Regeling nadere invulling algemeen gebruikelijke bekwaamheden

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 september 2004, nr. SV/AL/04/64104, houdende nadere regels betreffende bekwaamheden die algemeen gebruikelijk zijn als bedoeld in artikel 9, onderdeel a, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Regeling nadere invulling algemeen gebruikelijke bekwaamheden)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 11 van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten;

Besluit:

Artikel 1

Mondelinge beheersing van de Nederlandse taal

Onder mondelinge beheersing van de Nederlandse taal als bedoeld in artikel 9, onderdeel a, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten wordt verstaan: het verstaan en spreken van de Nederlandse taal voorzover dit nodig is bij functies waarvoor geen opleiding dan wel een opleidingsniveau tot afgerond basisonderwijs vereist is.

Artikel 2

Eenvoudig computergebruik

Onder eenvoudig computergebruik als bedoeld in artikel 9, onderdeel a, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten wordt verstaan: het bedienen van computerapparatuur voorzover dit nodig is bij functies waarvoor geen opleiding dan wel een opleidingsniveau tot afgerond basisonderwijs vereist is en waarvoor geen schriftelijke taalbeheersing nodig is.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2004.

Artikel 4

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling nadere invulling algemeen gebruikelijke bekwaamheden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 september 2004.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.

Toelichting

In artikel 9, onderdeel a, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten is geregeld dat die algemeen geaccepteerde arbeid in aanmerking wordt genomen waarmee betrokkene het meest kan verdienen, waaronder ook wordt verstaan arbeid waarvoor bekwaamheden nodig zijn die algemeen gebruikelijk zijn en binnen zes maanden kunnen worden verworven, tenzij betrokkene niet over dergelijke bekwaamheden beschikt en als gevolg van zijn ziekte niet kan verwerven. Onder deze bekwaamheden worden ten minste verstaan mondelinge beheersing van de Nederlandse taal en eenvoudig computergebruik.

Met deze bepaling wordt voorkomen dat iemand arbeidsongeschikt wordt alleen omdat hij een bepaalde algemeen gebruikelijke bekwaamheid niet heeft, terwijl het ontbreken daarvan niet voortkomt uit ziekte of gebrek. Het ontbreken van deze bekwaamheid heeft zijn functioneren voor zijn ziekte niet belemmerd en bij het duiden van functies bij de claimbeoordeling mag het ontbreken ervan geen belemmering vormen.

In deze ministeriële regeling worden de twee bekwaamheden mondelinge taalbeheersing en computergebruik ten behoeve van de uitvoering nader ingevuld. Aldus wordt geregeld welke functies met toepassing van artikel 9 van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten bij de arbeidskundige schatting geduid kunnen worden, ook als betrokkene de genoemde bekwaamheid niet bezit.

In artikel 1 van deze regeling gaat het om de bekwaamheid ‘mondelinge beheersing van de Nederlandse taal’. Het betreft hier de vaardigheden verstaan en spreken op een eenvoudig niveau, met alledaags woordgebruik en in een laag tempo. Deze vaardigheden zijn in arbeid relevant om bijvoorbeeld een opdracht of een waarschuwing te kunnen begrijpen, nadere instructies te kunnen vragen en met collega’s te kunnen communiceren.

In artikel 2 gaat het om de bekwaamheid ‘eenvoudig computergebruik’. Het betreft hier de vaardigheid om (computer)apparatuur te bedienen door middel van eenvoudige gebruikersinterfaces, waarbij gebruik gemaakt wordt van symbolen, iconen, pictogrammen en dergelijke en waarbij geen schriftelijke taalbeheersing nodig is. Het gaat hierbij zowel om apparaten die bediend worden met behulp van computers (bijvoorbeeld stikmachines) als om computers met een beeldscherm en toetsenbord.

In deze regeling wordt bepaald dat bij functies waarvoor geen opleiding of een opleidingsniveau tot afgerond basisonderwijs vereist is, aangenomen wordt dat alle arbeidsongeschikten over een voldoende mondelinge beheersing van de Nederlandse taal en over voldoende bekwaamheden met betrekking tot computergebruik beschikken. Dit is het laagste opleidingsniveau dat in het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem onderscheiden wordt. De betreffende functies kunnen dus altijd geduid worden, indien betrokkene aan de overige vereisten qua krachten en bekwaamheden voldoet. Deze functies kunnen niet geduid worden als de mondelinge beheersing van de Nederlandse taal dan wel de bekwaamheden met betrekking tot het computergebruik als hier bedoeld wegens ziekte niet kunnen worden verworven en ook niet als aan de betreffende functie specifieke eisen gesteld worden waaraan betrokkene niet voldoet.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

Naar boven