Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten, Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten en Regeling halteplaatsen

20 januari 2004

Nr. TRCJZ/2003/10896

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 10, vierde lid, van richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L224), beschikking (EG) nr. 2003/483 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 2003 (PbEU L162) houdende vaststelling van overgangsmaatregelen voor de controle van de verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten;

Gelet op de artikelen 10, 11, 17, 18, 30, 77, 81 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 7 van het Besluit dierenvervoer 1994;

Besluit:

Artikel I

De Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel c, komt te luiden:

c. Minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

B

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Deze regeling berust mede op beschikking (EG) nr. 2003/483 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 2003 (PbEU L162) houdende vaststelling van overgangsmaatregelen voor de controle van de verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten.

Artikel II

De Regeling handel levende dieren en levende producten2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De omschrijving het begrip minister komt te luiden:

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

2. Na de omschrijving van het begrip beschikking 2000/571/EG wordt een begripsomschrijving ingevoegd, luidende:

beschikking 2003/483/EG: beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 2003 houdende vaststelling van overgangsmaatregelen voor de controle van de verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten (PbEU L162);

B

In artikel 3.2 wordt ‘artikel 5, eerste lid, van richtlijn 64/432/EEG voor de desbetreffende soort runderen is voorgeschreven’ vervangen door: artikel 5, eerste lid, van richtlijn 64/432/EEG voor de desbetreffende soort runderen is voorgeschreven, met inachtneming van artikel 7, tweede lid, van beschikking 2003/483/EG, indien het slachtrunderen betreft die, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, via een halteplaats worden verplaatst.

C

Artikel 3.3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d wordt ‘, en’ vervangen door een puntkomma.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. artikel 7, tweede lid, van beschikking 2003/483/EG, indien het slachtrunderen betreft, en artikel 8, tweede en derde lid, van beschikking 2003/483/EG, indien de runderen, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, via een halteplaats worden verplaatst.

D

Artikel 3.6, tweede lid, komt te luiden:

2. Het gezondheidscertificaat, bedoeld in het eerste lid:

a. is aangevuld met een verklaring van de officiële dierenarts dat voldaan is aan richtlijn 91/628/EEG;

b. is aangevuld met een verklaring als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van beschikking 2003/483/EG, indien het slachtrunderen betreft die, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, via een halteplaats worden verplaatst;

c. gaat bij reizen van meer dan acht uur vergezeld van een reisschema als bedoeld in artikel 5, A, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 91/628/EEG dat gedurende de reis gehecht is aan het gezondheidscertificaat, bedoeld in het eerste lid, aangevuld met een verklaring als bedoeld in artikel 8, tweede en derde lid, van beschikking 2003/483/EG, indien de runderen, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, via een halteplaats worden verplaatst.

E

Artikel 3.13, derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. een reisschema als bedoeld in artikel 11, tweede lid, tweede gedachtenstreepje, van genoemde richtlijn, aangevuld met een verklaring als bedoeld in artikel 8, tweede en derde lid, van beschikking 2003/483/EG, indien de runderen, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, via een halteplaats worden verplaatst.

F

In artikel 4.2 wordt ‘artikel 5, eerste lid, van richtlijn 64/432/EEG voor de desbetreffende soort runderen is voorgeschreven’ vervangen door: artikel 5, eerste lid, van richtlijn 64/432/EEG voor de desbetreffende soort runderen is voorgeschreven, met inachtneming van artikel 7, tweede lid, van beschikking 2003/483/EG, indien het slachtvarkens betreft die, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, via een halteplaats worden verplaatst.

G

Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt ‘en’ vervangen door een puntkomma.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door ‘, en’, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. artikel 7, tweede lid, van beschikking 2003/483/EG, indien het slachtvarkens betreft, en artikel 8, tweede en derde lid, van beschikking 2003/483/EG, indien de varkens, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, via een halteplaats worden verplaatst.

H

Artikel 4.6, tweede lid, komt te luiden:

2. Het gezondheidscertificaat, bedoeld in het eerste lid:

a. is aangevuld met een verklaring van de officiële dierenarts dat voldaan is aan richtlijn 91/628/EEG;

b. is aangevuld met een verklaring als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van beschikking 2003/483/EG, indien het slachtvarkens betreft;

c. gaat bij reizen van meer dan acht uur vergezeld van een reisschema als bedoeld in artikel 5, A, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 91/628/EEG dat gedurende de reis gehecht is aan het gezondheidscertificaat, bedoeld in het eerste lid, aangevuld met een verklaring als bedoeld in artikel 8, tweede en derde lid, van beschikking 2003/483/EG, indien de varkens, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, via een halteplaats worden verplaatst.

I

Artikel 4.8, derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. een reisschema als bedoeld in artikel 11, tweede lid, tweede gedachtenstreepje, van genoemde richtlijn, aangevuld met een verklaring als bedoeld in artikel 8, tweede en derde lid, van beschikking 2003/483/EG, indien de varkens, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, via een halteplaats worden verplaatst.

J

In artikel 7.1 vervalt de begripsomschrijving van beschikking 2001/327/EG.

K

In artikel 7.2 wordt ‘artikel 9 van richtlijn 91/68/EEG’ vervangen door: artikel 9 van richtlijn 91/68/EEG met inachtneming van artikel 6, derde lid, van beschikking 2003/483/EG.

L

Artikel 7.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

artikel 4, eerste lid, de onderdelen a, b, eerste volzin, c en d, en derde lid, van richtlijn 91/68/EEG, en artikel 6, eerste lid, van beschikking 2003/483/EG;

2. In onderdeel c wordt ‘, en’ vervangen door een puntkomma.

3. Onderdeel f komt te luiden:

f. voor zover van toepassing, de artikelen 3, eerste lid, 4, eerste, tweede en vierde lid, 5, eerste en tweede lid, 6, tweede lid, van beschikking 2003/483/EG en, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, artikel 8, tweede en derde lid, van beschikking 2003/483/EG.

M

Artikel 7.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘artikel 9 van richtlijn 91/68/EEG’ vervangen door: artikel 9 van richtlijn 91/68/EEG met inachtneming van artikel 6, derde lid, van beschikking 2003/483/EG en, voor zover van toepassing, een gezondheidscertificaat dat op grond van artikel 6, vierde lid, van beschikking 2003/483/EG.

b. Onderdeel c komt te luiden:

c. voldaan wordt aan, voor zover van toepassing, de artikelen 4, tweede, derde en vierde lid, en 5, derde lid, onderdeel a en b, punt ii, van beschikking 2003/483/EG en, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, artikel 7, derde lid, van beschikking 2003/483/EG.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. De partij gaat bij reizen van meer dan acht uur vergezeld van een reisschema als bedoeld in artikel 5, A, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 91/628/EEG dat gedurende de reis gehecht is aan het gezondheidscertificaat, bedoeld in het eerste lid, aangevuld met een verklaring als bedoeld in artikel 8, tweede en derde lid, van beschikking 2003/483/EG, indien de schapen of geiten, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, via een halteplaats worden verplaatst.

N

In artikel 7.7, derde lid, onderdeel b, wordt ‘artikel 11, tweede lid, tweede gedachtenstreepje van genoemde richtlijn’ vervangen door: artikel 11, tweede lid, tweede gedachtenstreepje, van genoemde richtlijn, aangevuld met een verklaring als bedoeld in artikel 8, tweede en derde lid, van beschikking 2003/483/EG, indien de schapen of geiten, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, via een halteplaats worden verplaatst.

Artikel III

De Regeling halteplaatsen3 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b komt te luiden:

b. minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;.

2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. beschikking 2003/483/EG: beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 2003 houdende vaststelling van overgangsmaatregelen voor de controle van de verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten (PbEU L162).

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Erkenning wordt slechts verleend indien de halteplaats voldoet aan de artikelen 3, tweede lid, 4, eerste en derde lid, en 5, van de verordening alsmede, indien het een gebouw van een verzamelcentrum of een verzamelcentrum als bedoeld in artikel 2, punt o, van richtlijn 64/432/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautair handelsverkeer in runderen en varkens (PbEG L 121) betreft, aan artikel 4, tweede lid, van de verordening en artikel 9 van beschikking 2003/483/EG.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. De minister kan de erkenning schorsen of intrekken in de gevallen bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de verordening of indien niet wordt voldaan aan artikel 9 van beschikking 2003/483/EG.

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 januari 2004.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van een drietal regelingen, te weten de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, de Regeling handel levende dieren en levende producten en de Regeling halteplaatsen. De wijzigingsregeling voorziet in de implementatie van beschikking 2003/483/EG van de Commissie van 30 juni 2003 houdende vaststelling van overgangsmaatregelen voor de controle van de verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten (verder: beschikking 2003/483/EG). Beschikking 2003/483/EG vervangt beschikking 2001/327/EG van de Commissie van 14 mei 2001 tot vaststelling van beperkende maatregelen met betrekking tot verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten en houdende intrekking van Beschikking 2001/263 (verder: beschikking 2001/327/EG). Beschikking 2003/483/EG bevat overgangsmaatregelen en geldt totdat richtlijn 2003/50 van de Raad van de Europese Unie van 11 juni 2003 tot wijziging van Richtlijn 91/68/EEG met betrekking tot de intensivering van de controles op verplaatsingen van schapen en geiten en verordening 1040/2003 van de Raad van 11 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1255/97 met betrekking tot het gebruik van halteplaatsen op 1 juli 2004 in werking treden. De nationale regelgeving zal aan bedoelde richtlijn en verordening nog nader worden aangepast.

Beschikking 2003/483/EG bevat voorschriften ten aanzien van intracommunautaire verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten. Dit zijn voorschriften voor schapen en geiten aangaande de periode waarbinnen het verboden is schapen of geiten af te voeren van een bedrijf en voorschriften betreffende de gezondheidscertificering en het gebruik van verzamelcentra. Voor runderen, varkens, schapen en geiten worden regels gesteld ten aanzien van het gebruik van halteplaatsen.

Met de onderhavige regeling wordt de nationale regelgeving aan beschikking 2003/483/EG aangepast met dien verstande dat voor verzamelcentra en halteplaatsen die zijn gelegen in Nederland strengere regels gelden. Het verbod dieren vanaf een in Nederland gelegen verzamelcentrum anders dan naar een slachterij af te voeren en het verbod dieren uit te laden op een in Nederland gelegen halteplaats, blijven dan ook onverkort van kracht. Deze verboden zijn neergelegd in artikel 9o van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 en artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten. De reden voor het instandhouden van deze verboden is het feit dat het bijeenbrengen van dieren die afkomstig zijn van verschillende plaatsen, veterinaire risico’s met zich meebrengt. In Nederland, waar de veehouderij zeer intensief is, dienen deze risico’s zoveel mogelijk te worden beperkt.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I. Wijziging van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten

De bepalingen van beschikking 2003/483/EG zijn reeds geïmplementeerd in artikel 13 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten. Artikel 13 behoeft derhalve geen wijziging. De regeling was gebaseerd op de vervallen beschikking 2001/327/EG, en is nu gebaseerd op de voor beschikking 2001/327/EG in de plaats gekomen beschikking 2003/483/EG. Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de omschrijving van het begrip ‘minister’ aan te passen aan de huidige naam van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Artikel II. Wijziging van de Regeling handel levende dieren en levende producten

Schapen en geiten

Een gedeelte van de in beschikking 2003/483/EG opgenomen voorschriften was opgenomen in de vervallen beschikking 2001/327/EG. De implementatie van beschikking 2003/438/EG behelst dan ook ten dele de vervanging van de in de artikelen 7.1, 7.3 en 7.6 van de Regeling handel levende dieren en levende producten opgenomen verwijzingen naar de beschikking 2001/327/EG door verwijzingen naar beschikking 2003/483/EG.

Voor het overige is de Regeling handel levende dieren en levende producten als volgt aan de beschikking aangepast:

● Op grond van de artikelen 3, eerste lid, en 5, eerste en tweede lid, van beschikking 2003/483/EG, geldt dat fok- en mestschapen en fok- en mestgeiten, voor ze in het intracommunautaire verkeer worden gebracht, 30 dagen, of sedert hun geboorte als ze jonger zijn dan 30 dagen, op het bedrijf van herkomst moeten hebben verbleven. Voor slachtschapen en -geiten bedraagt deze periode 21 dagen. De zogenoemde standstill, de periode waarbinnen na aanvoer van schapen, geiten of evenhoevigen uit derde landen, geen schapen of geiten van een bedrijf mogen worden afgevoerd om in het intracommunautaire verkeer te worden gebracht, bedraagt na aanvoer van schapen of geiten 21 dagen en na aanvoer van evenhoevigen uit derde landen 30 dagen. Slachtschapen en -geiten mogen vóór de afloop van deze standstill in het intracommunautaire verkeer worden gebracht, op voorwaarde dat ze rechtstreeks worden vervoerd naar de lidstaat van bestemming alwaar ze direct worden geslacht. Deze voorschriften zijn opgenomen in artikel 7.3, onderdeel f, van de Regeling handel levende dieren en levende producten.

● Ingevolge artikel 4, eerste lid, van beschikking 2003/483/EG mogen maximaal zes dagen verlopen tussen het moment dat schapen of geiten het bedrijf van herkomst hebben verlaten en het moment dat ze voor het intracommunautaire handelsverkeer worden gecertificeerd. Deze voorwaarde is eveneens neergelegd in artikel 7.3, onderdeel f, van de Regeling handel levende dieren en levende producten.

● Artikel 4, tweede lid, van beschikking 2003/483/EG schrijft voor dat schapen en geiten rechtstreeks worden vervoerd naar de eindbestemming. Onder voorwaarden wordt echter vervoer via een verzamelplaats toegestaan; op grond van artikel 4, derde lid, van beschikking 2003/483/EG mogen fok- mest- en slachtschapen en fok- mest- en slachtgeiten in het land van herkomst een verzamelcentrum aandoen. Ingevolge artikel 5, derde lid, van beschikking 2003/483/EG mogen slachtschapen en -geiten bovendien in het land van herkomst, doorvoer of bestemming een extra verzamelplaats aandoen. Deze bepalingen zijn deels geïmplementeerd met dien verstande dat het krachtens artikel 9o van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 verboden blijft schapen of geiten vanaf een in Nederland gelegen verzamelcentrum anders dan naar een slachterij te vervoeren. Derhalve mogen schapen of geiten die in Nederland een verzamelplaats aandoen, niet meer worden verzonden naar een in Nederland of een andere lidstaat gelegen verzamelcentrum of schapen- of geitenhouderij.

Wel mogen schapen of geiten die een of twee in een andere lidstaat dan Nederland gelegen verzamelcentrum of verzamelcentra hebben aangedaan, in Nederland worden gebracht. Deze dieren dienen op grond van artikel 7.6, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling handel levende dieren en levende producten te voldoen aan de in artikel 4, derde lid, en artikel 5, derde lid, onderdeel b, deel ii, van beschikking 2003/483/EG opgenomen voorwaarden.

● Op grond van artikel 4, vierde lid, van beschikking 2003/483/EG mogen schapen of geiten na het vertrek van het bedrijf van herkomst niet in contact komen met dieren die een lagere gezondheidsstatus hebben, en mag de gezondheidsstatus van evenhoevigen die niet bestemd zijn voor het handelsverkeer niet in het gedrang worden gebracht. Deze eisen zijn opgenomen in de artikelen 7.3, onderdeel f, van de Regeling handel levende dieren en levende producten voor het vervoer vanuit Nederland naar een lidstaat en in artikel 7.6, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling handel levende dieren en levende producten voor het vervoer vanuit een lidstaat naar Nederland.

● De certificeringskeuring dient op grond van artikel 6, eerste lid, van beschikking 2003/483/EG in de laatste 24 uur voor het laden van de schapen of geiten plaats te vinden. Dit was voorheen 48 uur. Artikel 7.3, onderdeel a, van de Regeling handel levende dieren en levende producten is dienovereenkomstig gewijzigd.

● Ten bewijze van het feit dat schapen en geiten voldoet aan de eisen die beschikking 2003/483/EG stelt, moet het op grond van bijlage E bij richtlijn 91/68/EG voorgeschreven gezondheidscertificaat ingevolge artikel 6, derde lid, van beschikking 2003/483/EG zijn aangevuld met de vermelding dat ‘deze dieren voldoen aan het bepaalde in Beschikking 2003/483/EG van de Commissie’. Voor het vervoer van schapen en geiten van Nederland naar een lidstaat is deze eis opgenomen in artikel 7.2 van de Regeling handel levende dieren en levende producten. Op grond van artikel 7.6, eerste lid, van de Regeling handel levende dieren en levende producten, moeten schapen of geiten die vanuit een lidstaat in Nederland worden gebracht, vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat dat is aangevuld met een degelijke verklaring.

● Indien schapen en geiten vanuit een lidstaat, via een verzamelcentrum in een lidstaat van doorvoer, in Nederland worden gebracht, moet op grond van artikel 6, vierde lid, van beschikking 2003/483/EG in het land van doorvoer een tweede gezondheidscertificaat worden afgegeven, dat aan een officiële gewaarmerkte kopie van het originele gezondheidscertificaat wordt gehecht. Deze gezondheidscertificaten moeten de dieren in Nederland op grond van artikel 7.6 van de Regeling handel levende dieren en levende producten vergezellen.

Halteplaatsen

Op grond van artikel 7 van beschikking 2003/483/EG is het onder voorwaarden toegestaan tijdens intracommunautair vervoer van runderen, varkens, schapen of geiten, een halteplaats aan te doen. Slachtrunderen en -varkens die zijn bestemd voor de uitvoer naar derde landen, en runderen, varkens, schapen en geiten die vanuit derde landen in de gemeenschap worden ingevoerd, mogen eveneens passeren via een halteplaats. Deze voorschriften zijn geïmplementeerd in de Regeling halteplaatsen met dien verstande dat het op grond van artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke voorschriften verboden blijft dieren uit te laden op een in Nederland gelegen halteplaats. Hieruit volgt dat runderen, varkens, schapen en geiten, onder de in de beschikking gestelde voorwaarden, mogen worden verplaatst via een halteplaats, zolang deze niet is gelegen binnen Nederland.

Indien runderen, varkens, schapen of geiten tijdens het vervoer een niet in Nederland gelegen halteplaats aandoen, moeten dieren voldoen aan artikel 8, tweede en derde lid, van beschikking 2003/483/EG. Op grond hiervan moet het reisdocument dat bij het gezondheidscertificaat is gevoegd, vergezeld gaan van een verklaring van de afzender. In deze verklaring moet onder andere worden aangetoond en verklaard, dat de nodige regelingen zijn getroffen om erop toe te zien dat de halteplaatsen op een zelfde ogenblik uitsluitend dieren toelaat van dezelfde gezondheidsstatus. De artikelen 3.3, eerste lid, onderdeel f, 3.6, tweede lid, onderdeel c, 3.13, derde lid, onderdeel b, 4.3, onderdeel e, 4.6, tweede lid, onderdeel c, 4.8, derde lid, onderdeel b, 7.3, onderdeel f, 7.6, tweede lid en 7.7, derde lid, onderdeel b, van de Regeling handel levende dieren en levende producten, zijn dienovereenkomstig aangepast.

Artikel 7, tweede lid, van beschikking 2003/483/EG stelt aan het intracommunautaire vervoer van slachtrunderen en ⁠-⁠varkens via een halteplaats een aanvullende eis. De genoemde dieren dienen, voor ze het intracommunautaire verkeer in worden gebracht, 21 dagen op het bedrijf van herkomst te hebben verbleven. Deze eis is neergelegd in de artikelen 3.3, eerste lid, onderdeel f, 4.3, onderdeel e, van de Regeling handel levende dieren en levende producten. Ten bewijze van het genoemde verblijf van 21 dagen op het bedrijf van herkomst, moet het door de officiële dierenarts afgegeven gezondheidscertificaat zijn aangevuld met de vermelding dat ‘deze dieren voldoen aan het bepaalde in Beschikking 2003/483/EG van de Commissie’. Dit voorschrift is opgenomen in de artikelen 3.2 en 4.2 van de Regeling handel levende dieren en levende producten voor het vervoer van Nederland naar een lidstaat en in de artikelen 3.6, tweede lid, onderdeel b, en 4.6, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling handel levende dieren en levende producten voor het vervoer van een lidstaat naar Nederland.

Artikel III. Wijziging van de Regeling halteplaatsen

In artikel 9 van beschikking 2003/483/EG worden voorwaarden gesteld waaraan halteplaatsen moeten voldoen. Deze voorwaarden zijn opgenomen in artikel 3, eerste lid, van de Regeling halteplaatsen, waarin de erkenningsvoorwaarden voor halteplaatsen zijn neergelegd. Indien niet wordt voldaan aan deze eisen, kan op grond van artikel 3, derde lid, van de Regeling halteplaatsen, de erkenning worden geschorst of ingetrokken. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat het verbod van artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten onverkort van toepassing blijft. Dit betekent dat binnen Nederland niet is toegestaan dieren uit te laden op een halteplaats.

Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, de Regeling handel levende dieren en levende producten en de Regeling halteplaatsen de omschrijving van het begrip ‘minister’ aan te passen aan de huidige naam van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Implementatietabel

Beschikking

2003/483/EG

Nationale regelgeving

Artikel 1

Behoeft geen implementatie

Artikel 2

Behoeft geen implementatie

Artikel 3, eerste lid

Artikel 7.3, onderdeel f, Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 3, tweede lid

Behoeft geen implementatie

Artikel 4, eerste

Artikel 7.3, onderdeel f, Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 4, tweede lid

De artikelen 7.3, onderdeel f en 7.6, eerste lid, onderdeel c, Regeling handel levende dieren en levende producten; reeds geïmplementeerd in de artikelen 2.15 en 7.8,

Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 4, derde lid

Artikel 7.6, eerste lid, onderdeel c, Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 4, vierde lid

De artikelen 7.3, onderdeel f en 7.6, eerste lid, onderdeel c, Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 4, vijfde lid

Reeds geïmplementeerd in de artikelen 2.15 en 7.8, Regeling handel levende dieren en levende producten en bijlage I, hoofdstuk 6, punt 25, Besluit productie en

handel vers vlees

Artikel 5, eerste en

tweede lid

Artikel 7.3, onderdeel f, Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 5, derde lid,

onderdeel a en b, punt ii

Artikel 7.6, eerste lid, onderdeel c, Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 5, derde lid,

onderdeel b, punt i

Behoeft geen implementatie

Artikel 5, vierde lid

Behoeft geen implementatie

Artikel 6, eerste lid

Artikel 7.3, onderdeel a, Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 6, tweede lid

Artikel 7.3, onderdeel f, Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 6, derde lid

De artikelen 7.2 en 7.6, eerste lid, aanhef, Regeling

handel levende dieren en levende producten

Artikel 6, vierde lid

Artikel 7.6, eerste lid, aanhef, Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 6, vijfde lid

Behoeft geen implementatie

Artikel 7, eerste lid

Reeds geïmplementeerd in artikel 14 Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten

Artikel 7, tweede lid

De artikelen 3.2, 3.3, eerste lid, onderdeel f, 3.6, tweede lid, onderdeel b, 4.2, 4.3, onderdeel e en 4.6, tweede lid, onderdeel b, Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 7, derde lid

Artikel 7.6 Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 7, vierde lid

Behoeft geen implementatie

Artikel 7, vijfde lid

Behoeft geen implementatie

Artikel 8, eerste lid

Behoeft geen implementatie

Artikel 8 tweede lid

De artikelen 3.3, eerste lid, onderdeel f, 3.6, tweede lid, onderdeel c, 3.13, derde lid, onderdeel b, 4.3, onderdeel e, 4.6, tweede lid, onderdeel c, 4.8, derde lid, onderdeel b, 7.3, onderdeel f, 7.6, tweede lid, en 7.7, derde lid, onderdeel b, Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 8 derde lid

De artikelen 3.3, eerste lid, onderdeel f, 3.6, tweede lid, onderdeel c, 3.13, derde lid, onderdeel b, 4.3, onderdeel e, 4.6, tweede lid, onderdeel c, 4.8, derde lid, onderdeel b, 7.3, onderdeel f, 7.6, tweede lid, en 7.7, derde lid, onderdeel b, van de Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel 8, vierde lid

Behoeft geen implementatie

Artikel 9

Artikel 3 Regeling halteplaatsen

De artikelen 10 en 11

Behoeft geen implementatie

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 2001, 107; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 21 november 2003 (Stcrt. 232).

  • 2

    Stcrt. 1994, 250; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 11 december 2003 (Stcrt. 247).

  • 3

    Stcrt. 1999, 116.

Naar boven