzien van verzoeken om schadevergoeding die verband houden met de uitbreiding van de luchthaven Schiphol. Een dergelijke situatie zal niet alleen onduidelijkheid veroorzaken bij de belanghebbenden, maar kan ook juridische problemen opleveren ten aanzien van de afbakening van bevoegdheden, het vaststellen van het causaal verband en de rechtsbescherming tegen besluiten.

Het ligt dan ook in navolging van artikel 9 van de gemeenschappelijke regeling – waarin de minister zijn bevoegdheden terzake van de schadevergoedingen heeft overgedragen – voor de hand dat de bevoegdheid, bedoeld in artikel 8.31 van de Wet luchtvaart, eveneens wordt overgedragen aan het algemeen bestuur van het Schadeschap Luchthaven Schiphol. Deze overdracht vloeit onlosmakelijk voort uit de beslissing die destijds is genomen om het Schadeschap in het leven te roepen. Bij besluit van 12 februari 2003 is de bevoegdheid van de minister gedelegeerd aan het algemeen bestuur van het Schadeschap.

De overgedragen bevoegdheid kan het Schadeschap niet eerder uitoefenen dan nadat de gemeenschappelijke regeling dienovereenkomstig is gewijzigd. In de tussentijd heeft het Schadeschap Luchthaven Schiphol op grond van mandaat (zie besluit van 26 mei 2003, Stcrt. 105) schadevergoedingsverzoeken in behandeling genomen en afgehandeld.

Met de onderhavige wijziging van de Gemeenschappelijke regeling heeft het algemeen bestuur van het Schadeschap op 26 november 2003 ingestemd. De wijziging is daarmee derhalve tot stand gekomen en wordt thans doorgevoerd in de Gemeenschappelijke regeling.

Naar boven